Algemeen

Voor nichtje Romy is haar oom niet anders, maar een ‘heel mooi en open persoon’

Trots op ome Lou om wie hij is

Op 1 januari is het straks 20 jaar geleden dat Volendam breaking news was in Amerika (CNN) en Groot-Brittannië (BBC). Nederland raakte geschokt, omdat bar De Hemel in brand stond en tientallen feestvierende kinderen – van buiten en van binnen – verwond raakten. Veertien jongeren kwamen te overlijden, duizenden mensen waren betrokken. Families, vrienden, omwonenden, hulpverleners, ooggetuigen, velen raakten getraumatiseerd. Naast de vele drama’s bracht de nasleep van de Nieuwjaarsbrand ook onvoorstelbare veerkracht en verrassende, soms ontroerende, gebeurtennissen met zich mee in de twintig jaar daarna. De Nivo brengt een reeks verhalen met mensen uit die betrokken groep. Vandaag Lou Snoek (35) en zijn nichtje Romy de Boer (17). Als één van de gezichten van de Nieuwjaarsbrand, letterlijk en figuurlijk, was hij al vaker in de media te zien, landelijk en in de Nivo. Vanaf het moment dat hij, voorzien van een veranderd gelaat, ontwaakte, vormt hij een onwaarschijnlijke bron van pure kracht, gezegend met een bijzonder empathisch vermogen. Zijn nichtje groeide op met de ome Lou van ná de brand en heeft nu zelf die leeftijd, waarop destijds een generatie werd overvallen door vuur en verdriet.
Door Eddy Veerman


Het is de leeftijd waarop je juist ontdekt wat – in Volendam vooral binnen de groep – je identiteit is. Waarin je soms voelt dat het binnen die groep lastig is je eigen keuze te maken. Voor jeugd is het qua ontwikkeling tegenwoordig immers geen gemakkelijke tijd, waarin het draait om smartphone en sociale media, groepsdruk en het aan verwachtingen moeten voldoen. Zoals het voor de generatie die bij ’01-01-01’ betrokken was, ook een allesbehalve een gemakkelijke jeugdtijd was. Zij moesten zich echter weerbaar maken voor héle andere omstandigheden. Met hun verhalen en wie ze zijn geworden, groei(d)en ze uit tot rolmodellen, voor de huidige en komende generaties.
Lou Snoek was ten tijde van de ramp net zestien. Belde een dag voor oudjaar met bedrijfsleider John Veerman (kadij) of er nog een tafel vrij was in De Hemel. En die was, vanwege een afzegging, juist vrij gekomen. 48 uur later lagen vele vrienden met ernstige brandwonden opgenomen in de verschillende ziekenhuizen. Lou lag in kunstmatig coma in het Belgische Brussel, waar hij niet meekreeg dat na twee weken één van zijn maatjes, Peter Veerman, op de operatietafel, overleed. Lou overleefde wonderwel en is inmiddels getrouwd met Anne én vader van zoon Sam (3).

Onderzoek
Romy, dochter van Lou’s oudste zus Mirelle, zit, net als Lou destijds, op het Don Bosco College. Juist daar verricht zij momenteel ‘onderzoek’. ,,Samen met een klasgenoot maak ik een profielwerkstuk, over in hoeverre de school leerlingen met traumatische ervaringen, depressies of mentale problemen helpt, of zou kunnen helpen. Ik heb er zelf niet mee te maken gehad, maar er zullen ongetwijfeld jongeren zijn die wel wat heftigs hebben meegemaakt. En is er dan een vangnet? Als bijvoorbeeld op jonge leeftijd een ouder overlijdt of je ouders gaan scheiden, ik denk dat je daar veel last van hebt, dat het op school zijn weerslag heeft en je cijfers naar beneden kunnen gaan. Ik denk dat het goed is als de school daar oog voor heeft. Binnenkort heb ik een gesprek met de schoolpsycholoog, waarvan ik niet wist dat die er was. Zo vroeg ik me ook af of ome Lou en de jongeren destijds hulp kregen na de Nieuwjaarsbrand.”
Lou: ,,Ik kan me niet heugen dat er toen een schoolpsycholoog beschikbaar was, maar sowieso konden de jongeren die destijds in de verschillende ziekenhuizen lagen aldaar gebruikmaken van psychische hulp. Iedereen die bij de Nieuwjaarsbrand betrokken was of raakte, had de mogelijkheid tot het vragen van nazorg bij het daarvoor opgerichte Het Anker. De één ging daar wel op in, de ander niet.”
,,Ik kwam vijf maanden na de ramp terug op school en in die laatste periode voor de zomer pakte mijn mentor, destijds Els Bond, goed door. Het was weliswaar vrijblijvend meedraaien, maar met de Volendamse mentaliteit, in de positieve zin van het woord. Ze wist ook wat voor vlees zij in de kuip had met mij. Ik zie mezelf nog achter in de klas zitten, na het zesde uur dommelde ik dan in slaap. Maar ik was blij dat ik meedraaide, zodat ik na de zomer goed aan mijn examenjaar kon beginnen. Zo zijn toch een hoop jongeren alsnog ‘over’ gegaan.”
Romy: ,,Kun je het moment nog terughalen van die avond, dat je dacht: dit voelt niet goed?”
Lou: ,,Ik was al geen durfal destijds. En toen ik iets met de sterretjes en het vuur in de kersttakken zag ontstaan, dacht ik ‘het zal wel niks wezen, maar ik loop alvast even ergens anders naar toe’. Maar het was al mis. Vervolgens ontstond de paniek, ben ik gevallen en was even later de zuurstof weg. Ik kan het gevoel nóg oproepen van dat ik er vrede mee had… Het was klaar. Zestien jaar. Ik gaf me over.”

‘Het klinkt
misschien gek,
maar bij terugkomst
in de klas was het
psychologische aspect
voor mij minder
zwaar dan voor
mijn klasgenoten’

Door de plots ingeslagen ramen kwam er nieuwe zuurstof. Lou krabbelde op, verliet het pand aan de achterkant, via de brandweertrap en wandelde op eigen kracht naar restaurant De Dijk. Waar hij nog tegen hulpverleners zei dat ze eerst andere mensen moesten helpen. Vanwege zijn derde- en vierdegraads brandwonden voelde hij namelijk geen pijn. ,,Peter Schokker heeft me naderhand in een busje getild, bestuurd door de vrienden Guido Woerlee, Tommy Veerman en Eddy Tuyp. Ik zat er met meerdere slachtoffers, was rustig en kreeg er weinig van mee. Voor die mensen moet het een horrorfilm zijn geweest.”
Vanuit het VU-ziekenhuis werd hij de volgende dag onder politiebegeleiding in de ambulance naar het Brusselse Militaire hospitaal Neder Overheembeek gebracht. Daar in België werd Lou met zijn zwaar gehavende gelaat, als één van de eersten ter wereld, belegd met Integra, uit Amerika ingevlogen lijkenhuid.
Lou: ,,Als ik er op terugkijk, zat ik best wel snel in de klas, want de eerste prognose in Brussel was dat ik pas in mei weer thuis zou komen. En het klinkt misschien gek, maar bij terugkomst in de klas was het psychologische aspect voor mij minder zwaar dan voor mijn klasgenoten. Zij kenden mij gewoon als Lou en vervolgens kwam ik de klas inlopen met mijn nieuwe uiterlijk. Ik hoorde later dat dat best confronterend is geweest. Zoals dat ook voor het deel van onze vriendengroep, die niet verbrand was, heftig moet zijn geweest. Was ik in het ziekenhuis mooi blij dat mijn vrienden op bezoek kwamen, maar wat zullen die jongens met lood in hun schoenen in het wachtkamertje hebben gezeten, om de moed te verzamelen en met een glimlach naar binnen te stappen, alsof het ze niks deed. Terwijl ze daarna braken, hoorde ik later. En logisch.”
,,Over veel dingen van toen, ben ik de laatste jaren meer gaan nadenken. Vooral sinds we bij elkaar komen met de ‘Werkgroep Nieuwjaarsbrand 20 jaar later’ en met de deelnemers van ‘Volendam Spreekt’, heb ik nieuwe inzichten gekregen en kwam steeds vaker het leed ter sprake van de niet-fysiek getroffenen: de jongeren en mensen die veel hebben beleefd, hebben gezien en moesten meedragen, terwijl er toen niet altijd of zelfs geen ruimte was voor hun verdriet en verhaal.”

Bewust
,,Mijn vrienden hadden meerdere vrienden die in de ziekenhuizen lagen. Moesten vaker dat ritje maken. En ze hadden ook nog een begrafenis tussendoor. De drama’s van de eerste weken heb ik niet meegekregen, omdat ik in coma lag. Aan de ene kant moest ik daarna beginnen met verwerken, aan de andere kant, doordat ik de gebeurtenis in De Hemel en de uren daarna nauwelijks bewust heb meegemaakt, scheelt dat misschien ook qua trauma’s. Terwijl er zoveel jongeren, die in De Hemel geen brandwonden opliepen, jongeren die op de trap, beneden of buiten stonden, zóveel hebben gezien en daarmee moesten dealen.”
Romy luistert aandachtig. ,,En jullie waren nog maar zestien jaar. Dat is zo erg. Als ik dan kijk naar waar wij ons als jongeren druk om maken… Dat je haar niet goed zit, of vier puistjes op je gezicht.” Lou: ,,Maar vergis je niet: toen had je ook vriendinnengroepen die zich daar druk om maakten. En vervolgens raakten een hoop meiden verbrand. Het was ingrijpend, maar onze vriendenploeg is altijd intact gebleven, er zijn zelfs jongens bij gekomen. Een grote ploeg, maar de jongens met wie je het hebt beleefd, houd je die band, die verlies je nooit.” Romy: ,,Ik denk dat je ook een sterke band krijgt met je groep.”
Lou: ,,Hoewel, iedereen ging er op zijn of haar eigen manier mee om en in sommige gevallen zijn vriendschappen uit elkaar gevallen. Iets wat op latere leeftijd misschien weer goed komt. Niet iedereen kan goed bij zijn of haar gevoel, of kan begrip opbrengen voor andermans verdriet.”
In Brussel werd een psychologe aan Lou gekoppeld, met wie hij sprak over het verlies van zijn vriend Peter, maar ook zijn bij ‘de brand’ omgekomen klasgenoot Ruud Steur en Slobbeland-collega Nico Kwakman. Daarnaast was er de confrontatie met zijn ‘nieuwe-ik’. ,,Het verlies van die drie jongens was verschrikkelijk en dit voel ik tot op de dag van vandaag. Maar ik kan me nog goed herinneren dat mijn ouders zich later afvroegen of het wel klopte dat ik wel over de gebeurtenis praatte, maar niet verdrietig werd of psychisch van slag raakte. Ik weet dat de psycholoog toen zei ‘let wel, een depressie kan na tien of twintig jaar ook nog komen’. Dat heb ik altijd in mijn achterhoofd gehouden.”

‘Ik weet dat de
psycholoog toen
zei ‘let wel,
een depressie
kan na tien of
twintig jaar
ook nog komen’’

,,Als ik hulp zou zoeken, zou niemand dat gek vinden. Dus ik heb nooit onder stoelen of banken gestoken, dat als ik ooit psychische hulp nodig heb, ik die ook zoek. Ik ga het ook niet uitsluiten dat ik ooit nog een tik krijg. Het gaat er om of je er open voor staat en erover blijft praten. Ik merk in de aanloop naar ‘twintig jaar later’, het deelnemen aan de werkgroep en de sprekersavond, dat het me heeft getriggerd er meer mee bezig te zijn en ik praat er meer over.”
,,Misschien een rare vergelijking, maar er zijn in dit jaar, 75 jaar na de bevrijding, meer mensen geïnteresseerd geraakt in de Tweede Wereldoorlog. Dat is een ellendig deel van onze geschiedenis. In die zin ben ik ook meer geïnteresseerd geraakt in onze gebeurtenis, die een belangrijk deel vormt van onze dorpsgeschiedenis. Er zijn nog zóveel mensen met een – nog niet verteld – boeiend verhaal van die nacht en daarna.”
,,Ik heb het voorrecht gehad dat ik twee keer gevraagd werd om een berg te beklimmen, de Mont Blanc en Kilimanjaro. Ik weet nog dat we in Tanzania, tien jaar na de Nieuwjaarsbrand, aankwamen. Tom Kwakman, Marga Smit en ik gooiden onze rugzakken neer, trokken onze kleding uit, zwemspullen aan en doken in het zwembad. Je zag de verbazing bij de tv-ploeg die mee was, maar ook bij de Belgische chirurgen die mee waren. Ik ging daarna op mijn handdoekje zitten en de man die mij geopereerd had, schoot in de lach. ‘Jullie vinden dit heel normaal, maar ik herken dit helemaal niet van de meeste patiënten die ik heb gehad. Die verstoppen zich vaak, zullen zeker niet als eersten in het zwembad springen. Als iemand er zo van een afstandje naar kijkt, leert het je dat wat onze groep verbrande jongeren heeft neergezet en neerzet, er hele krachtige verhalen uit voortgekomen zijn, die je nooit voor mogelijk had gehouden.”
,,Ik heb na de beklimming van de Kilimanjaro voor zalen met mensen mogen spreken, maar heb toen steeds gezegd ‘hier had ook iemand anders van onze groep kunnen staan’. Er zijn zoveel voorbeelden van jongeren die een mooie invulling aan hun leven hebben gegeven. Dan zie je wat een goed groepsgevoel óók kan creëren. Groepsdruk heeft vooral een negatieve klank, maar er kan ook een positieve kant aan zitten.”

Dimensies
De groepsdruk was er destijds en is nu nog nadrukkelijker aanwezig, omdat die met de smartphone nieuwe dimensies heeft gekregen. Erbij willen horen, niet buitengesloten willen worden, leeft nu nog meer. En de kans dat je – door een simpel maar pijnlijk berichtje of handeling – uit de groep wordt gegooid, is groter. Romy: ,,Ik word over twee maanden achttien jaar, dat is een leeftijd dat je zelfstandiger wordt en keuzes maakt, die van belang zijn voor je toekomst. We kunnen nu niet naar de bar en op deze leeftijd is het belangrijk om populair te zijn, dat je bij een groep hoort en naar zitjes gaat. Meiden zijn op jongens gefocust en andersom. Ik heb een hele leuke groep en gezellig om mee uit te gaan, maar ik vind het ook leuk om iets anders te doen dan dat. Ik houd me bezig met wat in de wereld speelt en wil niet dat mijn wereldje te klein blijft.”
Lou: ,,Wat Romy nu zegt, daar denk ik al langer aan, ik heb het wel met de jongeren te doen. Wij deden het en het is niet goed om te jong alcohol te nuttigen, maar als je tussen je zestiende en achttiende af en toe naar de bar kunt, reguleer je het, mits er goed toezicht is en de jongeren het zelf ook goed invullen. Jongeren willen met elkaar zitten en elkaar ontmoeten. Het is niet gek dat je op die leeftijd uitkijkt naar de zaterdagavond. Maar het is ook goed om met elkaar te praten over onderwerpen die spelen.”
Romy: ,,Ik vraag me vaak af: stel dat er nu iemand of een groep verbrand raakt, ik weet niet hoe ze nu zouden reageren, of dat opgepakt zou worden door de omgeving zoals toen?”
Lou: ,,Het verschilt ongetwijfeld of het één iemand overkomt, of dat het een hele gemeenschap raakt, zoals bij ons het geval was. Hierdoor was er een beschermende omgeving.”
Romy: ,,Ik vraag me dat af, omdat ik het gevoel heb dat mensen veel meer kijken naar het uiterlijk en sneller oordelen over iemands uiterlijk – ook wat je draagt – en iemands gedrag.”
Lou: ,,Dat zou zeker kunnen. Met de sprekers voor die Sprekersavonden waren we in voorbereiding en ik heb Marga’s verhaal al mogen aanhoren en dat is op dít onderwerp en op jouw generatie écht van toepassing. Daarom zou het mooi zijn als zij het straks ook op de scholen kan vertellen. Zij werd een sterker persoon omdat zij de focus legde op dingen die écht belangrijk zijn. Dat is bewonderenswaardig, want dat is niet voor iedereen weggelegd.”

‘Op je telefoon
zie je vooral de
ideaalbeelden,
dat alles perfect is’

,,De smartphone speelt tegenwoordig een grote rol bij de jeugd. In de verhalen die inmiddels verteld zijn in de Nivo worden allerlei pijnpunten voor het voetlicht gebracht, die de afgelopen twintig jaar tot uiting zijn gekomen. Die punten zijn onder een vergrootglas komen te liggen omdat er zoiets heftigs is gebeurd. Het is te hopen dat daar lering uit getrokken wordt. Dat is ook de reden dat meer mensen hun verhaal nu doen, omdat ze vinden dat er iets van kan worden geleerd. Als je dat probeert mee te geven aan de volgende generatie, kan die er wellicht beter mee omgaan.”
,,Dat geldt ook voor de mobiele telefoon: als over tien jaar later meer aan het licht komt wat die stroom aan informatie en prikkels met je hoofd doet, komt daar ook meer voorlichting over en verhalen van mensen, om je te behoeden voor een valkuil. Ik denk dat de geschiedenis zich zo altijd blijft repeteren. Er gebeurt iets, mensen gaan er op een bepaalde manier mee om en daar trekken we, na de inzichten, lering uit. Het is alleen jammer dat er vaak wat jaren overheen gaan voordat men er iets van opsteekt.”
Romy; ,,Onze generatie groeit op met de telefoon in de hand. En op die telefoon zie je vooral de ideaalbeelden, dat alles perfect is. Daarom willen mensen ook graag zo perfect mogelijk zijn.” Lou: ,,Dat was in onze tijd minder, je hoefde niet zozeer perfect te zijn. Je kon een missertje maken, maar nu ligt het meteen vast op een telefoon of sociale media. Tijdens die oudejaarsavond had ik mijn mobiele telefoon niet eens bij me.”
Romy: ,,Echt?”
Lou: ,,Je kon niet anders dan sms-en of bellen en die telefoon was nog niet zo belangrijk. En we waren tenslotte die avond toch al met alle vrienden bij elkaar.”
Romy: ,,Als wij op zaterdagavond bij elkaar zitten, dan zit iedereen steeds op de mobiel. Dan hoor je ook steeds ‘zij zitten nou daar’ of ‘zij doen nou dat’.”
Lou: ,,Je hebt dus continu het gevoel dat je beter ergens anders kunt zijn, omdat het daar te doen is. Als wij nog wel eens met vrienden zitten, leveren we de telefoons vaak in. Want er zit iets verslavends in, dus anders pak je ‘m toch regelmatig.”
Romy: ,,Dat betekende dus ook dat jij, toen je in het ziekenhuis lag of net thuis was, geen foto’s van jezelf naar de klas stuurde, want er was geen snapchat? Dat zouden wij allang hebben gedaan. Maar vond je het dan, toen je weer in de klas kwam, zelf niet eng? Aangezien niemand je nog had gezien.”
Lou: ,,Mijn mentor Els is bij mij op bezoek geweest en heeft de klas uitgelegd hoe ik er ongeveer uitzag. Maar een foto maken, dat was not done. Van die nacht, toen het net gebeurd was, zijn ook maar een paar foto’s gemaakt. Als dat nu gebeurt, dan staan er honderden mensen alles te filmen.”

Apart
Romy: ,,Omdat je je vriendinnen op school spreekt én in de appgroep van je telefoon, heb je daarbuiten weinig met elkaar te bespreken. Dus als je bij elkaar zit, wordt het niet meteen een gezellig praatje en grijp je al snel naar je telefoon. Als je ietwat anders bent, ben je hier al snel apart en kun je buiten de groep vallen. Volenndammers gaan met elkaar om, veel minder met mensen die van buiten het dorp komen.”
Lou: ,,In mijn Don Bosco-tijd kwam 95% van de leerlingen uit Volendam. In de tweede klas hadden we Bart Mol uit Edam. Die jongen was anders dan de rest, ketting aan zijn broek. Een ontzettend fijne gast, die je af en toe zag kijken ‘daar heb je die gekke Volendammers weer’. Hij heeft een mooie carrière opgebouwd in New York. Prachtig om te lezen. Maar ik merkte toen al dat wij als Volendammers vooral hetzelfde droegen en deden, pas later een eigen richting opgaan. Vóór de ramp heb ik nog eens wat plukken van mijn haren geblondeerd, ik gaf er niet zoveel om wat een ander er van vond. Maar dat ik er volgens heel anders uit kwam te zien, toen hielp het zeker dat ik niet de enige was die er zo uitzag.”
,,Naderhand kreeg ik tijdens mijn acceptatieproces zo’n houding van ‘ik zie mezelf niet, ik heb er geen last van dat ik er zo uitzie, want ik kijk niet mijn kant op’. Ik lette wel op leuke kleding, maar had verder vooral iets van ‘hoofd omhoog, wie doet je wat’. Die houding kun je jezelf aanleren. Ik zal niet zeggen dat het een mantra is die ik mezelf steeds voorhield, maar het was wel een bepaalde houding die je jezelf kunt aanmeten en dan krijg je dat ook terug. Want mensen gaan op een andere manier een gesprek met jou aan, als je je hoofd omhoog hebt en de uitstraling hebt van wie doet me wat.”
,,Dan hoorde ik later van mensen dat ze al gauw vergaten of niet meer bezig waren met hoe ik eruit zie. Als je het honderd procent hebt geaccepteerd, kost het jezelf geen moeite meer, dan wordt het voor mij natuurlijk en worden de reacties ook natuurlijk. Andersom werkt het ook zo: als het je niet lukt, wordt het heel moeilijk om er uit vandaan te komen. En ik weet niet hoe komt dat ik het al heel snel geaccepteerd had; misschien ben ik gezegend met een zalige geest, maar daardoor heb ik nooit zoveel tegenslagen gehad van het absolute feit dat mensen anders naar mij keken dan voorheen. Ik zei ook tegen mensen ‘zeg iets als er iets op je hart zit’. Blijf de dingen benoemen.”

‘Ik besefte al
snel dat ik nu
die persoon was
geworden, naar wie
ikzelf ook gekeken
zou hebben’

Romy: ,,Ben je nooit bang geweest voor reacties van mensen?” Lou: ,,Daar was Volendam wel ideaal voor: ik had zo’n sterke houding ontwikkeld, terwijl ik nooit veel buiten Volendam kwam, dat als ik buiten het dorp kwam, ook zoiets had van ‘wie maakt mij wat’. En als ik vóór de Nieuwjaarsbrand iemand zag met iets afwijkends, keek ik zelf ook. Dus ik besefte al snel dat ik nu die persoon was geworden, naar wie ikzelf ook gekeken zou hebben. Dat heb ik mezelf vrij snel ingeprent, rekening houdend met dat het tóch wel ging gebeuren. Juist omdat ik zoveel op het dorp was, was het veilig en als we samen buiten het dorp waren, voelde dat ook veilig. Eind 2002 maakte ik deel uit van de stichting Volendam United en ging ik wel in mijn eentje naar Amsterdam om de Cruyff Foundation te bezoeken. Ik werd zelfs wat naïef. In Volendam begreep iedereen hoe het met mij zat, iedereen vond het super dat ik er weer was en super dat ik alles weer deed, dus ik stond er helemaal niet bij stil dat ze dan buiten het dorp – waar ze me niet kenden – naar me keken met een gevoel van schrik en drama. Zei iemand wel eens ‘word je er nou niet gek van dat ze zo naar je kijken?’ Keek ik hem aan met ‘hoe bedoel je?’ Zag ik het niet eens.”
Romy’s ogen glinsteren van trots: ,,Ik zie mijn oom ook echt niet als verbrand. Echt niet. Meer als een persoon, als een karakter, tegen wie je alles kunt zeggen. Ik heb nooit iemand iets negatiefs over mijn oom horen zeggen. Ome Lou heeft zo’n positief karakter, dat is niet normaal.”
,,Wij als nichtjes en neefjes zijn geboren na ‘de brand’ en weten niet beter dan dat ome Lou er zo uitziet. Als iemand in mijn omgeving er dan iets over zegt, reageer ik met ‘hoe bedoel je?’ Omdat het voor mij normaal is.”
Voor een ander kan het confronterend zijn; op jeugdige leeftijd maakte een klasgenootje van Romy eens een opmerking. Lou: ,,Toen waren ze iets van zeven jaar en zei een ander meisje ‘ben jij een monster?’ Romy sprong toen meteen in de bres. Ze had net het verhaal een beetje gehoord van mijn zus Mirelle. Ik kon het wel hebben, kinderen floepen alles er uit.”

Zelfspot
,,Toen mijn zussen kinderen kregen, dacht ik wel: ‘Mijn God, hoe gaan zij straks naar mij kijken?’ Maar ik zie het nu met mijn eigen zoon Sam. Die heeft het ook niet in de gaten dat ik anders ben en dat gold ook voor mijn neefjes en nichtjes. Eén van hen kwam thuis uit school vertellen dat juf Eline – van Pooij – verbrand was en dat zij kort had verteld over de Nieuwjaarsbrand. Zei mijn zus Marina: ‘net als ome Lou’. Dat begreep hij niet. Het viel hem dus niet op. Ik ben wel blij dat de reacties zo waren en zijn, ik zou liegen als ik zou zeggen dat het niet zo is. Anderzijds, mensen moeten wel iets kunnen zeggen. Of een geintje er over maken, dat deden wij onderling ook. Een beetje zelfspot. Soms gaat het ongemerkt.”
Romy: ,,Wij hebben een superhechte familie. Voor mijn bap en ooitje is het destijds een moeilijke tijd geweest. Mijn moeder blijft er altijd sterk onder en kan er goed over vertellen. Mijn tante Marina kan net als ooitje zo gaan huilen en ze ontwijken liever de diepere gespreksonderwerpen.” Lou: ,,Jouw moeder stond er toen al op dat, toen ik in coma lag in Brussel, dat op video werd vastgelegd voor onszelf. Achteraf gezien ben ik blij dat we die beelden hebben.”
Lou: ,,Bij ons aan de familietafel is het altijd bespreekbaar geweest. Ik besef dat het niet voor iedereen gemakkelijk is om op te rakelen. Bij ons zie ik het zo, dat omdat we het er vaak over hebben, we er ook goed mee omgaan.”
,,Gek genoeg was mijn moeder ook degene die me, toen ik net terug was uit het ziekenhuis, aanspoorde mee te doen met de tv-uitzending ‘Hart voor Volendam’, waain Robert ten Brink en Wendy van Dijk in Spaander zaten. Terwijl mijn moeder helemaal niet van de publiciteit is en de verhalen van de afgelopen weken ook niet kan lezen omdat ze dan verdrietig wordt. ‘Doe jij dat gauw, Lou’, zei ze toen. Enige tijd later dacht ik ‘waarom zat ik daar eigenlijk?’ Want ik was nog zó zwak. Ze vond het kennelijk goed dat ik kracht zou uitdragen.”

‘Ik heb er lange
tijd te weinig
bij stil gestaan
dat het verhaal
completer was dan
degene die ernstig
verband waren én een
positief verhaal hadden’

,,Het betekende naderhand dat ik heel veel gevraagd werd door diverse media. Op een gegeven moment moest ik leren ‘nee’ te zeggen, want anderen hadden ook een verhaal en verdienden daarvoor ook de ruimte. Daar moet je natuurlijk ook klaar voor zijn, om je verhaal te doen. Daarom is het nu zo mooi dat je door de verhalen in de Nivo een completer beeld krijgt. Echt, ik heb er lange tijd te weinig bij stil gestaan dat het verhaal completer was dan degenen die ernstig verband waren én een positief verhaal hadden. Voor mijn gevoel stonden we er zo állemaal in. Later kwam ik er pas achter dat het proces voor velen heel moeizaam ging.”
,,Ik heb later ook jongens gesproken die niet bij ons in de groep zaten maar wel met ons optrokken. Eén van hen had verdriet van wat onze groep was overkomen, maar kon daar bij zijn eigen vrienden niet mee aankomen. Omdat het niet zijn eigen vrienden waren en hij er niet bij was, mocht hij dat verdriet niet hebben. Alsof alleen de jongeren die erbij waren, verdriet mochten hebben. Het is toch niet gek dat het ook andere jongeren emotioneel raakte.”
Romy: ,,Alsof dat wat buiten jouw groep gebeurt, je niet mag raken of je je daar niet mee mag bemoeien. Het betekent niet, dat als je niet met elkaar in de groep zit, je met een ander geen goede klik kan hebben.” Lou: ,,Ik heb ook een sterke band gekregen met jongens van buiten onze groep, omdat we raakvlakken hebben.” Romy: ,,Ik heb vanuit het paardrijden vriendinnen uit Purmerend. Die meiden kunnen niet begrijpen dat je bij ons goede vriendinnen van buiten je vriendinnengroep niet uitnodigt voor je verjaardag. Zoals ze ook niet begrijpen dat als iedereen van de groep uiteten gaat, jij niet als enige beslist om niet mee te gaan. Je gaat automatisch mee, ook al ga je liever iets anders doen.”

Loslaten
Lou: ,,Later ga je dat meer loslaten en dan zie je nog beter hoe hecht de groep is. Hoe sterk de persoonlijkheden zijn, want als je dan ‘nee’ zegt en iets anders gaat doen, laten ze je dan los? Want dan zijn het échte vrienden.” Romy lacht: ,,Soms wordt er best vreemd gereageerd als ik met een vriendin uit Purmerend of Hoorn praat of dat ik met een van hen afspreek. Er kunnen nadelen zitten aan zo’n hechte groep, als het gaat om dat loslaten van elkaar. Maar als je iets groots moet verwerken, heeft het hebben van een hechte groep een voordeel. Als deze tenminste een vangnet vormt.”
,,Alles wordt wel veel extremer, merk ik. Ik weet niet of het aan de leeftijd ligt, of de tijd waarin we leven. Maar als het gaat om drank en drugs, als je dingen voorbij ziet komen op je telefoon, dan denk ik wel eens: dit is echt niet meer leuk.” Lou: ,,Er ontstaan tevens bepaalde verwachtingspatronen. Dan is het goed dat er meiden of jongens zijn die zich daar niets van aantrekken en als jullie dat doen, durven anderen er misschien ook even niet bij te horen. In veel groepen heb je leiders en volgers.” Romy: ,,Dat zie ik ook met een aantal dingen.”
Romy: ,,Vonden jullie het moeilijk om in aanraking te komen met mensen van buiten Volendam?” Lou: ,,Toen we jong waren, gebeurde dat niet. Sommige Volendammers moesten dat echt leren”, glimlacht Lou. ,,Ik hoorde wel eens iemand zeggen: ‘hé, mensen buiten Volendam zijn óók leuk’. Wij bestempelen anderen wel eens als vreemd, maar wij zijn zelf ook best een vreemd volkje”, lacht hij.
Daar waar de kinderen van de kinderen van toen (nog) niet het onderscheid zien, dat hun ouders – door brandwonden en littekens verminkt – anders zijn, zal het voor de opa’s en oma’s van nu nog steeds niet gemakkelijk zijn om voortdurend naar de gehavende gezichten van hun dierbare zoons en dochters te kijken. Zoons en dochters die stuk voor stuk relaties kregen met personen die niet bij de Nieuwjaarsbrand betrokken waren. Wat velen niet voor mogelijk hielden, bleek mogelijk. Buitenstaanders werden verliefd op de binnenkant van de verwonde personen.
Lou: ,,Het is een verschil, dat als je nooit anders hebt gezien, zoals Romy, óf dat je als ouders een kind grootbrengt en dan overkomt dat kind iets op latere leeftijd en denk je ‘zo heb ik hem of haar niet op de wereld gezet’. Ik kan me heel goed voorstellen dat dat moeilijk is én blijft voor ouders. En dat mensen kunnen vallen op een persoon met zo’n uiterlijk als het mijne: als ik destijds los van onze groep had gestaan, had ik ook gedacht ‘er gaan weinig jongeren uit die groep verkering krijgen’. Maar volgens mij hebben ze allemaal een relatie.”

‘Mijn ome Lou
verbrand? Eigenlijk
zie ik het nog
steeds niet’

Romy: ,,Ik denk ook dat als ik het aan leeftijdsgenoten zou vragen, zij nu zullen zeggen dat je dan geen relatie zult krijgen, maar ik geloof er ook in dat je uiteindelijk op iemands karakter valt. Ik ben er zelfs heilig van overtuigd. Natuurlijk spreek je iemand eerst aan vanwege diens uiterlijk, maar als je verder je leven wilt delen met iemand, dan val je toch echt op hoe iemand is en doet. Wat ik wel denk, is dat omdat bij jullie meerdere jongeren verbrand waren, het meer geaccepteerd werd. Stel dat nu iemand verbrand zou zijn en iemand zou met die persoon een relatie aangaan, ze dan op de telefoon gemakkelijker een berichtje durven te sturen met de vraag ‘ga jij nou met die’? Terwijl ik vind: hoe mooi is het, dat er wordt gekozen voor de binnenkant van iemand.”
,,Ik ben met ome Lou opgegroeid zoals hij nu is. Ik denk dat ik daardoor in mijn leven veel meer ben gaan kijken naar de persoon dan alleen naar iemands uiterlijk. Op je telefoon kun je op allerlei manieren een ander laten weten dat het perfect gaat of perfect is, maar in het echt gaat dat niet zo gemakkelijk. Daarom is het goed dat ik zo’n inspirerend iemand in mijn leven heb als ome Lou.”
,,Voor mij ben jij een persoon met een heel mooi en open karakter. Het duurde best lang voordat ik jouw hele verhaal te horen kreeg, van mijn moeder en ooitje. Dat was toen we bij ooitje waren en de tv-uitzending van de bergbeklimming keken. Er werd lang over gepraat, tot wel tien uur ’s avonds en daarna lag ik op bed en dacht: ‘is dat mijn ome Lou?’. Alsof ik het toen pas besefte: hij is écht verbrand. Zo had ik er nooit naar gekeken en eigenlijk zie ik het nog steeds niet. Ik zag het nooit als iets blijvends als er over gesproken werd, meer als een gebroken been.”
Lou glimlacht naar zijn trotse nichtje. ,,Inmiddels leef ik langer met dit uiterlijk dan met een gaaf gelaat. En ik ben er aan gewend. Toen enkele jaren geleden een Volendamse vrouw zelfmoord pleegde vanwege psychische problemen, schrok ik enorm. Ik hoorde het onderweg naar een uitwedstrijd van FC Volendam en zei tijdens die busreis ‘dan ben ik blij dat ik niks mankeer’. Keek Erik Jonk, die een rij verderop zat, me aan. Of ik niet in de gaten had wat ik zelf heb meegemaakt. Maar toch voel ik het écht zo. Als ik soms de ellende van anderen lees, zie of hoor, dan denk ik: geef mij dit, wat ik zelf heb, maar.”

Portie
,,Waarbij ik weet dat het niet zo is dat ik mijn portie al heb gehad. Tom Kwakman heeft dat ook al eens gezegd, dat je gewoon weer op nul staat en de kans net zo groot is dat mij iets gebeurt als dat een ander iets overkomt.”
Lou: ,,Het is tegenwoordig moeilijk als jongere om jezelf te zijn, niet gevoelig te zijn voor de mening van een ander. Ik kan ook nog wel eens mijmeren en malen over iets, maar dan is mijn vrouw Anne – bepaald geen volger – degene die zegt ‘wat geef jij daar nou om’. In een vrienden- en vriendinnengroep zou je niet allemaal hetzelfde moeten doen, maar de bijzondere dingen in elkaar naar boven halen.”
Romy: ,,Onze generatie kan zoveel leren van jullie. Over hoe je in het leven kunt staan. Wij kunnen nu bepaalde dingen niet doen in de coronasituatie, maar zo zijn er wel eens vaker momenten dat ik denk ‘waar piepen we nou over’.” Lou: ,,Ik snap je. Na lezingen hoorde ik regelmatig mensen zeggen ‘nou, vanmorgen stootte ik nog mijn teen en werd boos, maar als ik dan dit hoor’. Dan zei ik meteen: ‘maar als ik mijn teen stoot, kan ik ook boos worden hoor’. Je moet het ook allemaal in perspectief blijven zien.”
Romy: ,,Iedereen heeft zijn of haar eigen referentiekader. Je ziet wat je wilt zien. Als je niet steeds hetzelfde doet en volgt, meer en andere mensen spreekt, krijg je een bredere kijk op alles.”
Lou: ,,We moeten elkaar ook durven aanspreken. Omdat iedereen tijdens en na mijn herstel weer enthousiast was naar mij toe, ging ik er ook in geloven en kon ik niet meer voorstellen dat mensen er anders naar kijken.” Lachend: ,,Dus in de ideale wereld zou iedereen altijd positief naar elkaar moeten zijn, dan worden we allemaal krachtig.”
Romy: ,,Het zou heel goed zijn als er sprekers zoals ome Lou en Marga op school zouden komen. Want ik ken het verhaal, maar voor heel veel jongeren van mijn leeftijd is het ook goed om deze verhalen te horen. Zodat ze merken dat het ook anders kan. Ik denk dat er meer aandacht voor dit soort onderwerpen moet komen op middelbare scholen. Als zoiets ergens wordt georganiseerd, zullen daar weinig jongeren op af komen. Maar als het op school is, is het niet vrijblijvend en als de jongeren dán zo’n verhaal horen, weet ik zeker dat iedereen het interessant vindt.”
De school waar Romy nu zit, verloor leerlingen door ‘de brand’ en speelde ook een rol bij de re-integratie van haar gewonde leerlingen. Toch fronst Romy de wenkbrauwen als gevraagd wordt of de leerlingen weten waarvoor de gekleurde ramen van de aula op school staan.
,,Ik wil niet lullig doen, maar daar ben ik zelf twee maanden geleden pas per toeval achter gekomen. Ik zat even bij het podium en zag opeens een naam in zo’n raam staan en vroeg waarvoor dat was. Legde mijn mentor het uit. Ik vond het echt erg dat ik dat niet wist. Zoiets zou toch bekend gemaakt moeten worden als je op school komt, tijdens Maatschappijleer of Levensbeschouwing.”

‘Dan schrikt mijn
zoon Sam straks ook
als papa mét oren
en een veranderde
neus thuiskomt’

De dagboeken van zijn zussen komen ter sprake., als ook de foto’s van toen hij in Brussel binnenkwam. Lou: ,,Die foto’s heb ik in 2004 voor het eerst bekeken, waarbij ik steeds moest denken ‘wat hebben ze toch vakwerk verricht’. Op een bepaalde manier kijken naar dat soort dingen, helpt je accepteren van wat het uiteindelijk geworden is. Dan ben je blij dat je er zo uitziet.”
,,Er is inmiddels qua cosmetische ingrepen meer mogelijk. Ook met mijn oren en dat zou best praktisch zijn. Bijvoorbeeld als je – even actueel kijkend – een mondkapje wilt bevestigen”, glinsteren zijn ogen. ,,Maar toen ik drie jaar geleden tijdens Pinkpop eens de mogelijkheden besprak met vrienden, zeiden ze ‘dan moeten we weer aan je wennen’. En inderdaad, dan zou mijn gezicht na twintig jaar weer veranderen. Dan schrikt mijn zoon Sam straks ook als papa mét oren en een veranderde neus thuiskomt. En eigenlijk is het prima zoals het nu is.”
,,Ik houd wel van leuke kleding, maar dat andere, dat geloof ik wel. Zo ook de eventuele mogelijkheid van een pruik aanmeten. Die optie is ooit tegen me verteld, maar destijds dacht ik al: ‘ik zie dat gewoon niet voor me’. Toen had je op tv nog ‘Toen was geluk heel gewoon’ en dan kwam Gerard Cox na zijn werk thuis en zwierde zijn hoed van een afstandje op de kapstok. Zag ik dat mezelf elke keer als ik thuiskwam doen met mijn pruik…”
,,Ik heb de eerste tijd een petje gedragen. Maar als-ie dan in de bar werd afgetikt bij een duwtje, dan voelde ik me opeens heel naakt. Zei een fotografe na een paar jaar eens ‘waarom laat je ‘m niet af’. Heb ik dat gedaan en dat voelde bevrijdend. Neem het zoals het is.”
Na een paar uur kijkt Romy nog altijd met ogen vol bewondering naar haar oom. Binnenkort gaan ze samen naar de plek die zoveel levens veranderde. Van (over)grootouders, ouders, jongeren en eigenlijk ook dat van hún kinderen. De toekomst. Lou: ,,Ik heb mezelf gedwongen half december eerst alleen naar De Hemel te gaan. Dat wordt mijn eerste keer, ik weet niet wat ik kan verwachten en wat het met me doet. Daarna ga ik terug met onze familie, dus ook met Romy. En ik wil daarna ook best – op afstand blijvend – als begeleider mee, wanneer andere mensen naar binnen gaan.”
Lou Snoek. Pure inspiratie in levende lijve. Zelf zou hij zeggen: ‘maar op deze plek hadden meer mensen met hun verhaal kunnen staan’. Maar als we hier met elkaar een beetje meer zouden leven naar de geest van Lou, zou de samenleving er een stuk mooier uitzien.

|Doorsturen

Uw reactie


Sportweddenschappen zijn big business in Nederland, met meer dan 2 miljard euro die jaarlijks in online casino's wordt ingezet. Deze activiteit is toegenomen omdat Nederlandse spelers zich steeds meer op hun gemak voelen bij het wedden met hun computer. Bovendien is er met de opkomst van de technologie een toegenomen belangstelling voor goede online casino's die gratis spins zonder storting Nederland aanbieden. Naast traditionele sporten zoals voetbal en basketbal, kunnen Nederlandse gokkers nu ook weddenschappen afsluiten op allerlei andere evenementen, waaronder paardenraces, darts en zelfs eSports-toernooien. Tegenwoordig bieden veel Nederlandse online casinosites sportweddenschappen aan als een van hun belangrijkste attracties. Nederlandse spelers zijn vooral dol op weddenschappen op wedstrijden tussen Europese topcompetities, zoals Premier League clubs Manchester City en Chelsea of Bundesliga Borussia Dortmund tegen teams uit lagere divisies. Ze wedden ook graag op losse wedstrijden of series met bekende sporters of teams uit andere landen.

Akár egy lakos, aki naprakész szeretne maradni a városban zajló eseményekr?l, vagy egy kíváncsi utazó, aki a régió gazdag történelmébe szeretne betekintést nyerni, ez a webhely digitális útmutatóként szolgál Edam-Volendam lényegéhez. A rengeteg információ között harmonikus egyensúlyt ér el a weboldal, amely a magyar 22bet casino dinamikus világának felfedezésére hívja a szórakozás iránt érdekl?d?ket. Miközben helyi híreket néz az oldalon, merüljön el az online játékok izgalmas univerzumában. Számos online platformjátékkal és fogadási lehet?séggel a 22bet casino a szerencsejáték varázslatos vonzerejét hozza a képerny?re. Tegyen egy utazást a hagyományos asztali játékokon, a modern játékgépeken és egy izgalmas él? osztói élményen keresztül. Ahogy az Edam-Volendam gazdag örökséget testesít meg macskaköves utcáin, a 22bet casino a véletlen örömét testesíti meg, így a webhely kett?s menedéket nyújt az információkeres?k és a szórakozás számára.

Casino's hebben de laatste tijd aan populariteit gewonnen, vooral online casino's. Dit komt door een aantal redenen, waaronder het feit dat ze handiger zijn dan fysieke casino's en dat ze een spannende gokervaring bieden, waarover u meer kunt vinden op https://onlinecasinosnl.com/casino-bonus/. De stad Nieuw-Volendam is geen uitzondering op deze trend, en er zijn nu verschillende online casino's beschikbaar voor spelers daar. Bezoekers kunnen een verscheidenheid aan online casino's vinden die spellen aanbieden zoals gokkasten, roulette, blackjack en poker. Naast online casino's zijn er ook veel goede fysieke casino's die goed verlicht zijn en ruime gokruimtes hebben met comfortabele stoelen en tafels. Sommige casino's hebben ook grote LCD-schermen waarop de actuele speluitslagen te zien zijn. Online casino's zijn de laatste jaren steeds populairder geworden, en de stad heeft verschillende opties voor spelers. Of u nu op zoek bent naar een veilige en beveiligde online casino ervaring of uw geluk wilt beproeven op enkele van de grootste en beste merken in de business, u zult vinden wat u nodig heeft in Nieuw Volendam.


Nieuw-Volendam in beeld


Laatste nieuws

Ondernemend nieuws

Laatste vacatures

Meest gelezen

Laatste reacties

text ankor text





Ook hier adverteren?








Weer

 

Poll

Dowiedz si? o najnowszych wydarzeniach w Edam-Volendam, od wydarze? spo?ecznych po polityk? miejsk?, aby nad??y? za biciem serca tego malowniczego regionu. Ale emocje na tym si? nie ko?cz? – dla tych, którzy szukaj? innego rodzaju przygody, nasza platforma p?ynnie ??czy geograficzne podzia?y, daj?c wgl?d w legalne kasyno polska. B?d? na bie??co z dynamicznym krajobrazem gier hazardowych w kasynach, zmianami regulacyjnymi i ofert? rozrywkow? w Polsce. Od ol?niewaj?cych ?wiate? warszawskich kasyn po strategiczn? atrakcyjno?? sto?ów do blackjacka i pokera, nasza strona internetowa informuje Ci? o kwitn?cej bran?y legalne kasyno polska. Niezale?nie od tego, czy jeste? urzeczony beztroskim urokiem Edam-Volendam, czy kuszony t?tni?cym ?yciem ?wiatem polskich kasyn, nasza strona internetowa b?dzie dla Ciebie miejscem, w którym znajdziesz ró?norodne informacje i do?wiadczenia.