‘Succes is niet meer af te meten aan het aantal albums dat je verkoopt’
Muzikant in hart en nieren
Volgens de overlevering is hij de enige Volendammer die ooit op zowel Pinkpop als Lowlands heeft opgetreden. Toch durft Niels de Wit dat zelf in twijfel te trekken. ,,Volgens mij heb ik nog een neefje die DJ is. Hij heeft ook op Pinkpop of Lowlands opgetreden, maar allebei, ik weet het niet zeker.”
Door Jan Koning
Het tekent de bescheidenheid van de in Hoorn woonachtige muzikant, die furore maakte in de punkscène. Een scène waarin hij verzeild raakte toen hij naar school ging in Hoorn. ,,Vanaf mijn twaalfde ging ik naar het Werenfridus en vanaf mijn vijftiende was ik eigenlijk ieder weekend in Hoorn te vinden. Ik had niet veel met Volendam en ging er op mijn 22e ook helemaal weg.” Hoewel hij dus weinig met het Volendamse had, heeft hij nog wel een aantal leuke herinneringen. De meeste hiervan gaan uiteraard over muziek. ,,Mijn broer Martijn en ik ramden nog voor we een instrument konden bespelen al op potten en pannen om maar muziek te maken. Gaandeweg vormden we een soort van echte band. Toen ik twaalf was – Martijn was negen – namen we ons eerste plaatje op. We traden zelfs op in het voorprogramma van BZN. We hadden ze gebeld of we in het voorprogramma even mochten spelen en dat vonden ze goed. Een prachtige ervaring.”
‘Renden we zo snel
mogelijk met onze
apparatuur onder
onze armen naar
de toerbus,
hopende dat ze die
niet hadden gesloopt’
De multi-instrumentalist is op heel jonge leeftijd al wars van het spelen van covers. Hij komt daarom uitermate goed tot zijn recht in de punkscène in Amsterdam en Rotterdam. ,,In de punk ging het over je eigen ding doen. Je kon jezelf uitleven en je eigen stijl ontdekken. Ik nam wat demo’s op met een ouderwetse bandrecorder. Speelde alle instrumenten zelf in. Dat heeft er altijd al ingezeten.” Het duurt even voor de geboren Volendammer een band om zich heen verzameld, maar het lukt hem uiteindelijk toch. ,,Mijn eerste band heette Gepøpel. Daar hebben een plaat mee opgenomen waar we vervolgens mee gingen toeren. In de tijd dat ik in de punkscène terecht kwam, was het nog heel bijzonder als je je eigen plaat maakte. We verkochten zo maar 1000 exemplaren en daar maten we ons succes op af. Tegenwoordig is dat niet meer mogelijk. Elk bandje – of wannabe – neemt een plaat op en streamt die. De muziekwereld is helemaal overspoeld door matige, eenheidsworsten. Iedere week wordt er weer een ander bandje gehyped. Die gaat langs bij De Wereld Draait Door, mag een paar keer her en der optreden en verdwijnt vervolgens weer van de radar.”
Hoewel De Wit niet rijk is geworden van de muziek, is hij wel rijk aan herinneringen. ,,We speelden met de band Vernon Walters in Baskenland in kraakpanden waar de stroom werd afgetapt van een lantaarnpaal of bij de buren. Tijdens een ander optreden in Hoorn gingen - terwijl wij speelden - demonstranten buiten op de vuist met de politie. Dan renden we zo snel mogelijk met onze apparatuur onder onze armen naar de toerbus. Hopende dat ze die niet hadden gesloopt.”
Niels is dus een zogeheten multi-instrumentalist, maar legde zich al snel toe op de gitaar. ,,Dit was omdat ik in de bands die ik oprichten eigenlijk altijd ook de zang voor mijn rekening nam. Als het al een keer gebeurde dat ik een ander instrument oppakte om in te vallen bij een band, werd deze prompt wereldberoemd”, lacht hij. Hij bedoelt hiermee uiteraard de legendarische band Johan. ,,Ze moesten een optreden verzorgen voor het platenlabel. Na afloop zei de platenbaas dat ze wel een album mochten opnemen, maar dan moesten ze wel een andere bassist vinden. Een van de bandleden was mijn kamergenoot en die zei, ‘dan vraag ik Niels wel’. Dus werd er een nieuwe afspraak gemaakt en na het optreden, zei het label direct, ‘Ja, nu mogen jullie een plaat maken.’ Het titelloze debuutalbum van Johan, met daarop de hitsingle Everybody Knows en het door Niels ingezongen Back To School, wordt een voorbode voor het komende succes. Met de formatie toert hij als bassist door heel Europa en zelfs in de Verenigde Staten. ,,Ik ben eigenlijk altijd hobbymuzikant geweest. Alleen in de tijd bij de band Johan was ik fulltime muzikant. Het begon allemaal heel veelbelovend en het debuutalbum, waar ik veel voor heb meegeschreven, werd goed opgepakt.”
Na de release van het album is er belangstelling vanuit Amerika. Niels doet er heel luchtig over. ,,Om eerlijk te zijn, was ik al van plan om de band te verlaten. Het boterde niet zo lekker, we maakten geen nieuwe muziek en ik was er wel klaar mee. Toen kwam Amerika ineens op ons pad. Dat was uiteraard geweldig. Daar hebben we toch twee leuke tours aan over gehouden. Dat anderhalf jaar leefden we ook echt van de muziek. Het begon allemaal heel veelbelovend en er was zelfs interesse vanuit het grote platenlabel Sire Records dat ook platen van Madonna, Talking Heads en The Ramones uit heeft gebracht. Uiteindelijk zijn we uit elkaar gespat om allerlei verschillende redenen. De deal met Sire ging niet door, we namen geen nieuw werk meer en ga zo maar door.”
‘Het boterde niet zo lekker,
we maakten geen nieuwe muziek
en ik was er wel
klaar mee; toen kwam Amerika
ineens op ons pad’
Jaren later zal het album Pergola de band Johan een cultstatus opleveren. Hoewel De Wit geen onderdeel meer is van de band schreef hij wel mee aan twee nummers op het album. ,,De titelsong Pergola en zeker de helft van Tumble and Fall. Niet de minste nummers, inderdaad”, lacht de geboren Volendammer die al decennia in Hoorn woont. ,,Ik heb er helaas niets aan overgehouden, want de rechten staan op naam van Jacob (de Greeuw, zanger Johan, red.). Daar doe ik ook niet moeilijk over.”
Om het tegenwoordig te maken als échte band is volgens Niels gewoon ontzettend moeilijk. ,,Wij zijn met The Burghers nergens op de Nederlandse mainstream radiostations te horen, maar worden wel gedraaid op de BBC in Engeland. Dat is toch vrij bijzonder.”
Moeilijk of niet, The Burghers hebben gewoon weer een plaat uitgebracht. Op vinyl welteverstaan. ,,Van vinyl is bekend dat het meer dan 100 jaar meegaat. Ik hoop dan ook dat iemand ons album over een jaar of 25 of 125 vindt in de bak van een tweedehands platenzaak. Dat-ie het thuis beluisterd en denkt, dit is goed! Ik maak namelijk geen muziek voor vluchtig succes. Ik maak muziek voor hopelijk de eeuwigheid.”
Uw reactie