Aanzienlijke West-Friese investering in Glasaal Volendam
Pionieren voor de paling duurt voort
‘Westfries Kapitaal’ gaat een aanzienlijk bedrag investeren in Glasaal Volendam. Dit is een gezelschap van vermogende West-Friese ondernemers, dat duurzame bedrijven wil stimuleren. Anderhalf jaar lang was de Volendamse start-up bezig om dit voor elkaar te krijgen. Onlangs werd bekend dat de investering daadwerkelijk gaat plaatsvinden. Dit is voor alle betrokkenen een steun in de rug. Inmiddels vordert het onderzoek naar het kweken van glasaal gestaag. Al gaat dit in kleine stapjes. Een steeds groter aantal palinglarven blijft 35 dagen in leven.
Door Laurens Tol
[ads id=66]
Nico van Straalen en Rick Leemans praten over de laatste ontwikkelingen bij Glasaal Volendam. Beiden zijn er respectievelijk aan verbonden als bestuurslid ‘Innovatie en aquacultuur’ en aquacultuur-bioloog. Rick maakt duidelijk dat andere extra steun die men sinds vorig jaar krijgt het onderzoek al vooruithelpt.
,,Vanaf juni 2020 krijgen wij subsidie van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij”, begint Rick. Dit is onderdeel van een speciaal project waarin we vooruitgang willen boeken. Nog anderhalf jaar loopt dit en in deze tijd willen wij stappen zetten in het voeden van de palinglarven. We zijn gelukkig om hiervoor een flink bedrag te krijgen dat ons stimuleert in het onderzoek. Dat kunnen we daardoor beter verrichten.”
De paling is politiek gezien een actuele vissoort. Wat dat betreft heeft Glasaal Volendam het tij mee. Nico: ,,Je zit een klein beetje in een politiek dispuut over de paling. De Europese Unie moet op dit moment ook wat. Sommigen stellen voor om helemaal te stoppen met het vangen van deze vis. Voorlopig vindt de EU dat veelbelovende kweek van glasaal gesteund moet worden. Wij willen graag met ons project doorgaan en hopen in de toekomst ook weer kans te maken op nieuwe subsidies. We hebben een aanzienlijk aandeelhouderskapitaal dat werd opgebracht door allerlei bedrijven. Daarnaast zouden we meer gebruik willen maken van geld van verschillende fondsen.”
Glasaal Volendam gaat binnenkort tevens samenwerken met een hogeschool uit Leeuwarden. Deze onderwijsinstelling beschikt over innovatieve apparatuur om voer te maken. De Volendamse start-up studeert veel op de voeding voor haar palinglarven en is daarom erg geïnteresseerd in deze techniek. ,,We vroegen daarom een ‘pilotsubsidie’ hiervoor aan. Gelukkig is deze toegekend en dit zou nog weleens een opstapje kunnen zijn naar een veel groter project. Daar geloven wij ook wel in, want het is heel bijzonder wat ze daar bedacht hebben. Uiteraard is het nog wel de vraag of het werkt. De apparatuur is nog nooit toegepast op visvoer. Vandaar ook dat we eerst een pilot organiseren.”
‘Je zit een klein
beetje in een
politiek dispuut
over de paling’
De verhuizing van de Volendamse Morseweg naar de Edamse Nijverheidstraat was volgens Rick een goede stap. Met de nieuwe systemen waarmee men werkt, gaat het ‘ontzettend goed’. Rick: ,,Onze basis is nu veel beter, bijvoorbeeld op het gebied van waterkwaliteit. Verder is onze capaciteit vergroot. Die is keer vier gegaan qua aantallen palinglarven en de grootte van de waterbakken. We weten nog niet exact de ideale omstandigheden voor de kweek. Daarom moeten we het doen met de kennis die we nu hebben en leren veel van voortschrijdend inzicht. Vooralsnog lijken we met de nieuwe bakken en systemen de juiste keuzes te hebben gemaakt.”
De verhuizing naar Edam was een kostbare onderneming. Het onderzoeksbedrijf werd daarbij gesteund door een extra investering van haar aandeelhouders en door de vorige verhuurder. Doordat men nu met grotere aantallen larven kan experimenteren, is de kans op een doorbraak groter. Al waren de omstandigheden voor klimaatbeheersing beter in Volendam. Aan de Nijverheidsstraat werkt men onder een plat dak en dat zorgt voor kwetsbaarheid bij temperatuuruitschieters. Die kunnen invloed hebben op de waterwarmte, waarbij kleine schommelingen al invloed kunnen hebben op de vis. Daarom zijn de onderzoekers sterk afhankelijk van de airconditioning en daar is geen goede oplossing voor te bedenken.
De volgende stap in het glasaalonderzoek blijft het vinden van voeding waar larven voor langere tijd op kunnen leven. In die zoektocht zette men de laatste tijd wel stappen. ,,We hebben al voer dat regelmatig gegeten wordt. Verder gaan we samenwerken met een nieuwe voerproducent. Dat is iets dat we nu op poten zetten en ik verwacht daar veel van. Tot nu toe was dat onze tekortkoming. Wij zijn vooral met de palingen zelf bezig en geen experts op het gebied van voeding. Als bioloog heb je daar wel globale kennis van, maar niet echt specialistische. Die halen we nu wel binnen. Het is niet een bedrijf dat alleen maar geïnteresseerd is in winst en marges pakken. Het is een start-up net als wij, die van alles wil uitproberen. Daar zijn we gelukkig mee.”
Rick en zijn collega’s experimenteerden al veel met verschillende soorten voeding. Daarmee boekten ze telkens kleine vooruitgang. De nieuwe samenwerkingspartner kan op dit gebied veel meer dan Glasaal Volendam alleen zou kunnen. ,,Zij hebben apparatuur waarmee ze redelijk makkelijk verschillende soorten voer kunnen maken. Waar wij vrij simpele hulpmiddelen daarvoor hebben, lukt dat bij hen een stuk beter.”
‘Als we dan in
het wetenschappelijk
tijdschrift Nature
staan, trekken we
hier denk ik wel
een flesje bier open’
Het was tot nu toe nog onmogelijk om het gedrag van wilde palinglarven te bestuderen. De plaats waar zij leven is de Sargassozee. Een reusachtige waterpartij van 1100 bij 3200 kilometer groot. Dit is een gebied zo groot als Frankrijk. Vandaar dat het lastig is om de diertjes te lokaliseren. Daar zijn onderzoekers wel mee bezig, maar daar kwam nog niet veel bruikbaars uit voor het Volendamse bedrijf. Het is volgens Nico ook maar de vraag of men zich voor honderd procent moet laten leiden door de natuur. Zo hoeft een paling bijvoorbeeld niet per se 6000 kilometer te zwemmen, zoals in het wild gebeurt. Een zoektocht in de Sargassozee hoeft dus niet iets op te leveren. Het gaat er bij kweek om dat de larven eten en of het voedsel overeenkomt met dat van in de natuur is niet het belangrijkste.
Nico en Rick zijn nog lang niet op het glasaalonderzoek uitgekeken. Ieder vindt het werk op zijn eigen manier interessant. Nico: ,,Ik vind het ontzettend leuk om hier als een soort ‘pater familias’ rond te lopen. Het werk wordt gedaan door de vier jongelui, waaronder Rick. Voor mij is de kunst om de creativiteit aan te jagen. Daarom probeer ik wekelijks met ze te brainstormen over de gang van zaken. Ook hoop ik ervoor te zorgen dat ze continu gemotiveerd blijven en hun intellectuele vermogens aan te spreken. Ik vind het mooi om te zien hoe dit gaat.”
Rick: ,,Ik vind dit het mooiste beroep dat er is. Je bent iets aan het uitzoeken dat nog volledig onbekend is. Daarmee zit je op het randje van: wat weten we en wat nog niet? Het is natuurlijk ook belangrijk voor de paling in het wild. Op het moment dat je een resultaat bereikt, dan heb je er echt wat aan. Bij eerdere successen kreeg ik niet meteen een groot gevoel van voldoening. Ik denk dan meteen alweer aan de volgende stap. Ik hoop wel dat ik ervan kan genieten als de eerste glasaal er is. Maar ik ben bang dat er dan wel weer een volgend niveau zal zijn. Al zullen we dan wel in het wetenschappelijke tijdschrift Nature staan. Dan trekken we hier denk ik wel een flesje bier open.”