Voorbereidingen Slobbeland voor zomerseizoen in volle gang
‘Als we hier eerst maar weer zitten van de zomer’
Het Slobbeland-terrein ligt er op dit moment nog wat verlaten bij, maar vermaard Slobbeland-ganger en vrijwilliger Theo Kok (Keffer) is er al dagelijks te vinden. ,,Officieel gaan we 11 mei weer open” zegt Theo, ,,maar als het weer een beetje meezit beginnen we in april al.” Hij is al druk in de weer met de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen. ,,Het moet eerst schoon zijn en er moet van alles gerepareerd worden.”
Door Leonie Veerman
Het gras is nog drassig en de begroeiing langs de rand van het lage landje is nog helemaal kaal. Naast een leeg pierenbadje is Theo druk in de weer met honderden meters touw en witte en rode ballen. ,,Dit is de lijn met boeien die altijd in het water ligt.” Terwijl hij een handjevol kapotte ballen laat zien, legt Theo uit waar hij mee bezig is: ,,Kijk, deze drijven natuurlijk niet meer, dus ik heb een ‘zooitje’ nieuwe besteld en nu ben ik ze aan het vervangen. Een gigantische klus, want als je er eentje af wilt halen moet meteen het hele zootje eraf.”
Eerder deze week heeft Theo de steiger naast de glijbaan al opgehoogd omdat deze het afgelopen jaar een beetje onder water kwam te staan. ,,Dat is natuurlijk niet de bedoeling, want dan wordt-ie glad en dan glibberen de kinderen er zo af.” Dit jaar wil hij de leuningen ook opnieuw schilderen. ,,Blauw denk ik, want dan matchen ze mooi met de glijbaan”.
‘Mensen denken dat
ik hier zomers aankom,
de poort openhaal
en ga liggen.
Dat is natuurlijk niet zo;
er gaat flink wat werk
in alle voorbereidingen zitten’
Verder moeten de paden nog worden schoongemaakt, het onkruid gewied en het gras gemaaid. Door de vorst is er van de winter ook schade aan het tegelwerk van het zwembad ontstaan dat gerepareerd moet worden. ,,Mensen denken dat ik hier zomers aankom, de poort openhaal en ga liggen. Dat is natuurlijk niet zo, er gaat flink wat werk in alle voorbereidingen zitten.”
Al zo’n tien jaar is Theo als vrijwilliger betrokken bij het reilen en zeilen van het Slobbeland. Zijn enthousiasme voor het kleinschalige recreatiegebied is aanstekelijk. ,,Moet je dit nou zien!”, zegt hij, terwijl hij met een kapotte boei in zijn hand langs het IJsselmeer en de blauwe lucht wuift. ,,Dit is toch niet normaal! En ik ben hier zo lekker bezig, wat wil je nog meer.”
Toch kan hij wel wat hulp gebruiken. Het Slobbeland zoekt nog naar jongeren die de komende tijd willen helpen met het klaarmaken van het terrein. Theo benadrukt dat dit betaald wordt, ,,dus het is een mooie klus voor jongens en meiden die wat extra geld voor de zomer willen verdienen.”
Trots geeft Theo een korte rondleiding over het oude vertrouwde terrein. Al wandelend langs de speeltoestellen, het zwembad, de glijbaan en het winkeltje stopt hij tussendoor wel drie keer om op het uitzicht te wijzen. ,,Zouden mensen wel beseffen hoe bijzonder mooi het hier is?”
Geruchten die de ronde deden over eventuele flats of andere inrichting van het Slobbeland-terrein worden door Theo direct weggewuifd. ,,Slobbeland wordt volledig in stand gehouden door vrijwilligers en de laatste jaren hebben we alles vernieuwd en opgeknapt. Als zoveel Volendammers hier ieder jaar weer dankbaar gebruik van maken, zal de gemeente ons echt wel ter wille zijn.”
Om het Slobbeland operationeel te houden is het bestuur overigens altijd hard op zoek naar sponsoren. Theo: ,,Deze zomer willen we er bijvoorbeeld nog een speeltoestel voor de kleintjes bij, maar het tegelwerk aan het zwembad moet ook nog gerepareerd worden. Om alles netjes en veilig te houden is natuurlijk altijd geld nodig. Mochten er bedrijven zijn die ook een bijdrage willen leveren, horen wij dat natuurlijk graag.”
Wanneer Theo de nieuwe hut (het tuinhuisje) bij de ingang laat zien, komt poortwachter Took toevallig net het terrein oprijden op zijn scooter. Al sinds jaar en dag bemant hij iedere zomer het tafeltje bij de entree van het Slobbeland met het bekende kluisje dat dienst doet als kassa. Als Theo hem vraagt of hij ook zo blij is met de nieuwe hut geeft hij een bevestigende knik.
Zonder al te veel woorden wordt toch duidelijk dat Took net als Theo al reikhalzend uitkijkt naar het nieuwe Slobbeland-seizoen. Na een kort praatje stuift hij verder om ook even een kijkje te nemen op de rest van het terrein. We horen hem het nog net zeggen over de motor van z’n scooter: ,,Wat mij betreft kan de zomer beginnen!”
Uw reactie