Vandaag geopend: 08.00 - 18:15

Van oorlog gevluchte Oekraïners organiseren open huis

Een jaar verder in de Meermin

Afgelopen zaterdag werd in de Meermin een open huis georganiseerd voor mensen uit de omliggende wijken, samenwerkingspartners en donateurs. De Meermin dient inmiddels al bijna een jaar als verblijfplaats voor gevluchte Oekraïners. Door een brede inzet van onze gemeenschap kunnen hier sinds vorig jaar ruim 200 mensen terecht.

Door: Chris Bond

Komende vrijdag is het precies een jaar geleden dat het Russische leger Oekraïne binnenviel. Niet veel later bereikten de eerste Oekraïense vluchtelingen Nederland. In onze gemeente werd binnen ‘no-time’ – met dank aan de inzet van de gemeenschap – voor deze mensen een verblijf ingericht in de Meermin. Afgelopen week werd er een open huis georganiseerd in de verblijfplaats voor gevluchte Oekraïners, om er een leuke dag van te maken voor bewoners en om mensen eens te laten zien hoe het leven eraan toe gaat.

Het werd een sfeervolle middag voor de Oekraïense bewoners en vooral ook voor de kinderen. „Wij zijn een gezinslocatie, dat houdt in dat hier bijna honderd kinderen wonen”, vertelt projectcoördinator Roos van de Poppe. „We hebben voor hen vandaag een speelparadijs opgezet, met een kleine ballenbak, een air-hockeytafel en andere leuke spelletjes.” Ook werden kinderen geschminkt en konden ze samen armbandjes maken. De Oekraïense dames hadden een schitterend buffet op tafel getoverd met allerlei heerlijke, traditionele gerechten. „De gastvrije dames houden ontzettend veel van koken”, zegt Roos. „En deze mensen zijn heel trots op hun thuisland, dus delen ze graag hun eetcultuur en traditionele kleding.”

Bezoekers konden een rondleiding krijgen over de eerste verdieping, waar één van de kamers was opengesteld voor bezoekers. „We hebben 225 inwoners, en het gaat ontzettend goed. Ik ben ongelooflijk trots op onze bewoners, die samen de ruimtes schoonhouden, de wasmachines delen en samen gebruik maken van de keuken”, zegt de projectcoördinator. „De inwoners werken veel samen. Ze hebben tijdsloten afgesproken over bijvoorbeeld wanneer ieder zijn was mag doen. Je ziet daarin echt het onderlinge respect terug. Deze groep mensen zitten met elkaar in hetzelfde schuitje, daardoor is het saamhorigheidsgevoel groot.”

Komende vrijdag zijn er twaalf maanden verstreken sinds de oorlog begon. De gevluchte gezinnen leven daarom nu al bijna een jaar in de Meermin. „Die mijlpaal is een emotioneel moment voor de gevluchte mensen”, zegt Roos. „Niemand van hen had gedacht dat ze hier nu nog zouden zijn.” De gezinnen delen nog steeds kamers die in eerste instantie gemaakt waren voor één persoon. Maar er wordt een hoop gedaan om het leven op te fleuren. De kinderen die weinig ruimte hebben op de kamer kunnen terecht in de ‘speelotheek’, waar ze speelgoed kunnen lenen dat is gedoneerd door onze gemeenschap. Ook is er een jongerenkamer ingericht door leerlingen van het Don Bosco College, waar de Oekraïense tieners films kunnen kijken. „Daarbij hebben we inmiddels ruim honderd bewoners aan werk kunnen helpen en gaan kinderen naar zwem- en dansles. Er is hier een team actief dat mensen iedere dag ondersteunt om hen zoveel mogelijk mee te laten draaien in de maatschappij.”

Een van de bewoners van de Meermin is Jevheni Yin, die ook zijn land moest ontvluchten vanwege de oorlog. Hij is, net als de andere bewoners, de vrijwilligers en donateurs ongelooflijk dankbaar en herhaalt dat graag. Een tijd terug werd hij door Hotel Van der Valk Volendam aangenomen om in de keuken te werken. ,,Ik ben heel blij dat ik m’n best kan doen op de werkvloer. Zo ben ik weer zinvol”, zegt Yin dankbaar in het Engels. Hij heeft inmiddels ook een aantal Nederlandse woorden onder de knie, zo vertelt hij trots. ,,Voor mijn werk in de dynamische keuken is het makkelijk om wat woorden in de lokale moedertaal te kennen. ‘Snel, snel!’,” zegt hij lachend.

De teams met vrijwilligers in de Meermin en partners uit de gemeente zetten zich nog iedere dag in om er het beste van te maken voor de bewoners. De Oekraïners hebben het nog altijd moeilijk met de situatie, maar ook zij maken er het beste van. De taalbarrière wordt steeds kleiner dankzij de Nederlandse lessen die in de bibliotheken worden geven. Bovendien kunnen de kinderen vanaf volgend jaar regulier onderwijs volgen, zodat ook zij het leven waar ze aan gewend waren enigszins weer kunnen oppakken. ,,En”, zegt Tetiana – die ook vorig jaar in Nederland aankwam – hoopvol: „Ik denk niet te veel aan de oorlog, want dan zou ik iedere dag verdrietig zijn. Ik droom dat het eindigt in de lente, of in de zomer. Maar één dag zal het afgelopen zijn.”

Fotogalerij