
Luc droomt, maar is ook realistisch
Iedereen gunt het hem en ziet zwemmer Luc Kroon, net als kogelstootster Jessica Schilder, als beloning voor alle investeringen maar al te graag komende zomer naar de Olympische Spelen gaan. Maar de realiteit leert dat er een bijna onmogelijke opgave ligt. ,,Op dit moment is er nog maar één Europese zwemmer die de harde limiet heeft gehaald”, is de Volendammer zelf ook realistisch over zijn kansen op de 200 meter vrije slag in Tokyo.
Door Ringen om Volendam
[ads id=66]
Afgelopen weekeinde lag Luc meerdere keren in het water van het Pieter van den Hoogenband Stadion, vrijwel direct na een trainingskamp van drie weken in het Turkse Belek. De zogeheten Qualification Meet in Eindhoven werd door Luc en zijn coach niet gezien als reëel kwalificatiemoment. ,,Hier lag niet mijn piekmoment, dat is over een maand, op het EK in Boedapest, daar moet geknald worden.”
Afgelopen vrijdag begon hij met de 50 meter vrij, de serie en de B-finale. ,,Dat ging niet zo lekker.” Zaterdag had hij niet alleen met de 400 en 100 meter twee afstanden op hetzelfde dagprogramma, daarnaast ondernam hij een uitprobeersel met coach Kees Robbertsen. ,,Een ‘early morning swim’. Om tien voor half zeven ging de wekker en 25 minuten later lag ik voor de warming-up in het water, als enige van alle wedstrijdzwemmers. Dat was best wel gek. Aangezien ik niet lekker had geslapen, had ik een korte nacht. Daarna ging ik aan het ontbijt en om 10.00 uur stond de 400 meter op het programma.”
,,Sommige zwemmers vinden het lekker, je zet als het ware je systeem aan en draait een dubbele warming-up. Voor een wedstrijd vind ik het blijkbaar niet zo lekker. Maar je moet het toch een keer proberen.”
Na de 400 en de 100 meter wachtte hem op de laatste dag, zondag, zijn favoriete afstand: de 200 vrij in de serie en de A-finale. ,,Je wilt uiteraard weten waar je staat, maar gezien het drukke programma is het eigenlijk een kwestie van zo hard mogelijk zwemmen terwijl je vermoeid bent. ’s Ochtends ging het in de serie niet zo goed, ik ging iets te snel van start, begon al te verzuren en dan is 200 meter erg lang. In de finale bouwde ik het beter op, dat ligt mij beter.”
,,Het was de eerste keer dit seizoen dat ik onder de 1.49 kwam. Het ging niet super, maar ook niet slecht. Voor nu is het prima”, weet hij dat het op het EK veel harder zou moeten gaan, wil hij het hogere doel, de Spelen halen, realiseren.
,,Die 1.46,2 is wel een hele harde limiet. Het is ook pas mijn eerste grote internationale wedstrijd in lange tijd.” En zijn laatste kwalificatiemoment. ,,De kans dat ik Tokyo haal, is extreem klein, maar ik probeer op het EK het beste van mezelf te geven.”