De Bevrijding, deel 1: Max vertelt hartverscheurend oorlogsverhaal
Het is dit jaar precies 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd. Om stil te staan bij deze historische gebeurtenis, vertelt de Nivo oorlogsverhalen van overlevenden uit de gemeente. Amsterdammer Max van der Horst werd geboren in 1934. Zijn jeugd bracht hij door in de Indische Buurt in de hoofdstad, maar inmiddels wonen zijn vrouw Henny en hij al jaren in Volendam. Max beschikt over een fotografisch geheugen, dat hem enerzijds van dienst is doordat hij verhalen van bijna tachtig jaar terug tot in de kleinste details kan vertellen, maar anderzijds tot last is doordat hij ’s nachts nog steeds wakkerschiet door het herinneren van deze details. Ondanks zijn dappere ouders geridderd werden (zijn vader postuum) na de Tweede Wereldoorlog, heeft de goedlachse Amsterdammer nooit eerder willen spreken over wat hij tijdens de Duitse bezetting heeft meegemaakt. Nu de bevrijding haar 75-jarig jubileum heeft bereikt en alle nationale media aandacht aan het onderwerp besteden, komt daar eindelijk verandering in. In twee delen wordt het indrukwekkende verhaal van Max van der Horst in de Nivo gepubliceerd.
Door Kevin Mooijer
Max was zes jaar oud toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. ,,Mijn vader, moeder en ik woonden in de Niasstraat in Amsterdam”, begint hij zijn verhaal. ,,Mijn vader Gerard was automonteur en stond bekend als een handige kerel. Mijn moeder Cornelia was coupeuse en werkte voor een Joodse familie. Ik was enig kind.” Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. ,,De familie waar mijn moeder voor werkte hadden mijn ouders gevraagd of ze bereid waren af en toe te helpen door onderdak te bieden aan Joodse mensen die op de vlucht waren. Ze stemden in.” Tijdens de eerste maanden van de Duitse bezetting bood de familie van der Horst vaak onderdak aan Joodse mensen. ,,Ik herinner me nog goed dat één van de eerste mensen die bij ons binnen werd gehaald een man in zijn eentje was. Hij zag er slecht uit en zei niets. Mijn moeder had net een pan zuurkool gemaakt. Toen ze de pan op tafel zette begon die man zonder iets te vragen ongeremd te eten. Ik vond het maar vreemd en zei tegen mijn vader dat ik het een nare vent vond. Mijn vader zei ‘geeft niet, jongen. Die man heeft al een paar dagen niks gegeten’. Daarna zag ik de ernst van de situatie wel in.” Max heeft tijdens de eerste periode van de oorlog veel soortgelijke gebeurtenissen meegemaakt. ,,Mijn ouders boden onderdak aan veel Joodse mensen, soms zelfs hele gezinnen. Al gauw kwamen ze allebei in het verzet terecht. Dit resulteerde in de arrestatie van mijn vader. Hij werd verraden.”
Op een zaterdag in juni 1941 keerde Gerard van der Horst, na het ophalen van zijn uitkering, niet terug naar huis. ,,Mijn vader had toen de oorlog uitbrak geen baan meer”, legt Max uit. ,,Veel bedrijven staakten noodgedwongen de werkzaamheden, waaronder ook het bedrijf waar mijn vader voor werkte. Dan kwam je dus in aanmerking voor een uitkering van twaalf gulden en vijftig cent per week. ’s Ochtends ging hij de deur uit om zijn uitkering op te halen maar hij kwam nooit terug. Het schijnt dat je in die tijd zeven gulden en vijftig cent kreeg als je iemand verraadde bij de nazi’s. Mijn vader, een verzetslid en een man die Joodse mensen - met gevaar voor eigen leven - de helpende hand bood, werd verraden.”
Heeft u ook een oorlogsverhaal dat u zou willen delen? Of kent u iemand die zijn of haar verhaal zou willen doen? Neem dan contact op met de Nivo-redacteur door te mailen naar: kevin@nieuw-volendam.nl
Uw reactie