Kinderen Bond ‘Meeuw’ halen herinneringen op aan hun ‘bes’ Teuntje Bien
Volendams Verleden: De stugge, zuinige bes van Schokland (deel 2)
In hoeverre voelen de Volendammers zich nog verbonden met Schokland, het eiland middenin de Zuiderzee dat in 1859 werd ontruimd? Zeven families zochten toen hun toevlucht in Volendam. Vele Volendammers stammen af van dat kleine eilandje. De kinderen van Piet Bond (‘Piet de Meeuw’) bijvoorbeeld zijn nazaten van de Schokkerin Teuntje Bien. In hoeverre heeft deze migratiegeschiedenis hen gevormd? Wat weten zij nog van Schokland? Een gesprek met één broer en vijf zussen Bond.
Door: Eva Vriend
Huilen verboden
De Volendammer door wie Teuntje zich vast wat meer thuis had gevoeld in Volendam, Jaap Tuijp, overleed negen jaar na hun trouwen. Teuntje bleef alleen achter. Met de vijf kinderen uit Jaaps eerste huwelijk en de twee kinderen die ze samen kregen, onder wie Maartje Tuijp, het ‘ootje’ waar de kinderen Bond zo liefdevol over spreken.
Maartje was zo’n lieve, hartelijke vrouw. Vaak gingen ze uit school naar haar toe, als ze tenminste niet thuis hoefden te garnalen pellen voor de bijverdienste. Bij ootje Maartje kregen ze altijd een ‘flip’. Ze weten het nog goed. Als ze hun ogen sluiten, proeven ze het zachte, zoetige kadetje weer. Thuis kregen ze alleen maar harde, bruine sneetjes brood.
Bij Teuntje heeft Maartje ‘geen mooie jeugd’ gehad, weten de kinderen Bond. Zus Lida: ‘Ze zei wel eens: “Als ik mijn jeugd zou vertellen, zouden je oren klapperen.”’ Ze zorgde wel goed voor haar kinderen en pleegkinderen, maar op de een of andere manier was de opvoeding weinig hartelijk, eerder hard.
Toen haar vader overleed, mocht Maartje bijvoorbeeld niet huilen van Teuntje. ‘Ze was gek op haar vader. En ze was nog hartstikke jong, nog maar negen jaar toen hij stierf. Maar als ze huilde, werd Teuntje zo kwaad.’
Extreem zuinig
Maartje had op jonge leeftijd verkering gekregen met Kees Bond (bijnaam ‘Meeuw’). Teuntje was hier niet blij mee, want ze vond Kees te oud voor haar knappe dochter. Hij was twaalf jaar ouder, en ze vond hem ‘verschrikkelijk lelijk’, vertellen haar kleinkinderen nu. Maartje zette door en in 1908 trouwde ze, twintig jaar oud, met haar 32-jarige Kees.
Maartje en Kees betrokken een huis aan de dijk, aan het Noordeinde 16. Teuntje bleef in haar huisje in het Doolhof wonen. Tot zij op haar 82ste voor dood werd gevonden. Teuntje had altijd de zuinige levensstijl behouden zoals ze die van huis uit had meegekregen. Haar ouders hadden tijdens hun laatste jaren op Schokland veel armoede gekend. Het was een onzeker, hard bestaan. Uit zuinigheid zette Teuntje daarom bijvoorbeeld haar kachel nauwelijks aan om turf te besparen. Ze was half doodgevroren.
Besloten werd dat ze haar laatste levensdagen zou doorbrengen bij haar dochter Maartje thuis. Die paar dagen werden twaalf jaren. Omringd door warmte en goede zorgen knapte Teuntje weer op, al was ze haar laatste jaren wel blind en slechthorend. Ze zou 94 jaar oud worden. Ze overleed in 1940.
Het was niet altijd gezellig omdat de nukkige Teuntje en de hartelijke Maartje nogal eens botsten. En haar man Kees hield van een plagerijtje. De twee vrijgezelle tantes die er ook bij in woonden, vertelden later dat de kleinkinderen niet te druk mochten doen. Overgrootmoeder Teuntje kon die drukte niet aan.
In haar laatste levensjaren kreeg Teuntje bezoek van de bekende journalist Fred Thomas, die graag over de Zuiderzeeplaatsen schreef. Volgens hem was het hart van Teuntje nog altijd vol van Schokland.
‘Het merkwaardige was, dat al woonde zij nu tachtig jaar op Volendam, het eiland was toch altijd haar thuis gebleven. “Skokkeland”, hoe bitter arm er haar jeugd ook was geweest, behield haar liefde en voorkeur. “Skokkeland”, daar kon ze uren van vertellen, terwijl haar oude ogen verhelderden en haar nauwelijks verstaanbare stem een warme klank kreeg.’ Teuntje vertelde Thomas over het ‘heel kleine, schamele’ huisje waarin ze woonden. ‘En vooral hoe arm zij het hadden. Ze wist nog, dat ze bijna uitsluitend leefden van roggebrood, besmeerd met “ottekaas”: gestremde melk met zout.’
Juist wel vrijgevig
Bij de kinderen Bond thuis ging het nooit over Schokland. Vader Piet Bond zei er niets over. Hij was ook weinig thuis. Hij maakte lange dagen bij de gemeente, eerst als leger van poepemmers en later als vuilnisman. ’s Avonds was hij ook vaak weg. ‘Dat gold voor veel mannen in Volendam. Ze bleven weg om de drukte van thuis te ontwijken,’ zegt Annie Jonker-Bond.
‘We hebben het meeste over Teuntje gehoord van onze tantes,’ vertelt zij. ‘En dan ging het vooral over dat ze zo gierig was en dat ze geen hartelijke vrouw was.’ Maar voor haar pleegkinderen Tuijp is Teuntje wel altijd goed geweest. Zij vonden haar leuker dan dat onze ootje Maartje haar vond.
Ootje Maartje was zeer vrijgevig, in tegenstelling tot Teuntje. Annie: ‘Ze was precies contra, ze gaf alles weg. Ze heeft waarschijnlijk gedacht: zoals mijn moeder niet was, zo wil ik juist wel zijn. We hebben zoveel van haar gekregen.’ De Schokker herkomst van hun overgrootmoeder heeft hun leven zo dus eigenlijk wel beïnvloed, zou je kunnen zeggen. De kinderen Bond hadden er hun vrijgevige, zeer lieve oma aan te danken.
‘Maar zelf voel ik me een Volendammer,’ zegt Annie. ‘Schokland is echt een verhaal uit het verleden. ‘De bes’ kwam er vandaan, maar voor de rest hebben wij niks met Schokland.’
De meesten van de broers en zussen Bond zijn er ook nog nooit geweest, op het eilandje dat inmiddels middenin in de Noordoostpolder ligt. Kees heeft het wel bezocht: ‘Ik vond het een leuke ervaring. Ik voelde dat ik daar vandaan kwam. Ik voelde dat mijn roots er liggen. Ik kwam thuis.’ Zus Wil is er ook een keer geweest en zij had een soortgelijk gevoel. De broers en zussen hebben zich nu voorgenomen om hun volgende jaarlijkse reünie op Schokland te houden. Om zelf eens te zien, en te voelen, waar hun overgrootmoeder vandaan kwam. Teuntje zat haar laatste levensjaren graag voor het raam, zo hebben ze gehoord. Want dan kon Teuntje Bien uitkijken over het IJsselmeer, richting Schokland.
Met dank aan Jan (Vik) Schilder, Peter (Lut) Veerman en het Volendams Museum.
Oproep voor Schokker Verhalenmarkt
In het Volendams Museum is zaterdag 5 november de ‘Schokker Verhalenmarkt’.
Historicus en schrijver Eva Vriend is aanwezig om met u in gesprek te gaan over de herinneringen die uw familie heeft aan uw Schokker voorouders. Fotograaf Marco Bakker zet u op de foto (de foto krijgt u later in print gratis thuis gestuurd). Heeft u misschien een object thuis dat u aan uw Schokker voorouders herinnert? Neemt u dat dan mee voor de foto. Een conservator van het Zuiderzeemuseum vertelt over de bijzondere waarde die gewone gebruiksvoorwerpen kunnen hebben, een boetnaald, een Mariabeeldje of een oud bordje bijvoorbeeld. Tot slot kunnen stamboomdeskundigen u helpen uw Schokker herkomst te ontrafelen. En er is natuurlijk koffie met een ‘Schokker mop’, en volop ruimte om gezellig te kletsen en verhalen op te halen. Welkom vanaf 10.30 uur.
Expositie over Schokland in het Volendams Museum
Ter ondersteuning van de ‘Schokker Verhalenmarkt’ is in het Volendams Museum een expositie ingericht over Schokland. Het accent daarvan ligt vooral op de ontelbaar veel nakomelingen van de eerste Schokkers die naar Volendam kwamen. Een aantal katholieke vissersfamilies heeft zich na de ontruiming van het voormalige Zuiderzee-eiland in mei 1859 op Volendam gevestigd, zoals de families Bien, Goosen, Konter, Sul, Visscher en Visser, Mastenbroek, Kluessien, Mossel, Kwakman ‘Ballap’ en Smit ‘van Diene’ . Tijdens een bezoek kan men in het museum nader geïnformeerd worden, zelfs kan men een stamboom laten opmaken, waarin de Schokker voorouders zijn opgenomen. De expositie in het museum duurt tot en met het weekend van 5 en 6 november en is reeds te bezoeken.