DBC-docentcoach Douwe van Domselaar debuteert met humoristische verhalenbundel
Ongemakkelijke situaties die je aan het denken zetten
Een timide man op een nudistenstrand, een bejaarde dame in Artis, een verwarde zwerver bij een billboard, een vermoeide jonge vader op een terras, of een groepje pubers bij een drankkast. De kleurrijke personages in de verhalenbundel Dit konijntje is koud, meneer van Douwe van Domselaar hebben allemaal één ding met elkaar gemeen: ze komen onverwachts en ongewild in ongemakkelijke sociale confrontaties terecht.
Door Leonie Veerman
De verhalen in de debuutbundel van Douwe van Domselaar, werkzaam op het Don Bosco College, nemen de lezer mee in een serie bizarre situaties, maar creëren ook altijd een gevoel van herkenning. Douwe: ,,Ik wil de lezer graag op een vermakelijke manier aan het denken zetten over onze sociale normen en waarden, en de manier waarop we in het dagelijks leven met elkaar omgaan.”
Met de verhalenbundel Dit konijntje is koud, meneer maakt de 52-jarige Douwe van Domselaar zijn debuut als schrijver. Hij schreef het boek in zijn vrije tijd naast zijn drukke baan als afdelingsleider op het Don Bosco college. Elf jaar geleden kwam Douwe hier werken, eerst als docent maatschappijleer en later ook als afdelingsleider havo-vwo bovenbouw. ,,Ik heb het hier nog steeds erg naar mijn zin. Met name in mijn huidige functie, die ik pas sinds dit jaar bekleed, en waarbij ik me bezig houd met het coachen van docenten en het optimaliseren van het onderwijs voor leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning”, zegt Douwe.
Douwe kwam via een omweg in het onderwijs terecht. Na zijn studie Culturele Antropologie heeft hij eerst zestien jaar in de marketingwereld gewerkt. ,,Ik heb zelfs een hoge marketing functie bekleed bij het energiebedrijf Eneco. Een goede job waarbij ik een mooi salaris had, maar na verloop van tijd begon ik toch iets te missen. In het onderwijs vond ik de mogelijkheid om me meer met mijn grootste passie bezig te houden. Antropologie, oftewel het nadenken over mens, maatschappij en sociale vraagstukken.”
In die eerste jaren als docent maatschappijleer ontdekte Douwe dat hij veel voldoening haalde uit het mentorschap, en de coachende rol die daarbij hoorde. ,,Ik had mazzel dat ik in dit vakgebied de kans had om me verder te ontwikkelen op dit gebied. In 2014 ging ik als docent voor het eerst mee met een Edukans reis naar India. Een internationaal onderwijsprogramma dat erop gericht is om kennis en ervaringen te delen met docenten uit derde wereld landen. Voor iemand met een antropologische achtergrond was dat een ongelofelijke mooie en waardevolle ervaring. Ik ben inmiddels al vier keer naar India geweest en twee keer naar Ghana. De laatste vijf reizen was ik ook begeleider/coach voor de Nederlandse docenten die mee op reis gingen. Je komt tijdens zo’n reis echt in een heel andere cultuur terecht. De mensen, de gebruiken, het eten, alles is er anders. Toch voel je direct dat er ook dingen zijn die verbinden, en met het gezamenlijke doel om het onderwijs te verbeteren ontstaat er keer op keer een prachtige samenwerking. Deze reizen hebben mijn liefde voor antropologie, en de invloed van cultuur en maatschappij flink versterkt.”
Sociale vraagstukken
Maatschappelijke thema’s en sociale vraagstukken zijn een terugkerend thema in de verhalen van Douwe. Hoewel de personages zich soms in absurde situaties bevinden, worstelen ze met zeer alledaagse gevoelens zoals schaamte, onzekerheid, eenzaamheid en stress. Juist deze frictie tussen het gewone en het ongewone roept de lezer op om na te denken over hoe hij of zij zelf zou reageren in een bepaalde situatie. ,,Om dit soort verhalen te schrijven put ik vaak uit mijn achtergrond en ervaringen in het onderwijs. Als maatschappijleraar gebruikte ik bijvoorbeeld ook vaak actuele nieuwsberichten, of persoonlijke anekdotes om mijn leerlingen te inspireren en een gesprek op gang te brengen over bijvoorbeeld sociale omgangsvormen, ongeschreven regels, vooroordelen, cultuurverschillen en onze verantwoordelijkheden binnen een samenleving. In mijn korte verhalen doe ik eigenlijk hetzelfde. Ik wil de lezer een spiegel voorhouden.”
De fascinatie voor mens en maatschappij zat er bij Douwe al van jongs af aan in. ,,Ik heb er altijd al van genoten om mensen te observeren. Als 10-jarig jongetje kon het strand mij, tijdens onze zomervakantie naar Spanje, eigenlijk niet zoveel boeien. Maar de uitstapjes naar die oude stadjes en dorpjes vond ik betoverend. Je kon mij toen beter een dagje achterlaten op zo’n ouderwets marktplein, daar kon ik mezelf uren vermaken door te kijken naar alle kleurrijke mensen en bijzondere gebruiken.”
Tegenwoordig woont Douwe met zijn vrouw Loes en twee zoons Giel en Daan in Amsterdam. ,,In deze stad vind je ook vandaag de dag een keur aan interessante mensen. Ik wandel erg graag door de stad en kijk dan altijd vol verwondering om me heen. Op die manier vind ik altijd wel ideeën voor een goed verhaal. Het is een combinatie van goed observeren en fantasie. Zo zag ik bijvoorbeeld midden in de stad opeens iemand met een afritsbroek en verrekijker staan, of een zakenman die naast een zwerver op een bankje zit, in mijn hoofd roept dat dan automatisch een stroom aan vragen op. Wie zijn dat? Wat doen zij daar? Wat is hun relatie tot elkaar? Met behulp van fantasie maak ik daar dan voor ik het weet een heel verhaal van.”
Schrijven en discipline
Het idee om een verhalenbundel te schrijven kwam voor Douwe niet uit de lucht vallen. ,,Ik schrijf al mijn hele leven. De eerste vijf jaar dat ik in het onderwijs werkte, ben ik ook als redacteur verbonden aan het vakblad “Maatschappij & Politiek”. Daarnaast heb ik meegewerkt aan twee studieboeken over onderwijs. Bij vorige werkgevers heb ik altijd voor het personeelsblad geschreven. Naast deze non-fictie teksten en artikelen schrijf ik ook al jarenlang korte verhalen. Dat is echt een grote hobby van me, thuis heb ik stapels en stapels van mijn uitgeprinte creaties. In de afgelopen jaren zag ik deze stapel printjes steeds groter worden.”
Tot voor kort bestond Douwes publiek uitsluitend uit zijn vrouw, kinderen en moeder. ,,Als ik weer eens een verhaal af had, las ik het graag aan hen voor, maar een tijdje terug besloot ik dat het tijd werd voor een groter publiek. Toen ik dit idee eenmaal in mijn hoofd had kon ik het niet meer loslaten. Het afgelopen anderhalf jaar heb ik vastberaden aan deze bundel gewerkt en ik moet eerlijk zeggen dat ik ontzettend trots was toen ik mijn boek voor het eerst echt in mijn handen had.”
Douwe benadrukt dat het schrijven van fictie heel anders is dan het schrijven van non-fictie. ,,Je bent echt aangewezen op je fantasie, en daarnaast is het in korte verhalen ontzettend belangrijk dat je snel een zeker conflict creëert waar je personages mee worstelen, anders is het bijna onmogelijk voor de lezer om geïnteresseerd te blijven.”
‘Ik geloof niet
in inspiratie,
het schrijven van
fictie is gewoon
hard werken’
Volgens Douwe vergt het schrijven van verhalen dan ook de nodige discipline. ,,Sommige mensen denken dat het verhaal op een magische manier tot de schrijver komt, dat het hem of haar door een of andere hogere macht wordt ingefluisterd. Daar geloof ik niet in, het schrijven van fictie is gewoon hard werken. Voor mij was het een kwestie van de juiste voorwaarden scheppen, ik creëerde een routine zodat ik constant productief bleef, want als je ’s avonds voor de tv blijft hangen gaat het je natuurlijk nooit lukken om een boek af te schrijven.”
,,Anderhalf jaar lang wandelde ik elke zondagochtend naar een Coffeecompany hier in de buurt”, zegt Douwe. ,,Weer of geen weer, om 08:30 uur ging ik op weg naar die koffietent, bestelde een sterke Chai Latte en begon met schrijven. Er waren natuurlijk dagen waarop het me beter af ging dan andere, maar ik had mezelf de regel gesteld dat ik hoe dan ook zou schrijven. Het helpt namelijk niet om naar een witte pagina te blijven staren, zolang je maar woorden op papier krijgt, hoe slecht deze in eerste instantie ook zijn, boek je vooruitgang. Later redigeer je de teksten toch altijd nog meerdere malen.”
Douwe geeft toe dat het schrijven van de verhalenbundel niet altijd vanzelf ging, ,,er gaat echt heel veel werk in zitten en op sommige momenten zat ik er helemaal doorheen”. En toch, nu zijn verhalenbundel Dit konijntje is koud, meneer in de winkel ligt, denkt hij er niet aan om te stoppen met schrijven. ,,Ik ben alweer volop aan het nadenken over mijn volgende project. Misschien wordt het weer een verhalenbundel, maar ik overweeg ook om een roman of non-fictie boek te schrijven over mijn Indische roots. Voordat dit echter zover is wil ik eerst nog even genieten van het feit dat mijn boek nu echt gepubliceerd is, en het zou natuurlijk fantastisch zijn als er flink wat verkocht gaan worden.”
De verhalenbundel Dit konijntje is koud, meneer van Douwe van Domselaar is verkrijgbaar bij boekhandel Jan Cas Sombroek.
Foto: Douwe van Domselaar (r) overhandigt een exemplaar van zijn debuutbundel Dit konijntje is koud, meneer aan rector Kees Laan van het Don Bosco college. Dit exemplaar komt in de mediatheek te liggen, waar leerlingen het vanaf nu kunnen lenen.
Uw reactie