
Debbie: “Eerste stap in olympisch dorp heel speciaal”
Het is iets om als dorp enorm trots op te zijn. Met Debbie Bont en Jessica Schilder heeft onze gemeente twee fantastische deelnemers aan de Olympische Spelen, die vrijdag in Tokio beginnen. Dit duo treedt in de voetsporen van Carla Braan, die in 1976 met de turnploeg als enige Volendamse in de historie deelnam aan het grootste sportevenement ter wereld.
Door Ringen om Volendam
[ads id=66]
Terwijl Debbie al een week in Japan verblijft, zaten er bij Jessica wat hobbels op de weg. De dag voordat ze vorige week naar Tokio zou vertrekken werd de kogelstootster bij de dagelijkse coronatest positief bevonden. Daarna volgden twee keer negatief en weer een positief, wat duidt op een zeer lichte besmetting. Volgens de medische staf is het een kwestie van dagen dat Jessica alsnog kan afreizen, om op vrijdag 30 juli in actie te komen in het Olympisch Stadion van de Japanse metropool.
Voor Debbie begint het komende zondag al. Met het handbalteam komt ze om 9 uur in de ochtend (2 uur ’s nachts in Nederland) in actie tegen gastland Japan. Daarna volgen Zuid-Korea (dinsdag 27 juli om 02.15 uur Nederlandse tijd), Angola (donderdag 29 juli om 02.00 uur), Noorwegen (zaterdag 31 juli om 07.30 uur) en Montenegro (maandag 2 augustus 05.30 uur). De eerste vier van de poule plaatsen zich voor de kwartfinales.
Debbie Bont: “Het is met twaalf teams een heel klein toernooi, met een hele sterke deelnemers. De krachtsverschillen zijn soms zo klein, dat het echt een kwestie van de vorm van de dag gaat worden. Daarom focussen we ons eerst op het halen van de kwartfinales en dan zien we wel verder.”
Over haar eerste week in Tokio is Debbie heel enthousiast. “Zondag waren we al even kort in het olympisch dorp om onze accreditatie aan te maken (zie foto) en konden we een paar uur over het complex lopen. Vooral het moment dat we het dorp binnenliepen was heel speciaal en indrukwekkend. Dan is, waar je het al die jaren voor gedaan hebt, ineens realiteit.”
Ze vervolgt: “We hebben in het dorp meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om een hersteltraining te doen en te eten in de mega grote dining hall. Dat laatste was niet normaal, zo groot. Daarna zijn we weer naar ons verblijf in Shiba gegaan, een buitenwijk van Tokio. Na nog een oefenwedstrijd tegen Rusland vertrekken we woensdag (vandaag red.) naar het olympisch dorp, waar we blijven tot we zijn uitgespeeld. Dus hopelijk tot de laatste dag van de Spelen, hahaha.”