Jongensdroom van John en Wilco door vuur verwoest, maar:
‘We zijn strijders…’
In de nasleep van het vuur, dat woensdagavond een verwoestende uitwerking had op hun werkplaats, werden ze ongewild regionaal en zelfs landelijk nieuws. Media, verzekeringspartijen, nieuwsgierige dorpsgenoten, betrokken burgers, ze komen op de ramplocatie af. Zaterdagmiddag staan John van Baarsen en Wilco Schokker op wat er van over is. Niets. ,,Ik moet zeggen dat het vandaag het meest zeer doet, het besef komt nu binnen. Je wordt al een paar dagen geleefd”, erkent Wilco. John: ,,Gisteravond stortte ik ook in, begon ik opeens te janken. Alsof ik in de werkelijkheid landde.”
Door Eddy Veerman
De mannen huurden de helft van de ruimte van het pand van dat andere keihard getroffen gezin, van vader René en zoon Robin Korff. Ook nu stoppen meerdere keren dorpsgenoten in de Dieselstraat, om de ravage te aanschouwen en Wilco en John een hart onder de riem te steken. Al twaalf jaar zijn ze collega’s. ,,In eerste instantie was het niet de bedoeling om voor onszelf te beginnen, maar die kans deed zich voor. En daar is iets erg moois uit ontstaan”, zegt John. ,,Vorig jaar zijn we gestart en we hebben een naam opgebouwd. Dan ben je een jaar verder en dan sta je hier”, kijkt Wilco naar de resten van het drama.
John: ,,Dit was het hart van het bedrijf, hier maakten we alles.” Zo stond er ook zelf vervaardigd meubilair klaar om te worden getransporteerd. Wilco: ,,We waren de hele dag volle kracht bezig geweest, om een klus af te krijgen. We zouden de volgende morgen om zes uur gaan inladen om het te plaatsen bij mensen. Dat werk is allemaal weg.”
John: ,,We hadden een hypermoderne machine, waar we een half jaar op hebben gewacht. Dat zijn harde confrontaties. We begonnen met niks, dan werk je een jaar lang keihard om materiaal aan te schaffen en te verbeteren. Vorige week hadden we de laatste dingen aangepast, pijpen vernieuwd voor extra zuigkracht van het fijnstof, we hadden afgelopen week het gevoel van ‘nu hebben we het écht op de rit’. Vrijdag, gister dus, zou een extra jongen ons komen helpen, we zouden gaan groeien. Dat was nodig, omdat we behoorlijk wat werk hadden aangenomen. Tot aan de bouwvak zouden we alleen maar lange dagen maken, het was erg positief.”
‘Ik ben vandaag al
tien keer langs geweest,
elke keer hoop je dat
het een droom is,
een nachtmerrie.
Maar het is écht’
Wilco: ,,Dat deden we met plezier. We zeiden het zowat elke dag tegen elkaar: maat, wat hebben we toch een leven, we mogen mooie dingen maken, onze passie.” John: ,,We zagen het niet als werk.” Wilco: ,,Mensen blij maken, het mooiste dat er is. Vanwege corona en de daarmee gepaard gaande lange levertijd van materialen, hadden we flink op voor besteld. Alles was er, vol gas vooruit, mankracht erbij. En dan dit…”
John: ,,Alles is maatwerk, alles gaat door je handen heen en kijk eens wat er van over is. Het is gewoon triest. Ik ben vandaag al tien keer langs geweest, elke keer hoop je dat het een droom is, een nachtmerrie. Maar het is écht.”
Woensdagavond werd John gebeld door Robin Korff. ‘John, John, het pand staat in brand.’ Ik houd van humor en dacht alvast van een 1 april-grap. Maar ik hoorde aan zijn stem dat het mis was. Als een gek reed ik hierheen, nog steeds hopend dat het niet ons pand is. Je wenst het niemand toe, maar je hoopt op z’n minst dat het meevalt. En je denkt aan morgen, aan de klussen… Dan kom je aanrijden en zie je dat er al iets afgezet is en dat de deur in de fik staat… Ik ben al twee dagen met m’n geest aan het dwalen door de loods. Zoekend naar dingen die er opgeslagen waren. Vanwege een verbouwing thuis stonden de privé-spullen uit mijn garage hier ook in, tijdelijk. Kinderspullen, ski’s. Het is maar materiaal, maar alles bij elkaar… Ik zag woensdagavond meteen al dat alles was vergaan of zou vergaan. En dacht ook echt dat het hele blokje zou vergaan. Als er een zuchtje meer wind was geweest… Dat is het geluk geweest. En dat de brandweer met man en macht in de weer is geweest om de andere panden te redden.”
Voor de mannen ging alles in rook op. Materiaal, met emotionele waarde. Wilco: ,,De zon ging afgelopen week letterlijk schijnen, dan deden we de deur open, scheen-ie zo naar binnen. Het voelde gewoon als je huis. Een eigen werkplaats, dit was echt een jongensdroom.” John laat foto’s zien van de binnenkant – hoe het was – en toont onder meer de kostbare zaagmachine. ,,Het frame ligt daar nu gewoon.” Wilco: ,,Dat was mijn kindje, daar stond ik de hele dag aan. Te bizar voor woorden”, loopt hij richting wat is verworden tot een schroothoop.
‘Het voelde gewoon
als je huis.
Een eigen werkplaats,
dit was echt
een jongensdroom’
Dezelfde nacht is er een bulldozer overheen gegaan. John klautert er op. ,,Hier stonden we dan… De hele dag te lachen tijdens het werk.” Wilco: ,,Het plan lag er van de mannen van Korff om het pand uit te breiden, met een verdieping er op. Wij hadden daarbij aangegeven dat we graag wilden blijven.”
,,Ik heb nog zo het beeld van hoe ik wegliep en het achterliet. Elke dag hetzelfde ritueel: lamp uit, compressor uit, kachel uit, stopcontact.” En nu? John: ,,Ik had nog geen tijd gehad om na te denken, je bent dagenlang aan het schakelen. Gisteravond brak ik opeens.” Hij laat zien wat hij een half jaar geleden had laten maken voor zijn kompaan en zichzelf. ,,Een schilderijlijstje met daarin een klein truitje met ons bedrijfsnaam en logo. Dat gaf ik aan Wilco cadeau, als herinnering van ons begin, samen. Ik had de sleutel van de loods er in gelegd…”
,,Wij zijn strijders. En gaan er tegenaan om de klanten weer tevreden te stellen, dat is waar we goed in zijn. Chris de Boer heeft aangeboden dat we in de loods van Mercuur Bouw aan de slag kunnen. Daar staat een volledig ingerichte werkplaats.” Wilco: ,,Dat is megaleuk en super voor de tijdelijke oplossing. We hebben wat leenmachines uitstaan waar we mee voort kunnen. Dat is één van de zóveel hartverwarmende reacties die we hebben gekregen, uit allerlei hoeken, maar vooral uit Volendam. Dat geeft je zóveel steun. Dan kunnen we misschien volgende week het werk weer oppakken. En klanten toch weer tevreden maken.”
John: ,,Het maakt je ook weer sterk, om te proberen hier uit vandaan te komen…” Hij ontwaart iets tussen het puin en grist het daar uit vandaan. ,,Wat is dit nou?” Het is een steen met daarin iets gegraveerd. Een anker. Symbool van hoop en standvastigheid. Als hij verder zoekt, vindt hij er nog één. Meer niet. Alsof het zo moet zijn. ,,Ik breng er meteen eentje langs de familie Korff. Die andere bewaren wij…” Hoop doet leven.
Uw reactie