Aandacht voor kwestie Van Baar in Raadsplein
Insprekers pleiten voor themaraad
Donderdag werd tijdens het Raadsplein een nieuw hoofdstuk geopend in de discussie omtrent oud-burgemeester Van Baars betrokkenheid bij de Jodenvervolging. Insprekers Erik Besseling, Piet Koning en Mick Nolte pleitten voor een themaraad waarin een open dialoog over het delicate onderwerp kan worden gevoerd. Namens een aantal winkeliers van de Burgemeester Van Baarstraat nam E. Schokker, voorzitter van Ondernemend Volendam, het woord. Hij drukte de raadsleden op het hart de belangen van de winkeliers mee te laten wegen in een antwoord op het slepende vraagstuk.
Door: Kevin Mooijer
Erik Besseling, geboren en getogen in de gemeente Edam-Volendam, opende het thema met een voordracht over Van Baars actieve betrokkenheid bij de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. ,,De Jodenvervolging heeft in Edam hard toegeslagen. En in Edam was het burgemeester Van Baar die leiding gaf aan de uitvoering van alle anti-Joodse maatregelen. De paraaf van Van Baar staat onder een hele serie schokkende documenten.” Besseling benadrukte dat de kwestie op morele gronden moet worden beoordeeld. Piet Koning, de tweede inspreker en auteur van ‘Wereldoorlog in het dorp’, sloot zich bij die oproep aan. Na het benoemen van de achterkamertjespolitiek die na de oorlog leidde tot herinstallatie van de burgemeester, gaf Koning aan dat er ‘opnieuw iets merkwaardigs lijkt te gebeuren’.
"Als zijn ereburgerschap niet wordt afgenomen, betekent het dat vandaag, wij als gemeente ereburger Van Baar omhelzen."
,,Er zijn tekenen die erop wijzen dat het College op basis van het gemankeerde vooronderzoek de straatnaam toch wil handhaven.” Die gedachte leidt volgens Koning niet alleen tot verbijstering bij de betrokken onderzoekers, maar ook ‘professor dr. Rob van der Laarse, hoogleraar in herinneringsstudies van oorlog, die wij hadden gevraagd een oordeel te geven, omdat wij niet de slagers wilden zijn die het eigen vlees keurden.’
Koning citeerde tevens de enige overlevende van de 22 gedeporteerde Joden uit Edam, Michael Lowenthal: ,,De straatnaam verwijderen is wel het minste dat men kan doen.” De Volendammer besloot zijn spreektijd met een pleidooi voor een ‘open informatieve themabijeenkomst’.
Als inwoners van Edam en voorzitter van de stichting Joods Verleden Edam, nam Mick Nolte vervolgens plaats achter de microfoon. ,,Ik sta hier met een bezwaard gemoed. Tot op heden hebben wij namens de stichting op een ontzettend prettige, vruchtbare manier met burgemeester en wethouders mogen samenwerken.” Nolte erkende dat het hem moeite kostte zich nu zo kritisch uit te moeten spreken, maar gaf tegelijk te kennen dat het voor hem als Jood als plicht voelde zijn stem te laten horen.
"Betrek de belangen van de winkeliers in de afweging voor de oplossing"
,,Van Baar is ereburger in deze gemeente. Nu staat er de regel ‘het ereburgerschap is vervallen bij zijn overlijden in 1979’.”, citeert Nolte een brief van het college aan de raad. ,,Dat het ereburgerschap bij zijn overlijden is komen te vervallen vind ik vreemd. Hoe vaak lezen wij dat iemand postuum een onderscheiding krijgt? Hij of zij is overleden, maar opdat zijn of haar naam worden geëerd, komt er postuum een onderscheiding. Het gaat na de dood verder. En als het ereburgerschap niet wordt afgenomen, betekent het dat vandaag, wij als gemeente ereburger Van Baar omhelzen. Ik moet zeggen; dat doet mij pijn.”
Ook de voorzitter van Joods Verleden Edam pleit voor een themaraad. ,,Een open gesprek waarin deskundigen, betrokkenen en belanghebbenden met u in gesprek kunnen, zonder dat er een besluit hoeft te worden genomen. Maar kijken of we in een open gesprek met elkaar deze delicate zaak verder kunnen behandelen. Als het dan ooit komt tot een besluit zal heus niet iedereen gelukkig zijn, maar zal wel de hele zaak aan de orde zijn geweest. Zal iedereen zich gehoord hebben kunnen voelen.”
Tot slot sprak E. Schokker, de voorzitter van Ondernemend Volendam, de raad toe. Als belangenbehartiger van een aantal winkeliers van de Burgemeester Van Baarstraat gaf ook Schokker aan dat ook zij behoefte hebben aan een ‘goede discussie’. ,,Maar een discussie hoort niet alleen gevoerd te worden vanuit de belangen van de mensen die leed hebben en worden gekwetst, maar ook vanuit andere belanghebbenden. Welke gevolgen kunnen er zijn voor de andere belanghebbenden? En hoe wordt daar mee omgegaan? Het gaat ons dus niet om de inhoud, maar om het proces, de oplossing en de gevolgen.” Schokker somde gevolgen op die een straatnaamwijziging teweeg zouden brengen, maar benadrukte daarbij meermaals dat de situatie van de winkeliers ‘absoluut niet vergelijkbaar is met het leed van de Joodse gemeenschap.’ Met zijn afsluitende zin vatte de voorzitter van Ondernemend Volendam zijn betoog goed samen: ,,Ik wil u verzoeken om serieus de belangen van de winkeliers te betrekken in de afweging voor de oplossing.”
Uw reactie