Van ‘win-win’ tot ‘een vette puist aan de Baanstee’
Tegenstellingen over mogelijke bebouwing De Purmer
Onder inwoners van Edam-Volendam leven grote tegenstellingen als het gaat om de toekomstige invulling van De Purmer. De één zou dit buitengebied het liefst zo snel mogelijk gebruikt zien om bedrijven naartoe te kunnen verhuizen. De ander moet daar niet aan denken en houdt dit het liefst groen. Of wenst een combinatie van industrie met agrarisch gebied. Deze uitersten werden onlangs door verschillende belanghebbenden naar voren gebracht vanaf het spreekgestoelte in de raadszaal. Voor de eventuele ontwikkeling van De Purmer zijn nog allerlei scenario’s mogelijk.

Door: Laurens Tol
Het was Marianne Jonkman die sprak namens de bewoners van De Purmer. Zij kwam de ‘ernstige zorgen’ delen die leven onder de bevolking van het gebied. Over de plannen voor het realiseren van een industriegebied dan met name. Dit werd onder meer duidelijk na de gestarte petitie ‘De Purmer Industrievrij’, die 1271 keer werd ondertekend. Jonkman vertelde wat van deze bezorgdheid de oorzaak is: ,,Onze zorgen gaan over de visie van de gemeente met betrekking tot De Purmer. Inwoners van onze en naastliggende gemeenten gebruiken het als open ruimte om te wandelen, te fietsen, te hardlopen. En te genieten van het vrije uitzicht, de rust en de ruimte. Het voornemen om deze open ruimte op te offeren voor de verplaatsing van de industriegebieden Julianaweg en Slobbeland, gaat ten koste van de groene buffer tussen Edam en Purmerend. Wij vinden dat om meerdere redenen een slecht plan.”
Als argumenten noemde de bewonersvertegenwoordiger dat het karakteristieke van het gebied verloren gaat met de komst van industrie. Dat zou ‘funest zijn’ in de ogen van de omwonenden. Het is een vierhonderd jaar oud ingepolderd landschap, dat voor iedereen makkelijk toegankelijk is. Dit en ander groen dat Edam omringt, wordt gewaardeerd door haar bewoners, stelt Jonkman. ,,Eenmaal bebouwd komt dat nooit meer terug.” Men begrijpt niet waarom de open ruimte wordt opgeofferd voor de ‘expansiedrift vanuit de industriegebieden van Volendam’. Omwonenden vrezen niet alleen geluids- en lichtoverlast, maar ook stank en sterk toenemende verkeersdrukte. Daarnaast bijvoorbeeld de gevolgen voor het welbevinden van bewoners en van natuur en milieu.
Onafhankelijk onderzoek
Jonkman mist tevens de onderbouwing van waarom deze nieuwe industrievoorziening eigenlijk nodig is. ,,Wij zouden graag een onafhankelijk en openbaar onderzoek willen zien dat dieper ingaat op de uitbreidings- en ‘duurzaamheidsbehoefte’ van de desbetreffende Volendamse bedrijven. En de bereidheid om tijdens deze financieel onzekere tijden kosten te maken door te verhuizen naar een buitengebied.
"Wij Edammers voelen ons beroofd van ons landschap"
De laatste tijd zijn er veel ontwikkelingen op het gebied van stikstof en klimaatverandering. De Nederlandse natuur staat er slechter voor dan ooit: we verliezen steeds meer biodiversiteit en leefgebieden van dieren verdwijnen door bebouwing. Is het nog wel van deze tijd, een groen gebied vervangen door industrie? Wij vinden dat dit niet past in deze tijdsgeest. Ga niet aan het groen voorbij en houd De Purmer industrievrij.”
Leontien Rosier van de vereniging Oud Edam had nog verdere argumentatie voor het niet bebouwen van het gebied tussen de kaasstad en Purmerend. Zij wijst op de Beheersverordening uit 2015, die vooral over een ‘groene toekomst’ zou spreken. Ook in De Purmer en andere omliggende gebieden van Edam. Bij De Purmer gaat het specifiek over het ‘in stand houden van het agrarische gebied’. Met enige agitatie reageerde Rosier daarop: ,,En dat gaat u nu opheffen. Een radicale breuk met het vigerende beleid, honderdtachtig graden de andere kant op. En er is haast bij, begrijp ik uit alles. Hopla, honderdzeventig hectare groen weggevaagd. Ik geloof dat dit eenderde is van het totale groen van het Edam-Volendamse Purmergebied. Een vette puist aan De Baanstee. Met welk nut en met welke reden?”
Ze wees op eerder genoemde motivaties om de bestaande industrie te verplaatsen naar het buitengebied. Tevens stipte zij aan dat bouwen in De Purmer niet past bij de gemeentelijke ambitie om een groene voedselproducent te worden. Rosier vraagt zich af of we dit bereiken door kostbare akkers op te offeren, zoals zij die noemt. ,,Gaan we groene grond omvormen tot steen, midden in een klimaatcrisis? Het beoogde plangebied grenst aan een Natura 2000-gebied, de Zeevang. Zo’n gebied staat niet op zich, maar heeft verbindingszones nodig voor flora en fauna. Het groene lint tussen Amsterdam en Hoorn wordt als we niet uitkijken straks bruut onderbroken door een ongetwijfeld keihard detonerend blokkendozen-bedrijvenpark. Vlak voor Edam. Wij Edammers voelen ons beroofd van ons landschap.”
IBEV-voorzitter Ben Kras is een andere mening toegedaan. Daarbij sprak hij namens bedrijven en de industrie binnen de gemeente. Kras: ,,We hebben geen tijd te verliezen als het gaat om het aanpakken van de ideale kans die onze gemeente nu heeft. Bestaande bedrijventerreinen in onze gemeente geven geen enkele ruimte meer voor het bieden van groei van de gevestigde bedrijven. Laat staan voor het aantrekken van nieuwe. Dit houdt ook de vooruitgang van bestaande ondernemingen tegen. Denk hierbij aan het verduurzamen en het voldoen aan de steeds strengere milieu-eisen.”
Fijnstof
Daarna wees Kras op de niet-ideale ligging van de huidige bedrijvenparken in met name Volendam. ,,Die liggen omsloten door woonwijken en in het geval van Volendam nabij het centrum. De negatieve effecten hiervan zijn ons allemaal wel duidelijk. Denk aan: fijnstof, reukhinder en de verkeersveiligheid. Alleen wij als Kras Recycling zorgen al voor vijfentwintigduizend vervoersbewegingen per jaar over de Julianaweg.”
Kras meldde dat er in de buurt weinig tot geen alternatieven meer zijn voor bedrijven om naartoe te verhuizen. ,,Purmerend is bezig met het uitgeven van de laatste vrije kavels op het terrein Baanstee-Noord 3. Daarna is het in de regio uitverkocht, met alle gevolgen van dien. Deze ruimte in De Purmer moet worden beetgepakt en dat vraagt om visie en ondernemerschap van de gemeente. Die geeft hiermee de hoognodige groeikansen aan bedrijven, maar stelt daarbij tevens werkgelegenheid veilig. En behalve dat geeft het de unieke mogelijkheid om bedrijven uit de regio aan te trekken. Dat betekent: groei, een nieuw type industrie, innovaties en wederom werkgelegenheid. Om vanuit het oogpunt van een ondernemer te spreken, dit is: win, win, win, win, win. Daarmee is het wat mij betreft een absolute ‘go’.”
Uw reactie