Liefde is…
Jan en Albert, broederliefde is ook liefde
,,Ik kwam vanuit de Aalstraat – nadat ons huis aldaar meerdere malen onder water was gelopen – naar de Kathammerstraat”, aldus Albert Hoekstra. ,,Daar zat drie huizen van ons af een ietwat vreemde verschijning met een gitaar steeds luid te zingen en te fluiten. Ik was gelijk verkocht. Liefde op het eerste gezicht.”
Door Jan Koning
Die ietwat vreemde verschijning is in dit geval Jan Hoogland. Dirigent van het Jongerenkoor Volendam. ,,Wat het voor mij was?”, begint Jan. ,,Hij had een bus.” Een bus die nogal goed van pas zou komen. Jan: ,,Wij traden heel veel op met het koor. Met de Kerstmissen en andere aangelegenheden. We hadden hiervoor een orgeltje en dat moest bij elke uitvoering van de repetitieruimte naar de kerk worden versleept. En tja… Albert had een bus.” Zijn ‘geliefde’ Albert krijgt al snel een koosnaampje, te weten Broer. Albert: ,,Ik weet nog precies wat hij zei: ‘ik heb vijf gekke zusters en geen broers, dus jij bent vanaf nu mijn broer. Als dat geen liefde is…”
Albert: ,,Het is overigens liefde van twee kanten, hoor. Want Jan heeft naast een hart van goud ook 27 gouden rechterhanden. In tegenstelling tot mijn persoontje. Ik heb twee ongelooflijk kromme handen. Maar ben wél weer erg goed in tekstverwerken). Wij hebben een oud huis waar vanaf dag één continu iets aan heeft gemankeerd. Dus dan is het ‘Broooeeer…’ en dan komt-ie weer aan met zijn hamer, z’n schroevendraaier, beitel, sikkel en z’n trappetje. ‘Wet is er nou weer lôhs?’ De rails laat los, de dakgoot zit verstopt. Tot op de dag van vandaag is het aan de orde van de dag, maar hij staat altijd voor ons klaar. Ik kan ‘m dan wel zoenen en doe dat dan ook regelmatig. Niet op de mond hoor. Daar houdt hij niet zo van.”
‘Waar ik op
ben gevallen?
Hij had een bus’
Het zoenen komt ter sprake en de vraag is dan natuurlijk waar de eerste kus van de heren heeft plaatsgevonden. Jan: ,,Dat is vast en zeker met kermis geweest. Ergens in 1996 zal dat geweest zijn. Of tijdens de opnames van onze kermishit ‘Toe Laat Het Altijd Kermis Zijn’. Toen is er ook wel wat afgekust.” Albert: ,,Ik heb hem eigenlijk altijd gekust als hij een klusje gedaan had. Hij vroeg er namelijk ook nog eens nooit geld voor. Dus als ik vroeg wat hij van me kreeg en hij antwoordde met ‘hoofdpijn’, dan greep ik hem even stevig vast – hij kan daar zo lekker goed tegen – en gaf ik hem een dikke pakkerd. Als ik was geweest, kwam mijn vrouw daar nog even achteraan, want die moest hem ook nog even hebben, haha.”
Jan: ,,Ik ben al vanaf 1980 Sinterklaas bij HSB en toen ik een beetje krap in de Zwarte Pieten kwam te zitten, heb ik Albert gevraagd om ons te begeleiden. Veertig jaar na dato doen we dat nog steeds. Het is een van de vele samenwerkingen die we hebben gevormd door de jaren en het heeft de liefde alleen maar versterkt.”
,,Wat ons ook zo’n goed koppel maakt, is onze liefde voor muziek. Albert maakt de tekst en ik verzin daar muziek bij en de complete melodie.” Albert: ,,Ons DNA is inmiddels zo volgroeid dat we ook echt broers zijn geworden. We spreken elkaar ook echt zo aan. Laatst op een avondje viel het iemand op en die kon het niet zo goed rijmen: ‘Jij heet toch Hoekstra en Jan toch Hoogland?’ Dat klopt zeg ik, maar toch zijn we broers. Door dik en dun en in goede en slechte tijden.”
Hun relatie bestempelen de beide heren als saai en van knallende ruzies is nog nooit sprake geweest. Albert: ,,Ik kan me het me in ieder geval niet herinneren. Zelfs tijdens Jesus Christ Superstar – ons megaproject – is er nooit onenigheid geweest. Maandenlang hebben we samengewerkt, Jan is in die periode elf kilo afgevallen, de spanningen liepen tegen de deadline op, maar nooit is er ruzie geweest. Dat is overigens te danken aan mijn broer.” Jan: ,,Ik ben gewoon een goedzak.”
‘Ons DNA is
inmiddels in
elkaar verstrengeld’
Op het moment dat de vraag wordt gesteld of ze wel eens verliefd zin geweest op hetzelfde meisje wordt vriendelijk verzocht om de opnamerecorder even te stoppen. Als beide heren zijn uitgelachen, komt Jan met een gezamenlijk statement. ,,Nee, hoor. We zijn allebei altijd onze vriendinnen, inmiddels vrouwen – ondanks alle verleidingen die twee filmsterren als wij op ons afgevuurd krijgen – trouw gebleven.”
Jan: ,,Dromen? Als in samen met een camper de wereld rond? Nee, hoor. Samen oud worden, dat is wel mijn droom.” Albert: ,,Die droom deel ik. Daarnaast zou ik ook nog dolgraag samen een aantal prachtige theaterproducties maken. Het liefst jaarlijks iets opzienbarends op het Europaplein. Of samen de Mount Everest beklimmen. Wat zeg jij, Broer?” Jan: ,,Ben jij mal? Je piep! Daar zijn wij veel te oud voor. Laten wij onze dromen nou maar gewoon eenvoudig houden. We hebben al een keer samen gefietst op de Veluwe. Dat is mans zat.”
,,Ze zeggen ook wel eens dat je elkaar de ruimte moet geven om een relatie stand te laten houden”, besluit Albert. ,,Daar zijn wij dan ook erg goed in. Ondanks dat we drie huizen van elkaar wonen, is het namelijk niet zo dat we de deur bij elkaar plat lopen. Behalve dan als er weer een of ander project uit de grond gestampt moet worden. Dan is het weer dikke mik en zijn we niet bij elkaar weg te slaan.”
Uw reactie