
‘Dit doen we liever dan eten’
Jeanette en Evelien zingen al een kwarteeuw achtergrondkoortjes voor kermisliedjes
Het Volendamse Kermishitfestival bestaat dit jaar vijfentwintig jaar. In die tijd is het een begrip geworden en dat is niet alleen te danken aan de artiesten die bekend zijn. Ook op de achtergrond levert een groep vrijwilligers jaarlijks weer een bijdrage. Onder hen zijn Jeanette Zwarthoed-Veerman en Evelien Steur-Snoek twee van de belangrijksten. Vanaf het prille begin zingen zij vrijwel elk jaar achtergrondkoortjes in voor verschillende nummers.
Inmiddels zijn zij in zoveel kermisliedjes te horen dat het duo moeite heeft om al hun bijdrages te herinneren. Klassiekers als: ‘Dikke Koek’, ‘Moekookeh’ en ‘De Kus’ waren niet hetzelfde geweest zonder de vocalen van Jeanette en Evelien. Na een kwarteeuw aan studiowerk in de schaduw, is het nu tijd om in de openbaarheid terug te blikken.
,,Dit is wel een mooi moment, want niet alleen de cd bestaat vijfentwintig jaar. Ook wij als duo”, begint Jeanette. ,,In 1997 vroegen Ab Tuijp (Pet) en Jan Snoek ons om naar Abs thuisstudio te komen. Evelien en ik werkten op dat moment samen bij Snoek Wonen. We gingen bijvoorbeeld ook met elkaars gezinnen op vakantie en deden dan mee aan karaoke-avonden. Jan is Eveliens broer en was daar eveneens bij. Hij wist dus dat wij konden zingen en vroeg ons daarom om ‘iets op de achtergrond te doen’ voor het duo Liberace, dat hij met Ab vormde. Daar is het ontstaan.”
‘Koortje voor Dikke Koek meest geslaagde’
Hun eerste koortjes zongen ze voor het eerder genoemde ’De Kus’, dat verhaalt over intimiteit in een biobak. Van het een kwam het ander. John Dé vroeg hun voor zijn debuutsingle ‘Het is weer Feest’, waarna een verzoek kwam van iemand die inmiddels in bepaalde dorpse kringen een heldenstatus geniet.
Evelien: ,,Op een gegeven moment kwam Klaos Tuijp (Pet) natuurlijk, een broer van Ab. ‘Mijn broer Klaos vraagt of jullie ook voor hem een koortje willen zingen’, en zo geschiedde. Dit was voor het nummer ‘De Jukbonk’. Klaos was in de studio heel perfectionistisch. ‘Nou nog een keer en nou nog een keer’, zei hij steeds, weet ik nog. ‘Nu gaan we voor écht’, uiteindelijk. Onze stemmen waren dan warm en dan ging het inderdaad ook beter. Ab zei toen al dat onze stemmen heel goed bij elkaar passen.”
Vanaf de eerste studiosessie werkten de zangeressen volgens een vast procedé, dat een geheim mag worden genoemd voor de totstandkoming van hun klankkleur. Jeanette: ,,We zongen vanaf het begin alles samen. Samen de eerste stem, samen de tweede stem, samen de derde stem. Onze stemmen zijn dus altijd met elkaar verweven en dat is echt ons ding. Evelien is de sopraan van ons twee, mijn geluid is iets lager. Zo ontwikkelden we in de loop der jaren een werkwijze.”
Al snel ging het over de tong dat het duo goed was in het in korte tijd inzingen van mooie zangharmonieën. Iets dat niet zo makkelijk is, omdat het in de studio op de finesses aankomt. Daarnaast waren er in die tijd nog niet de hulpmiddelen van tegenwoordig, die minder zuivere noten later kunnen repareren. Zo gebeurde het dat ook Jaap Tol (De Bok) hun vroeg en daarna nog vele anderen. Waaronder wijlen Wim Westendorp, die vele kermisliedjes in zijn studio aan de Meerstraat opnam. Via Jaap de Bok kwamen ze zelfs in contact met een helaas ook inmiddels overleden landelijke bekendheid, waarvoor zij eveneens een nummer inzongen. ,,We zongen het nummer ’Januari, Februari’ in voor Piet Paulusma.”
Jeanette en Evelien tekenden tevens voor de zangpartijen die dienden voor een reclame van bouwbedrijf HSB. De tekst daarvan luidde: ‘HSB Volendam, betrokken bouwers’. Daarnaast zijn hun stemmen te horen in het nummer: ‘Toeter op m’n Waterscooter’. De lijst met bijdrages is veel te groot om in zijn volledigheid te benoemen. Als dank voor al hun zangwerk bood Jaap de Bok hun aan om een eigen kermisnummer te maken, waarbij alle kosten voor zijn rekening zouden zijn. Het resultaat daarvan was het liedje ‘Acheloes en Achepoes’.
Evelien: ,,Hij zei: ‘Ik bekostig alles, maar jullie moeten het nummer wel zelf bedenken’. De clip wilde hij zelfs ook maken. We twijfelden wel en wisten niet waar we beginnen moesten. Jeanette’s man Fred kwam toen met het idee om een eigen bewerking te maken van ‘Aggesus’ van Alexander Curly. Dat vonden wij wel wat en hij ging toen de tekst daarvoor schrijven. We hebben erg gelachen tijdens dit hele gebeuren, ook tijdens de clip-opname. Fred moest daarvoor in de haven springen, waaraan voorafgaand Jaap hem wel zei dat het in één keer goed moest. Het was een zomerse dag en erg druk op het dorp. Er voer toen toevallig ook nog een schip met vrouwen het havengat uit. Het was erg grappig om mee te maken.”
‘We doen alles pro deo, maar willen wel in de aftiteling genoemd worden’
De oosterse jurken voor de clip werden overigens gekocht bij de Beverwijkse Bazaar. Uiteraard moest er wel van tevoren worden gepast, iets dat tot hilariteit leidde. ‘De mensen keken van: wat zijn jullie nou allemaal aan het doen?’. Jeanette en Evelien waren soms ook te zien in de clips van andere kermisartiesten. Bijvoorbeeld in die van ‘Moekookeh’, toen Evelien hoogzwanger was. De zangeressen beleven zichtbaar veel plezier aan het ophalen van alle herinneringen. Zij sluiten niet uit dat er ooit nog eens een nieuw kermisnummer komt waarin zij de solo-stemmen op zich nemen. ,,Dat kan zomaar ineens gebeuren, maar eerst moet er een idee ontstaan.”
De dames zijn sowieso van plan om koortjes te blijven zingen voor kermisliedjes. Want: ‘Dit doen we liever dan eten’. Ze zeggen niet overal hun medewerking aan te verlenen, maar toch wel aan 99 procent van alle verzoeken. Voordat ze deelnemen, hebben ze wel slechts één eis.
Jeanette: ,,We doen alles pro deo, maar willen wel in de aftiteling genoemd worden. Dat gebeurde een keer niet en dat vonden wij niet leuk. Voor de rest hoeven wij er zoals gezegd niks voor te hebben. Toch is het wel aardig dat John Dé ons soms een plantje gaf nadat we wat voor hem inzongen. Ons meest geslaagde koortje in al die jaren vinden we dit voor ‘Dikke Koek’. Dat klinkt zo mooi bij elkaar. Wat mij betreft kunnen we er na deze vijfentwintig jaar studiowerk nog heel wat jaren aan vast plakken.”
Op zondag van kermis zijn Jeanette en Evelien ook live te horen in de kermistent op het Slobbeland. Ook dan zingen zij achtergrondkoortjes bij een band die kermisliedjes vertolkt.