Liefde is...
Jan en Maart, verliefd in goede en in slechte tijden…
71 en 73, maar nog fit als in hun jonge jaren. ,,Ik voetbal zelfs nog bij de Old Stars”, vertelt Jan Kluessien. ,,Als een van de weinige Volendammers. De meesten hebben ‘een heupie’, een ‘knietje’ of zo’n kastje in hun borst, maar ik ben nog hartstikke fit.” Ook bij vrouwlief Maart Vais straalt de jeugdigheid er nog vanaf. Toch heeft ze haar portie ellende wel gehad de afgelopen jaren.
Door Jan Koning
,,Het was op een gegeven moment zelfs zo erg, dat ik zei tegen Jan ‘je kunt beter een andere vrouw zoeken. Jij hebt ook geen leven zo’”, vertelt Maart. Voor Jan is er geen denken aan. ,,Maart heeft tinitus. Het begon met oorsuizen aan de ene kant en later kwam er ook een fluittoon in het andere oor. De dokter zei dat het misschien beter was als ze in een rusthuis zou gaan. Niets daarvan, zei ik hem. Ik ben haar rusthuis. We gaan hier samen doorheen en ik blijf bij mijn vrouw.”
Het is tekenend voor de liefde tussen Jan en Maart. De liefde die – op z’n zachtst gezegd – wat roemoerig begint. Maart: ,,Ik moest in het begin niets van hem hebben. Ik vond het zo’n macho op z’n brommertje. Toch had hij wel iets spannends en toen hij me voor de tweede keer vroeg, ben ik toch maar met hem meegegaan.” Eenmaal samen gaat het volgens Maart nog zeker twintig keer uit. ,,Hij ging vroeger altijd om met Jaap Cas – de manager – en met Klaas Renier. Ze gingen vaak zonder iets te zeggen achter The Cats aan in die sportwagens van ze. Zat ik weer op hem te wachten thuis. Dat was ik op een gegeven moment spuugzat. Dus ging ik naar de dansschool van Spruitje en dan ging ik met een andere jongen mee. Ik dacht bij mezelf; ik pak ‘m wel effe terug.”
‘Ik ben haar rusthuis.
We gaan hier samen
doorheen en ik blijf
bij mijn vrouw’
Uiteindelijk komen ze toch weer bij elkaar en blijven bij elkaar, ondanks de inspanningen van Jan’s schoonvader. ,,Haar vader – Piet de Koan – kon nooit normaal doen”, aldus Jan. ,,Als we effe te lang in het steegje stonden – en ik net wat probeerde – gooide die ‘naaier’ een zooitje aardappelen naar ons toe. Kreeg ik tien aardappelen op mijn achterhoofd. Of een andere keer, toen ik uit mijn werk kwam in Brabant. Ik zette mijn klompen voor de deur en ging naar binnen. Het was hartstikke gezellig. Loop ik terug, trek mijn klompen weer aan en wat denk je? Had Piet een fles pudding in mijn klompen leeggegoten. Sprong de pudding zo tegen mijn gat op. Toen was meteen de verkering uit en ben ik ook zes weken niet meer gekomen.”
Gelukkig komt het ook weer goed tussen Jan en zijn schoonvader en later neemt hij zijn schoonouders en ouders regelmatig mee voor een dagje uit. Maart: ,,We gingen op zondag altijd naar de film in Amsterdam. Na afloop namen we ze mee naar een klein cafeetje – Henkie Populair – voor een cognacje. Daar konden ze echt van genieten. Helemaal geweldig. Ik zeg ook altijd; ‘als wij doodgaan, zijn we 150 geworden. We hebben echt geleefd en samen zoveel leuke dingen gedaan.”
Leuke dingen waar het stel extra van heeft kunnen genieten, omdat ze ook de andere kant van de plaat kennen. Maart: ,,Toen ik in verwachting was van Ingrid begon Jan voor zichzelf. Het eerste jaar heeft hij het ontzettend moeilijk gehad. We hebben schuil gezeten voor de bakker. Dat mag je best weten. Het eerste jaar was het echt pure armoede.”
‘Ik verkoop een
ijskast aan
een eskimo’
Jan: ,,Ook in die tijd heeft Maart me nooit laten vallen. Ze heeft zich ook nooit zorgen gemaakt. Handel is mijn leven. Ik verkoop een ijskast aan een eskimo en een zonnebank aan iemand met een getinte huidskleur. Dat kan ik en mijn zoon Kees heeft die handelsgeest van me overgenomen. Hoe moeilijk het ook was, Maart hield er vertrouwen in en dat heeft zich uiteindelijk uitbetaald. Want toen het eenmaal ging lopen, werd het een ontzettend goede zaak.”
Een zaak die inmiddels overgenomen is door zoonlief Kees. ,,Hij doet het fantastisch en ik ben ontzettend trots op ‘m”, vertelt Jan. ,,En uiteraard ook op onze dochter en de vier kleinkinderen.” Maart: ,,Ik kan geen dag zonder ze. Nou oké, niet meer dan drie dagen dan. We gaan graag een weekendje weg samen, maar als we wel eens een weekje weggingen zonder de familie dan zei ik na drie dagen tegen Jan: ‘kunnen we nog niet naar huis?’ Dan ga ik ze te erg missen.”
Missen doen Jan en Maart ook de bezoekjes aan Heerenveen om te kijken naar de verrichtingen van hun kleinzoon Joey Veerman. ,,Dat was echt een uitje voor ons. Op vrijdag weg en een hotelletje in de buurt boeken. Dan op zaterdag naar de wedstrijd en daarna weer naar huis. Echt genieten en we hopen dat het zo snel mogelijk weer allemaal weer normaal wordt, zodat we Joey weer kunnen zien schitteren.”
Uw reactie