Onderzoeker Ina Koning wil terugdringen alcoholgebruik opnieuw agenderen
‘Als ouder kun je een verschil maken’
Wetenschapper dr. Ina Koning had gemengde gevoelens bij het kennisnemen van de onderzoeksresultaten over het alcoholgebruik van jongeren. Aan de ene kant is het positief dat minder 15- en 16-jarigen drinken. Aan de andere kant baart het zorgen dat er juist meer 12- en 13- jarigen dat doen dan voorheen. De onderzoekster vindt het belangrijk dat het LEF-programma weer een nieuwe start maakt. Het lijkt erop dat dit eerder al effect sorteerde. Uit omvangrijk onderzoek blijkt dat de rol van ouders groot is bij het terugdringen van vroeg beginnen met drinken, maakt zij duidelijk. Meer regels stellen zou bijvoorbeeld kunnen werken.

Door: Laurens Tol
,,Mijn hele drijfveer is dat ik wil dat mijn kinderen in een gezonde omgeving opgroeien”,, begint de wetenschapper van de VU Amsterdam. ,,Daarom ben ik überhaupt dit onderzoek gaan doen. In 2002 begon ik samen met anderen ‘Stichting Gezonde Toekomst’. Daarmee startten we al met vragenlijsten af te nemen en voorlichtingsavonden voor ouders te organiseren. Die gingen over het delen van kennis over alcohol, waarna ze zelf hun keuzes konden maken over hoe ermee om te gaan. Dat liep gelukkig enorm goed.”
"Vaak zeggen ouders: ‘Maar met mij is het ook goed gekomen’. Maar iedereen kan ook voorbeelden opnoemen van waar het slecht mee is afgelopen"
Konings betrokkenheid bij dit thema groeide door bovengenoemde activiteiten. Het was in eerste instantie niet meer dan een hobby. In 2006 veranderde dit. Toen kon zij beroepsmatig aan de slag met het onderwerp. ,,Op dat moment zou er een promotietraject gaan starten dat precies hierover ging. Het ging over de effectiviteit van een interventie, waarbij je ouders informeert, over de gevolgen van alcohol en wat zij eraan kunnen doen. Ook lieten we jongeren lessen volgen van het Trimbos-instituut. Het uitstellen van het drinken was daarvan het doel. En de ouderavonden in combinatie met de lessen voor leerlingen kon effectief het beginnen met drinken uitstellen. We hebben die activiteiten steeds afgezet tegen een controlegroep met mensen die dit allemaal niet meekreeg. Hieraan deden 3600 jongeren en ouders mee, verspreid over het hele land.”
Opzienbarend genoeg was dit het eerste onderzoek waar ouders bij werden betrokken. Tot die tijd spitste het zich uitsluitend toe op de jongeren zelf. Ouders blijken zeer weinig onderling contact te hebben over het onderwerp alcohol. Vandaar ook dat onderzoeker Koning hen hierover toesprak tijdens algemene ouderavonden. Er is onder opvoeders sprake van een sterke groepsdruk die hen ertoe brengt om hun kinderen eerder alcohol mee te geven, ziet Koning. Zij willen namelijk dat hun kroost bij de groep blijft horen, terwijl het volgens de wetenschapper in de praktijk vaak beter is om toch aan je eigen regels vast te houden. Het gevreesde ‘er niet meer bij horen’ kan volgens haar uiteindelijk beter uitpakken als het kind een voor hem of haar betere vriendengroep vindt.
Al eerder stelde men vast dat er door jongeren in Edam-Volendam een stuk meer gedronken wordt dan gemiddeld in Nederland. Daar is ‘ruimte voor verbetering’, vindt Koning. Mede daarom startte het LEF-programma, dat in 2019 echt begon. De maatschappelijke discussie die daarvoor al startte had positieve effecten, stelde zij vast.
,,We zagen in het begin al veranderingen, vooral in de heersende normen. Dat schreven wij toe aan de media-aandacht die er was voor het programma naar IJslands voorbeeld. Niet voor iedereen was dat positief, maar er wel ging wel iets leven onder de bevolking. Dit zagen wij terug in de cijfers van de wat oudere groep van 15- en 16-jarigen. Zij zaten in de lichting die al meer merkte van bijvoorbeeld extra handhaving bij de kroegen.”
Uit de vorige week gepresenteerde cijfers blijkt dat er nu minder 15- en 16-jarige drinkers zijn dan in eerdere generaties. Dit kan toe te wijzen zijn aan de eerder georganiseerde LEF-activiteiten. ,,Dat is wat ik hier uithaal: het is niet voor niks geweest. We kunnen dit zeggen, omdat we jongeren uit Enkhuizen als controlegroep hebben gebruikt. Daar zie je deze ontwikkeling niet. Het onderzoek vindt plaats door middel van vragenlijsten die de jongeren invullen op school, waar toestemming voor ouders nodig is. Niet alle ouders geven dit, sommigen vergeten om dit te doen. Ze zouden het onderzoek kunnen helpen als zij dit wel doen.”
Eerste glas
In de coronajaren zijn de jongste groepen meer gaan drinken. Koning denkt dat deze pandemie een zware wissel trok op het leven van jongeren. ,,Die heeft zo’n grote impact gehad op alles en iedereen. Ook op het welzijn van jongeren en ouders, bleek uit cijfers. Ga er maar aanstaan als je je kinderen continu thuis hebt en je daarnaast nog je werk hebt. Toch blijkt nu wel dat met name jonge mensen gelukkig heel flexibel zijn. Uit metingen onder middelbare scholieren blijkt dat de impact van de pandemie bij de meeste leerlingen bijna weg is. Dat neemt niet weg dat er een deel is dat er nog echt wel last van heeft. Al is het maar, omdat sommige kinderen een achterstand opliepen die ze moeilijk meer kunnen inhalen. Het kan zomaar zijn dat het deels toenemende alcoholgebruik een resultaat is van hoe zwaar de coronaperiode was. Zonder met vingers te wijzen, dat vind ik niet eerlijk.”
Vroeger werd het aangemoedigd dat jongeren in de beschermde ouderlijke omgeving leerden kennismaken met alcohol. Dit terwijl het tijdstip van het drinken van een eerste glas volgens Koning bepalend is. Het is volgens haar raadzaam om daar langer mee te wachten. ,,Alcohol is een soort toegang tot andere verdovende middelen. Dat is geaccepteerd en overal verkrijgbaar. Het eerste glas neemt de drempel weg om daarna meer te gaan drinken. Als kinderen vroeger gaan drinken, raken ze sneller uitgekeken op alcohol. Daardoor maken ze eerder de stap naar drugs. Dit blijkt uit veel onderzoeksresultaten. Vaak zeggen ouders: ‘Maar met mij is het ook goed gekomen’. Maar iedereen kan ook voorbeelden opnoemen van waar het slecht mee is afgelopen. Je weet van tevoren niet wie bij die groep hoort. Ik zou mij er hard voor maken om de kans zo klein mogelijk te maken dat het slecht afloopt met je kind.”
"Wat sowieso al eerder start, is hoe je als ouder zelf met alcohol omgaat, welk voorbeeld geef je hierin?"
Volgens de onderzoeker is het belangrijk om al vroeg in de opvoeding te investeren in de relatie met het kind. Dan kunnen de ouders en hun kinderen daar later op terugvallen. ,,Nogal wat ouders laten de opvoeding min of meer los als hun kinderen 12 jaar worden. Zij denken dat ze er niet meer toe doen. Toch blijkt dat het enorm helpt om regels te stellen, dat is heel belangrijk. Natuurlijk kan het niet voorkomen dat ze dan alsnog wel drinken, maar dit blijken ze dan wel minder te doen. Kinderen zijn op zoek naar grenzen, dat hoort erbij. Laat ze dan maar tegen die grenzen van jou als ouder aanlopen en daar overheen gaan, in plaats van dat ze dat op andere manieren doen. Bijvoorbeeld door te experimenteren met drugs. Natuurlijk voorkom je met regels niet alles, maar ze werken wel degelijk. Het is jammer dat veel ouders hier niet in geloven. Daarmee doen ze zichzelf tekort.”
,,Het is eigenlijk heel simpel, maar wij weten dat het heel belangrijk is om tijd door te brengen met je kind. Daarnaast dat je interesse hebt en aansluit bij zijn of haar behoeftes. Dit is wat je in de periode doet voordat je regels voor alcoholgebruik stelt.”
,,Regels werken nog beter als je een steunende relatie met elkaar hebt, als je erover praat en het uitlegt. Je kunt beginnen met het regels stellen voor alcohol als jij als ouder denkt dat het nodig is. Kinderen en hun situaties verschillen namelijk enorm. Wat sowieso al eerder start, is hoe je als ouder zelf met alcohol omgaat, welk voorbeeld geef je hierin? De associatie van alcohol met gezelligheid is bijna onlosmakelijk. Als ouder kun je er een rol in spelen om een ander beeld te laten zien. Dat het een optie is om niet te drinken.”
Het is volgens Koning goed als de grenzen op een gegeven moment opschuiven en de regels minder strikt worden. Dit heeft te maken met het ouder worden, de ontwikkeling van de jongere en het geven van vrijheid dat daarbij hoort. De wetenschapper merkt dat ze met ieder van haar drie dochters op een andere manier afspraken maakt. Kortom, elk kind heeft een aparte benadering nodig die bij hem of haar past. Een ander idee dat Koning aandraagt, is om het op zaterdagavond ook thuis gezellig te maken voor jongeren. Dus bijvoorbeeld door samen naar tv te kijken of een film te huren. Daarbij tekent zij aan dat als ouders zelf op pad zijn, ze deze mogelijkheid niet kunnen creëren.
De vraag kan worden gesteld: hoe nu verder? Koning denkt dat het belangrijk is om de draad weer op te pakken wat betreft het LEF-programma. ,,Wat ik uit de resultaten haal, is dat het werkt wat we toen zijn begonnen. Ik denk dat we een nieuwe start moeten maken, de mensen moeten het er weer over gaan hebben. Het zou niet goed zijn om nu weer een beetje te gaan aanmodderen. Duidelijk is wel dat het niet helpt om alleen de omgeving te veranderen met activiteiten vanuit LEF en controles in de horeca. De ouders spelen áltijd de belangrijkste rol. Als gemeente of andere instantie kun je doen wat je wilt, maar vooral als ouder zijnde kun je een verschil maken.”
Uw reactie