
Horeca-ondernemers zijn eensgezind als het gaat om 1,5 meter-samenleving
‘Het is technisch onmogelijk’
Volendamse horeca-ondernemers zien weinig in de plannen voor de toekomstige ‘1,5 metersamenleving’. Vorige week vroeg staatssecretaris Eric Wiebes van Economische zaken sectoren na te denken over hoe zij hun bedrijven en instellingen weer kunnen openen. Dit met inachtneming van de nieuwe regels. Koninklijke Horeca Nederland, een verbond van Nederlandse horeca-ondernemers, liet al vrij snel weten dat naleving van deze maatregelen voor veel kroegen en restaurants onmogelijk is. Vrijwel alle zaken willen graag weer open, maar dan niet zonder aanvullende steunbetalingen.
Door Laurens Tol
Jan Zwarthoed, de Volendamse vertegenwoordiger van Koninklijke Horeca Nederland (KHN), schaart zich achter dit standpunt. In zijn restaurant ‘Le Pompadour’ studeerde hij uitgebreid op de mogelijkheden van het runnen van zijn zaak, waarbij hij de afstandsregel volgt. Zelfs voor een relatief grote zaak als de zijne is deze lastig na te volgen. ,,Normaal gesproken kunnen wij honderdvijftig etende gasten ontvangen. Als we de nieuwe regels moeten naleven, is er nog maar plaats voor vijftig mensen. Dan is het nog de vraag hoe we het eten bij de gasten kunnen brengen. Dat zal heel lastig worden. Maar wij zouden wel heel graag open willen. Al zal er natuurlijk sprake zijn van een grote derving van inkomsten”, vertelt Jan.
Op volle capaciteit draaien zal niet mogelijk zijn voor Le Pompadour, als het ‘nieuwe normaal’ de norm wordt. Maar Jan kan er met zijn restaurant wel een vorm voor vinden. Voor andere horeca-zaken zal dat ingewikkelder worden. ,,Kleine kroegen zullen het moeilijk krijgen. Er zijn barren waar er ongeveer nog twee mensen mogen binnenkomen als ze 1,5 meter afstand moeten houden. Dan heb je ook nog met je personeel te maken. Kortom, het is technisch onmogelijk en dat is ook het standpunt van de landelijke KHN. Daarbij zal het voor veel zaken financieel niet rendabel zijn om open te gaan. Er zijn dus aanvullende steunmaatregelen van de overheid nodig als de 1,5 metersamenleving een feit wordt. Anders is het niet te doen.”
‘Medewerkers ontslaan
is geen optie,
die zijn straks
weer hard nodig’
Volgens Jan zijn de steunmaatregelen bijvoorbeeld nodig om te kunnen voorzien in de doorlopende kosten. Hij vertelt dat het personeelsbestand van horeca-zaken is afgestemd op een bepaalde hoeveelheid klandizie. Als een restaurant of bar maar beperkt open kan, is er minder personeel nodig. Terwijl de loonkosten doorlopen, want medewerkers ontslaan is voor Jan geen optie. ,,Dat kan absoluut niet, want wij moeten hierna ook weer verder. Het kan zijn dat we straks in september en oktober een mooie nazomer krijgen. Mensen willen dan graag nog de deur uit, waardoor wij het druk kunnen krijgen. Ook kan het zijn dat velen in eigen land op vakantie gaan. Dan hebben wij onze medewerkers zeker hard nodig.”
Een andere maatregel waarmee de overheid horeca-etablissementen te hulp kan schieten, is het kwijtschelden van achterstallige belastingen. Veel van deze betalingen zijn nu tijdelijk opgeschort. Jan maakt duidelijk dat het heel lastig gaat worden om deze kosten goed te maken als horeca-zaken straks maar beperkt kunnen openen. ,,Ze moeten hier een regeling voor vinden. Het kan niet zo zijn dat als je straks opengaat je eerst moet werken om alle belastingen van februari, maart en april te betalen. Dat is niet mogelijk en ik denk ook wel dat daar een oplossing voor komt.”
Jan vertelt dat er in de horeca op dit moment veel behoefte is aan duidelijkheid van de overheid. Ondernemers vragen zich af wat het nieuwe normaal voor hun zaak gaat betekenen. Verder wil men weten hoe en of de overheidssteun blijft bestaan en of men die aanpast aan de capaciteit waarop een etablissement kan draaien. Daarbij hangt nog steeds in de lucht dat het dragen van mondkapjes of maskers als bescherming mogelijk verplicht wordt. In andere Europese landen is dit al de norm. Als de overheid zo’n besluit neemt, zal er een nog grotere vraag ontstaan naar deze producten. Om de eventuele drukte alvast op voor te zijn, sloeg Jan al enkele maskers in.
Tussen Volendamse horeca-ondernemers is er regelmatig contact over de plannen die er zijn voor de 1,5 metersamenleving. Volgens Jan is men hier opvallend eensgezind over. ,,Iedereen is tegen die 1,5 meter. Klaar. Het is gewoon niet werkbaar. We zijn wel bereid om ons aan te passen waar het kan, zodat we toch open kunnen. Alleen is het nog niet mogelijk om daar naartoe te werken, omdat er nog geen duidelijkheid is. Hopelijk maakt de overheid snel meer details bekend over wat men van ons verwacht.”
‘Je mist de mensen,
het werk en
de bedrijvigheid’
In de lente van dit jaar was het tot dusver vrij vaak zonnig weer. Voor een horecaman als Jan doet het des te meer pijn dat zijn restaurant nu gesloten is. ,,Iedereen wordt er gek van, maar de medewerkers helemaal. Die vragen zich steeds af: ‘Kunnen we nou niks doen?’. Maar ja, alles is opgeruimd inmiddels. Volgens mij is dat zo bij alle Volendamse horeca-zaken. Alle schilderklusjes zijn gedaan. We zitten inmiddels vijf weken dicht. Vanaf het moment dat premier Rutte op 15 maart op televisie was, is de zon gaan schijnen. Het is erg jammer dat je dan nu geen gasten kunt ontvangen. Je mist de mensen, het werk en de bedrijvigheid.”
Jan begrijpt samen met de andere Volendamse horeca-ondernemers dat de overheid op dit moment voor zeer uitdagende taken staat. Volgens hem verricht men goed werk. Noodmaatregelen zijn in korte tijd gerealiseerd, waardoor ondernemers al steunbetalingen ontvangen van het UWV en de gemeente. Over de samenwerking met de lokale overheid is Jan goed te spreken. ,,Iedereen doet wat hij kan. Je ziet dat de gemeente ook echt met ons meedenkt en zich behulpzaam opstelt. Maar wat voor scenario er ook zal volgen: de horeca heeft alle steun nodig. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden dat mensen ons kunnen helpen door wat te komen eten en drinken als we eenmaal weer open zijn. Een situatie als deze is sinds de oorlog niet meer voorgekomen. Maar we blijven uiteraard hoop houden.”