Vandaag geopend: 08.00 - 10.00

‘We binne Volledams’

Onze redactie aan het woord: Gerie Bond

Zou je aanschuiven aan de eettafel in huize Schilder-Bond, ben je getuige van een bijzonder fenomeen. Dan doel ik niet op de decibellen die je om de oren vliegen…

Wanneer een kindje op komst is, stapelen de dilemma’s zich op. Thuis bevallen of in het ziekenhuis? Borstvoeding of kunstvoeding? Co-slapen of in het eigen bedje? Slechts een kleine greep. Waar mijn man en ik – beiden ‘Volledams’ opgevoed – nooit over hebben gerept, is of we in dialect zouden opvoeden. Dat voelde als vanzelfsprekend en aangezien ik het onder meer heb geschopt tot Neerlandicus, is het heus goed gekomen met mij. Onze vier ‘maassies’ gingen dan ook gelijk mee in de flow van de volkstaal. Zeiden ‘nai’, werden op hun eerste en tweede verjaardag ‘ien’ en ‘twai’, spraken met een hemels platte tongval, maar ergens na de overgang naar school vervaagden de vertrouwde klanken.
Sinds de start van projectgroep Grôsk blijf ik mijn hoofd breken over dit verschijnsel. De jongste, sinds enkele maanden eveneens schoolgaand, is de enige die nog sporadisch een woordje in dialect laat vallen, maar over het algemeen klinkt thuis ‘ABN’ met een vleugje YouTube-Nederlands – ,,OMG wat verbaast mij dat letterlijk oprecht” – terwijl wij ouders 24/7 streektaal tegen ze spreken. Ook bij buurtkinderen, waarvan het gros van de ouders Volendams spreekt thuis, doet dit fenomeen zich voor en wanneer ik ze aanspreek in dialect, antwoorden ze steevast in het Nederlands. Komt het doordat in de Oude Kom meer invloeden zijn van ouders die hier niet oorspronkelijk getogen zijn of komt dit lokaal in meer gebieden voor waar ouders bewust in dialect spreken tegen hun kinderen?
Opmerkelijk vind ik het, maar zorgen baart het me niet. Ook met deze generatie zal het heus goed komen. Tot die tijd knijp ik m’n handjes dicht met in hun vocabulaire toch nog woorden als ‘gakbal’, ‘dikke koek’ en ‘moppies’.

Fotogalerij