Onderzoek naar fusie Springplank/Spinmolen en Kennedy/Nicolaas
Minder kinderen, minder scholen
Teruglopende geboorteaantallen nopen de SKOV (Stichting Katholiek Onderwijs Volendam) tot een krimp van het aantal basisscholen: van negen naar zeven. ,,Directeuren krijgen de begrotingen niet sluitend, de huidige situatie leidt tot grote financiële risico’s en is op termijn onhoudbaar. Op deze manier gaat een groot deel van het SKOV-vermogen naar het in stand houden van negen basisscholen, in plaats van ontwikkeling van het onderwijs, waar het voor is bedoeld”, zegt Uitvoerend Bestuurder Margareth Runderkamp. Door een groep van schooldirecteuren, ouders, leerkrachten en bestuur is besloten om mogelijke fusies van De Springplank en De Spinmolen (in de wijk Blokgouw) en J.F.Kennedyschool en St.Nicolaasschool (Oude Kom, De Meer) te laten onderzoeken. Scholen die geografisch gezien dicht bij elkaar liggen.
Door Eddy Veerman
Vorige week kregen alle ouders van schoolgaande kinderen een brief thuis, met achtergrondinformatie over de uitdaging waar de SKOV voor stond én staat. Zoals die ouders nog niet zo lang geleden werden geïnformeerd over het op de schop gaan van het plaatsingsbeleid. Ouders krijgen in de toekomst meer ruimte om te kiezen op welke school zij hun kind graag onderwijs zien volgen en dat past ook in de – nieuwe – SKOV-visie dat scholen zich straks ook qua onderwijsconcept onderscheidend mogen profileren.
‘Er wordt vaak gezegd
‘SKOV heeft geld zat’,
maar het is niet de
bedoeling dat we dat
laten weglekken door
het in stand houden
van een onhoudbare situatie’
Runderkamp: ,,Het oude plaatsingsbeleid zorgde ervoor dat kinderen evenredig over alle scholen werden verdeeld. Met ons leerlingenaantal kun je – los van het speciaal onderwijs op de Vincentiusschool – in de toekomst nog zes scholen in stand houden, wij hebben er met behulp van het plaatsingsbeleid acht overeind kunnen houden. Dat gaf ondertussen een spagaat. Scholen in de nieuwbouwwijken moeten groter kunnen zijn en in de oude kom mag best een klein pareltje blijven. We wilden dus meer flexibiliteit en meer keuzevrijheid voor de ouders, tegelijkertijd kan dat niet als we acht scholen in de lucht willen houden. Dat was de eerste noot die gekraakt moest worden.”
In het voorjaar van 2020 begon de verkenningsfase omtrent de toekomst van de basisscholen. ,,Ik wilde eigenlijk een club van 100 laten meedenken, maar corona beperkte het gezelschap tot dertig betrokken ouders, leerkrachten, directeuren, bestuurders, leden van de Klankbordgroep en de Commissie van Wijzen. In die laatste groep zaten ouders die kritisch meedachten over het plaatsingsbeleid. De prognoses laten tot 2027 een krimp zien en daarna is er sprake van stabilisatie en daarna een milde groei, wanneer de Lange Weren gerealiseerd wordt. Maar voordat daar kleuters uit voortkomen, zijn we tien jaar verder. Als je nu niets doet, moet er jarenlang veel geld bij. Als men dat wenst, dan moeten we dat doen, maar de directeuren, GMR en bestuur waren unaniem dat dat geen optie was. Wij moeten er voor zorgen dat dat opgebouwde vermogen nog tot in lengte van jaren ten goede komt aan goed onderwijs en mooie dingen voor de kinderen.”
Out of the box
Tijdens de gespreksavonden met de groep van dertig betrokkenen kwamen opties als sluiting van scholen, fuseren, maar ook een totaal vernieuwend schoolconcept op tafel. ,,Bij dat laatste scenario zouden de huidige scholen zich opnieuw kunnen uitvinden.” Dat werd echter nog te revolutionair geacht, bekeken vanuit de traditionele leest waarop het Volendamse onderwijs is geschoeid.
,,Maar er kwamen hele mooie gesprekken op gang, met mensen die ‘out of the box’ denken. Je kunt stellen dat scholen straks met elkaar moeten concurreren, maar tijdens de gespreksavonden werd dat gezien als een positief aspect. Scholen kunnen zich immers profileren en met een eigen identiteit voor aantrekkingskracht zorgen. Het gaat vooral om kansen zien en pakken, zo stelde de groep. Waarbij na stemming het opheffen van scholen geen optie bleek en er uiteindelijk werd gekozen voor de fusievariant. De scholen gaan samen iets nieuws bouwen. Waarbij wellicht elementen van de oude school terugkomen, of ze pakken door. Dat is aan de teams van de betreffende scholen.”
,,Vanuit een werkgroep ‘strategische spreiding’ kwam het advies om naar de wijken te kijken: elk kind zou dichtbij naar school moeten kunnen gaan. En wij moeten zorgen dat de scholen de gebieden kunnen bedienen. Vervolgens is een aantal varianten uitgewerkt, waarbij steeds werd uitgegaan van kansen, impact en kosten.”
,,Het goedkoopste zou zijn om een oud gebouw als dat van de Jozef op te geven maar dat zou een enorme impact hebben in de oude kom. De directeuren van de basisscholen en de GMR – de betrokken ouders en het bestuur - gaven daarom ook aan dat de kosten ondergeschikt moesten zijn bij het maken van de definitieve keuze.”
‘Het zal zeker pijn
doen bij betrokkenen,
om los te moeten laten’
,,In het hele voortraject hadden we het steeds over een gezamenlijke uitdaging, dat is nog redelijk neutraal. Er zijn meerdere opties verkend en dan komt het moment dat het balletje een bepaalde kant op gaat rollen. Dan wordt het concreet en daarmee ook een stuk spannender, vooral voor de teams van de vier scholen.”
De Spinmolen en De Springplank liggen dicht bij elkaar en de Nicolaas- en Kennedyschool zitten onder één dak. ,,In een deel van dat gebouw zou je iets kunnen neerzetten wat we nog niet hebben, zoals kinderopvang of een mooi Integraal KindCentrum.”
Het fusie-onderzoek begint vandaag, als de teamleden en de MR leden van de vier betrokken scholen afzonderlijk van elkaar, coronaproof, bij elkaar komen voor een studiebijeenkomst. Alle MR’en hebben deel kunnen nemen aan een cursus over Fusie en hebben daarmee de benodigde kennis in huis om een goede gesprekspartner te zijn.”
Verder worden de medezeggenschapsraden – met ouders en leerkrachten – betrokken in het traject. ,,Alsmede een fusiebegeleider. Hij of zij kan een ‘linking pin’ zijn en een intermediaire rol vervullen.”
Want dat een fusie onderzoek emoties losmaakt staat vast. Elke school heeft een eigen identiteit opgebouwd en leerkrachten voorzien dat er iets met hun levenswerk gaat gebeuren. Runderkamp: ,,Het is mensenwerk. En verandering doet iets met mensen. De eerste fase in dat proces gaat om de ik-betrokkenheid. Wat doet dit voor mij? Sommige staan misschien al vijftien jaar in groep vijf in hetzelfde lokaal. Je krijgt een rouwfase, van het afscheid moeten nemen. En dat moet je serieus nemen, daar moet ook begrip voor zijn, want het doet pijn om los te moeten laten. Daarom is het belangrijk dat die fusiebegeleider er voor onze mensen is.”
Ook voor ouders en kinderen zullen vertrouwde zaken wellicht veranderen. ,,Het kind staat voorop en daar doen we het voor. Dat is ons goud, dat moeten we voor ogen houden.”
Voor volgend schooljaar (2022-2023) moet het fusieonderzoek zijn afgerond en een besluit zijn genomen.
Foto: Aan de teams van de Kennedy- en Nicolaasschool is gevraagd te fuseren.
Uw reactie