Liefde is…
Jan en Nel waren al snel gewend
,,Dat was in de Joppekop. Direct vlinders, vuurwerk en de hele reutemeteut. Net als in de film”, begint Nel Schilder. ,,De vonken spatten er nu nog steeds vanaf.” Manlief Jan Molenaar (Poep) begint al te lachen. ,,De bloedspetters ook wel eens, hoor. We zijn het namelijk niet altijd met elkaar eens, haha!”
Door Jan Koning
De Joppekop, Carnaval in 1974. ,,Dik vorige eeuw dus”, aldus Jan. Nel was net op vakantie geweest in Duitsland. ,,Daar had ik een man gezien met borsthaar en die zag er wel appetijtelijk uit. Dus toen Jan erin met kwam een borst vol met haar en ik viel als een blok voor hem.” Jan: ,,Ze was stomdronken, dus dat hielp ook wel een beetje. Het was zelfs zo erg dat ze de dag erna – toen ik weer in de Joppekop naar haar op zoek ging – niet meer wist dat we gezoend hadden.”
Gewend
Jan woonde op de Edammerweg en Nel in de Sijmen Molstraat. Tot de ontmoeting in de Joppekop hadden ze elkaar echter nog nooit gezien. Nel: ,,We schelen elkaar vijf jaar, dus dan loop je elkaar toch steeds mis. Ik ontmoette Jan voor het eerst toen ik 17 was en hij 22. Hij kwam net uit dienst vandaan. Hoe bedoel je sexy, haha. Ik had voor hem ook wel vriendjes gehad, maar met die jongens was het anders. Als die kwamen, was ik altijd een beetje zenuwachtig. Met Jan had ik dat niet. Dat voelde gewoon goed. Het was meteen gewend.”
‘We dachten
nog wel eens
dat we
onzichtbaar waren’
Jan: ,,We hadden ook aan een woord genoeg. Als ik zei: ‘zullen we’, dan had Nel haar jas al aan. Dat hadden we al heel erg snel.” Nel: ,,Voor onze vrienden en familie was het eigenlijk ook vanaf het begin logisch dat wij samen waren. Alsof het nooit anders geweest was. Hij kwam voor het eerst bij mijn vader binnen en noemde hem direct oud lijk. Dus daarna kon hij niets meer verkeerd doen. Die lag helemaal dood van de lach.”
Appartement
Nadat ze drie maanden verkering hebben, besluiten ze samen een huis te kopen. Jan: ,,Een huis dat we samen binnen een jaar hebben afgelost door keihard te werken. Dat is in deze tijd ondenkbaar, maar wij deden het.” Nel: ,,Daarnaast gingen we nog op vakantie. Naar Torremolinos. We hebben daar ‘op ze Volledams’ elke dag in hetzelfde cafeetje gezeten. De Valkenburger heette die tent.” Jan: ,,Wat ook wel grappig was, was dat mijn schoonvader er heilig van overtuigd was dat wij in twee verschillende huizen sliepen. Die was nog redelijk naïef en een vriend van hem moest hem subtiel uitleggen dat appartement toch echt een andere betekenis had dan apart van elkaar slapen, haha. We zijn sowieso opgegroeid in de hippietijd. De tijd van de vrije seks. Er zijn dan ook weinig plekken waar we het niet hebben gedaan. We deden het op de meest bizarre plekken. Probleem was alleen dat je ook wel eens dacht dat je onzichtbaar was. Dus dan stond je met je broek op half elf op de Julianaweg en tja, dan kwam er wel eens iemand voorbijlopen, haha!”
‘Ik heb echt
niets meer
te wensen’
Nel: ,,We hebben gewoon echt een waanzinnige tijd gehad. Dat kan de jeugd van nu zich niet eens meer voorstellen. Er was onbeperkt geld. Daar werkten we wel keihard voor, maar het was anders dan nu. Veel goedkoper ook. Een biertje kostte 50 cent. In de guldentijd, hè? Wij gingen dan ook iedere avond naar De Molen. Niet vol, maar dan dronken we toch wel wat biertjes. Dat is nu onmogelijk. Alles is zoveel duurder geworden.” Jan: ,,De meeste vrienden van ons hadden in die tijd ook al huizen en dan was het iedere zondag vanaf ’s ochtends vroeg feest. Met een geweldige vriendengroep met onder anderen Jaap Dibbes, Henk Guyt, Jan Kester, Willem Wijn, Jaap de Knoest en Jan en Willem van Albert Jonk, die helaas veel te vroeg is overleden. We hadden een groep van zo’n twintig man en het was zo ongelooflijk gezellig. Een gouwe tijd!” Nel: ,,Die sfeer die daar hing, was ongekend. Het gebeurde ook wel eens dat ze op zondagochtend vanuit het niets zeiden: ‘stap in de auto’. En dan in de bus van Jan Jonk, met veel meer mensen dan er eigenlijk in mochten, op naar Bergen. Jan reed ook een keertje slingerend over de weg. Dus ik zeg: ‘wat doe jij nou, Jan?’ Toen bleek Annie Bakker de verkering uitgemaakt te hebben en had meneer geen zin meer in het leven. ‘Maar wij zitten ook in die bus!’ riep ik hem toe. ‘Wij willen nog niet dood.’ Gelukkig heeft-ie geluisterd en hebben we nog honderd van die geweldige dagen beleefd.”
Behalve snel een huis waren er ook al snel kinderen. ,,Binnen een jaar was ik zwanger van de eerste”, gaat Nel verder. ,,Dat was in die tijd heel bijzonder. Normaal gesproken ging je eerst werken, sparen, trouwen en dan pas kinderen. Bij ons liep het dus allemaal iets anders.” Uiteindelijk krijgt het stel drie kinderen en die verblijdden Jan en Nel met liefst negen kleinkinderen. Nel: ,,Jan heeft nog wel een grote droom, maar met de kinderen en de kleinkinderen in goede gezondheid heb ik verder niets meer te wensen.” Jan: ,,Mijn grote wens is om nog eens met mijn oudste kleindochter naar Egypte te gaan. Ik heb altijd gezegd dat ik die piramides nog in het echt wil zien voor ik dood ga. Ik wil met eigen ogen zien hoe ze dat gebouwd hebben. Dat vind ik zo fascinerend. Nel houdt niet van vliegen, maar gelukkig is mijn kleindochter net zo avontuurlijk als ik, dus gaan we samen. Als die droom is uitgekomen kan ik gelukkig sterven. Als jullie het goed vinden wacht ik wel nog effe, haha!”
Uw reactie