Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by Henk Visser

Trouwe KNRM donateurs in het zonnetje gezet bij station Marken n

Uitreiking gouden en zilveren speldjes

Een organisatie als de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) krijgt géén subsidie van de overheid en is afhankelijk van donateurs. Deze worden bij de KNRM ‘Redder aan de Wal’ genoemd. Trouwe donateurs worden jaarlijks door de KNRM in het zonnetje gezet. Afgelopen zaterdag werden op KNRM station Marken negen trouwe Redders aan de Wal met een insigne onderscheiden.

Tussen de 09.30 en 10.00 uur werden de trouwe donateurs, welke de KNRM meer als vijftig jaar geldelijk steunen, ontvangen in het KNRM boothuis aan de haven van Marken. De meeste genodigden kwamen met een partner of ander familielid.
Woord van welkom
De ochtend begon met een woord van welkom door de voorzitter van de plaatselijke commissie van station Marken, mevrouw Luzette Kroon. Na deze welkomstwoorden hield Tijs Klaver, opstapper van station Marken, een presentatie over de organisatie KNRM. Van het ontstaan in 1824 tot heden. En wat hield de mensheid bezig in de jaren, toen de aanwezige trouwe donateurs zich hadden aangemeld als donateur bij de KNRM. Ook aan het ontstaan van het reddingstation op Marken werd aandacht besteed.
Uitreiking speldjes
Na deze presentatie was het tijd voor de trouwe donateurs. Deze kregen uit handen van Luzette Kroon, een insigne opgespeld. Dit als dank voor de lange periode van donateurschap. De heer de Boer uit Noordbeemster, de heer Doets uit Amsterdam, de heer Honingh uit Amsterdam, mevrouw Lubsen uit Amstelveen, de heer Middelhoven uit Zaandam, de heer Ossebaar uit Pumerend, de heer van der Pol uit Amsterdam en de heer Scheffer uit Amsterdam kregen een zilveren speld voor 50 jaar donateurschap. De heer Kotterer uit Edam kreeg een gouden speld voor 60 jaar ´Redder aan de Wal´. Samen goed voor 460 donateursjaren. Deze personen kregen niet alleen een speld, maar ook een persoonlijke bedankbrief en het boek “Wie goed doet…”, een boek over waarom heten reddingboten zoals ze heten.
Varen op de Gouwzee
Aansluitend werd er een vaartocht gemaakt met de reddingboten ‘Frans Verkade’ en ‘Hendrik Jacob’. Door de aanwezigheid van een november zonnetje, was de temperatuur op de Gouwzee dragelijk. Degenen die slecht ter been waren konden meevaren aan boord van de ‘EVA’, een motorjacht van Dirk-Jan van Geemen, Coördinator Opleiden en Oefenen van het station op Marken. Opvallend was dat, ondanks de hoge leeftijd van enkele aanwezigen, niemand dit wilde missen en dus voeren alle genodigden mee. Zichtbaar genoten de trouwe donateurs van het meevaren. Hierna keerde iedereen terug naar het boothuis, waar onder het genot van een hapje en een drankje werd nagepraat over de vaartocht.
Pieter Pereboom / www.MarkerNieuws.com

Foto: De heer Kotterer uit Edam is al 60 jaar ‘Redder aan de Wal’

Fotogalerij

VOLENDAM|80

Volendam|80 staat alleen in strijd tegen fusie

In maart jl. gingen onze burgemeester en wethouders (onder aanvoering van Lijst Kras wethouder Koning) ‘op de koffie’ bij gemeente Landsmeer, samen met de collegeleden van de gemeente Waterland.

Edam-Volendam goed verkocht
Onze gemeente is daar kennelijk zo goed in de etalage gezet dat de gemeente Landsmeer nu ‘gekozen’ heeft voor een fusie met Waterland en natuurlijk Edam-Volendam. De bewoners is echter niets gevraagd. Er is geen onderzoek gedaan naar de mogelijke consequenties voor onze gemeente, niet financieel, maar ook niet wat het betekent voor onze inwoners.
Landsmeer wilde eerst niet met Edam-Volendam
De gemeente Landsmeer wilde aanvankelijk overigens helemaal niet fuseren met Edam-Volendam. Hun voorkeur was om te fuseren met gemeenten Oostzaan en Wormerland. Deze gemeenten hebben echter vriendelijk bedankt voor een bestuurlijke fusie. Ze wilden wel ambtelijk samenwerken. Dat gaat Landsmeer echter niet ver genoeg, want ze trekken het kennelijk niet meer. Bestuurlijke fusie is het laatste redmiddel. Een bestuurlijke fusie zonder Waterland erbij zou dan natuurlijk vreemd zijn omdat Edam-Volendam niet grenst aan Landsmeer. Sterker nog, het is een flink eind rijden en eigenlijk hebben wij helemaal niks met die gemeente. Waarom fuseert Landsmeer niet gewoon met Amsterdam? Het ligt er pal tegenaan. Dat zou de meest logische keuze zijn als Oostzaan en Wormerland niet willen.
Ambtelijk samenwerken altijd gedaan
Volendam|80 is voor ambtelijke samenwerking en is altijd bereid geweest om buurgemeenten te helpen. Landsmeer is echter geen buurgemeente en het gaat ons te ver dat Landsmeer zelf denkt te kunnen besluiten om – dan maar – met ons te fuseren, omdat Oostzaan en Wormerland bedankt hebben voor de eer. Wij hebben diverse keren aangegeven dat dan eerst maar eens onafhankelijk onderzocht moet worden wat de consequenties zullen zijn. Het is nu immers al zo dat de gemeente Edam-Volendam de zaakjes niet op orde heeft.
Gemeente Edam-Volendam nu al drie jaar een ravage
Sinds de fusie per 1 januari 2016 en het aantreden van het nieuwe college is het een ravage op het stadskantoor. De hoogste ambtenaar, de gemeentesecretaris kreeg ruzie, had geen steun van het ambtelijk apparaat en verdween met stille trom. De wachttijden lopen op, bouwplannen stapelen op en komen niet van de grond, verkeersaanpassingen worden uitgesteld omdat er ook in Oosthuizen stappen gezet moeten worden en het tegelijkertijd aanpakken van projecten kennelijk niet lukt. Er is een grote deuk geslagen in de beschikbaarheid van de Algemene Reserve, het centrum van Volendam is al ruim een jaar een puinhoop en met nieuwe steentjes en een fontein worden de echte parkeer- en verkeersproblemen niet opgelost, maar alleen maar erger. De prijzen in de Broeckgouw zijn, mede door de door VVD-wethouder Wim Runderkamp door de strot gedrukte verduurzaming, exorbitant gestegen. De wachtlijsten voor een sociale huurwoning stijgen per dag, ruzie met FC Volendam, geen overeenstemming met de STEV over de huur van de nieuwe turnhal, geen aanstalten voor de Lange Weeren, noch de derde ontsluitingsweg, geen ondergrondse parkeergarage bij Korsnas, geen concrete inbreilocatieplannen in Oosthuizen en andere kernen en ga zo maar door. Dit college (VVD, CDA, Kras en Zeevangs Belang) heeft de boel alles behalve onder controle. De wethouders zijn onzichtbaar. En dan een fusie met nog twee gemeenten? Geen goed plan.
Nieuwbouw stadskantoor
Jaren geleden presenteerde een raadslid van Lijst Kras al een plan om een ultramodern megalomaan stadskantoor te laten bouwen op het voormalig Tase terrein. Echt zijn paradepaardje. Maar om dat te kunnen verantwoorden is natuurlijk wel een fusie noodzakelijk. Wij kunnen het ons niet voorstellen, maar het zal toch niet zo zijn dat Lijst Kras zich niet verzet tegen de fusie omdat ze dan een nieuw stadskantoor kunnen laten bouwen? Maar waarom is Lijst Kras dan wel voor een fusie? Wetende dat het de kop gaat kosten van de lokale partijen? De landelijke partijen hebben maar 1 belang, namelijk het uitschakelen van de lokale partijen. Dus dat VVD en CDA vooraan staan om te gaan fuseren en wethouders te kunnen leveren voor een grotere gemeente is logisch. Maar Lijst Kras en Zeevangs Belang zouden in de bres moeten springen voor onze inwoners. Een fusie met Waterland en Landsmeer is niet positief voor onze inwoners!
Kiezer moet zich kunnen uitspreken in maart 2022
Volendam|80 verzet zich tegen nog een fusie. De bevolking moet zich met de verkiezingen van maart 2022 kunnen uitspreken voor of tegen een bestuurlijke fusie met Landsmeer en Waterland. Zolang dat niet is gebeurd, is een fusie wat ons betreft onbespreekbaar.
Fractie Volendam|80

Foto’s: Wethouders ‘op de koffie’ in Landsmeer en verkopen Edam-Volendam.
Edam-Volendam heeft niks met Landsmeer.

Fotogalerij

ADVERTORIAL

De Beste Keuze

Vanaf de lagere school wordt het pas écht belangrijk om goede keuzes te maken. De keuze van je studie of waar je wil of kan gaan werken bepaalt eigenlijk de rest van je leven. Juist daarom wordt het steeds belangrijker om goed te kunnen kiezen. Zeker als het om je geld gaat.

Steeds meer Nederlanders beleggen. Sommigen simpelweg omdat ze het spel op de beurs leuk vinden, anderen omdat het een onmisbaar instrument is om hun financiële doelen te kunnen realiseren. Het is echter niet eenvoudig om de juiste beleggingskeuzes te maken. Met talloze producten, diensten en aanbieders is het niet vreemd dat veel beleggers door de bomen het bos niet meer zien.
De Beste Keuzes van IEX Gouden Stier hebben als missie de complexe en omvangrijke Nederlandse beleggingsmarkt overzichtelijker en toegankelijker te maken. Op basis van heldere criteria selecteren zij de beste producten en diensten. De Beste Keuze van IEX Gouden Stier is een onafhankelijk keurmerk en geeft beleggers handvatten om de juiste beleggingsbeslissingen te nemen.
Voor beleggers die de zoektocht naar een aanbieder niet zo zien zitten of die wat inspiratie nodig hebben, heeft IEX Gouden Stier in samenwerking met kennispartner Beleggingsmatch.nl de beste vermogensbeheerders van dit moment geselecteerd.
Voor de selectie van de Beste Keuze in vermogensbeheer waren dit jaar vijf partijen geselecteerd voor IEX Gouden Stier Beste Keuze in de categorie Vermogensbeheer.
Dit jaar komt de eer toe aan OHV Vermogensbeheer, om zich een jaar lang de béste vermogensbeheerder van Nederland te noemen. Bij OHV werken bijna 50 beleggingsprofessionals, waaronder de Volendammer gebroeders Abma (Peter, John en Richard), portefeuillemanager Nico Schilder en Michael Mooijer, directeur van de Fresh Funds beleggingsfondsen.
Oorspronkelijk was OHV Vermogensbeheer een in 1932 opgerichte geldmakelaar. De afgelopen jaren groeide OHV zowel op het vlak van particulier als van institutioneel vermogensbeheer. Dankzij een actief beleggingsbeleid hebben de portefeuillebeheerders afgelopen jaren bovengemiddelde beleggingsresultaten neergezet.
In omvang is OHV de grootste partij onder de vijf Beste Keuzes in deze categorie. De titel Vermogensbeheerder van het jaar valt OHV in 2018 vooral ten deel vanwege de beleggingsprestaties in het recente verleden, waarmee het bedrijf laat zien dat het duidelijk beschikt over de ‘vorm van de dag’. Ook ten opzichte van het genomen risico zijn de prestaties sterk.
‘’Beleggers kiezen OHV Vermogensbeheer vooral voor het defensieve karakter’’, zegt commercieel directeur Peter Abma. ‘’Onze focus is vermogensbehoud: het geld van onze cliënten is al verdiend en het is onze taak om dit vermogen in stand te houden.’’
Managing partner Richard Abma merkt op: “De rente is bijna nul en daardoor kost sparen nu eigenlijk geld. De spaarrente zal de komende jaren nog laag blijven. Door de huidige inflatie van 2% en de vermogensrendementsheffing holt je koopkracht dus achteruit.’’
Michael Mooijer laat weten dat mensen uit de gemeente Edam-Volendam van harte welkom zijn om eens een kijkje te komen nemen in de Rembrandttoren in Amsterdam, waar het kantoor is. ‘’Mensen die een gedeelte van hun spaargeld willen beleggen kunnen al vanaf 1 euro bij ons terecht in de Fresh® beleggingsfondsen. OHV Vermogensbeheer biedt de mogelijkheid om vanaf € 100.000,– je vermogen te laten beleggen.’’
Het makkelijkst is om eerst een kijkje te nemen op de website www.ohv.nl Voor mensen die geïnteresseerd zijn is er de mogelijkheid om een brochure aan te vragen via info@ohv.nl of een afspraak te maken met één van de relatiemanagers van OHV.

Foto: Van links naar rechts: Edin Mujagic (hoofdeconoom OHV), Richard Abma (managing partner), Erik Bakker (directeur van OHV), Michael Mooijer (directeur Fresh Funds) en Peter Abma (commercieel directeur).

Fotogalerij

Zo’n blik van: weet je nog van die mooie tijd

De Seinpaal, sporttempel, hal van momenten van glorie en tragiek, valt straks te grabbel aan de sloophamer. Landskampioenschappen, degradaties, demonstraties, reputaties werden gemaakt en sneuvelden. Vriendschappen gesloten, huwelijken geboren. Het gezicht (Werner Smit) van ‘boven’ maakte later plaats voor mannen als Siem Admiraal, met aan de andere kant van de bar de zaalvoetballers, volleyballers, handballers, basketballers, badmintonners. Als je binnenkomt, worden herinneringen levend. Die ‘lucht’, de uitschuifbare tribune, het gangetje, de gele muur, de houten vloer. De sporters vertellen. Over de nu nog levende legende. Deze keer Werner Smit. Die meer dan een kwart eeuw de beheerder en gastheer was.

Over nostalgie gesproken. Werner Smit wandelt door ‘zijn’ kantine. Aan dat domein is niet veel versleuteld. ,,Alleen de prijzen zijn wat veranderd.” De keuken waar hij die overheerlijke satésaus bereidde, het werkblad van toen – uiteraard aftands -.zit er nog in. ,,Jeetje, mijn mini-discs nog, de muziekinstallatie…”
De voluptueuze vrouw aan de zijkant van het koffiezetapparaat is dan weliswaar verdwenen, het meeste is nog in de oude staat, zoals hij het ruimschoots voor de eeuwwisseling inrichtte. Het zelfgegeven likje verf op de muur, de zorgvuldig gekozen vloerbedekking, de Coca Cola-spiegel die er vanaf zijn trouwen hangt.
,,De Seinpaal werd in 1972 geopend. Voor die tijd speelde ik met de volleyballers – net als de handballers – onze thuiswedstrijden in Hoorn en Amsterdam. Dus speelden we altijd zonder publiek. Wat en hoe wij speelden, daar zagen je dorpsgenoten dus niks van. Toen we in eigen dorp een sporthal kregen, betekende dat niet alleen een enorme impuls voor de plaatselijke sport, er kwam ook publiek op af.”
,,Helemaal omdat we met de diverse sporten in lagere klassen van een ander district werden ingedeeld en diverse promoties beleefd konden worden. Dat had een enorme aantrekkingskracht. Andere sporthallen als ’t Spil in Monnickendam en ’t Bolcwerk in Edam waren er toen nog niet.”
Hobby
,,Basketbal en badminton werden vanaf dat moment ook beoefend. Mijn neef Jan ‘Bokkum’ was aanvankelijk de beheerder. Ik zette al snel met wat andere mensen het mix-toernooi voor de volleyballers op en dat was een groot succes. Jan vroeg na drie jaar of het iets voor mij was, want hij zou stoppen. Ik zocht eigenlijk geen vastigheid, maar zag het ook als een kans. Om vanuit mijn hobby mijn werk te maken.”
,,Aanvankelijk waren mensen wel sceptisch, want volleybal bijvoorbeeld, dat was voor jongens die niet konden voetballen en dan maar wat anders gingen proberen. Het was dus even wennen. De zaalvoetballers vormden al een soort van enclave, met buurt- en vriendengroepen. Ik vond de dynamiek en beleving van andere sporten juist mooi, ik was meteen verkocht.”
,,Tuurlijk maakte ik in het begin fouten. Dat moet. Ik ondernam ook. Zette een poolbiljart neer, een tafeltennistafel, een dartbord. Op het Munnikenveld woonde toen de jeugd, de pubergeneratie en die zocht een plek, dus het werd ook een jeugdhonk. Dat botste ook wel eens, als het tegelijk kwam met de drukte van de reguliere sporten.”
,,Ik had zo mijn eigen voorkeur qua muziek. Als ik binnenkwam zette ik eerst een half uur Pink Floyd op en daarna paste ik me aan. De sporters kwamen vaak vragen om bepaalde platen, dus ik zorgde wel dat het up-to-date was. Al snel werd het gezellig en bleven ploegen zitten.”
,,De moeilijkheidsgraad in het begin was dat het ieder voor zich was, van de verschillende sporten. Dus er was weinig coulance met de medehuurders. Vaak stond de volgende ploeg – vaak voetballers – al een kwartier van tevoren klaar en vloog de bal wel eens in het badmintonveld. Dat zorgde dan voor irritatie.”
,,In die tijd had je De Inform, een sportblad waarin elke week verslagen en aankondigingen stonden, allemaal opgebracht door vrijwilligers. Geweldig. De mensen waren sowieso enorm betrokken bij alle sporten, aan vrijwilligers geen gebrek. Iedereen wilde sporten of kwam kijken.”
,,Door allerlei kampioenschappen wilden verschillende verenigingen met hun selectie- en jeugdteams vaker trainen, op betere tijden. Dat zorgde wel voor een spanningsveld bij het indelen van de uren. De recreatiesporters werden daardoor vaak kind van de rekening. Sommige wisten dat – omdat ze zich onder de noemer van een vereniging schaarden – slim te omzeilen.”

‘Om zeven uur
’s morgens werd
er al gesport’

,,Er kwamen verschillende ploegjes. Op maandagmiddag leefden de BZN-leden zich uit met voetbal. Woensdagmorgen om zeven uur had je een zaalvoetbaluurtje met broer Jan Smit (pitjes), Jenny Bet en anderen. Op donderdag voetbalde een aantal ondernemers als Piet ‘Peterolie’, Fred Vilten, Evert Bootsman, Jan ‘Mandjes’, Hans Kes, Cor ‘Puul’. Die maakten dan zelf hapjes klaar en hadden daarna een hoop te vertellen, oftewel dat werd wel eens gezellig daarna.”
,,’s Winters werd er zelfs op zondagochtend om zeven uur getennist in de zaal, door mensen als Thoom Sier. Daarna werd er gezaalvoetbald door bijvoorbeeld de Blaaien, met Jan Smits’ vader Ruud. Als ik dan binnenkwam, stormde kleine Jan van links naar rechts met het spel mee. Om vervolgens met zijn zus Jenny wat lekkers te kopen.”
,,Het zaalvoetbalsucces begon met een ploeg als Intervent, op districtsniveau. Dik ‘Bup’ begon met het organiseren van ’t Gat-toernooi, ter voorbereiding op het seizoen. Speelden de tieners van Kras Boys tegen de gevestigde namen van IJsclub/Kil Mazda. Kras Boys ging op een gegeven moment het land in, waardoor bussen met toeschouwers hier kwamen, maar zij zelf ook supporters meenamen naar de uitwedstrijden. Die eerste landtitel van Kras Boys, dat was wel een gigantisch mooie tijd.”
,,In die tijd had ik al één van de eerste videocamera’s gekocht en zat zelf op de scheidsrechterstoel te filmen bij wedstrijden. Later ook bij andere sporten, om zo de lokale omroep van beelden en commentaar te voorzien. Ik was zelf zo bij de sport betrokken, dat ik ook altijd even van achter de bar vandaan kwam om bij wedstrijden te kijken. Ook bij die penaltyreeks waarmee Kras Boys de landstitel won. Ongekende vreugde brak er los. En een gezellig feest. Na één van die feestjes ging ’s nachts het alarm afging. Johan Steur was tussen de tribunebanken in slaap gevallen…”
,,De Seinpaal was uniek in zijn soort. De vloer, de akoestiek, was van bijzondere kwaliteit. Je hoorde de zaalvoetbal tegen de muur ploffen als die in het net ging, de volleybal op de grond slaan na een smash. Er heerste dat intieme gevoel. Iedereen voelde: dit is van ons. Kwam ook omdat de tribunes, als ze waren uitgerold, zo ver kwamen dat je dicht op het veld zat.”
,,Die gele muur achter de doelen, met stukken vloer uit de gymzaal, die kwam pas later, toen er wat ongelukken waren gebeurd. Want de uitloop bij een voetbalwedstrijd was zo kort, op een gegeven moment brak iemand beide polsen.”
Gebroken polsen
,,Dat gebrek aan uitloopmogelijkheid zorgde er bij het volleybal voor dat er met tape een stippenlijn een halve meter in het veld gemaakt moest worden, bij de servicelijn. Daarvoor kregen we in het begin dispensatie. Bij het zaalvoetbal kwamen de problemen toen de tv-programma’s kwamen. Moest de tribune ook minder ver worden uitgerold, want als je onderaan zat kon je eigenlijk de scheidsrechter laten strompelen. Uiteindelijk werd dat ook teruggedraaid. En aan de zijkanten van de tribunes zat ook geen hekwerk. Kinderen sprongen er van af. Dat hoorde er ook bij. Ook bij de manier waarop die kinderen opgroeiden.”
,,We hebben prachtige toernooien georganiseerd. Mauritius had haar demonstraties, de majorettes een NK. Dat betekende dat een andere sport dan moest wijken. Die seizoensindeling, dat was voor de gemeente een pittige legpuzzel. Later is het bedrijfsvolleybaltoernooi ontstaan, met in de hoogtijdagen 140 deelnemende teams. De bouwbedrijven kregen een zaalvoetbaltoernooi rond de Kerst, er was schoolvoetbal en we hebben nog een demo gehad van de volleybalinternationals Martin Teffer en Edwin Benne.”
,,Ondertussen nog het kampioenschap van de zaalvoetballers van Voldafar/Rex. Laatst werd Nico Runderkamp (mepper) geïnterviewd voor deze rubriek, hij maakte toen in de finale een wonderschoon doelpunt. Ik kreeg later een fotoserie in mijn bezit, waarbij die actie van de andere kant werd gefotografeerd. Waarbij je per foto de monden van het publiek steeds meer open zag gaan. Ik krijg nou zo weer kippenvel als ik er aan denk. Die explosie die daarna losbarstte, dat die gammele tribunes het toen hebben gehouden… Dat dreunde nog ver en lang na.”
,,Dat waren tijden. Dat we vier zaalvoetbalclubs op het hoogste niveau hadden. Dat we met de wedstrijden van Kras Boys en Rex extra tribunes neerzetten, maar ook de toestelruimtes aan de zijkanten ontruimden, om daar zit- en staanplaatsen te creëren.”
,,Als de zaalvoetballers van de eerste wedstrijden aanzaten en er gebeurde iets op het veld, dan vlogen ze de kantine uit. Je kon het ook zien door het raam, dus dan riep iemand wat. Niet dat je dan een herhaling van het doelpunt of het opstootje kreeg, maar dan wilden ze gewoon even die beleving meepakken.”

‘Of ik beneden
even wilde ingrijpen,
ze dachten dat
het oorlog was’

,,Die sfeer die er hing was bijzonder. Tuurlijk ging het in de kleedkamers wel eens flink tekeer. Kwam iemand van een ploeg van buitenaf naar boven in de kantine, of ik beneden even wilde ingrijpen. Ze dachten dat het oorlog was. Maar eenmaal boven was alles al gesust en werd het gezellig.”
,,Ik word vaak gegroet, door bekenden en onbekenden. Maar dan kijken ze je aan, met zo’n blik van; jeetje wat was dat een mooie tijd. Zie je die glimlach om hun mond. Dat is Werner, van toen, dus voor hen is dat ook een terugblik. Het is een periode waarin er veel is gebeurd voor menigeen, de sportieve momenten, maar ook relaties zijn ontstaan. Menig sporter bestelde voor het naar huis gaan alvast een patatje of kroketje voor hem en zijn vrouw, maar dan werden er nog wat gesprekken werden gevoerd, nog een biertje gedronken en tegen de tijd dat ze naar huis gingen, was de inhoud koud. Of hun vrouw lag allang te slapen.”
Hij kijkt naar het inhammetje waar een soort van barretje staat. ,,Destijds nog vervaardigd door Kees Karregat, die ook een belangrijk gezicht achter de bar was. Daar zat aanvankelijk de ingang, maar dan blokkeerde het volledig bij de bar. Dus heb ik de gemeente gevraagd of de ingang aan de andere kant van de trapopgang mocht en dat kon.”
,,Jaap de Boer en Albert Steur fungeerden in al die jaren als trouwe schoonmakers, die ook altijd behulpzaam waren, op welk moment dan ook. Ik was gemakkelijk met het afgeven van de sleutels. Dat is mijn karakter en ook gemakzucht, maar ik vertrouwde de mensen. En dat kon ook, in die tijd. Veel mensen van toen verrichten er nu nog vrijwilligerswerk, zoals Jan ‘de brak’ en zijn vrouw, van ‘de’ handbal.”
,,Met de opkomst van de handballers, dat waren ook prachtige tijden, met de kampioenschappen in de eerste en tweede divisie. Ook was er nog de periode dat ze na de val van de Muur van Berlijn voormalige Oost-Duitsers inlijfden. De handbalvereniging en Volendam omarmden die jongens. Zo was Volendam ook niet meer die enclave waar je maar moeilijk tussen kon komen.”
,,Het was een ontmoetingsplek voor velen. De zwemmers van Ed-Vo, waterpoloërs, onderwaterhockeyers, de Kneuzen. Die zitten er nu nog elke vrijdag. Dirk Besseling, de Bibber, Kees ‘Aro’, noem ze maar op. Die zouden bij de eindceremonie moeten worden betrokken als De Seinpaal ter ziele gaat.”
,,Ze kwamen hier omdat er nering was en ze anderen konden ontmoeten. Dat was de aantrekkingskracht van De Seinpaal. Op een gegeven moment zag ik aan het eind van de avond dat hun zwembroek en handdoek nog keurig waren opgerold… Hadden ze niet gezwommen maar kwamen ze vooral voor het socializen.”
Onder schot
,,Er is regelmatig ingebroken. Dan ging ik ’s nachts naar De Seinpaal, gooide meteen alle lichten aan. Ik was nooit bang. Eén keer gebeurde het dat ik op een alarm was afgegaan en toen ik daarna weer afsloot, stond de politie achter me. Werd ik onder schot gehouden, omdat ze dachten dat ik de inbreker was.”
Hij herinnert zich nog de hype rond Danny de Munk. ,,Bekende mensen langs als Johan Cruijff kwamen binnen, toen zijn zoon Jordi hier jeugdvoetbal speelde. Maar ook lokale mensen waar – zo nuchter als we zijn – tegenop werd gekeken, zoals Wim Jonk en handballer Claus Veerman. Danny de Munk voetbalde hier soms met familie en kennissen. Organiseerden ze een keer iets voor het goede doel, zaten er opeens tribunes vol met jonge meisjes, overal vandaan.”
,,Voor de jaarwisseling van 2000 wilde Kees Mühren van Den Egelantier het millenniumfeest in De Seinpaal organiseren. Onder de vlag van de Pius X. We hadden twee dagen, vanwege de sportactiviteiten, om alles aan te kleden. ’s Morgens vroeg kwamen de vrachtwagens met vloerdelen, een mat die krulde, man wat een enorme organisatie was dat.”
,,Waren we goed onderweg, kwam Cees Bont namens de gemeente langs, voor de brandveiligheid. We hadden versiersels opgehangen. Vroeg hij me om mee te komen naar zijn huis. In de keuken hield hij er een lucifer bij en het brandde zo weg. Ik schrok. Daar hadden we totaal niet bij stilgestaan. Alles moest weg. Hij deed dat zeer menselijk, niet op een autoritaire manier. Toen een jaar later de Nieuwjaarsbrand gebeurde, heb ik daar veel aan moeten denken.”
,,Die Nieuwjaarsbrand speelde zeker een rol bij het moment dat ik stopte in De Seinpaal. Er heerste een downstemming, de handballers werden uit de eredivisie gehaald. Bovendien, ik had al die jaren ’s avonds gewerkt en de uitdaging was weg. Sportief gezien was het toewerken naar grote successen voorbij, bij de verenigingen – dat merkte ik bij de volleybal – ging het allemaal moeizamer.”
,,Het was sowieso al rustiger geworden in de sporthal, die op de rol stond om te gaan verdwijnen. In 2002 ben ik bij Succes Schoonmaak gaan werken. Wat ik doe als de sloophamer er straks echt in gaat? Dan zal ik niet emotioneel worden. Misschien moeten ze wat stenen bewaren, als aandenken aan De Seinpaal. Nu kan iedereen nog langs fietsen en mijmeren: wat hebben we daar een mooie tijd gehad.”

Oude foto: Typerend voor de Seinpaal-sfeer: Louis Tuijp (pet) kan moeilijk naar huis gaan en ‘zit’ alvast op zijn fiets, in de kantine, in gesprek met onder meer Casper Smit en Jan Kwakman (bami).

Sinterklaasintocht in Volendam als ’n plaatje zo mooi

Het lijkt wel of het elk jaar drukker wordt met de Sinterklaasintocht in Volendam. Aan de haven was het dringen geblazen. Om 17.15 uur meerde de stoomboot van de Sint af voor het havengat en kon men genieten van een schitterend vuurwerk.

Hierna werden twee rondjes gevaren door de stoomboot met aan boord een leger aan Zwarte Pieten. Vanaf de havenkade werd het veelkoppige publiek vermaakt door Jenny en Monique Smit.
Om 17.30 uur meerde de stoomboot aan en stapte burgemeester Sievers aan boord om Sinterklaas te verwelkomen. Hierna liepen Sint en de Pieten over de Haven en Brugstraat richting Jozef, waar het paard van de Sint Nicolaas, Amerigo, klaarstond voor een rondtocht door Volendam. Ook langs de route stonden duizenden belangstellenden om Sinterklaas welkom te heten. Het werd weer een onvergetelijk mooie intocht van de Sint.

Fotogalerij

Prachtige Sinterklaasintocht in Edam

Zondagmiddag om 14.00 uur was het bij de Kettingbrug en langs de Nieuwehaven in Edam een drukte van belang. Langs de kade stonden honderden kinderen en hun ouders vanwege de intocht van Sint Nicolaas. Door de Pepernotenband werden gezellige deuntjes gespeeld en ook de Drumband Edam liep al spelend langs de haven. Voorafgegaan door de Kanopieten, kwam de Pakjesboot binnenvaren, met voorop de Kaaskapel in een bootje.

Toegezwaaid door de vele kinderen meerde de Pakjesboot af aan de Schepenmakersdijk. Daar stapte Sint Nicolaas met de Hoofdpiet aan wal en nam plaats in een koets voor een rondgang door het centrum van Edam. Het eindpunt was het Damplein, dat bomvol stond en waar Steven Boegem de kinderen toesprak en de Pepernotenband voor een gezellig sfeertje zorgde.
De Goedheiligman werd op het bordes van het Stadhuis welkom geheten door burgemeester Lieke Sievers. Samen met de vele kinderen werden nog wat Sinterklaasliedjes gezongen en de Pieten deelden vele mopjes uit.

Fotogalerij

Sfeervolle Sint-intocht in Oosthuizen

Zaterdag om 17.30 uur stonden veel kinderen en ouders in de Raadhuisstraat te Oosthuizen te wachten op de komst van Sint Nicolaas. Er werden enkele Sinterklaasliedjes gezongen. Plots kwamen er een tiental Zwarte Pieten aanlopen, die fraai verlicht waren. Zij deelden pepernoten uit aan de kinderen.

Even later kwam Sint Nicolaas, staande in een kleine FIAT-auto, aanrijden. De Goedheiligman werd begroet door burgemeester Lieke Sievers. Daarna werd een Sinterklaaslied gezongen en volgde er een optocht van een lange stoet naar de Grote Kerk.
In de prachtig versierde Grote Kerk van Oosthuizen waren er verschillende activiteiten voor de kinderen te doen. Samen met de Pieten konden kadootjes ingepakt worden, er waren spelletjes, kleurplaten konden ingekleurd worden en Sint Nicolaas zat op zijn zetel en hier konden de kinderen op de foto gaan met Sint en Piet. Tevens werden in de kerk snoepzakken aan de jongens en meisjes uitgedeeld. De Sinterklaasintocht werd druk bezocht en duurde tot 20.00 uur.

Fotogalerij

Jubileum met vijftigste editie ‘One way wind, the magazine’ n

Schatbewaarders verdienen erkenning

Ze waken over ons culturele erfgoed. Brengen verleden, heden en de toekomst van de plaatselijke muziek bij elkaar in hun magazine ‘One way wind’, dat drie keer per jaar verschijnt. In de vijftien jaar dat Johan Tol en Michel Veerman ziel en zaligheid erin stopten, heeft het kleurrijke blad inhoudelijk en qua uiterlijk gewonnen aan diversiteit. ‘One way wind’ is een begrip geworden, maar verdient absoluut een betere leesdichtheid. De makers verdienen meer leden.

In Volendam durven laten zien dat je ergens idolaat van bent, dan ben je toch wel ‘apart’. Waren er maar meer mensen, die zo voor hun passie durven uit te komen. In het zelf verzamelde en ingerichte ‘Cats Museum’ kan het Volendamse duo verhalen vertellen zodat je aan de lippen hangt. Op de achtergrond van de bovenverdieping van de loods draait op een tv-scherm het afscheidsinterview dat hun helden in 1974 gaven. In een hoekje staat het barretje uit de oude woning van drummer Theo Klouwer.
Voorliefde
Vanuit hun voorliefde voor The Cats trokken Johan en Michel het breder en maakten ‘One Way Wind, de geschiedenis van de Palingsound’, het boek waarvoor zij later onderscheiden zouden worden. Naderhand ontstond het idee om die geschiedschrijving voort te zetten en in het magazine te verpakken.
Artiesten van toen en nu passeerden de revue op papier, ondertussen werd de website gelanceerd en richtte het tweetal een eigen platenlabel – Paso Records – op, om Volendamse muzikanten een kans te geven liedjes uit te brengen. Zoals ze in de afgelopen jaren het album van Specs en Alasca mede mogelijk maakten, een cd-box van Piet Veerman en van The Cats realiseerden. En zoals komende week een ‘Tribute to Cees Poes’ het licht zal zien, een cd waarop familieleden odes aan Cees brengen.
Johan: ,,De rode draad is altijd het promoten van de Volendamse muziek geweest.”
Michel: ,,We hebben jarenlang alles zelf gedaan, dat ging geheel ten koste van onze eigen vrije tijd. Daarop hebben we na enkele jaren besloten andere mensen te vragen om iets te doen. Zoals Jennifer Sier, die de tien geboden aanpakt om een Volendamse artiest aan de tand te voelen, Mitchel Burger met Andere Tijden, Jan Koning met een Tribute. En zo ontstonden er ook vaste rubrieken, als die van muziekliefhebber Ton Derksen, een soort van Leo Blokhuis. Albert Veerman, die een lekker gerecht koppelt aan muziek en Fred de Boer doet dat met wijn. Daardoor is het blad een rijker magazine geworden.”
,,Als je mij tien jaar geleden had gezegd dat we ook een eet- en wijnrubriek zouden hebben, dan had ik je uitgelachen. Maar het is echt leuk geworden.”
Johan: ,,Het is elk jaar een verrassing of we door kunnen. Ik weet niet of we in juni volgend jaar nog bestaan.”
Michel: ,,Je blijft afhankelijk van adverteerders en abonnees. Het gaat economisch beter en we hopen dat de mensen die bij ons zijn, ook willen blijven. Maar het is geen winstgevende zaak.”
,,We kiezen bewust voor mooie fotografie en mooi drukwerk. Alle beetjes die we overhouden, investeren we weer in muzikale producten van Volendamse bodem.”
Johan: ,,Dat we dat steunen, dat zijn ook dingen die op ons eigen wensenlijstje staan.”
Michel: ,,Zoals gezegd hebben we tegenwoordig een groep medewerkers, maar het moet nog steeds van ons twee komen. Een muziekblad als Soundz, daar zit zo’n grote ploeg achter die daar aan werkt. Wij hebben gewoon onze baan als schilder en bij de woningbouw.”
Johan: ,,Het is Michel’s taak om de dertien mensen te mobiliseren. Content voor het magazine, dat is nooit een probleem geweest. Eerder een luxeprobleem. Bij het voorlaatste nummer hadden we voor het eerst dat we dachten: hebben we wel wat? Vervolgens druppelde alles binnen in twee weken tijd en moest er zelfs wat worden opgeschoven, want dat konden we niet kwijt. Het is nog nooit voorgekomen dat we op het moment van drukken tekort kopij hadden.”

‘De rode draad is altijd
het promoten van de
Volendamse muziek geweest’

De gastcolumnisten hebben lokaal en nationaal een naam. Michel: ,,Ik wilde die mensen ook privé ontmoeten en zo kom je in contact met hele bijzondere mensen. Met comedians, muzikanten, documentairemakers, maar ook hoofdredacteuren van de grote muziekbladen. Ons netwerk is enorm gegroeid.”
Wat ze uit liefde maken, wordt gewaardeerd, maar ze zien dat (nog) niet terug in het aantal leden. Johan: ,,Op Volendam heb je bepaalde verenigingen zoals Oud Volendam, die steun krijgen van het publiek, omdat ze de geschiedenis in woord en beeld brengen. Ik steun zo’n blad ook, niet alleen omdat ik graag over de geschiedenis lees, maar ook zodat het kan blijven staan. Eigenlijk vallen wij ook in die categorie. Wij doen dat met de muzikale geschiedenis. Het boekje van Oud Volendam ligt bij iedereen op de tafel en dat zou voor ons magazine eigenlijk ook moeten gelden, voor twee kwartjes per week. Ik begrijp niet dat er nog mensen zijn die vragen: kun je daar lid van worden?”
Michel: ,,Wetende dat alle bladen onder druk staan, zijn wij blij met iedereen. Maar je voelt wel: als wij stoppen, dan is het afgelopen met het vastleggen van de Volendamse muziekgeschiedenis. Terwijl het cultureel erfgoed wel zeer diep geworteld zit. Dat geeft ook een soort morele verplichting, om door te gaan.”
Johan: ,,Maar heel eerlijk, als ik wel eens naast mezelf ga staan, denk ik: jij bent wel gek. Wat wij er allemaal voor doen.”
Michel: ,,Er is ons wel eens verweten dat we te positief zijn in het magazine. Wij willen gewoon enthousiast zijn over beginnende bandjes en muzikanten. Ik ben Volendammer en dan mogen wij best met bravoure brengen als iemand aan de weg wil timmeren.”
Internationaal tintje
Johan: ,,De vijftigste editie is een speciaal nummer geworden en had ook een internationaal tintje moeten krijgen. We hadden afspraken staan – of pogingen daar toe – met artiesten als Steve Earle, Joe Satriani en Ian Matthews. In een ontmoeting met Frank Bond van Alasca. Maar om uiteenlopende en begrijpelijke reden kwam het er nog niet van. Steve heeft ons beloofd dat hij alsnog komt, wanneer hij in Nederland is. Dat zal niet binnen een jaar zijn. Dus we moeten zeker nog even doorgaan.”
Michel: ,,Bepaalde momenten, gebaren van artiesten, hebben een onuitwisbare indruk gemaakt. Bijvoorbeeld toen Cees Veerman (poes) naar Indonesië vertrok, wij contact met hem zochten en hem op de avond voor zijn vertrek op het Marinapark, waar hij toen was ingetrokken, mochten spreken. Dan maak je nog een foto en vervolgens zie je elkaar nooit meer. Dat was toch wel emotioneel. Eén van jouw grote helden gaat weg en ik wist: dit is het, Cees gaan we nooit meer terugzien. Tja, zo hebben we door de jaren heen hele mooie mensen mogen ontmoeten en gesprekken mogen beleven.”

 

Fotogalerij

Topmodel Diana Zwarthoed keert terug in Volendam en opent make-up studio in Marinapark n

De cirkel is rond

Na een meer dan interessante periode buiten haar geboortedorp is Diana Zwarthoed sinds twee jaar terug op de plaats waar het voor haar allemaal begon: Volendam. Met twintig jaar internationale ervaring als allround make-up artist in haar rugzak, is het 46-jarige model onlangs gestart met een eigen make-up studio in het sfeervolle Marinapark. Daar geeft ze onder meer workshops en masterclasses en verzorgt ze haarstyling en make-up voor bruiden. Dat alles doet ze naast haar werkzaamheden op locatie, voor bijvoorbeeld fotoshoots. Haar belangrijkste doel? ,,Mensen de mooiste versie van zichzelf laten zijn.”

Ze reist nog steeds het hele land door en is af en toe in het buitenland voor bijzondere klussen, zoals eind vorige maand in Parijs en Gent. De ene dag wordt ze geboekt als fotomodel. De andere dag verzorgt ze de make-up en haarstyling voor een fotoshoot, modeshow of televisieprogramma.

‘Op sociale media wordt vaak een
perfecte wereld
geschept, terwijl
niemand perfect is’

Diana werkte als make-up artist reeds voor onder andere Levi’s, Diesel, De Bijenkorf, Hitkrant en SBS. ,,De afgelopen tijd heb ik vooral veel met fotoshoots en televisie gedaan”, vertelt ze onder het genot van een kopje thee in het Damhotel. ,,Totdat ik vorig jaar de dochter van mijn vriend opmaakte tijdens een workshop die ik haar gaf. Ik merkte dat ik dat echt had gemist. Het blijft namelijk onbeschrijflijk mooi om mensen dat ‘wauw-gevoel’ te geven als ze na een styling in de spiegel kijken.”
Het opmaken van acteurs, artiesten en modellen vindt ze naar eigen zeggen ook nog steeds fantastisch en daar blijft ze voor te boeken. ,,Het is een goede manier om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. De collega’s met wie ik samenwerk, zien elkaar niet als concurrenten en we wisselen regelmatig kennis uit op het gebied van make-up producten of trends.”
Kleuren
Voor Diana is het runnen van een make-up studio niet nieuw. Tot 2016 woonde ze ruim zes jaar in Beieren. Daar was ze een gevestigde naam voor aansprekende partijen. In Duitsland deed ze in feite alles wat met make-up te maken heeft. Van workshops voor kleine en grote groepen tot make-up voor speciale gelegenheden als gala’s, sollicitaties, trouwerijen en fotosessies. ,,De studio in Volendam is voor mij het vervolg op wat ik in Beieren heb gedaan”, zegt Diana. ,,Ik wil hier mijn kennis en ervaring delen. Onafhankelijk advies geven, om mensen te helpen zichzelf mooier, zelfverzekerder en dus beter te voelen. Dat ze de rest van hun leven profijt hebben van de lessen die ik ze heb mogen geven. Los daarvan is zo’n workshop of masterclass ook gewoon heel leuk en gezellig om samen met vriendinnen, zussen of collega’s te doen.”
Het aanbrengen van make-up is niet voor niets een vak. Een aantal zaken moet je weten voordat je aan de slag gaat. Diana: ,,Een van de belangrijkste vragen is: welke kleuren passen het beste bij jou? Iedereen heeft een verschillende ondertoon en kleur huid en het is de eerste stap om daar de juiste kleuren, zoals bijvoorbeeld van een foundation, bij te zoeken. Anders kan het er al snel uitzien alsof je héél veel make-up draagt, terwijl dat misschien niet eens zo is. De kunst is om het zo aan te brengen dat het er natuurlijk uitziet. Tenzij je van een heel uitgesproken make-up houdt natuurlijk. Dan speel ik daarop in.”
Onzekerheid
Verder spelen ook de techniek en productkeuze een sleutelrol. Diana, die zelf al jarenlang het merk ‘Make-up Studio Professional’ gebruikt, kan daarbij per individu het beste advies geven. Ze werkte in de afgelopen twintig jaar samen met vrouwen van alle leeftijden en etnische groepen, allemaal met persoonlijke wensen. ,,Wat ik zelf het mooiste vind, is als klanten na de sessie zijn gegroeid qua zelfvertrouwen en meer de focus leggen op hun sterke en mooie kanten. Maar ook dat ze de angst, die vaak bestaat voor make-up, hebben losgelaten”, vertelt ze. ,,Het lijkt misschien niet zo, maar veel vrouwen zijn vrij onzeker. Vooral jonge vrouwen. De sociale media van tegenwoordig dragen daar zeker aan bij. Daarin wordt vaak een perfecte wereld geschept, terwijl niemand perfect is.”
De studio van Diana is gevestigd in kapsalon GLAM en is van dinsdag tot en met zaterdag geopend. Workshops, proefsessies met bruiden en persoonlijk make-up advies zijn in de regel op afspraak. Dat kan ook weleens in de avonduren of in het weekend zijn. ,,Mijn ruimte is altijd open tijdens de openingstijden van GLAM. Dus als mensen willen langskomen voor een bepaald product en ik ben toevallig op locatie aan het werk, kunnen ze dat gewoon kopen”, verzekert Diana.
Kaapstad
Haar interesse voor make-up en haarstyling is ontstaan tijdens haar werk als internationaal fotomodel. Als jong meisje droomde Diana al van een baan waarin ze haar creativiteit kon uiten, veel zou reizen en steeds met andere personen zou samenwerken. ,,Ik had nooit kunnen bedenken dat ik al deze dromen ooit zou waarmaken binnen één beroep. Daarom durf ik gerust te zeggen dat mijn werk mijn grootste passie is.”
Ze was al op jonge leeftijd een populair fotomodel en woonde voor haar werk onder meer in Parijs. Tien jaar geleden speelde ze de hoofdrol in het tv-programma Het Mooiste Meisje van de Klas, waarin ze terugblikte op die tijd. Acht jaar terug bracht de liefde haar naar Beieren. De relatie met haar toenmalige vriend is uiteindelijk gestrand, maar Diana bleef desondanks nog een paar jaar in de Duitse deelstaat wonen. ,,Ik had daar mijn leven, vrienden en werk. En ik ben wel iemand die er alles aan doet om te slagen als ik ergens voor ga. Ik had in Duitsland een goede klantenkring opgebouwd. Dat laat je niet zomaar achter.”
Totdat ze een paar jaar geleden voor enkele maanden naar Zuid-Afrika reisde, nadat ze was benaderd door een modellenbureau in Kaapstad. Daar ging een wereld voor haar open. ,,Nadat ik twintig jaar niet meer alleen op reis was geweest, waagde ik een sprong in het diepe. In Duitsland deed ik op dat moment veel bruidsmake-up en dat seizoen loopt van midden april tot oktober. In Kaapstad loopt het modellenseizoen van begin oktober tot eind maart, dus dat liep precies in elkaar over. Ik kon het mooi combineren.”
Volendam
In Kaapstad werd ze veelvuldig met zichzelf geconfronteerd. ,,Ik was altijd erg bezig met mensen om mij heen. Als het met hen maar goed zou gaan. Nu moest ik echt voor mezelf kiezen. Dan kom je jezelf wel af en toe tegen. Los daarvan ontmoette ik een aantal prachtige mensen. Toen ik terugkwam in Duitsland, begon ik steeds meer te voelen dat Beieren eigenlijk helemaal niet meer bij mij paste. Alles is daar heel gestructureerd en serieus, terwijl ik juist hou van flexibiliteit, gezelligheid en humor. Als ik mijn toenmalige vriend niet was tegengekomen, zou Beieren ook nooit in me zijn opgekomen als plek om naartoe te verhuizen. De liefde heeft mij er toentertijd heengebracht.”
Het betreffende gevoel werd sterker naarmate ze nog twee keer terugging naar Kaapstad. Alles bij elkaar heeft ze een jaar doorgebracht in Zuid-Afrika. ,,Ik heb er ook heftige dingen meegemaakt, waaronder het ernstig ziek worden en, kort na terugkeer in Duitsland, overlijden van een zeer inspirerende vrouw bij wie ik maandenlang heb gewoond. Tussen ons is een heel bijzondere vriendschap ontstaan. De gesprekken met haar hebben mij er mede toe bewogen om terug te gaan naar Nederland. Zo’n beslissing maak je niet van de ene op andere dag, omdat ik toch een heleboel moest achterlaten in Duitsland. Maar ik heb er nog geen seconde spijt van gehad.”

‘Al die oude bekenden
die ik weer tegenkom,
lekker wat drinken
met vrienden
op de dijk’

Ze woont nu alweer twee jaar in Volendam. ,,Het was mijn aanvankelijke bedoeling om weer in Amsterdam te gaan wonen, maar ik vind het nu zo gezellig hier. Al die oude bekenden die ik weer tegenkom, lekker wat drinken met vrienden op de dijk. Als je jarenlang erg veel alleen op pad bent geweest, waardeer je dat soort dingen des te meer. Ik ben hier voorlopig op mijn plek.”
Qua werk heeft ze ook weinig reden tot klagen. De klussen stromen weer binnen. ,,En het zijn vooral mooie opdrachten. Daar ben ik erg dankbaar voor. De mensen die ik mag ontmoeten en blij mag maken, het reizen door Europa… Ik voel me bevoorrecht dat ik datgene heb gevonden waar ik blij van word. Natuurlijk is het ook in dit vak lang niet altijd rozengeur en maneschijn, begrijp me niet verkeerd. Maar in grote lijnen vind ik het geweldig. Wat mij betreft is de cirkel rond.”
Kijk voor meer informatie over tarieven en contactgegevens op www.dianazwarthoed.studio

Foto: Diana Zwarthoed in haar make-up studio in het Marinapark Foto Tess Evenboer Photography

Fotogalerij

Weerman Paulusma brengt ijsmeester Kaspers in vervoering met uitspraken over strenge winter n

Duimen voor een nieuwe Gouwzeetocht

Sinds weerman Piet Paulusma voorspelde dat er een steenkoude winter aan zit te komen, is schaatsminnend Nederland al handenwrijvend aan het aftellen. De verslaggever van Nieuw-Volendam bracht een bezoek aan Jaap Kaspers (70), de nieuwe ijsmeester van de befaamde Gouwzeetocht. Ook hij is ietwat opgewonden geworden door de verrassende uitspraken van Paulusma. Gaat het na ruim twintig jaar dan eindelijk weer eens gebeuren, schaatsen op dat iconische natuurijs?

Een druilerige maandagmorgen op Marken. Jaap Kaspers, de man die in het verleden veelvuldig meedeed aan lange schaatstochten op natuurijs, zit al klaar in het clubhuis. ‘Laat maar komen’, was zijn eerste gedachte toen hij Piet Paulusma hoorde praten over een mogelijk strenge winter. ,,Ik hoop dat hij deze keer gelijk krijgt”, steekt Kaspers van wal. ,,Allemaal leuk en aardig, maar het blijft natuurlijk koffiedikkijken. Ik heb tijdens de zomer wel constant gezegd: als je dat weer vanuit het noorden straks ook tijdens de winter hebt, dan hebben we hem te pakken.”

‘Nou, dan gebeurt
er wat met je, hoor.
Dat is zo ongelooflijk
kicken, jongen’

Iedere winter is anders, Kaspers weet er alles van. ,,Een goede winter begint vaak eind november. Ik weet het nog van 1962 en 1963. Half november begon het toen in de nacht al een beetje licht te vriezen. In december lag alles helemaal dicht. Dat is natuurlijk het ideaalplaatje.”
Vorig jaar heeft de ijsbaan op Marken ook viermaal heel mooi dicht gelegen. ,,Maar eind februari vroor het pas echt door en toen waaide het erg. Met hangen en wurgen hebben we de baan nog één weekend open gekregen. Toen heb ik nota bene nog m’n pols gebroken. Ik dacht: effe een uurtje rijden. Maar in de bocht ging ik onderuit en ving ik mezelf op met m’n polsen. Balen!”
IJsdikte
Stel dat Paulusma gelijk krijgt met zijn voorspelling, dan ligt voor Kaspers een belangrijke taak weggelegd. Hij is medeverantwoordelijk voor het meten van de ijsdikte en het uitstippelen van een mogelijke route. ,,Wij houden ons aan de richtlijnen van schaatsbond KNSB”, garandeert de ervaren ijsmeester. ,,Twaalf centimeter is het minimum. Dat moet je op verschillende plaatsen meten, want de dikte van natuurijs kan nogal uiteenlopen.”
Waar het tienkoppige bestuur van de Gouwzeetocht ook rekening mee moet houden, is dat er waarschijnlijk uitzonderlijk veel rijders komen schaatsen zodra er fatsoenlijk ijs ligt. ,,Vroeger ging dat om vijfhonderd mensen, vandaag de dag zijn het er duizenden”, weet Kaspers. ,,Ze komen met massa’s tegelijk uit alle hoeken van het land, met een rugzak op hun rug alsof ze veertien dagen op reis gaan. Aan de ene kant is dat prettig. Het geeft toch een soort voldoening en je kunt door middel van je koek en zopie nog wat centen verdienen voor je ijsvereniging.”

‘We zagen er niet uit, joh.
Ik zat zelf ook
onder het bloed.
Echt een verschrikking’

Aan de andere kant is het ook risicovol, omdat veel mensen al het ijs opgaan vóórdat de baan officieel is geopend. ,,Ik snap dat wel, maar het is ook levensgevaarlijk. Ik hoop van harte dat de schaatsers wat dat betreft hun verstand gebruiken. Je riskeert daarmee niet alleen je eigen leven, maar ook dat van de mensen die mogelijk in actie moeten komen om de boel te redden.”
Fakkeltocht
Ondanks zijn harde val op het ijs in de vorige winter, twijfelt Kaspers geen moment als hem wordt gevraagd of hij de ijzers onderbindt als het straks weer zover komt. ,,Dan ga ik de tocht natuurlijk ook maken. Dat blijft gewoon prachtig. Ik heb het één keer meegemaakt dat de Gouwzee echt als een spiegel dichtvroor, met ge-wel-dig ijs. Nou, dan gebeurt er wat met je, hoor. Dat is zo ongelooflijk kicken, jongen. Dat kan ik je niet uitleggen.”
Om over de fakkeltocht in 1963 over diezelfde Gouwzee maar te zwijgen. In het Waterlands Archief is te lezen dat de gebeurtenissen van die bewuste zaterdag 23 februari ongekend bijzonder waren. Voor acht uur in de morgen stonden op alle wegen in Waterland al enorme files. In een extra radio-uitzending op beide Hilversumse zenders werd automobilisten ten sterkste afgeraden naar Monnickendam te rijden, omdat er geen doorkomen aan was.
Uiteindelijk waren er ruim 40.000 mensen aanwezig op de Gouwzee. ,,Alle cafés en restaurants puilden uit van dorstige en hongerige schaatsers en toeschouwers”, weet Kaspers nog. ,,Na afloop werd er op het ijs een spetterend vuurwerk afgestoken. Het was een fantastisch gezicht voor alle mensen die daarbij aanwezig waren. Nu zou dat haast niet meer kunnen. Dat zou dan echt levensgevaarlijk worden. Jammer, want zo’n tocht vergeet je nooit meer.”
Anekdotes
Kaspers was een jaar of zes toen hij zelf aardig kon schaatsen. ,,Ik woonde toen nog in Amsterdam-Noord”, blikt hij terug. ,,Daar had je De Breek, achter Schellingwoude. Ik heb het uit mezelf geleerd, met een beetje hulp van m’n vader. Dat hele schaatsen doe je puur op gevoel, joh. Na een poosje oefenen denk je op een gegeven moment: verrek, het gaat, het glijdt.”
Hij kan inmiddels wel een boek volschrijven met anekdotes over schaatstochten die hij zelf maakte, waaronder een aantal Alternatieve Elfstedentochten in onder meer Oostenrijk, Polen en Canada. ,,In 1984 waren we in Ottawa. Ik weet het nog als de dag van gisteren. We hebben daarvoor zelfs nog getraind in de diepvries in Monnickendam. Zaten we op een hometrainer, in 25 graden onder nul. Op een gegeven moment begon het vet te bevriezen en konden we amper nog trappen. Koud was het daar, man. Maar we waren wél goed voorbereid.”

‘Hing opeens mijn maatje
aan de lijn.
De Elfstedentocht gaat door,
schreeuwde hij’

Alhoewel, dat dachten ze. De kwaliteit van het natuurijs op de Ottawa Rivier was niet bepaald om van te watertanden. ,,Het was sowieso een wereldreis voor ons. We hadden nog nooit gevlogen. Toen we er eenmaal waren, zagen we allemaal zand op het ijs liggen. Onze schaatsen waren al na drie kilometer zowat kapot. Ik ben verschillende keren op m’n kanis gegaan. Eén keer was ik zelfs even out. Werd ik wakker en wist ik niet meer waar ik was.”
Zelden waren Kaspers en consorten zó moe na afloop van 200 kilometer schaatsen. Peter Bond uit Volendam was er ook bij, herinnert hij zich. ,,We zagen er niet uit, joh. Ik zat zelf ook onder het bloed. Echt een verschrikking. Na afloop hebben we wel anderhalf uur in het zwembad gezeten op de veertiende verdieping van ons Hilton hotel, om een beetje bij te komen.”
1985
Een jaar later ging de reis naar Polen, wederom voor een Alternatieve Elfstedentocht. Het was medio februari. De Nederlandse schaatsers zouden om half acht ’s avonds vliegen en hadden voorafgaand aan de vlucht nog gebeld met de organisatie van de Elfstedentocht in Nederland. Het was in die periode immers stevig aan het vriezen. Er waren geruchten dat het na 22 jaar misschien wel weer tot een Elfstedentocht zou komen. Maar, zo zeiden de organisators, Kaspers en zijn kompanen konden veilig naar Warschau afreizen. Het zou zo’n vaart niet lopen.
,,Op een gegeven moment kwamen we aan in ons hotel. En toen ging opeens de telefoon. Hing mijn maatje aan de andere kant van de lijn. De Elfstedentocht gaat door, schreeuwde hij. Ik wist niet wat ik hoorde. ‘Ik kom meteen naar Nederland’, zei ik terug. ‘Al moet ik lopend’.”
Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. ,,Mijn vrienden zijn ’s nachts voor het koffiehuis in Amsterdam gaan liggen om kaarten te regelen. M’n vrouw reed heen en weer met koffie, broodjes en soep. Wij zijn met spoed naar het KLM-kantoor in Warschau gegaan. Met veel pijn en moeite kregen we het voor elkaar om een vlucht naar Amsterdam te regelen.”
Eenmaal in de Coentunnel kreeg zijn Opel City last van ouderdomsproblemen. De auto stopte ermee. ,,En dat terwijl wij dus ontzettend veel haast hadden”, vertelt Kaspers alsof hij het weer herbeleeft. ,,Thuis stond al een pan met macaroni klaar, zodat we snel konden eten en daarna zouden we doorrijden naar Friesland. Daar hadden we slaapplekken geregeld. Maar door die autopech liep het dus allemaal anders. Ik ben snel naar een verhuurbedrijf in Amsterdam-Noord gegaan. Eén probleempje: al mijn geld zat in die vlucht naar Amsterdam. Ik had geen kwartje meer in mijn zak. Gelukkig zei die verhuurder al snel dat het goed zou komen. Zo geschiedde.”
Zijn vrouw reageerde ietwat verbaasd toen haar man opeens in een vreemde auto kwam aanrijden. Maar Kaspers had geen tijd om het hele verhaal uit te leggen. Hij moest zo snel mogelijk naar Friesland. De tijd begon te dringen. ,,Uiteindelijk zaten we daar met veertien man in een kamer. Eén grote bult mensen. Rond een uur of drie ’s nachts waren we alweer op pad en vier uur later gingen we van start. Het was pikdonker, joh. En het mooiste van alles was nog: ik was deelnemer nummer 15.998 van de ruim 16.000. Mijn vrouw had me nog nét op tijd kunnen inschrijven. Ik had dus vreselijk veel mazzel. Het jaar daarna verliep een stuk soepeler.”
It giet oan
In totaal reed Kaspers drie tochten der tochten. De laatste was in 1997. De meeste mensen die deze bewust meemaakten, hebben hem nog op het netvlies staan. Er was al elf jaar lang geen Elfstedentocht meer gehouden. Na dagenlange vorst staken de rayonhoofden op 2 januari de koppen bijeen voor de vergadering van de Vereniging der Friesche Elfsteden. Na de bijeenkomst gaf voorzitter Henk Kroes om 11.17 uur het verlossende antwoord met de historische woorden: It giet oan! Oftewel: het gaat door.

‘Ik was deelnemer
nummer 15.998
van de ruim 16.000’

Nog dezelfde dag waren alle hotelkamers in Leeuwarden bezet. Anderhalf tot twee miljoen mensen werden in Friesland verwacht. Voor het in beeld brengen van de heroïsche schaatswedstrijd, zette de NOS vierhonderd medewerkers langs de route, met onder meer zeventig camera’s. De tocht was te volgen tot in de Verenigde Staten en Japan.
Kaspers: ,,Voor mij kwam deze vrij onverwacht. We hadden net drie dagen lopen pimpelen rond de jaarwisseling. En toen op 2 januari hoorden we opeens ‘It giet oan’, weet je wel. Maar ik heb geen moment getwijfeld. Het ging nog best aardig ook.”
Draaiboek
Memorabele momenten genoeg. Hoe mooi zou het zijn als we komend jaar weer nieuwe herinneringen kunnen maken? Kaspers en consorten zijn hoe dan ook klaar voor een mogelijke Gouwzeetocht. Het draaiboek ligt al bij de gemeente. ,,Aan ons zal het niet liggen”, garandeert de ijsmeester, die onderhand al dertig jaar op Marken woont. ,,Idealiter is de Gouwzeetocht twintig kilometer. Dan kom je dus langs Marken, Volendam en Monnickendam. Dat wordt echt imponerend, hoor. Laten we met z’n allen duimen dat Paulusma gelijk heeft.”
Het aftellen kan beginnen…

Foto: Jaap Kaspers ijsmeester van de Gouwzeetocht kan een boek volschrijven met anekdotes over zijn eigen ervaringen met schaatswedstrijden.

Uit vervlogen tijden. Schaatsen op de Gouwzee. Foto-ansichtkaart: Marker Museum.

Foto’s-ansichtkaarten: Schaatshistorie.nl

Foto Gouwzee: fotograaf onbekend

 

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?