Vandaag zijn we gesloten.

All posts by Eddy Veerman

‘Hij zal wel trots zijn’

Zus en broer Jaimy en Vince Mens missen hun vader langs de kant

Ze trotseren de kou, om te poseren in het oranje en rood-groen. Zus en broer, Jaimy (20) en Vince (23) Mens. In de kleuren die hun vader ook droeg. Adrie Mens overleed acht jaar geleden op 48-jarige leeftijd, als gevolg van een hartstilstand. Als het moest, kon hij een tegenstander hardhandig laten voelen dat die op zijn tellen moest passen, maar Adrie Mens stond als speler van RKAV Zaterdag-1 en EVC ook bekend als sfeermaker, vooral in de derde helft. De van hem bekende twinkeling in de oogjes zal hij boven laten zien, trots dat hij zal zijn op zijn kids. De één in de eredivisie uitkomend voor Garage Kil/Volendam en de ander in zijn voetsporen als verdediger met extra capaciteiten.

Door: Eddy Veerman

Het Nederlands Elftal speelt vrijdag tegen Argentinië en die wedstrijd stond in 2014 ook op de rol. Vlak voor dat WK overleed Adrie, getrouwd met Mirjam van Boven. Dochter van Paul van Boven, die al meer dan dertig jaar – als teammanager – bij de Zaterdag-1 betrokken is. Zijn schoonzoon speelde met die ploeg nog op het hoogste amateurniveau, onder meer tegen een topclub als Quick Boys. Opeens stopte het hart van ‘Mens’ met kloppen.

Jaimy: ,,Ik was destijds dertien; je wereld staat op z’n kop. Ik bleef aanvankelijk positief, het komt wel goed. Het was allemaal heel onwerkelijk. Als ik er nu aan terugdenk, dan had ik de mooie momenten samen meer moeten koesteren. Maar ik had nog zoveel gepland om samen te doen en je wordt zó overvallen. En we hebben ook geen afscheid kunnen nemen…”
Vince was destijds vijftien jaar. ,,Het was heel moeilijk toen. Het gebeurde hier in huis. Ik werd die nacht ook wakker en zag door het raam de zwaailichten van de ambulance. Ik ging naar beneden en zag mijn moeder daar zitten, huilend. Zij zei meteen ‘ga maar naar boven’, wilde mij niet bang maken. Maar je voelt dat er iets ergs is gebeurd. Er werd gedacht dat ‘ze’ er nog op tijd bij waren, dus toen hij in het ziekenhuis lag, waren de medici nog hoopgevend. Dus konden wij dat ook naar de buitenwereld zijn, want we kregen veel vragen. Aangezien mijn vader best een bekend persoon was. Maar al gauw bleek dat hij lang zonder zuurstof was geweest. Wij kregen toen een gesprek met een kinderpsycholoog en die vertelde dat er een wonder moest gebeuren, wilde hij nog wakker worden. Dat moment… toen klapte ik pas écht in. En vanaf dat moment werd het ook moeilijker om mensen te antwoorden als ze vroegen hoe het ging. Dan kon ik niet zeggen hoe erg het was.”

‘Ik had het met mijn vader wel eens over ‘later’, en toen het later was…’

,,Uiteindelijk haalde hij het niet. Het klinkt gek, maar die dagen voor de begrafenis gingen nog wel, want er kwamen heel veel mensen langs en je haalt samen met het gezin en die mensen mooie verhalen naar boven. Maar na de begrafenis had ik vooral het gevoel van ‘het is nu voorbij, hij komt nu weer binnen lopen’. Na een tijdje besef je dat dat niet meer het geval is. Dan ga je door met al je dingen, maar je hebt het wel heel moeilijk.”
Jaimy: ,,Mijn moeder was er altijd bij, als we speelden, mijn vader leefde voor de sport. Als het even kon, was hij er ook elke wedstrijd bij. Die mis je dan. Die mis je eigenlijk elke wedstrijd. Ook als je voor de eerste keer in een eerste team speelt, zoals bij VOC en later bij Volendam. Toen het net gebeurd was met m’n vader, zat ik op een verjaardag bij iemand en die speelde bij VOC in Amsterdam. Ik wilde ook graag zo hoog mogelijk handballen en hier in Volendam was toen nog geen sprake van eredivisiehandbal. Ik had het er een paar keer met mijn moeder over en zij zei ‘als je dat wilt, moet je dat doen, want als je vader nog had geleefd, had hij dat ook gewild. Die had jou daar elke dag naar toe gebracht’. Toen heb ik het gedaan. En bracht m’n moeder me telkens. Ik had het met mijn vader wel eens over ‘later’, en toen het later was… Maar door die stap te maken heb ik wel supermooie dingen meegemaakt, zoals Nederlands kampioen worden, in Slovenië een EK spelen Jong Oranje. Dat had hij ook geweldig gevonden, om mee te maken.”
Vince: ,,Ik zat in de tijd dat het gebeurde nog in de jeugd bij de RKAV. Negen van de tien wedstrijden stond hij te kijken, dan is dat heel anders opeens.” En ‘Aad’ was niet op zijn mondje gevallen, dus hij kon de kinderen ook van feedback voorzien. ,,Hij was wel eerlijk; als het goed was, zei hij dat het goed was en als het slecht ging, zei hij dat ook en vertelde hij er bij wat er beter kon. Hij was reëel. Al dat soort dingen mis je wel.”

Vanzelfsprekend
,,Mijn vader reed ons ook naar bijna alle uitwedstrijden. En dan ineens zijn al die kleine dingetjes weg. Alles. Wat zo vanzelfsprekend was. Nog steeds denk ik wel eens ‘wat had pa nu gedacht of gedaan?’” Jaimy: ,,Ik heb wel vaak, als er iets is gebeurd met een wedstrijd of op andere momenten, dat ik denk: ‘hij zal wel trots zijn’.”

Vince: ,,Bij de RKAV speelde ik enkele jaren in het eerste jeugdteam, totdat ik de groeischijf in mijn knie brak. Daardoor lag ik er negen maanden uit en dat was heel jammer, want ik was goed bezig. Ik speelde toen nog met Stef Schokker, Patrick Plugboer en Perry Karregat, jongens die nu met de Zaterdag-1 in de Derde Divisie spelen. Voor de selectie van de Zaterdag 1 en 2 waren er destijds zoveel spelers, dat ik besloot bij EVC te gaan spelen. Daar speelden ook jongens waarmee ik op de middelbare school had gezeten, zoals Brian Rossenaar en Daniël Kemper. Toen ik daar kwam, waren er meteen een hoop mensen die over m’n vader en zijn voetbaltijd bij EVC begonnen. Dat is alleen maar leuk.” Of ze zijn te vergelijken als voetballer, vader en zoon? ,,Ik denk het wel. Ik doe ook veel op inzet, net als hij. Hij kon een harde, felle, verdediger zijn, dat kan ik ook. Mijn vader scoorde vaak met zijn hoofd en was centrale verdediger. Ik ben back, kom er vaak overheen aan de linkerkant en geef de bal voor, zo gaat het vaker dan dat ik zelf in de zestien kom.” En het geintjes maken? ,,Ik ben wel iets meer ingetogen”, glimlacht Vince. ,,In een groep kon hij wel de gangmaker zijn.”

‘Ik twijfelde even of ik door moest gaan. Maar ik vind het spelletje nog veel te leuk en ben nog te fanatiek’

Dochter Jaimy groeide bij VOC uit tot jeugdinternational. In februari 2020 maakte zij haar debuut in de hoofdmacht van de landskampioen. Maar het A-team van Nederland halen, dat was niet realistisch. ,,Dan moet je op Papendal wonen, dagelijks bij de Academie trainen. Veel meiden van VOC deden dat wel, ik niet, ik wilde niet alles achterlaten en die stap maken. Ik ga daar niet genoeg plezier uit halen. Toen trad ook corona in en belde ergens in die tijd de nieuwe Amerikaanse coach van de Volendamse dames, Mark Ortega. Daar speelden veel speelsters die ik al kende en ik hoopte dat we met Volendam zouden kunnen doorgroeien en ook eens een keer Europa Cup spelen en misschien wel de finale om de landstitel halen. Dat werd het doel.”
Op haar achttiende keerde ze terug op het oude nest. ,,Vorig seizoen liep het hier niet echt lekker en twijfelde ik even of ik door moest gaan. Maar ik vind het spelletje nog veel te leuk en ben nog te fanatiek. Al die jaren moest ik vier, vijf keer per week op en neer naar Amsterdam en nu kan ik op de fiets heen. Dat is heerlijk. En in het veld ben ik nu één van de meiden die leiding moet nemen en dat vind ik wel weer leuk. Dan kun je jezelf doorontwikkelen en bepaalde technieken die ikzelf bij VOC – de beste leerschool – heb geleerd aan andere meiden overbrengen. Gelukkig is er wel wat veranderd bij Volendam. Vorig jaar gebeurde er gewoon wat minder aan de vrouwenkant, dat is nu serieus opgepakt. Door de voorzitter, Piet Kes, oud-speelsters als Anja Tol – die af en toe weer meespeelt – Jenny Hoogland en Ageeth Bond zijn betrokken bij het team, er zijn gesprekken met de speelsters. We hebben een trainer (de ervaren Hongaar Zsigmond Makay, red.) die heel serieus is, er wordt meer in ons geïnvesteerd.”

Vince – in het bezit van de Master Natuurkunde – en EVC doen het als promovendus behoorlijk goed in de Tweede Klasse. ,,Op wilskracht en teamspirit”, zegt Vince. Ze kijken bij elkaars wedstrijden, als dat kan. Jaimy – die straks afstudeert als technisch bedrijfskundige – is zowat vaste supporter van EVC: ,,Het gaat hier thuis wel zeventig procent van de tijd over sport.” Vince: ,,Ook over de gevoelskwesties, dat is prettig.” Jaimy: ,,Ik heb niet superveel verstand van voetbal, maar geef wel af en toe mijn mening.” Vince: ,,Ik zeg niet zoveel inhoudelijk. Soms, als ik vind dat ze best wat meer op doel mag schieten.” Zo leeft ‘Mens’ voort in zijn kinderen.

Fotogalerij

In het spoor van de meesters

Mirddyn Tol en Arrie Kwakman uitverkoren voor voorselectie Oranje Onder 17

Het is al even geleden, dat een handballer van het dorp uit de eigen jeugdopleiding zijn doorbraak maakte in de hoofdmacht van HV KRAS/Volendam. Inmiddels kloppen wat jonkies nadrukkelijk op de deur van het tweede team, dat eredivisie speelt. Mirddyn Tol (16) en Arrie Kwakman (bijna 16) zijn bovendien onlangs uitverkoren voor de voorselectie van Oranje Onder 17. En dat kan niet los worden gezien van de bemoeienis van enkele coryfeeën van de gouden generatie. Mirddyn en Arrie zijn niet alleen exponent van de jeugdopleiding, maar ook van de vorig jaar door die handbalhelden opgestarte Tom Schilder Handbalskoal.

Door: Eddy Veerman

Het is woensdagochtend, zeven uur. Enkele handballende kinderen beginnen in de Opperdam aan de warming-up, onder begeleiding van Gerrie Eijlers en Dirk Tuip. Mannen die begin deze eeuw als jongens aan de wieg stonden van de eerste landskampioenschappen, mannen die – samen met Tom Schilder en Joey Duin – vorig jaar besloten iets terug te geven aan de sport. Ook omdat zij zagen dat een nieuwe generatie talenten op zich laat wachten. Met de Handbalskoal geven zij kinderen de gelegenheid twee ochtenden per week individuele training te ontvangen. En dat loont, zo blijkt uit het verhaal van Mirddyn en Arrie.
,,Op mijn vijfde verjaardag mocht ik eindelijk op handbal”, heeft Arrie een smile van oor tot oor. ,,Bij Maart Admiraal en Gaar Zoutberg-Schilder.” En dat is niet zo gek, want Arrie’s opa was als sponsor betrokken bij de HV, Dirk Tuip is familie en ome Casper bereikte het tweede team. ,,Ik was er als kind altijd bij, bij de wedstrijden van de herenteams. Ook bij ome Casper. Hij zei ‘nog een paar jaar en dan spelen we samen in dit team’, maar hij stopte al wat eerder.”

Status
Mirddyn zat aanvankelijk op voetbal. ,,Maar wij verloren bijna álle wedstrijden, dus dat was niet echt leuk. In onze familie werd veel gehandbald, dus later ging ik met mijn buurjongetje Vince van der Zee op handbal. Daar, bij de mini’s, zag ik Arrie.” Arrie: ,,We trainden altijd op een donderdag. Voor de allereerste training zat ik in de auto bij m’n oma en vroeg haar onderweg: ‘Tegen wie spelen we…?”
Mirddyn: ,,Ik deed het aanvankelijk als hobby en was niet bezig met een handbaltoekomst. Ruim een jaar geleden veranderde er wat. Met ons team verloren we veel wedstrijden, er was door corona geen keeperstraining meer, ik vond het saai worden, leerde niks en dacht er over om speler te worden in plaats van keeper. Ik kende de Handbalskoal al wel, Arrie zat daar al bij. Mede via mijn vader kreeg ik een gesprek met Gerrie Eijlers. Hij had mij al wel eens zien trainen. Vervolgens sloot ik bij de Handbalskoal aan en kreeg keeperstraining van hem.”
Eijlers keepte talrijke jaren in zowel de Duitse Bundesliga als bij Oranje, waar hij ook keeperstrainer is inmiddels. ,,Sindsdien heb ik het veel serieuzer aangepakt. Je krijgt specifieke en individuele training van Gerrie. Een man met status. Hij heeft mij de hele basis bijgebracht, daar heb ik nu zoveel profijt van. Hij is ook altijd geïnteresseerd in je.”

‘Ik weet wat ik mis, maar ik weet nóg beter wat ik wíl: dat is het hoogste bereiken in het handbal’

,,Je zag hem enorm groeien”, zegt Arrie over zijn generatiegenoot. ,,Die ochtendtraining vind ik ook erg prettig, omdat ik daar individuele training krijg. Dan wordt er écht aan de basis gewerkt. Gewoon simpelweg je side-step maken, de manier hoe je moet springen. Ik ben iets jonger, begon vorig seizoen in de C-jeugd en Mirddyn in de B-jeugd. Ik werd al vrij snel gevraagd om bij hogere teams mee te doen, bij de B-jeugd, de A-jeugd en ik mocht vorig seizoen zelfs mijn debuut al maken bij het tweede, dat onder Martijn Cappel in de eredivisie speelt. In die periode kwam Dirk Tuip een keer naast me zitten en vroeg of ik mee wilde doen met stagetrainingen voor de voorselectie van Oranje Onder 17, op Papendal.” Mirddyn zat daar al bij. ,,Gerrie geeft op Papendal training aan de Handbalacademie-keepers en vroeg het mij.”
Zo verloren de twee elkaar nooit uit het oog. Mirddyn: ,,We trainden met de C- en B-jeugd samen en ik vond het logisch dat Arrie met hogere teams mocht meespelen. Hij is linkshander, hij viel altijd al op als hoekspeler en opbouwer.” Arrie: ,,Bondscoach van de Onder 17 Edwin Kippers zei aan de hand van metingen dat ik nog langer ga worden en een goed lichaam voor een opbouwer ga krijgen. Daar moet je zelf natuurlijk veel aan werken.” Ze bewonderen hun leermeesters. Begin dit jaar viel Eijlers nog noodgedwongen – als 41-jarige keeperstrainer – in bij Oranje op het EK in Hongarije. Mirddyn: ,,Dat was wel cool. Ongetraind kwam hij in die tien minuten tot het beste percentage met stops. Heel mooi. Door hem ben ik waar ik nu ben. Andere keeperstrainers op Papendal zeggen ook dat ze echt kunnen zien dat ik door Gerrie ben getraind. Ook op andere vlakken kan ik altijd om advies vragen bij hem. Want de combinatie met school (5VWO, red.) is een drukke combinatie.”
,,We krijgen ook regelmatig trainingen van Tom Schilder en Joey Duin”, weten de jongens wie – voor een groot deel – Volendam als handbalclub op de (inter)nationale kaart hebben gezet. ,,Als ik met andere kinderen van mijn team op de tribune zat en naar die grote mannen keek, was dat met het doel van ‘dit willen wij ook later’. Maar die andere jongens zijn allemaal gestopt ondertussen.” Mirddyn: ,,Ik snap het ergens ook wel, want zoals rond de leeftijd van veertien, vijftien jaar, als je dan wat wilt, moet je echt meer gaan trainen. En dan is er minder ruimte voor andere dingen. Dat moet je wel willen. Dat zie ik bijvoorbeeld aan mijn broer Raven. Die wilde dat niet.”
,,Volendam wil de opleiding verbeteren, jeugd op jongere leeftijd meer laten trainen. Ik denk dat de komst van de Handbalskoal een wake-up call voor de vereniging is geweest. Die ‘school’ is nu meer aangesloten bij de club.” Het tweetal tieners heeft steun aan elkaar. Mirddyn: ,,Als je ziet dat Arrie het ook goed doet, dat motiveert mij, ook dat we samen de doordeweekse trainingen van het Nederlands team hebben. Dan kun je er samen over praten.”
Arrie: ,,Je wilt beter worden dan je al was en als je dat samen probeert te bereiken, dat motiveert zeker.” De andere kant van de medaille is dat zij minder sociale contacten buiten de sport hebben. Mirddyn: ,,Maar je krijgt door het handbal ook andere vrienden.” Arrie: ,,Mijn vrienden zitten ook op handbal, in de C- en B-jeugd. Ze begrijpen mij en het is fijn om dat te weten. Er is wel eens gezegd ‘weet je wel wat je mist’. Ik heb wel eens bij zitjes gezeten en zie het soms voorbij komen op ‘Snap’, terwijl ik dan zelf ergens in het land ben voor een wedstrijd. Ik weet wat ik mis, maar ik weet nóg beter wat ik wíl: dat is het hoogste bereiken in het handbal. In het eerste komen. En ik droom van Champions League spelen.”

Vizier
,,Ik ben sowieso niet van de zitjes en drink ook niet, dus ik hoef daar niet heen”, zegt Mirddyn, die al een aantal wedstrijden bij Heren 2 keepte als zestienjarige. ,,Meestal speel ik bij meerdere ploegen tijdens het weekeinde, vorige week nog 130 minuten, bij verschillende teams.” Zo komen ze langzaam maar zeker in het vizier van de hoofdmacht. Arrie: ,,Selectiespelers geven ons ook training, zoals Zlatko Pavicevic, Wessel Blokzijl, Jelmer de Vries.” Ze trainen en spelen vaak zeven dagen per week. ,,Het is mijn examenjaar op de Triade, in overleg met docent Mark Hildering wordt een plan gemaakt om het zo goed mogelijk in te vullen.”
Ook Mirddyn wil graag keeper worden in het profhandbal. Arrie: ,,Het mooie is dat er bij het tweede team jongens zijn die je écht helpen, dat is super.” Mirddyn: ,,En de hoofdtrainer, Geert Hinskens, en Gerrie Eijlers, assistent- en keeperstrainer bij het eerste, willen ook graag dat talenten bij hogere teams gaan trainen en spelen, om ervaring op te doen. Dat is alleen maar goed voor de ontwikkeling.”
Met Oranje Onder 17 wachten straks enkele oefenwedstrijden. In maart volgt dan de definitieve selectie van 21 spelers. In juli is het EK in Zweden. Mirddyn: ,,Dat geeft toch wat druk en wat zenuwen straks, want daar wíl je bij zijn.” Arrie knikt instemmend. De ambitie spat er van af bij beide jongens.

Het hart huilt, om Jim

‘Zo’n lieve jongen’, ‘altijd spontaan’, ‘nog nooit iemand kwaad gedaan’, ‘een jongen van goud’, ‘jij bracht altijd blijdschap in de klas…’ Een bloemlezing van wat leerlingen van het Don Bosco College aan het papier hebben toevertrouwd in de daarvoor ingerichte stilteplek. ‘Opeens ben je weg…’ ‘dit verdien jij niet’. Talrijke generatiegenoten van Jim Schilder hebben de moed verzameld om woorden te geven aan hun gevoelens (foto onder). 

Door: Eddy Veerman

Zo jong nog, maar overal waar hij was, zorgde hij voor verlichting. Zonder daarvoor op de voorgrond te treden. Jim Schilder (15) was zichzelf: puur, innemend en ontwapenend. Zaterdagnacht was hij echter op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Op de fiets stak hij over en werd geschept door een taxi. Door de impact overleefde hij de klap niet. Het dorp voelt mee – intens – met hen die met immens verdriet achterblijven.
Het ongeval had nota bene plaats op een voor hem zo bekende plek: de Heideweg, tussen de Bowling en het Don Bosco College in. De school waar hij als vierdeklasser doordeweeks te vinden was. Zondag bood het DBC haar leerlingen en leerkrachten de gelegenheid om samen te komen, te praten, te huilen. ,,Op de andere dagen is het rooster ook aangepast. Maandag werd een minuut stilte gehouden door alle docenten en mentoren. De sfeer was bedrukt in de school. We geven leerlingen alle ruimte om dit samen te verwerken”, zegt Saray Roos van het DBC. Ook bij de RKAV zochten teamgenoten, trainers en ouders zondag troost bij elkaar. Jim keepte in de zaal in de JO17-3 en op het veld bij de JO16-1.
De RKAV heeft alle zaal- en veldwedstrijden voor komend weekeinde geschrapt en in de kantine een speciaal stilteplekje met foto, kaars en condoleanceregister ingericht. De jeugd van FC Volendam, waarvan Jim supporter was, speelt zaterdag, op de dag van de begrafenis, met rouwbanden om. Nabij de plaats van het ongeluk is ook een herdenkingsplek ontstaan (foto boven), jongeren en ouderen hebben daar bloemen, knuffels, keepershandschoenen en een bal gelegd.

Fotogalerij

Bijzondere backs: Broer Boy en zus Stephanie Kemper beide actief in het betaalde voetbal

Het is een zeldzaamheid: broer én zus in het betaalde voetbal. Boy Kemper, opgeleid bij RKAV en FC Volendam en vervolgens bij Ajax, is momenteel (geblesseerde) speler bij ADO Den Haag. Zus Stephanie, ook begonnen bij de plaatselijke RKAV, debuteerde onlangs in de vrouweneredivisie bij Telstar. En, hoe kan het ook anders, beide spelen als linksback. Daarnaast delen ze dat ze op karakter door de pijngrens heen gaan, als het team dat nodig heeft. Dit keer Stephanie aan het woord.

Door: Eddy Veerman

(Top)sport stroomt door de aderen van de ‘Kempertjes’. Opa Bob was keeper, vader Gerard een uitstekend (amateur)wielrenner. ,,Mijn moeder heeft gehandbald. Thuis ging en gaat het vaak over voetbal. Ook mijn moeder volgt alles.” Stephanie volgde al jong de verrichtingen van broer Boy. ,,Ik zag hem voetballen en dacht: dat wil ik ook. Ik begon bij de mini’s, was zeven jaar. Dat was de tijd dat Klaas Leeflang het organiseerde. Meidenvoetbal kwam hier toen echt op. Dan speelde je niet alleen met je eigen leeftijd maar ook samen met oudere meiden. Voor afgelopen zomer werd ik – door Klaas – gevraagd of ik bij de RKAV een team wilde trainen en daar had ik wel oren naar. Hoorde ik dat het om de 10-3 van de meisjes ging. Daar keek ik écht van op. Dat betekent dat er drie meisjesteams in die leeftijd zijn. Dan is het ontzettend gegroeid sinds ik hier weg ben gegaan.”
Ze was destijds in haar klas de enige die ging voetballen. ,,De andere meiden speelden handbal. Ook na schooltijd, dan gingen de meiden met elkaar ‘tutten’, ik ging dan met de jongens voetballen op het schoolplein. Ik vond het spelletje leuk en toen ik bij de RKAV kwam, waren er meer meiden uit de buurt. En we waren ook best goed, schoten niet steeds met de punt van de schoen bijvoorbeeld. We wonnen alle wedstrijden ruim. Ondertussen keek ik vaak bij Boy. Hij wilde prof worden. En waarom zou ik er niet mijn beroep van kunnen maken? Het vrouwenvoetbal kwam op, er was een eredivisie en er gingen speelsters naar het buitenland.”

Kop en schouders
,,Van mijn team was ik de enige die de droom had. Maar er zaten meer meiden in die écht goed konden voetballen en Dames 1 hebben gehaald. Nu spelen er nog steeds meiden in het eerste. Bijvoorbeeld Lynn Veerman. Er was veel talent bij ons, ik stak er zeker niet met kop en schouders bovenuit. Een speelster als Sylvana Veerman had zo met mij mee gekund naar Telstar. Maar dan moet je wel veel laten. Dan is er weinig ruimte voor feestjes.”
,,Met Jessica Posthumus heb ik nog aan talentdagen van de KNVB meegedaan. Daar is voor mij het balletje gaan rollen. Ik werd als twaalfjarige gescout door de trainer van de meidenacademie van Telstar. Die meiden speelden wedstrijden voor VV Alkmaar. Het betekende dat ik een paar keer per week met het openbaar vervoer naar IJmuiden en Alkmaar ging. Zat ik soms om zes uur ’s morgens in de bus. Ik zat op een school waar ik ook enkele ochtenden mocht trainen.”
Ondertussen bloeide broer Boy op bij De Toekomst. ,,Toen ik bij Telstar Onder 16 speelde, hadden we op zaterdag eerst mijn wedstrijd en dan was het racen naar de thuis- en uitwedstrijden van Boy, om daar ook te kunnen kijken. Later speelde ik daar zelf, als speelster van Jong Telstar. Ik weet nog dat we met de meiden aankwamen op De Toekomst, iedereen was zo onder de indruk. Bij PSV hadden we dat ook, zo’n mooi jeugdcomplex en zo professioneel. Daarna merk je dat ook als je daar weer komt en er nieuwe meiden bij zijn. Dan kunnen wij aangeven dat ze zich na binnenkomst daar echt overheen moeten zetten, anders krijg je op je kloten. Maar het is echt gaaf om mee te maken en dan ben je een voorbeeld voor andere meiden.”

‘Ik hoop ooit op een buitenlands avontuur, voor de ervaring. Hoe is het daar om als prof te leven, in een land waar je niemand kent en je er in je eentje voor staat’

Ze verloor al enkele keren van Ajax, zoals laatst in de eredivisie, met 2-7. ,,Maar we hebben ook een keer 2-2 gespeeld. Nu ik bij het eerste zit, zie je gewoon dat clubs als Ajax, PSV en FC Twente betere speelsters hebben, betere faciliteiten. Dan moet je echt een goed strijdplan hebben én dat heel goed uitvoeren, anders voetballen zij er zo doorheen.”
Telstar had al eens eerder eredivisie gespeeld. ,,En best goed ook. Toen het ophield, zijn veel meiden naar VV Alkmaar gegaan. Twee seizoenen geleden ontstond het idee om weer terug te gaan en ik was wel toe aan een nieuwe uitdaging. Na onderling contact kon ik aansluiten. Dit seizoen zijn we nieuwkomer in de eredivisie en hebben we ook een aantal nieuwe speelsters, dus het heeft tijd nodig om op elkaar ingespeeld te raken.” Momenteel bezetten de Witte Leeuwinnen de laatste plaats. ,,Je ziet ons met de week groeien. Daar werken we op allerlei manieren aan. Door leuke activiteiten te doen en we hebben ook een mental coach. Laatst hebben we samen gegeten en gingen we ook in tweetallen in gesprek met elkaar. Dan leer je elkaar beter kennen en dat is goed voor het teamproces. Na de winterstop denk ik dat we wel eens kunnen gaan verrassen.”
In maart van dit jaar raakte zij geblesseerd, maar Stephanie wilde niet afhaken en speelde door. ,,Een enkelblessure. Ze zagen niks. Ik kon niet eens normaal wandelen, maar heb met pijnstillers gespeeld. Daarna heb ik nog een tijdje doorgesukkeld, omdat we een te kleine selectie hadden.” Broer Boy deed dat recentelijk ook bij ADO, en moest vervolgens alsnog eerder dan gepland onder het mes. ,,Dat zit in ons karakter. Pijn is emotie, dat kun je uitschakelen”, glimlacht ze. ,,Maar bij mij heeft het vervolgens langer geduurd dan nodig was, dus iedereen die er bij betrokken was, had achteraf wel spijt. Pas toen Boy me begin oktober naar een fysiotherapeut stuurde, ging het beter. Ik was anders gaan lopen en daardoor is de boel scheef gaan staan. Eenmaal rechtgezet kon ik weer pijnvrij trainen. Eindelijk.”

Enthousiasme
,,Voor mijn herstel was ik al eerder gaan optrainen en om alleen voor rondjes op het veld naar IJmuiden te gaan, dat vond ik zonde. Dus pakte ik mijn schoenen en liep hier bij de RKAV binnen. Er is veel veranderd, de pannakooien, het Jan Smit Stadion, dat was toen nog niet. Maar toen ik door de gangen van de kleedkamers liep, rook ik weer die oude lucht, die is nog niet weg”, glimlacht ze. ,,Toen zag ik Klaas. Hij vroeg of ik interesse had om een team te trainen en daar had ik ook al eens over nagedacht. Het begon met meelopen en nu geef ik één keer in de week training. Omdat ik zelf als klein meisje hier ook ben getraind, leek het mij ook leuk om mijn enthousiasme van het voetbal over te brengen op jonge meiden. En ik zie nu hoeveel plezier zij hebben en dat maakt het leuk. Ze kunnen ook lekker ‘kleppen’”, lacht Stephanie. ,,Maar ze zijn wel enthousiast.”
,,Het vrouwenvoetbal wordt – op allerlei manieren – veel serieuzer geworden dan in het begin. Hoewel de meningen uiteenlopen. Nog steeds zijn er mensen die het niks vinden, maar steeds meer mensen vinden het leuk om te kijken. Helemaal sinds de vrouwen in 2017 het EK wonnen, heeft het een vlucht genomen. In het buitenland zijn de topcompetities.” Spelers komen uit voor Barcelona, Arsenal, Paris St.Germain. ,,Ik zou zelf ook graag eens de stap naar buitenland willen maken. Naar een competitie en land als Noorwegen bijvoorbeeld. Voor de ervaring. Hoe is het daar om als prof te leven, in een land waar je niemand kent en je er in je eentje voor staat.” Als Boy straks zijn rentree maakt, is zijn zus – die deeltijd in de kinderopvang werkzaam is – weer aandachtig toeschouwer. ,,Ik kijk automatisch naar hoe hij zich positioneert. En als hij op links opstoomt, wie neemt het dan over, hoe staat de verdediging dan. Het is toch wel bijzonder. Hopelijk maken we allebei nog mooie voetbalavonturen mee.”

Fotogalerij

‘Had nu graag achter twee kleine Pannetjes aan gerend’

Daders MH17 berecht, maar gemis leeft bij nabestaanden Cor en Neeltje onverminderd

Verscheidenheid in emoties vechten nog regelmatig om voorrang bij de nabestaanden van Cor Schilder (Pan) en Neeltje Tol. Dat was de afgelopen week, met de uitspraak van het MH17-proces, niet anders. Opluchting, tevredenheid tussen grote aanhalingstekens, woede, gerechtigheid, tranen van intens gemis, het wisselt elkaar af, nadat drie van de vier verdachten zijn veroordeeld en ‘levenslang’ te horen kregen. Op papier. Want in werkelijkheid hebben de nabestaanden levenslang. ,,Je wilt het niet, maar de hele week zijn je lichaam en hoofd er mee bezig. Ook al is het acht jaar geleden”, zegt Ria, de moeder van Neeltje.

Door: Eddy Veerman

Op 17 juli 2014 werd het Malaysian Airlines-vliegtuig met de vakantievierende Cor en Neeltje neergehaald. Door een Russische raket, boven Oekraïens grondgebied. Gebied dat inmiddels gedurende de oorlog in de handen kwam van Rusland. ,,Toen ik hoorde dat Rusland Oekraïne binnenviel, had ik hetzelfde gevoel als toen we hoorden dat het vliegtuig met Cor en Neeltje was neergestort. Het gevoel dat er iets van je wordt afgesneden”, geeft Jan, de vader van Neeltje aan. Ria: ,,Het gevoel van ‘nu kunnen we daar nooit meer naar toe’. Want dat is nog steeds onze wens. Om naar de plek te gaan. En de lokale bevolking te bedanken. De mensen die hielpen met het bergen van lichamen en veiligstellen van spullen.” Jan: ,,Ik kijk nu dagelijks of Oekraïne bij het heroveren van het bezette gebied een stukje verder komt, want misschien is het ons dan gegund om daar naar toe te gaan.”
Het proces tot aan de uitspraak van vorige week duurde twee en half jaar. Ria: ,,Ik voelde weer die spanning van destijds, na de gebeurtenis. ‘Hoe komen ze terug?’, dat spookte steeds door je hoofd. Ik was compleet verkrampt, totdat ze waren gevonden. En ook nu, richting de uitspraak van de rechter: het zat dieper dan we dachten. We hadden er bij willen zijn, maar de week dat je jezelf daar voor op kon geven, kwam precies in de week waarin we met andere omstandigheden te maken hadden.”

Gedachten
Daags voordat het vonnis de wereld overging, bezochten zij, samen met Dennis Schilder – de broer van Cor – voor de tweede keer de reconstructie met wrakstukken van het gecrashte vliegtuig. Jan: ,,Daar ben je voorafgaand geestelijk ook erg mee bezig. De tweede keer geeft altijd een ander beeld, de eerste keer hebben we veel vragen gesteld. Nu heb ik zelf ook meer gekeken naar details.” Ria: ,,Ik heb destijds veel uitleg gekregen en werd wat gerustgesteld. In mijn gedachten zag ik Neeltje steeds weer vallen en vroeg me af ‘heeft ze nog iets meegekregen?’ Maar dat werd me toen op het hart gedrukt dat dat niet zo was.”
De dag van de uitspraak zaten ze voor de tv. Jan: ,,We volgen alles zoveel als mogelijk en alle nabestaanden worden ook overal bij betrokken. Dat is de afgelopen jaren heel goed verzorgd.” Ria: ,,We waren al eerder geïnformeerd over de vorderingen van het proces. Er is enorm veel werk verzet achter de schermen.” Jan: ,,De Russen probeerde telkens te traineren en dingen te ontzenuwen. Als dan zo’n uitspraak volgt, dan heerst ergens een gevoel van tevredenheid. Ze zullen niet achter slot en grendel komen, het gaat mij alleen om waarheidsvinding.”
Ria: ,,Je zag dat de rechter ook emotioneel was. En dat snap ik. Ik heb in de tussentijd ook een paar getuigenissen gezien, waaronder video’s met ingesproken boodschappen door families uit Australië en Nieuw-Zeeland. Ik moest op een gegeven moment stoppen…” Jan: ,,Je eigen leed is te groot om zoiets er nog bij te dragen.” Ria: ,,Ik wilde zelf ook een getuigenis doen, maar toen het zo ver was, zat ik totaal niet goed in mijn vel. Ik kon het niet. Daarop ben ik gaan schrijven. Althans, dat wilde ik. Het eerste kladje kon weg, want dat was drijfnat. Uiteindelijk heb ik wel wat kantjes volgeschreven, met erg veel moeite. Dat is bij de processtukken gevoegd.”
Drie daders zijn gestraft, maar het verzacht niets van het leed. ,,Neel is elke dag bij me. Ik mis haar verschrikkelijk. Regelmatig vraag ik haar ook: hoe zouden we dat nou doen, of dat? Dat geeft me wat rust. En ik had nu zo graag achter twee van die kleine Pannetjes aan gerend…” Jan: ,,Zo dichtbij verblijf je. Het leven gaat verder, ook visueel gezien. Want vaak denk je ‘wat als..’ Hoe was het dan geweest nu? Hadden ze kinderen gehad? In die trant denk je. Je bent constant een omgeving aan het bouwen, die er niet meer is, maar die je had gehoopt te hebben.” Ria: ,,Maar het is niet zo. Ik probeer er ook niet continue aan te denken. Dan word je gek. Vriendinnen hebben inmiddels wel kinderen en dat is ze zó gegund, maar het doet wel pijn.”

‘Je bent constant een omgeving aan het bouwen, die er niet meer is, maar die je had gehoopt te hebben’

Jan: ,,In de tijd dat het gebeurde met de MH17, had Neeltje haar bloemenwinkel in De Stient en in het weekeinde ging zij vaak met optredens van Cor mee. Ze hadden hun eigen vrije leven en zo gaat het met kinderen. Ze raken wat verder van je af, zoals in de puberteit, en dan komen ze weer terug. Cor en Neel hadden toen dat drukke leven, raakten wat verder van ons af en als ze kinderen mochten krijgen, dan zouden ze als het ware weer terug komen en dan zou je elkaar weer vaker zien. Die periode leek aanstaande en dat ‘terugkomen’, dat ontbreekt, dat mis ik…”

,,Ik ga vaak een stuk wandelen of een stuk fietsen en dan praat ik met haar. Ik moet zorgen dat ik altijd dicht bij haar blijf… dat gevoel heb ik. Soms zeggen mensen dat afstand goed is. Maar dichtbij haar blijven, dat is goed voor mij.” Ria: ,,Ik denk ook dat we dit tot onze dood houden. We praten er veel over, ook met Nienke, haar man en hun kinderen, die ook groter worden en vragen hebben.” Jan: ,,Maar ik ben niet bang voor de toekomst. Zo denken is niet goed voor je gezondheid. Pijn doet het en die pijn moet je ondergaan, maar je moet zorgen dat het niet ondraaglijk wordt. Ik probeer zoals gezegd zelf Cor en Neel dichtbij me te houden en de jaren en het verwerkingsproces zorgen er dan ondertussen voor dat zij langzaam maar zeker wat verder weg geraken, zodat je er iets meer afstand van krijgt. En er beter mee leert leven.”
Ria: ,,De jongste van Nienke is nu tien en stelt meer vragen. Ze is vernoemd naar Neel en we zien zoveel gelijkenissen.” Jan: ,,Dat is positief. Dan leeft zij voor mij een beetje voort.” Ook Dennis Schilder was daags voor de uitspraak bij de reconstructie van de wrakstukken. ,,Ik wist wat ik er van kon verwachten. Er waren wel recent gevonden wrakstukken toegevoegd. Dit keer was de Volendamse piloot Evert Voortman ook mee en die lette vanuit zijn vakgebied uiteraard op allerlei details. Vervolgens kwam de uitspraak. Hier hebben we enkele jaren naar toe geleefd. En voor mij is dit een stuk afsluiting. Dat is voor iedereen verschillend. Voor mijn moeder zal het nooit worden afgesloten, dat weet ik.”

Opgespoord
,,We zijn steeds op de hoogte gehouden en dat was echt heel goed. Bij de uitspraak zelf had ik wel verwacht dat ze schuldig zouden worden bevonden. Opvallend was wel dat één van de vier werd vrijgesproken en hij was ook degene die was bijgestaan door een advocaat. De anderen kregen levenslang, dat is in dit geval alleen op papier. Want ik had me er jaren geleden al bij neergelegd dat als ze zouden worden veroordeeld, ze niet zouden worden opgespoord.”
,,Ik heb het niet allemaal op tv gevolgd, ik was gewoon aan het werk. Wat dat betreft ben ik nuchter. Ik mis Cor zeker wel en tuurlijk heb je af en toe je momenten, maar ik ben er niet continu mee bezig. Dat is mijn aard. Ik kan er niks meer aan veranderen. Er zijn heel veel mensen die een familielid op jonge leeftijd hebben verloren. Maar dit is natuurlijk regelmatig in het nieuws.”
,,Onze kinderen zijn nog jong en ze zien de foto’s van Cor en Neel wel in ons huis, maar ze stellen nog niet allerlei vragen. Ik moet wel zeggen, dat als hen iets overkomt… Daar zal ik moeilijk mee om kunnen gaan. En daarin speelt ongetwijfeld mee wat ons eerder is gebeurd, met dit drama.”
Zaterdag zijn de Volendamse nabestaanden bij een bijeenkomst in het Justitieel Centrum van Schiphol. Daar wordt de uitspraak en wat er volgt uitgelegd.

Fotogalerij

Nieuwe DBC-rector over aanzet tot samenwerking met Triade

‘Tijd van concurrentie is voorbij’

Van opschalen naar inkrimpen. Van lokaal karakter naar een school met een regionale functie. Niet alleen de omvang maar ook de identiteit van het Don Bosco College was het afgelopen decennium aan verandering onderhevig. De laatste jaren is de goede naam van de school in Volendam in het geding. Een te hoog percentage uitval van lessen, waarvan een groot deel niet kan worden ondervangen. Dat zet de kwaliteit van het onderwijs onder druk. En de communicatie daaromtrent zou ook te wensen overlaten. Hans Werkman is afgelopen zomer als nieuwe (interim-)rector aan de slag gegaan, om zowel naar binnen als naar buiten de spelende issues en processen aan te pakken en te stroomlijnen. ,,Ik heb een voorliefde voor complexe vraagstukken.”

Door: Eddy Veerman

Werkman loste afgelopen zomer Kees Laan – belast met een bezuinigingsoperatie én de school een nieuwetijds gezicht geven – als rector af. ,,Mijn voorganger had een ingewikkelde opdracht. Hij werd verantwoordelijk voor de uitvoering van het sociaal plan. Dat moet je doen vanuit een goede visie op onderwijs, maar daarmee was de school juist onderweg, zat het in een transitie. En corona trad in. Dit is een school van de gemeenschap, er is veel gemeenschapszin, dus als je de school echt wilt leren kennen, moet je alle mensen ontmoeten, zowel binnen de school als de Volendammer zelf.

‘Een dip is logisch. Alleen viel dat samen met een leerlingenkrimp én corona’

Daarbij is hij gehinderd door corona, dus dan heb je het pittig. De startsituatie voor mij betrof een school die door corona ontregeld is én een sociaal plan achter de rug had, wat impact heeft gehad. Na zo’n ontwikkeling heb je een team van docenten en mentoren dat eigenlijk opnieuw zijn weg moet vinden. Dat is voor een deel een heel normaal proces, voor een school die sinds 1985 bestaat. Een dip is logisch. Alleen viel dat hier samen met een leerlingenkrimp én corona.”

,,Dit is een regioschool, met een sterke binding met Volendam”, vervolgt Werkman. ,,Het uitgangspunt is dat hier over tien jaar nog steeds een school staat met een volwaardig aanbod. Om dat aanbod te realiseren, moet je nadrukkelijk met partners zoals de Triade kijken naar hoe je dat doet. Als je kijkt naar de uitstroomrichtingen van deze school, dan zie je leerlingen de kant van economie, zorg en techniek op gaan. Het interessante is om samen met collega-scholen en de ondernemers, zorginstellingen, eigenlijk het hele veld in de omgeving, te kijken hoe je die leerlingen een zo goed mogelijke opleiding kan geven. Dan is het logisch dat het dicht bij Volendam gebeurt. Maar dan wel samen. Want de middelen worden schaarser, het aantal leerlingen neemt niet toe en de tijd van concurrentie is voorbij, dat ligt achter ons. Dat zie je in 65 andere regio’s in Nederland ook. De uitdaging is dan om zo goed als mogelijk de verwachting van de gemeenschap en wat de school kan realiseren, naast elkaar te leggen. En daar de verbinding in zoekt. Je moet in gesprek met ouders, met ondernemers, met jeugdzorg, met maatschappelijk werk. Omdat je samen verantwoordelijk bent voor nabij onderwijs. En dat is niet alleen lesgeven, daar horen ook andere dingen bij. Die verbinding, die is de afgelopen tijd juist losgezongen geraakt. Dus we moeten dat opnieuw verbinden. En sterker maken.”
,,Als je kijkt naar de regiofunctie van de school, is er ook een onontgonnen gebied. Er is sinds twee jaar instroom van leerlingen van buiten door de samenwerking met FC Volendam. Zo zou je meer topsporters kunnen faciliteren, ook handballers en andere sporters. Dan kun je écht wat betekenen. En de resultaten zijn hier goed. Dan kijk ik niet alleen naar het eindexamen, maar vooral naar het succes in het wetenschappelijk onderwijs. Halen leerlingen hun master- of bachelor, ronden ze hun hbo-opleiding af en vinden ze werk, of zijn ze succesvol in het mbo en hebben ze daarna werk? En dan zie je dat de leerlingen van het DBC door de bank genomen bovengemiddeld presteren. Dat is een waarde die de school intrinsiek in zich heeft. Die zit historisch verankerd en moet je zien te behouden. Er zitten kwaliteiten van de regio en van Volendam in, die bepalen dat het zo is. En dat wordt te weinig uitgesproken. Zoals ook de uitstekende wetenschapslijn van het vwo, met een doorlopende leerlijn op nationaal academisch vakgebied, niet direct zichtbaar is. Daarin doet de school dus zichzelf te kort.”

,,Als je kijkt naar de ‘lesuitval’, gat het over betrouwbaarheid: doe je wat je zegt te gaan doen. Hier ligt een strakke kwaliteitseis op. We willen dat uitvallen van lessen terugdringen. Waarbij je enerzijds geplaagd wordt door een lerarentekort, waardoor je moet leunen op externe krachten. Het – landelijke – tekort wreekt zich ook hier, zeker na het sociaal plan, waarbij mensen móesten uitstromen. Waardoor je mensen kwijtraakt, die je daarna weer nodig blijkt te hebben. Dat kun je moeilijk uitleggen, maar dat is wel wat vaak gebeurt. En daar zit een mate van onrechtvaardigheidsgevoel in en dat doet iets met je motivatie én dat doet iets met je samenhang. Dit is echt een uitdaging.”

‘Waardoor je mensen kwijtraakt, die je daarna weer nodig blijkt te hebben. Dat kun je moeilijk uitleggen, maar dat is wel wat vaak gebeurt’

,,Waar we nu volop op inzetten, is dat de lessen worden gegeven zoals gepland. We registreren het uitval tot op klasniveau. Uitval moet je ook in de schoolloopbaan van de leerlingen compenseren, dus als je dat nu niet kunt, moet je dat meenemen in de planning richting volgend jaar. En we leggen veel nadruk op de kwaliteit van uitvoering van de lessen. Daar proberen we ook gericht op te communiceren. Daarvan heb ik gezegd: we bespreken het eerst intern voordat we extern communiceren. Dat zorgt voor vertraging, maar voorkomt dat mensen in de krant iets lezen over wat ze zelf intern nog niet hebben gehoord. Dat is een principe wat ik strak probeer te eerbiedigen. Vanaf januari gaan we gerichter communiceren naar buiten. En dus ook laten zien wat er wel goed gaat.”
,,Als school heb je altijd eerst een verantwoordelijkheid naar de gemeenschap waarin je staat. En afgeleid daarvan ook een verantwoordelijkheid om die school goed in te richten. Maar dat hangt altijd af van wat de collega’s in de regio doen. En veel te lang hebben we – als je kijkt naar de zorg en het onderwijs – op de concurrentiepoot gezeten, maar die trend draait. Er is een beweging gaande van samenwerking zoeken en elkaar versterken.”

Dan dien je ook mensen mee te nemen en het belang in te laten zien?
,,Als je de ingewikkelde dingen op een snelle manier besluit – mits je het proces uiteraard goed doorloopt – hou je meer tijd over voor onderwijs. En dat is de kern. Het moet gaan over de kwaliteit van onderwijs. Je moet als scholengemeenschap investeren in wendbare en weerbare leerlingen, zodat ze overeind blijven in deze complexe maatschappij. Qua taal, lezen, de wereldkennis waarmee je ze toerust, ook vanuit burgerschap. Dat moet zichtbaar worden in je curriculum en je lesopbouw. Met Marisa Jonk-Elzenaar en Jennifer Veerman hebben we inmiddels twee docenten op burgerschap. Waar het in een school immers ook over moet gaan is ‘wie ben ik als jongere en hoe sta ik in het leven’. Het moet niet zo zijn dat je op je twintigste pas een beeld hebt van hoe de wereld in elkaar zit en hoe je je daartoe moet verhouden.”

De komst van de sporters van buiten wordt enerzijds als verrijkend gezien, maar verloopt niet altijd even soepel?
,,Je weet dat dat spanningen oplevert. Er spelen vraagstukken die bij ons in Bos en Lommer speelden toen ik dertig jaar geleden in Amsterdam woonde. Ik zie dezelfde polarisatie. Je moet in verbinding je positie innemen. We moeten niet verder polariseren, maar bruggen bouwen.”

Een school die gaandeweg groeit en nieuwe leerkrachten inpast, ondertussen wil evolueren en met krimp van leerlingen en docenten te maken krijgt, dat zorgt ook voor interne wrijving?
,,Mijn opdracht is dat ik moet zorgen dat de school op een goede manier wordt geleid en dat het een betrouwbare partner is voor de omgeving, leerlingen, ouders, onze medewerkers en dat je de verworvenheden en kwaliteiten van de school versterkt. En dat wat niet goed gaat, dat je daar een aanpak op hebt. Dat moet leiden tot een nieuw schoolplan. Wat betreft het managen van interne situaties, je moet daar aandacht voor hebben en dat moet je doen op een consistente manier. Wij spreken docenten en leerlingen aan. Je moet de dialoog voeren. Docenten hebben een voorbeeldrol. Je ziet vaak, dat als iemand niet geleerd heeft om zich te uiten, dan komt het er altijd op een bepaalde manier uit. Dat moet je niet veroordelen, maar erkennen en in gesprek gaan. Ik luister altijd naar de inhoud.”

,,Je dient goed personeelsbeleid te voeren, waarbij je mensen bindt en boeit. Dat heb je niet één-twee-drie ingericht, maar je moet mensen loopbaanperspectief bieden. Er waren te weinig mogelijkheden om dat goed vorm te geven. De landelijke wet- en regelgeving – die is complex – zit daarbij veel scholen in de weg. Daarom moet je het lerarentekort regionaal oppakken. Ik ben de interne bedrijfsvoering aan het reorganiseren. Zodat je beter kunt sturen op wat je ziet. Daar zit de winst in. Dat is voor ouderen en leerlingen niet meteen zichtbaar, dat gaat op de middellange termijn iets betekenen.”

,,Mijn basisopvatting is: iedereen komt naar zijn werk om er een goede dag van te maken, tenzij het tegendeel is bewezen. Dat vertrouwen heb ik bij iedereen. En je moet ook verbinding met iedereen hebben. Dat geldt ook voor ouders. Op welke manier zij de boodschap ook verwoorden als ze contact zoeken met de school, dat is altijd met de intentie dat zij zorgen hebben om hun kind. Misschien kun je het qua verpakking niet eens zijn, maar op de inhoud en de betrokkenheid van samen verantwoordelijk zijn voor leerlingen vind je elkaar altijd. Ik heb liever dat een ouder zich meldt, dan is het aan ons door te vragen over wat de werkelijke zorg is.”

Waarom hapte jij toe op deze functie?
,,Ik ben inhoudsgedreven en heb een voorliefde voor complexe vraagstukken. En krimp is er zo een. Waarbij processen vanaf de raad van toezicht tot aan de klas in beweging zijn, dus op alle lagen. Ik vind het mooi om de gesprekken tussen die lagen te voeren, verbinding te brengen. Ik wil de school op weg brengen naar slagvaardigheid en goed onderwijs. Daarin heb ik ook expertise opgedaan. We weten vrij veel over wat je in je curriculum moet doen en docenten in de les zouden kunnen doen om leerlingen iets te leren en in beweging te krijgen. Een van mijn missies is: wat we weten van de wetenschap, kennis en expertise van andere scholen, om dat toegankelijk te maken voor de scholen waar ik dan tijdelijk werk. En dan wil ik daar graag drie jaar voor op zetten. Ik leen mijn expertise aan de school en daar krijg je ook kennis en wetenschap voor terug.”

,,Ik wil iets organiseren dat de mensen snappen en blijven uitvoeren, ongeacht welke leidinggevende er zit. Dat is duurzame schoolontwikkeling. Wat je veel schoolleiders ziet doen, is vanuit eigen overtuiging het onderwijs vorm geven. Mijn opdracht is moreel en maatschappelijk: de context waarin de school zit heeft invloed op hoe je dat moet uitvoeren. De gemeenschap vindt iets van die opdracht, als school moet je je daar toe verhouden en je positie innemen en dat bepaalt je onderwijsvorm. Onderwijs is niet wat je zelf bedenkt wat onderwijs moet zijn, maar is wat je met elkáár maakt. Dán blijft het ook renderen. En hier is voldoende expertise om met elkaar mooi onderwijs te maken. Ik ben ondertussen dienstbaar aan het gesprek en daar kan ik een hoop aan toevoegen.”
,,Ik volg leergeschiedenis: vanuit ervaring kom je tot gedeelde kennis. Je kunt pas naar voren kijken als je je eigen verleden goed kent en daarvoor erkenning hebt. Daar zitten allerlei elementen in. Neem de Nieuwjaarsbrand. De kinderen van toen, hebben inmiddels kinderen hier op school zitten. Dat is maar één onderdeel van de geschiedenis. Maar wel een belangrijke. We gaan een aantal sessies organiseren, waarin we met mensen terugkijken. Wat is er gebeurd, hoe verhoudt zich dat met hoe ik in mijn werk sta en hoe vertaalt zich dat naar de dag van morgen. Als je dat bespreekt, kun je pas een nieuwe beweging maken. Daar zit verdriet, pijn maar ook de mooie verhalen. En die moet je vertellen. Een najaarsperiode als deze is een mooie reflectietijd voor zoiets. Kijk naar het monument in onze aula, dat en de Nieuwjaarsbrand, het zit in het weefsel van de school. Op sommige momenten komt dat naar boven. Daar moet je recht aan doen. De herdenking van ‘twintig jaar na’ is hier door corona niet geweest en je ziet dat er een stukje niet af is. Mijn overtuiging is dat je daar nog iets mee moet doen. Want hét is er, heb ik gemerkt.”
,,Met eén van de getroffenen van toen, Gary Bootsman, zijn we in gesprek. Zij wil op dat vlak graag iets toevoegen. Een mooi voorbeeld. Dit is precies wat we hier te doen hebben met elkaar. Daar gaat een helende werking van uit. Zoiets als dit is een intrinsieke waarde van de gemeenschap en die krijg je als school gewoon cadeau. Daar is deze school echt uniek in. Dat kan ik met al mijn elders opgedane ervaring wel zeggen.”

,,Wat ik ook kan zeggen, is dat we hier vaker de surveillerende aanwezigheid van de politie zullen zien. Er is samenwerking met hen gezocht. Een thema als drugs speelt binnen Edam-Volendam en dus ook op school. Ouders hebben daar zorgen over. Daar moet je niet naïef in zijn. Dat speelt in elke gemeenschap dus daar spelen we ook op in.”

Foto: Martina Ketelaar

 

Fotogalerij

De doorbraak van een doorzetter

De route die zij moest afleggen, was een lange, kende veel hobbels en soms was de weg zelfs opengebroken. Sanna Veerman (20) moest van ver komen, overwon talrijke tegenslagen en op het WK in Liverpool werd zij beloond voor haar doorzettingsvermogen. Op de brug werd zij vijfde van de wereld.

Een week beleefde had zij al haar momentum in Liverpool, toen zij zich kwalificeerde voor de finale met een plaats bij de beste acht van de wereld. Haar 14,533 was de beste prestatie ooit en goed voor een zesde plaats. ,,In de tussenliggende dagen heb ik wedstrijden van anderen gekeken, maar ook musea bekeken en gewinkeld. We zaten midden in het centrum van Liverpool. Aangezien ik één toestel turnde, had ik daar naast de training en de fitness ruimte voor.” Zondag wachtte de finale. ,,Je wilt én nog een keer presteren én er van genieten.” Eén van de finalisten kwam ten val en haar landgenote Naomi Visser ging al vrij vroeg tijdens haar oefening de mist in. Het zegt alles over de spanning, die hoog oploopt op het moment dat de ogen van het publiek en de tv-kijkers op jou gericht zijn. ,,Dan wordt de druk groot. Dit is de laatste stap, daar ben ik nu achter gekomen. En dat weet je pas als je daar bent. Hier, in zo’n grote finale, had ik nog nooit gestaan. Voor mij voelt het oncomfortabel om te denken: schijt aan alles. Dat vind ik supereng. Je moet het nu doen. Da’s niet iets waar ik voor wegloop, maar ik vind het wel lastig. Dit is waar je al die tijd voor hebt getraind. Ik stond in de coulissen met Nina Derwael (de Belgische Olympisch kampioene, red.) ‘Dit is het punt dat ik gewoon weg wil’, zei ze. ‘Heb jij dit ook?’, vroeg ik haar. Ze gaf aan dat het elke finale net zo erg is, die spanning. Maar zij heeft al wel Olympisch goud gewonnen. ‘We moeten het nu laten zien’, zei ik tegen haar.”

Zoektocht
Op de tribunes in Liverpool zaten wederom haar ouders. ,,Mijn moeder (zangeres Mirjam Oud, red.) vindt het heerlijk om op een podium te staan met een microfoon. Dus je kunt er mee geboren worden, dat je dat prettig vindt”, lacht dochter Sanna, die in de finale ook omringd werd door twee Chinese turnsters en een Amerikaanse. ,,We deden het als Europa, met vier finalisten, heel goed. Hoe China te werk gaat, is heel anders. Daar trainen ze nóg heftiger dan wij doen. Maar ook zij kunnen vallen, dus het geeft niet per se garantie op succes. De strekking van het verhaal is dus dat iedereen een zoektocht heeft naar hoe je op hoogste podium kan presteren.”
Vóór dat Sanna op moest, zagen dus twee turnsters hun uitvoering onderbroken. ,,Ik had niets te verliezen. Maar je staat wel in een zaal van tienduizend mensen, helemaal alleen in de spotlights. Ik voelde mijn hartslag omhoog gaan. Het sluit allemaal precies aan, bij zo’n oefening. Nu miste ik een combinatie, omdat ik iets te krap zat. Je voelt de zenuwen, maar je probeert vooral goed te voelen wat je aan het doen bent. Je moet de legger niet te laat loslaten, maar ook niet te vroeg, je moet je ritme houden. Het hupje bij de landing was zonde, maar het had achteraf niet uitgemaakt voor een eventuele derde plek. Vorige week was ik al boven mezelf uitgestegen, dit was voor nu het beste dat kon gebeuren”, zegt ze over haar score van 14.116.

De Chinese Wei Xiaoyuan verdedigde met succes haar wereldtitel (14,966 punten), het zilver was voor de Amerikaanse Shilese Jones (14,766) en Nina Derwael eindigde met 14,700 punten op de derde plaats. Sanna was daarachter trots en tevreden. ,,Als ik een week eerder twee tiende minder had gehaald, dan was het niet hosanna, dan had ik de finale niet gehaald. Die scheidslijn is superdun. Deze prestatie op een WK is voor mij een bevestiging dat ik goed bezig ben. Ik voelde altijd dat ik bij de wereldtop kon komen en nu is het zo ver, het is gelukt. En dit moet het begin zijn van iets moois.”
Na jaren waarin er momenten zijn geweest dat zij de wanhoop nabij was. Blessures op bepaalde momenten, alsmede alle heisa rondom de ‘grensoverschrijdend gedrag-perikelen’ in de turnwereld, het leidde er zelfs toe dat er gesproken werd van een verloren generatie. ,,Er zaten zeker verschrikkelijke periodes tussen. Ik heb altijd volgehouden dat het goed zou komen, zo is mijn familie ook.” Tuurlijk waren er twijfels, wanneer zich weer een nieuw hoofdstuk aandiende. ,,Je bent steeds bezig met ‘hoe ga ik zorgen dat het er een keer uit komt?’ Maar er waren ook momenten dat ik dacht ‘maar wannéér gaat het nou gebeuren?’ Daarom is dit een enorme bevestiging.”

Felicitaties
Het is goed gekomen. ,,Ik heb héél veel felicitaties gekregen. Eén iemand zei ‘je bent echt het voorbeeld voor kleine meisjes, om hun droom uit te laten komen’. Dat raakte me. Want zelf ben ik ook met turnen verder gegaan omdat er voorbeelden waren waar ik naar keek. Ik ben altijd dezelfde persoon gebleven, maar stond nu wel gewoon in WK-finale. Het kán dus. Je kunt dus echt iets groots bereiken. Je turnt omdat het leuk is, maar dat is het natuurlijk niet altijd, wanneer je zoveel uren traint en keuzes moet maken. Goede prestaties geven dan stimulans om door te gaan. Ik ben super gemotiveerd nu. Je moet eerst een keer zo’n finale beleven, wil je daarin echt gaan excelleren.”

Volgend jaar is er weer een WK. ,,Ik heb nu nog schoonheidsfoutjes. Volgend jaar is het allerbelangrijkste, als team moeten we ons dan kwalificeren voor de Olympische Spelen van Parijs2024. Deze oefening moet tegen die tijd perfect zijn. Met een moeilijkere afsprong zou ik nog twee tiende punt kunnen winnen. En als ik naar de Olympische Spelen mag, zal ik, wanneer ik voor een medaille wil gaan, de oefening nog wat moeilijker kunnen maken om tot een hogere score te komen.”

Fotogalerij

Geen finale voor Marit Beets tijdens Miss Grand International-verkiezing in Indonesië, maar wel:

‘Terugkijken op een fantastisch avontuur’

Ze kwam terug met een koffer zonder kroontje, maar wel gevuld met giften en levenservaring. Marit Beets bracht het tijdens de Miss Grand International-verkiezing in Indonesië niet tot de finale, maar kan wel terugkijken op een overweldigende belevenis. ,,Ik ben superblij dat ik deze kans heb gekregen en Nederland op de kaart heb mogen zetten.”

,,Bij aankomst voelde het wat onwennig”, begint ze haar verhaal. ,,Je hebt een idee bij een internationale verkiezing, maar weet eigenlijk niet wat je moet verwachten. De eerste twee dagen bestonden uit vooral fotoshoots voor sponsoren, waarvoor vooral meiden werden uitgekozen die al hoog in de ranking stonden op social media. In die dagen dacht ik wel: wat doe ik hier? Die gedachte zag je bij meerdere meiden. Je probeert het te vermommen. Miss Canada zei het ook toen ik haar even sprak, want je raakt wel aan de praat met elkaar. ‘Heb ik wel kansen?’, dacht ik in die dagen.”
,,Op een gegeven moment kwam de winnares van de verkiezing van 2014 naar onze groep. Zij vertelde dat ze in het jaar dat zij won, nergens voor werd gekozen en dat dat ook in haar hoofd ging zitten. Maar uiteindelijk won ze wél, dus die peptalk bracht me op het juiste pad: ik was in Jakarta om de top tien te halen, dus vanaf dag vier heb ik álles gegeven. Álle energie in mijn lichaam heb ik in de verkiezing gestopt.”

,,Voorafgaand was ik ervan op de hoogte dat we weinig zouden slapen, vanwege het volle programma, maar dat het daadwerkelijk zó weinig was… Regelmatig moesten we ’s morgens om zes uur vertrekken en om twaalf uur ’s nachts waren we klaar, dat maakt het heel intens. In de eerste twee weken kan je lichaam dat nog aan, daarna werd het heftiger. Dan word je wakker en heb je geen gevoel meer in je lijf. Moet je jezelf het bed uit trekken.”

Energie
Marit liet zich niet van de wijs brengen. ,,Ik liet het niet aan anderen merken, ik behield mijn energie en bleef vrolijk. Daardoor viel ik op, er werd benoemd dat ik de meest energieke Miss was.

‘‘Als persoon leer je er ontzettend veel van, je komt jezelf tegen, je moet constant ‘aan staan’

Maar van binnen dacht ik ‘ik ga er aan’.” Ze genoot ondertussen wel van alle activiteiten. ,,Het is supervet om mee te maken. Mijn ouders waren er en zij zijn op de mooiste plekken geweest op Bali en Indonesië. Daar hadden wij geen tijd voor, maar je mag wel ontzettend gave mensen ontmoeten, hebt leuke sponsorbezoekjes.”
,,Als persoon leer je er ontzettend veel van, je komt jezelf tegen, je moet constant ‘aan staan’. Je presenteert je land, wilt het best van het best laten zien. Er waren verschillende events: de ceremonie als eerste. Vele andere meiden kwamen in een extreme galajurk vol glitters, ik had een gouden jumpsuit. Grand is Grand, in alle opzichten, dus je moet in galajurk. Dat was een les. Daarna hadden we een interview en de nationale kostuumronde.” Marit droeg een zware ketting, in Delfts Blauw. ,,Maar qua kleding was het less is more, terwijl anderen een kostuum van kilo’s zwaar hadden.”
,,Het derde evenement was de introductie in sportkleding, daarna de galaronde. Tijdens die avond werd de top twintig gekozen. Je doet steeds extreem je best, waarbij je niet weet waar ze naar op zoek zijn. Tijdens de finaledag was er de openingsdans samen en vervolgens werd de top twintig bekendgemaakt. Toen zat het er op voor mij op. Ik heb me van begin tot het eind zo goed mogelijk gemanifesteerd, maar het mocht niet baten. Achteraf gezien hoor je wel dat er een politiek spelletje is gespeeld, dat bepaalde landen geld hebben geïnvesteerd in een plek in de top.”
Tijdens de eerste weken werd er ook steeds een ranking gevormd. ,,Dan kan er worden gestemd, of probeer je zoveel mogelijk likes bij je foto’s te krijgen, of kan het publiek een stem kopen. In Nederland doen daar niet of nauwelijks mensen aan mee, in sommige andere landen is zo’n verkiezing wel bizar groot, zoals op Mauritius en in Thailand. Die laatste Miss bijvoorbeeld, had 2,7 miljoen volgers.”

Compliment
,,We hadden een hele hechte ploeg, met iedereen heb je wel contact.” Marit lag goed in de groep. ,,Mensen vinden het fijn om binnen een competitie door positieve mensen omgeven te zijn. Met Miss België had ik wel het meeste contact, omdat je dezelfde taal spreekt. Dan kun je ook eens even samen mopperen als je dat een keertje zo voelt, want er zijn altijd mensen die een beetje op je zenuwen werken”, lacht ze. ,,Zij heeft me regelmatig geholpen tijdens het traject, bijvoorbeeld met een ontbijtje als ik moeite had met opstaan. Wij gaan elkaar naderhand zeker opzoeken.”
Tijdens de finaledag had Marit nog goede hoop. ,,Ik heb steeds de mindset gehad van: de jury heeft een bepaald beeld wat zij wil zien. Ik kon alleen maar alles geven en als ik niet het meisje ben waar ze op zoek naar zijn, kan ik dat niet veranderen. Dus uiteindelijk heb ik me er bij neergelegd. Ik kan terugkijken op een fantastisch avontuur.” Marit kreeg jammer genoeg niet de kans haar speech te doen tijdens de finaleshow, die was voorbehouden aan de top 10. Toch bereikte haar boodschap de jury. ,,Het moest gaan over de slogan ‘stop the war and violence’. Ik had echt een hele goede speech. Toen ik het tijdens de repetities voordroeg, stonden de mensen van de organisatie er van op te kijken. Naderhand, tijdens de finale, was er een vragenronde en samen met andere Missen zat ik in de catacomben te kijken en te luisteren en hoorden we opeens elementen van mijn speech bij een deelneemster. Backstage draaiden een aantal meiden hun hoofd om naar mij, met de woorden ‘zij heeft jouw speech gejat’. Ik was vol ongeloof. ‘We weten dat het origineel van jou is’, zei Miss Nigeria nog. De jury heeft drie keer mijn speech gehoord, dus het moet zijn opgevallen. Ik zie het maar als een compliment. De wereld heeft het kunnen horen, maar niet uit mijn mond.”

Fotogalerij

Eerste Open Dag SKOV-scholen

Van de beoogde doelgroep nieuwe kleuters, konden of kwamen lang niet alle ouders de eerste Open Dag van de SKOV bezoeken. Maar degene die binnengingen bij de diverse basisscholen, lieten zich graag rondleiden door directeuren, leerkrachten of zelfs leerlingen vertelden maar al te graag hoe leuk en goed hún school is. De Open Dag was een kans voor basisscholen, die zich onderscheidend mogen profileren, aangezien ouders vanaf nu mogen kiezen op welke school zij hun kind plaatsen. Daarmee breekt de SKOV met het traditionele plaatsingsbeleid.

Door: Eddy Veerman

Op het schoolplein van De Spinmolen klinkt muziek van Buurman & Buurman en ligt de rode loper uit. Op de Blokgouw speelt de op handen zijn fusie met De Springplank. ,,In december moet er meer duidelijk zijn, inhoudelijk wordt er al samengewerkt en dat versterkt elkaar”, zegt de interim-directrice van de Spinmolen, Marcha Heerschop. Vanuit het Amsterdamse is zij gewend dat ouders van bestaande leerlingen ook in de school mogen kijken. ,,Die vraag heb ik onlangs hier ook gekregen en het is goed om dat mogelijk te maken. Wat betreft nieuwe leerlingen denk ik nu nog dat de meeste ouders wel kiezen voor de dichtstbijzijnde school, ik verwacht nog geen grote veranderingen. Maar in de toekomst zou het best zo kunnen zijn dat het concept van een school die elders in het dorp ligt ouders gaat overhalen. Het moet nog groeien, is nog in ontwikkeling, dat de ene school misschien meer innovatief is op onderzoekend leren, de ander op wetenschap en techniek. Hier is de sfeer goed, is er orde, structuur en regelmaat, willen we kinderen een onderzoekende houding meegeven en is het bewegend leren opgepakt. Ik vertel ook wat wij vinden dat de maatschappij nodig heeft en we in dat opzicht mee willen geven. De maatschappij is veranderd, dus het onderwijs moet meeveranderen.”
William Zwarthoed, directeur van de Petrusschool, leidt een moeder met haar kind langs zowel groep 8 als de kleuterklas. Vertelt over talentontwikkeling en hoe dat wordt georganiseerd, over kinderen betekenisvolle feedback geven en over het geven van keuzemogelijkheden aan kinderen. ,,We formuleren doelen voor leerlingen, maar ook voor onze samenleving”, zegt hij. ,,De ouders van zo’n tweehonderd kinderen hebben een brief gehad met de aankondiging van de Open Dag en voor ons is deze dag wel belangrijk. Als je kijkt naar de prognoses van het aantal leerlingen op basis van het aantal geboortes, wordt het hier vlakbij in het Middengebied minder. Maar vlakbij komen meer nieuwe kinderen in de Bloemenbuurt en de Broeckgouw.” William beseft dat het ook wat weg heeft van concurreren met elkaar en daar wil hij eigenlijk van wegblijven. ,,We hebben in Volendam echt een mooie ploeg directeuren van de basisscholen, die samenwerken en van elkaar leren. Er is een hoge mate van betrokkenheid bij elkaars wel en wee en dat moet niet verloren gaan.”

,,Wij hebben de ouders van vijftien kinderen op bezoek gehad en daar was ik erg tevreden over, omdat ze echt geïnteresseerd waren en open vragen stelden”, zegt Rob Karregat, sinds de zomer directeur van de Jozefschool. ,,Juist door die vragen leren wij als school. Je wordt bewust van waar je als school voor staat en wat je de kinderen mee wilt geven. Het jezelf zichtbaar maken is voor elke school van belang, waarbij deze dag voor ons nog iets belangrijker is, aangezien wij in de Oude Kom zitten. Veel ouders zullen straks gewoon de school dichtbij kiezen of waar al een ander kind verblijft. Het gaat om degene die een bewuste keuze willen maken en echt op zoek gaan, het is goed om straks met de scholen te kijken of we die ouders hebben bereikt met deze dag of dat een vervolg wenselijk is.”
De Aventurijn (speciaal onderwijs) deed niet mee aan de Open Dag. ,,Omdat je kinderen doorgaans worden doorverwezen naar onze school”, liet directeur Linda Tol weten. ,,Maar ouders van leerlingen die hier al zitten, kunnen uiteraard altijd een afspraak maken om een keertje te kijken.”

Fotogalerij

Moeder vertelt: ‘Het gebruik is zo gigantisch hoog, bizar’

Drugs acute bedreiging voor toekomst van gemeenschap

‘Volendam topt Europese hoofdsteden als Milaan, Parijs en Londen qua drugsgebruik’, kopten landelijke media precies tien jaar geleden. Onderzoek naar drugs in rioolwater wees destijds uit dat hier één lijntje cocaïne op 40 inwoners per dag werd gebruikt. Met xtc stond Volendam op nummer 3 in Europa. Een decennium verder is geen onderzoek nodig om te staven dat het drugsgebruik hier momenteel erger is dan ooit. En niet alleen onder de jongste generatie, ook in de generaties van dertigers en veertigers is drugsgebruik normaal. Ouders hebben er dikwijls geen weet van dat hun kind gebruikt of zelfs dealt. Daarbij wordt Moedige Moeders soms benaderd door verontruste kinderen, omdat zij verslaving signaleren bij (één van) de ouders en gebukt gaan onder de gespannen sfeer thuis. De toekomst van onze gemeenschap staat serieus onder druk. Als je het aantal drugsdoden van de laatste twee decennia In Edam-Volendam telt, kom je tot het schrikbarende cijfer van rond de twintig. Los van de verscheurde gezinnen met een kind die met verslavingsproblematiek kampen en proberen te overleven. Een Volendamse moeder, die anoniem haar verhaal doet, benadrukt de urgentie. Haar jonge tiener was soms dakloos, soms spoorloos. Inmiddels is het contact verbeterd. Nadat zij met haar hulpvraag stuitte op muren, op regels, maar gelukkig ook op toewijding.

Het is niet iets van de laatste decennia: in de zeventiger jaren – de hippiecultuur – laafde een minderheid uit onze gemeenschap zich ook al aan LSD, wiet en cocaïne. In 2004 richtten Gary Kok (en andere bevlogen mensen) als moeder van een verslaafd kind Moedige Moeders op, dat naderhand met nieuwe betrokkenen ook landelijk opvolging kreeg. Inmiddels is drugs diep in onze samenleving geworteld. Wietplantages worden opgerold, wikkels op straat achtergelaten, deals geschieden onder ogen van burgers. Toch houdt de gemeenschap zelf bepaalde dynamieken in stand, zoals de zitjes, die vaak het voorportaal vormen. Jongeren en volwassenen kiezen graag voor het in hogere sferen zijn, om, vaak ook door de groepsdruk, de hedendaagse ‘zorg’ te ontstijgen. Het hoort er bij. In combinatie met depressiviteit, eenzaamheid, gokverslaving en alcoholgebruik vormt drugs een acute bedreiging voor de gemeenschap.
Als je er in zit, bepaalt het je leven, zo onderkent deze Volendamse moeder. Enkele jaren geleden veranderde een mooie voorjaarsdag in een donkere wolk, toen zij een telefoontje kreeg van de school waar haar kind zat. ,,Ik mocht mijn kind komen halen, want zij was onder invloed van drugs. Dan begint het. Eenmaal thuis stel je vragen. Ze gaf aan dat het de eerste keer was, was in tranen, zei sorry. Ook met de school zijn we in gesprek gegaan en wat me tegenviel, was dat de school geen verantwoordelijkheid wilde pakken aangaande eventuele aangifte tegen degene die het verschafte; dan stonden we als ouders alleen. Mede omdat dat de overdracht en inname van de drugs vlakbij de school plaatshad en niet op het eigen terrein.”
,,Drie weken later werden we weer gebeld en werd aangegeven dat het de laatste waarschuwing was. Ik ben naar de huisarts gegaan, die verwees me door naar de gemeente, waarbij ik in mijn hulpvraag aangaf dat wij dit niet alleen konden. Zeven maanden later kon ik pas terecht. Ondertussen hadden we een hangende puber, die zich regelmatig terugtrok op haar kamer en anders was zij op school, althans, dat dachten we.”

‘Je komt achter dingen die onder je neus gebeuren, maar waar je totaal geen oog op hebt. Dat jouw tiener op dagelijkse basis drugs gebruikt’

,,In de tussenliggende periode heb ik zelf contact gezocht met Moedige Moeders. Tijdens de bijeenkomsten heb ik eerst geluisterd naar de moeders die daar al enige tijd zaten. Dan ga je van ongeloof naar erkenning en herkenning van je eigen verhaal. Tot op de dag van vandaag begrijp ik niet dat de gemeente niet veel meer doet met deze mensen van MM, die zoveel kennis hebben van deze problematiek. Zij kunnen zoveel meer betekenen voor Volendam. Ik kon daar zelf ook mijn verhaal vertellen. Dat er naar je verhaal wordt geluisterd, dat was al een ervaring, die is niet te beschrijven.”
,,Eén van de mensen die Moedige Moeders helpt met het in gesprek gaan met verslaafden, won het vertrouwen van ons kind. In de gesprekken die zij hadden, bleek, zo hoorden wij naderhand, dat het drugsgebruik dusdanig frequent was, dat we enorm schrokken. Je komt achter dingen die onder je neus gebeuren, maar waar je totaal geen oog op hebt. Dat jouw tiener op dagelijkse basis drugs gebruikt en het precies wordt uitgekiend dat wanneer je elkaar pas weer ziet, de effecten uitgewerkt zijn. We zijn geconditioneerd en dan weet je van anderen dat pubers vooral liggen, hangen en eten en dat deed onze puber ook. Dus je ziet het niet. Totdat mijn man het zag aan haar gezicht – als ze thuiskwam van een zitje of buiten had gestaan met andere jongeren – en dat mij duidelijk maakte. Dan zie je opeens die andere blik, de ogen die anders staan. Erg gefocust. Op de vraag of ze iets had genomen, werd er ontkend. Daarom heb ik drugstesten thuis gehaald, via Moedige Moeders.”
,,Na zeven maanden mochten we bij de gemeente komen. We kregen een psycholoog van Youz toegewezen, die de gesprekken aanging met ons kind. Wij kregen een gezinsbegeleider van de Brijder, waar we meteen veel baat bij hadden. De psycholoog ging aan de slag met de trauma’s van ons kind – want ze voelde zich soms depressief – waarbij ik er ook van uit ging dat ze samen aan de verslaving zouden gaan werken.”

,,In de tussentijd ga je ook kijken naar wat je zelf anders had kunnen doen. Ik had misschien meer persoonlijke aandacht moeten geven, af en toe één op één met haar moeten gaan zitten. Maar ze zat in een fase van ‘ouders zijn dom’ en met enkele vrienden maakten ze ook een coconnetje, van ‘wij tegen de rest tegen de wereld’. De spanningen liepen steeds hoger op, ze bleef soms nachten weg. We probeerden grip te krijgen op de situatie, dat maakte het alleen maar erger. Dat zorgde er ook voor dat we de politie soms moesten vragen om naar haar te gaan zoeken.”

 

Radeloos

,,We waren radeloos. Via Moedige Moeders heb ik vervolgens zelf contact gezocht met ‘Yes we can’, een kliniek voor verslavingsproblemen. De hulpverleenster van Moedige Moeders ging ondertussen het gesprek aan met onze dochter en zij wilde opgenomen worden. Ze kreeg een intakegesprek met de kliniek en kon terecht. Het School Maatschappelijk Werk vond het ook goed als zij tien weken aan zichzelf zou gaan werken. Ik was blij dat de lichten op groen stonden en ging naar de gemeente met de aanmelding. Maar de gemeente gaf aan dat ze dergelijke hulpverlening bij andere zorgaanbieders hadden ingekocht, niet bij ‘Yes we can’. Dus ze mocht niet. Dan knakt er iets. Twee andere jongeren van moeders die ook bij MM zaten lukte het wel, op een andere manier. Dat zijn twee successtory’s geworden. Daarna hebben we nog gesprekken gehad bij de gemeente, maar ze bleven bij hun standpunt. En daar konden wij niet bij. Vervolgens raakten we ons kind kwijt…”

,,We probeerden haar in de gaten te houden, want we hielden rekening met van alles. Op het moment dat ik even voor mijn werk weg moest, is ze het huis uit gegaan. In de periode daarna sliep ze op allerlei plekken. Ook bij andere familieleden. Daar bleef ze ook niet lang, want daar waren ook bepaalde regels. Ons contact verwaterde. En vanwege de privacy kreeg ik van de psychologe niks te horen, terwijl haar verschrikkelijke dingen overkwam, zo hoorden we later.”
,,Wat er in die maanden gebeurde, kan ik eigenlijk niet omschrijven. Je gaat door… Zoekt steeds naar iets, wilt iets verzinnen wat je kunt doen zodat er weer contact komt of dat zij hulp krijgt. Voor ons gezin was het goed dat we de gezinstherapeut hadden, die ook pogingen ondernam om haar aan te laten haken. Dat was vergeefs. Je voelt verdriet, ongeloof, boosheid. Op een gegeven moment zet dat ook je relatie onder spanning. Daarom probeerden we twee weken leuke dingen te doen, om op te laden. Maar in je achterhoofd blijft… Je kunt zoiets niet loslaten. Of het moet zijn dat je erg ver in het proces zit, dat je al zoveel pijn hebt geleden, dat je niet anders kan. Als moeder kun je niet opgeven, het is mijn kind…”, zegt ze met trillend stemgeluid.
,,En nog zó jong… Ze heeft veel omzwervingen gemaakt. Je leert veel tijdens zo’n proces. Als ik het loslaat, als ik stop, dan gaat het echt fout… Dat denk je steeds. Inmiddels weet ik ook, dat als het kind er zelf niks aan wil doen, dan werkt het ook niet. En inmiddels weet ik ook dat het drugsprobleem hier gigantisch is, echt bizar groot. En waar ligt het aan? Het feit dat alcohol tegenwoordig duurder is dan bepaalde soorten drugs, werkt het gebruik van dat laatste in de hand. Voor jeugd is er ook weinig alternatiefs. Ik ging in mijn jeugd naar de PX, daar gaan ze nu niet of nauwelijks heen. Hoe krijg je dat toch weer op gang?”

‘Het feit dat alcohol tegenwoordig duurder is dan bepaalde soorten drugs, werkt het gebruik van dat laatste in de hand’

,,Moedige Moeders probeert het drugsprobleem overal aan te kaarten. Scholen kunnen bijvoorbeeld hun groepen 8 opgeven om een stuk voorlichting te krijgen en dat wordt niet door iedereen gedaan, terwijl sommige ouders – die ook mogen komen – die bijeenkomst ook links laten liggen. Qua voorlichting moet je zorgen dat er iets gebeurt én dan ook een opvolging krijgt. Er lopen hier genoeg mensen die ervaringsdeskundige zijn als verslaafde, die bereid zijn voor een klas te gaan staan en hun verhalen – omdat ze van hier komen en één van ons zijn – doen echt wel wat met de jeugd. Er zijn altijd meelopers, volgers, en die worden zo bereikt.”
,,Er is in Volendam heel veel knowhow opgebouwd als het gaat om verslavingen, maar we doen er veel te weinig mee. Waar hier vroeger veel alcohol werd gedronken om je sterker te voelen, een andere geest te halen, is dat sinds geruime tijd drugs. En dat het zo goedkoop verkrijgbaar is en aan de deur wordt gebracht, maakt het woest aantrekkelijk. Terwijl juist daarin Volendam ook een voorbeeld kan zijn, dat de horeca iets met de prijzen doet, waardoor de barren weer meer gevuld raken, er meer controle is en er geen drugs bij hoeft.”
Haar kind leefde ondertussen op verschillende plaatsen. ,,Ze had relaties. En we hebben wel geprobeerd om te kijken of het bij ons thuis werkte, maar dat ging niet. We hadden regelmatig gesprekken gevoerd met andere ouders, gaven voorzichtig aan dat we wisten dat er bij hun kind ook iets speelde. Maar dat werd weggewoven. Wij hebben ons er thuis wel in verdiept en ontdekten dat er in de telefoon op zowel als Snapchat als Insta een functie zit, dat wanneer kinderen iets gaan doen waarvan ze niet willen dat hun ouders mee kunnen lezen, dan staat er ‘ga even verder op Snap’. Er ligt een functie onder, beveiligd met een wachtwoord, en daar kom je als ouder niet bij. En op die functie praat de jeugd met elkaar. Het lukte ons om het te ontrafelen en wat er toen boven tafel kwam, de lijst met jongeren, meer dan tweehonderd… Je wilt er zó graag iets mee, om ouders te waarschuwen, want je weet dat ze allemaal bezig zijn met drugs. Maar je weet niet hoe het wordt ontvangen. Ik kan alleen maar zeggen dat ouders met hun kinderen moeten blijven praten en er ook naast moeten gaan zitten om te bespreken wat er zoals op de telefoon gebeurt.” ,,Ik heb mijn dochter nooit van me afgeduwd. Daardoor bleef onze band sterk. En toen de gezinsbegeleider na enige tijd het voorstel deed om eens samen te gaan wandelen, vond zij dat goed. Zo kon ik voor mijn puber weer de moeder zijn waar ze allerlei dingen tegen aan kon houden. En dat ene onderwerp liet ik even voor wat het was. We wandelden door weer en wind. Totdat haar relatie werd verbroken en de mensen waar zij veel verbleef en die veel voor haar hadden betekend, aangaven dat ze daar niet meer kon blijven. Vervolgens duurde het niet lang voordat het weer mis ging, omdat het schoolvakantie was en ze buiten rond fladderde. Er was ook geen contact meer met de psycholoog, want daar kwam ze niet verder mee, zo zei ze. Terwijl wij dachten dat het onderdeel ‘verslaving’ wel aangepakt zou worden, maar dat gebeurde niet. Wij hadden het gevoel dat we weer terug bij af waren.”

Slag- en daadkracht
,,We gingen weer naar de gemeente en de persoon die ons te woord stond, was van goede wil, maar het werk groeide hem boven het hoofd. Hij verdiepte zich ondertussen wel in de problematiek, voerde gesprekken met meerdere jongeren en daar heb ik enorm respect voor, hij deed fantastisch werk. Dan kom je er achter hoe dit netwerk van kinderen – want dat zijn het – te werk gaat. En daar schrik je behoorlijk van, want dan krijg je een heel ander beeld van je eigen kind. Dan ontdek je dat ze meer berekenend zijn dan jij denkt. Je wordt bespeeld waar je bij staat. En denk niet dat het jou niet kan overkomen. Maar het ontbrak de man van de gemeente aan man- en vrouwkracht om tot slag- en daadkracht te komen en er iets aan te gaan doen. Dat kan te maken hebben met het gebrek aan capaciteit, maar misschien ook met het gebrek aan prioriteit bij de gemeente.”

Een nieuwe fase in de lijdensweg brak aan. ,,Thuis komen was voor ons geen optie. We gingen op zoek naar een plek voor ons kind en dan begint er iets nieuws. Als je een keer een tv-aflevering hebt gezien van ‘Jojanneke en de Jeugdzorg’, dan weet je genoeg en vraag je je meteen af: ‘kan zoiets in dit land? En wij weten dat het écht zo gaat. Als ik nu zie hoe weinig tijd, energie en geld in onze eigen jeugd wordt gestoken en dat vergelijk met bijvoorbeeld vluchtelingen – waar ik als ruimdenkend mens absoluut niet over wil oordelen want die mensen verdienen een dak boven hun hoofd – dan vind ik het verwonderlijk dat van de 1700 kinderen die in ons land weggehaald zijn bij hun gezin, nog geen ouder iets geks heeft gedaan. Onze dochter kan niet bij haar vriend en diens ouders wonen, niet bij ons thuis, maar ze wil een plek en gaat daar éindelijk in mee, maar vervolgens krijgt ze te horen: daar is geen plek, daar is geld voor, daar is geen… Op een gegeven moment heb ik bij de gemeente aangegeven dat als er niet binnen een maand iets wordt gevonden, dat ik dan…” Ze vecht tegen haar tranen, maar verliest de strijd.

,,…Omdat je niet kunt begrijpen dat er geen veilige plek is voor een tiener die probeert om weer in het leven te komen staan en schreeuwt om hulp. Het is – daar heeft het alles van weg – erger dat ze haar huiswerk niet maakt, dan dat ze drugs gebruikt. Zo erg is het gesteld. Deze kinderen worden behandeld als… erger dan vuil. Mijn man liep tijdens de gesprekken bij de gemeente de kamer uit, kon het emotioneel niet handelen. Je ziet het systeem falen waar je bij zit. Het neemt allemaal te lang in beslag. Degene die wel hard willen lopen, zoals de gezinsbegeleider, hebben te maken met een overvloed aan papierwerk. Dat is contraproductief.

‘Mijn ouders hebben altijd de deur voor haar open gehouden, terwijl ik soms niet snapte dat ze die deur niet dicht deden’

Deze mensen maken verschil, die zetten een deur open voor jouw kind en zorgen dat je als gezin weer een beetje bij elkaar komt en die mensen worden niet gefaciliteerd. En waarschijnlijk wordt er landelijk volgend jaar nog meer bezuinigd… Terwijl er juist een groeiende behoefte is aan hulp voor mensen met verslaving en psychische problemen. Er gaat te weinig geld naar onze eigen jeugd. Terwijl: wij kunnen zo’n hechte gemeenschap vormen, wij kunnen dit hier echt anders faciliteren. Zorg dat er een gebouw is waar iemand altijd binnen kan lopen voor een luisterend oor, wedden dat het loopt. We hebben echt mensen die willen, neem de wijkagenten, maar het is te weinig. Ik weet niet wat er nog moet gebeuren, voordat er intensiever op wordt ingezet…”

Ze waren er inmiddels achter dat veel jongeren allerlei drugs uitproberen. ,,Middelen waarvan ze niet weten wat het doet. Langzamerhand groeit het bewustzijn bij ons kind. Inmiddels is het verworden tot een partydrug, tijdens festivals. Niet meer dagelijks. Ze gaat haar weg, gaat naar school, heeft een bijbaantje en verblijft in een woongroep in Amsterdam, waar altijd begeleiding is en waar zelfstandigheid wordt gestimuleerd. Daar gaat het goed. We hebben bijna dagelijks contact en de band met ons en haar opa’s en oma’s is goed, daar eet zij ook regelmatig. We maken stappen. Onze dochter heeft door dat ze door het leven heen moet en kán zonder zich elke dag te verdoven.”

Even breekt ze weer. ,,Als ik kijk naar mijn ouders… Daar heb ik heel veel steun van gehad. Die hebben altijd de deur voor haar open gehouden. Terwijl ik soms niet snapte dat ze die deur niet dicht deden. Pas achteraf begreep ik hoe goed dat is geweest, dat ze dat niet hebben gedaan. Heel knap. Want als grootouders heb je ook verdriet.”

Ze wil zich graag inzetten voor verandering. ,,De meeste Volendammers zijn emotioneel en zitten er meteen bovenop als er iets gebeurt of wordt gezegd, vaak te snel oordelend. Maar we zijn tevens als gemeenschap in staat om heel veel moois te realiseren. Ik denk nu even aan de Sinterklaasshow, maar zo zijn er meerdere evenementen. Verenigingen zijn hier groot, we hebben veel vrijwilligers, we krijgen alles voor elkaar, bedrijven staan altijd klaar. En tóch krijgen we het niet voor elkaar de jeugd te faciliteren met wat zij werkelijk nodig heeft. Of dat wat er is, om ze daar voor te enthousiasmeren, zodat ze niet met andere dingen bezig gaan. Terwijl we dat echt wel samen zouden moeten kunnen realiseren in deze gemeenschap.”

,,Ik kijk dan even naar de vrouwen hier, wat zij hier qua vrijwilligerswerk doen. Dat komt nog van vroeger, toen de mannen op zee waren en de vrouwen het thuis rooiden. We zijn een bijzonder volkje, maar we zijn op een of andere manier niet goed in een bepaald sociaal aspect. We doen wel dingen, maar het communiceren daarover laat te wensen over. Neem als voorbeeld het jezelf voorstellen aan iemand anders, bijvoorbeeld aan mensen van buiten. Iemand van buiten zei eens tegen me: ‘jullie kunnen zoveel bereiken, maar sociaal zijn jullie wel een beetje gebrekkig’. Dat heeft ongetwijfeld met vroeger te maken, toen ze gezinnen hadden van tien of meer kinderen. Dan werd er nooit met ‘ik ben trots op je’ of ‘ik hou van jou’ gestrooid. Dus dat was daarna – en is nog steeds – voor veel mensen ook moeilijk om te zeggen. We weten dat het goed zit met elkaar, maar om dat uit te spreken… Dat vinden veel mensen moeilijk. Ik zal nooit vergeten hoe ik enkele jaren geleden werd gesteund, in de tijd dat ik het financieel moeilijk had. Eten werd gebracht, visschalen uit viswinkels, enveloppen in de brievenbus. Dat is ook Volendam. Maar vaak lieten die personen niet hun gezicht zien. Veel Volendammers vinden het ook moeilijk om een compliment te ontvangen. Terwijl die gebaren juist anderen inspireren. Ik hoop echt dat we meer open gaan staan voor elkaar, zonder het oordeel te snel klaar te hebben, meer te luisteren en elkaar te bevragen. Zodat we samen open staan voor de problematiek die hier heerst en er samen iets aan doen. Het kán zo mooi zijn.”

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?