Wat Stond Er In Je Rapport:
Voor Gré Hoogland was school vooral gezellig
,,Waar het allemaal begonnen is?”, herhaalt Gré Hoogland de vraag. ,,Op de St. Nicolaasschool waar nu de praktijk van dokter Agatha is. Dat was in de jaren ’70, want ik ben inmiddels al een ‘ouwe doos’ van 55.”
Door Jan Koning
,,Ik heb mezelf op de lagere school ernstig verveeld. Ik kon namelijk vrij goed meekomen en het kostte me weinig moeite. Ik weet nog dat ik vrij snel leerde lezen en er een wereld voor me open ging. Dat vond ik helemaal geweldig, want mijn fantasie werd er enorm door geprikkeld. In de vierde klas kreeg ik meester Vincent Tol. Dat is er eentje van de ‘Schoenenlappertje’. Die heeft het nog ver geschopt. Hij stond op dat moment voor het eerst voor de klas. Zo van de PABO af. Volgens mij was hij 21 of zo. Als we het over favoriete leraren van de basisschool hebben, steekt hij er met kop en schouders bovenuit. Hij was een verademing. Een nieuwe generatie leraren tegenover dat ‘ouwebakken’ zooitje dat er lesgaf. Hij nam dieren mee in de klas, was ontzettend creatief en kon prachtig tekenen. We vonden het geweldig.”
‘In mijn rapporten
stond altijd:
‘Mooie lijst,
ga zo door,
prima’ en dat
soort dooddoeners’
,,Het was sowieso een oudbakken zooitje bij ons op school. We hadden nog boeken uit 1948. Aardrijkskundeboeken waar geen zak meer van klopte. Het mocht blijkbaar niets kosten. Dat was in de zesde klas, bij ‘meester Flip’. Een verloren jaar, want die man was enkel bezig met het roken van sigaren en voorlezen uit de bijbel. Dat was in die tijd nog heel gewoon. Wij moesten ook nog bidden op school als we binnen kwamen en voor we weer weg gingen. Nederlands was wel mijn favoriete vak. Als ik bijvoorbeeld een opstel of spreekbeurt schreef, las de leraar deze altijd voor in de klas, omdat het de beste was.”
,,Op de lagere school verzon ik al toneelstukjes. Dat zat er al heel jong in. Mijn vader en moeder speelden ook toneel, dus dat is natuurlijk niet zo gek. Ik weet niet meer precies waar ze over gingen, deed meester Plat na of zo, haha. Ik wilde in die tijd nog actrice worden, maar vond dat te hoog gegrepen voor mezelf. Ben niet zo opgegroeid om – behalve op het podium dan – op de voorgrond te treden. Een ander kan het beter, dacht ik altijd. Spijt van? Nee, ben niet zo erg van de spijt. Ik heb heel veel voldoening gehaald uit het toneelschrijven en -spelen, wat ik bij Ons Pogen doe.”
,,Na de lagere school ging ik naar de Don Bosco aan de Julianaweg. Samen met mijn vriendinnen, Gina Schokker, Carla Veerman, Marian ‘Bol’. Die zie ik inmiddels niet meer. Ik zat verder in de klas bij José Pelk, en Martin Kok niet te vergeten. Die is zoals bekend inmiddels overleden. In die tijd gingen we nog naar de kroeg toen we veertien waren. Dat was heel normaal. Omdat dé uitgaansdag altijd zondag was, gebeurde het regelmatig dat de halve klas op maandag met een kater in de banken zat. Of na een optreden van Jen Rog in De Jozef. Dat de volgende morgen in de klas iemand zijn vinger opstak. ‘Meester, mag ik naar huis?’ Maar voor hij de deur uit was, lag de ‘spijg’ al op de vloer.”
‘Het actrice had
ik inmiddels uit
mijn hoofd gezet,
maar ik heb geen spijt’
,,Het actrice worden, had ik inmiddels dus uit mijn hoofd gezet en ik ging na de Mavo naar een soort schakelopleiding voor verzorgende beroepen. Ik wilde in de verzorging. Het duurde twee jaar en tijdens mijn stages kwam eruit dat ik heel goed met demente bejaarden kon werken. De opleiding, daar fietste ik al snel doorheen, maar het was toch niet wat ik wilde. Daarna heb ik nog allerlei verschillende baantjes gehad, waaronder in de horeca. Uiteindelijk ben ik een man met een kind tegengekomen en we kregen later samen nog een kind. Zo ben ik het moederschap ingerold en huisvrouw geworden. Dat kwam gewoon op mijn pad. Natuurlijk heb ik wel eens gedacht ‘er zat meer in het vat’, maar zo is het nou eenmaal gelopen. Spijt? Nee, want ik heb een prachtig leven gehad.”
,,En het is niet helemaal bij huisvrouw gebleven, want uiteindelijk ben ik nog Ambtenaar van de Burgerlijke Stand geworden. Dat heb ik nog tien jaar gedaan en ik heb in die hoedanigheid echt ontzettend leuke mensen getrouwd. Sowieso de helft van Ons Pogen. Jenny Smit, Vincent ‘Petje’ en nog veel meer. Heb er ontzettend veel voldoening uitgehaald en vond het prachtig om deel uit te maken van – en zelfs een grote bijdrage te leveren aan - een heel belangrijke dag voor die mensen. Na tien jaar vond ik het welletjes en ben ik er mee gestopt. Ik werk inmiddels ook al twintig jaar bij Pneuman en ben een erg tevreden mens. Heb geen wilde dromen meer of zo. Ja, misschien nog een film schrijven. Dat is nog wel iets dat ik zou willen, maar of het er nog van zal komen, het zal wel niet, haha. Terugdenkend aan mijn schooltijd is mij vooral de gezelligheid bijgebleven. Ik was altijd heel braaf en ik denk dat de leraren dat ook wel zullen beamen.”
Vincent Tol: ,,Gré zat inderdaad in de klas bij me. Dat was mijn eerste jaar. Ik weet nog dat het een klein klasje was. Zo’n 20 of 22 kinderen. Gré was een ontzettend prettige leerling. Enorm belangstellend en enthousiast. Ik weet nog dat ze op een gegeven ogenblik wat problemen kreeg met haar zicht en dat ik haar ouders moest attenderen dat het misschien tijd was om langs de oogarts te gaan. Ze moest uiteindelijk ook aan een bril. Dat was wel apart. Net als dat ik tegen haar heb gezegd; ‘jij raakt bij Ons Pogen.’ Dit is echt serieus. Tijdens de ouderavond heb ik dat ook nog met haar moeder besproken en die kon dat wel waarderen dat ik dat opperde. Dat het uiteindelijk ook zover is gekomen, is natuurlijk extra leuk.”
Uw reactie