
Trimaran en Piramide bieden gevluchte kinderen structuur en plezier
Terwijl de oorlog in hun vaderland voortwoedde, beleefden zo’n dertig uit Oekraïne gevluchte kinderen een enigszins ‘normale’ structuur. De Edamse basisscholen Trimaran en Piramide richtten voor de in De Meermin verblijvende kinderen voor de duur van twee weken een klas voor hen in. ,,Je ziet vriendschapjes ontstaan met andere kinderen, ook al spreken ze niet dezelfde taal”, zegt Piramide-directeur Remco Homan.
Tijdens de pauze is zichtbaar dat voetbal een wereldtaal is. Op het schoolplein rennen kinderen door elkaar heen. ,,Voor de jonge vluchtelingen is door het CPOW, Opspoor en PSG in no-time een soort van campus uit de grond gestampt, op meerdere locaties in Purmerend, maar voor de groep van Edam-Volendam was aanvankelijk nog geen plek”, legt Homan uit. Tot de meivakantie zochten ze een plek voor die kinderen, omdat er behoefte was aan structuur. Iets van het gewone leven, de schoolbel horen, spelen op het schoolplein, een les krijgen. Toen de vraag bij ons kwam, hebben we meteen ‘ja’ gezegd en ik heb geschakeld met de directeur van De Trimaran, Renate Maréchal. Vanuit de gemeente coördineerde Nel Verhoeven. De kinderen tot 8 jaar gingen naar De Trimaran en tot en met elf jaar kwamen bij ons.”
Vanuit de gemeente werd Sandra van Doorn gevraagd om voor de klas te gaan staan. ,,Zonder onderwijsachtergrond. Dat was pittig”, vertelt Homan, als hij net zelf ook een les heeft gegeven. ,,Er is hulp van Rostik, een jongen van zestien, die ook in De Meermin zit. Hij vertaalt wat wij in het Engels vertellen. Het is provisorisch, maar het biedt ritme. De ouders kwamen aanvankelijk mee vanuit De Meermin, om foto’s te maken en te filmen, om aan het thuisfront te laten zien waar de kinderen zitten.”
,,In alle treurnis was het fijn dat we de kinderen een plek konden bieden. Je ziet blije gezichten, ze mengen op het schoolplein. Je ziet meteen dat de jongetjes met de bal een Ronaldootje in huis hebben. Dan maakt het niet uit of je uit de Singelwijk komt of uit Oekraïne. Wij hadden hier ook al Syrische vluchtelingen op school. Er was een meisje dat op de eerste dag zei dat ze kon praten met één van de nieuwe kinderen, omdat het om een van Syrië naar Oekraïne gevlucht kind ging.”
,,Het is een fantastische les burgerschap die je kunt geven. Dit is – weliswaar vanuit een verschrikkelijke situatie ontstaan – wat je wilt als school. Het ontmoeten van elkaar, het iets voor een ander doen. Ik vroeg onze kinderen van tevoren: wat gaan we doen op het schoolplein? Verschillende groepen maken of elkaar betrekken in dingen? Je ziet zeker dat dat laatste gebeurt en er vriendschapjes ontstaan. Ook al spreken ze niet dezelfde taal. En Rostik, voor hem is het een behoorlijke uitdaging. Hij wordt even voor de klas gezet en dat doet hij fantastisch. Als het stil moet zijn, acteert hij daar ook direct op.”
Sandra van Doorn vertelt op het schoolplein: ,,Het gaat om negentien kinderen, het belangrijkste was veiligheid en plezier bieden en dat hebben we met z’n allen gedaan deze twee weken. Ik heb al eens in asielzoekerscentra gewerkt en ben leidinggevende in het Kinderopvangwezen geweest, maar ik ben momenteel projectleider van CBW, dus ik doe heel andere dingen.” Ze kijkt om zich heen. ,,Je ziet veel blije gezichten, ook van de ouders, en daar gaat het om. Die ouders hebben een kleine leefruimte in De Meermin en zitten daar met hun hele gezin, op deze manier krijgen zij ook wat tijd om even tot zichzelf te komen. En voor de kinderen is het lekker om iets met leeftijdsgenoten te doen. We hebben van alles gedaan. Creatieve dingen en we hebben gebruik gemaakt van de vertaalde prentenboeken op het grote scherm.”
‘Rostik: ‘Via video
laat ik mijn vader in Kiev zien
wat ik hier doe’
Voor even verlaat hij de klas met kinderen. Rostik. Hij fungeert hij als tolk en als ‘meester’ voor twee weken. 16 jaar nog maar. Geboren in Mikolajiv en studerend in Kiev. Totdat hij op de vlucht moest, vanwege de oorlog. Met zijn moeder en jongere zus. ,,Mijn vader kon het land niet verlaten, hij werkt als militair. We bellen uiteraard elke dag met elkaar.” Het wit in zijn ogen heeft overvloedige rode vlekken. Van verdriet en van vermoeidheid. ,,De spanning is er, elke dag. Ik volg alles, kijk nieuws en filmpjes, dus ik slaap heel slecht, als ik zulke vreselijke dingen zie. Het maalt maar rond in mijn hoofd. En hier, hier denk ik er even niet aan.”
,,Je hoopt steeds dat het allemaal stopt”, gaat hij verder. ,,Het heeft geen zin. Ook al zou Rusland winnen, dan verliezen ze toch, door alles wat er sneuvelt. En door hoe de mensen er over denken.” Uiteraard is er elke dag contact met het thuisfront. ,,Met de gevluchte en achtergebleven vrienden, familieleden en leerkrachten. Dit hier maakt mijn geest wat rustiger, zorgt voor afleiding. Mijn hele leven leefde ik in vrede en in één moment was het slecht. Mijn ouders hadden beide een baan en opeens moesten we naar het treinstation van Odessa. Om te vluchten.”,,In Oekraïne had ik een droom, om muzikant van beroep te worden. Dat zei ik al vanaf mijn vijfde, toen ik een band op tv zag. Ik had een gitaar en zong vaak, thuis. Ik kon de gitaar niet meenemen naar hier, omdat we maar een paar spullen mee konden nemen op de vlucht. Maar enkele mensen uit Edam hebben me een gitaar gegeven, waar ik elke dag op speel.”
,,Toen ik op een bankje bij De Meermin zat, vroeg een vrouw om mee te gaan met de kinderen, die hier naar school mochten. Ik dacht, oké, één dag kan ik wel helpen. In het begin was het moeilijk, ik was bang dat ik ze niet kon controleren. En er waren zoveel kinderen, het was ongecontroleerd, ik zag Sandra en dacht: dit wordt moeilijk voor haar. Dus ik besloot elke dag te komen. En weet je, mijn mening ten opzichte van kinderen is veranderd. Ze maken me gelukkig. Ik zie dat ze plezier hebben, ze vergeten de oorlog even. Ik zie dat ze samen spelen met de andere kinderen. En de ouders van de kinderen bedanken me dagelijks, als ze mij bij De Meermin zien.”
,,En als de kinderen me bij De Meermin of ergens anders in Edam zien, roepen ze mijn naam of komen me een knuffel brengen. Dat maakt mij gelukkig. Ze zijn ook geïnteresseerd. We hebben hier verschillende dingen gedaan op school, met keramiek werken, een quiz, aardrijkskunde of topografie.” Hij ‘verhuist’ niet mee als de kinderen straks in Purmerend naar school gaan. ,,Ik ga echt werk zoeken hier, om geld te verdienen om ons gezin te voeden. Ik ben de enige man in huis.”
Hij slikt. ,,Ik heb uiteraard veel emoties en gevoelens, daar praat ik niet vaak over, dus erover praten is goed voor mij. Mijn ouders zijn trots. Ik heb video’s gemaakt en ook aan mijn vader laten zien.” Hij geeft een diepe zucht. En houdt de tranen met moeite binnen. ,,Hopelijk kan ik ooit mijn droom in Oekraïne weer oppakken. Of als muzikant en misschien wel als leerkracht. Van mijn eigen leerkrachten verblijven sommige nog in steden waar het gevaarlijk is. Ze geven nog steeds online les en dat volg ik. Ik ben zo trots op hen, dat ze dat tóch willen doen.”