Joey Veerman even uit de wind gehouden door nieuwe club PSV
Van Frenkie en Iniësta, tot een luie donder
De avond was al gevallen, het was aan het einde van een bewogen dag in Brabant. De dag waar Joey Veerman zolang naar hunkerde, de dag dat de stap naar een grote club werkelijkheid werd. Hij speelde al vaker op die grasmat, in dat stadion, maar van de blik van Joey Veerman viel toch iets nieuws af te lezen. De tribunes waren verlaten, het was donker, de verlichting zorgde voor een wat sprookjesachtige en filmische sfeer. Zijn ogen dwaalden af en stonden voor een moment stil, alsof het besef even doordrong en een gevoelige snaar bij de anders koele twintiger in beweging werd gebracht. Het is gelukt en hier gaat het gebeuren. PSV hield Veerman – behoudens het interview voor de eigen media tijdens de dag van het tekenen – nadien de afgelopen week uit de wind. Geen interviews. En dat was begrijpelijk.
Door Eddy Veerman
[ads id=66]
Aangezien allerlei ‘voetbaldeskundigen’ (extreem) kritisch op de transfer/Veerman waren en Feyenoord tevens dacht in de race te zijn om de Volendammer binnen te hengelen en een afspraak te hebben met diens club Heerenveen. Reden genoeg om de altijd spraakzame Veerman te bevragen, maar die mag vanaf zondagmiddag in de uitwedstrijd bij FC Groningen eerst zijn voeten laten spreken. Met de aanname dat hij zijn debuut gaat maken voor de Eindhovense koploper van de eredivisie.
Niet voor de eerste keer was de Volendamse middenvelder – gemakkelijk – voer in praatprogramma’s of social media. Waarbij slechts een enkeling zich van statistieken bediende en inhoudelijker keek en oordeelde. Zoals zijn dorpsgenoot Kees Kwakman (ESPN), Pieter Zwart (VI) en de trainer die hem op zeventienjarige leeftijd liet debuteren bij FC Volendam, Robert Molenaar. Bij hen geen ruimte voor scepsis, wel voor de positieve klank en de punten die verbetering en gedragsverandering behoeven. Andere verslaggevers, analisten of zelfbenoemde voetbaldeskundigen wezen in een eerder stadium al op de keuzes en de eigenzinnige kant van Veerman. Over dat hij zich afmeldde voor Jong Oranje (‘F*cking ga gewoon’, zei ESPN-analist Kenneth Perez), de vermeende heimwee die tot uitspraken leidde dat ‘hij maar lekker in Nederland moet blijven’. En er rezen bij elke transferwindow en periode van interesse van clubs de twijfels, of hij op het mentale gebied en zonder bal (lees mee- en terugverdedigen) wel de absolute top aan kan. Nog even los gezien van wat er allemaal op social media wordt gekwakt.
Twijfels die vaak samen gingen met de nieuwsgierigheid van velen, die Joey Veerman met zijn fluwelen balbehandeling juist eens bij een topclub zouden willen zien. Daarom viel zijn naam dikwijls als opvolger van Ajacied Ryan Gravenberch, of was hij misschien geschikter voor het Feyenoord- of PSV-middenveld? Kortom, vaak genoeg was hij onderwerp van gesprek. In de laatste anderhalf jaar kwam de belangstelling vanuit allerlei Europese landen en competities. Uit eigen land (Feyenoord en AZ), Frankrijk, Engeland, Schotland, Turkije, Spanje, Italië, overal stond hij op lijstjes en de één werd wat concreter dan de ander. Maar Heerenveen wilde graag een hoge prijs betaald zien voor haar spelmaker, die ondertussen immers zelf bijtekende en daardoor die prijs opgeschroefd zag worden.
Hoger platform
Wat de speler zelf betreft was hij al eerder klaar om bij Heerenveen te vertrekken. Of hij dan van toegevoegde waarde zou zijn en verschil kan maken bij een topclub, nationaal en internationaal, zou dan – zoals nu bij PSV – moeten blijken. Maar duidelijk was dat Joey Veerman op een hoger platform moe(s)t worden uitgedaagd. Zodat de gave waarover hij beschikt met de bal, in grotere wedstrijden tot uiting kan komen. Maar dat de dorpeling ook aan de slag gaat met zijn tekortkomingen die dergelijke topduels blootleggen.
Dan kan hij laten zien dat hij écht wel kan verdedigen, slim genoeg is om een bal af te pakken, om niet alleen de mooi weer-voetballer te zijn maar ook vuile meters kan maken. Veerman zat hij Heerenveen in de kopgroep als het ging om het maken van meters, maar dat waren vaak onnodige meters, omdat er tijdens het druk zetten niet werd doorgedekt en de eigen (centrale) verdedigers meteen achteruit liepen. In plaats van blijven staan of vooruit verdedigen, zoals Ajax doet. Niemand bij Heerenveen gaf intensieve sturing van achteruit en zo ver – om dat verbaal neer te zetten – is Veerman zelf ook nog niet. Groeimogelijkheden genoeg voor hem, met name om zonder bal niet passief te zijn, sneller zijn omgeving scannen, zichzelf te positioneren en anderen aan te sporen. Groeikansen liggen er ook om als topsporter te leven en denken.
Aan de bal werd hij vergeleken met briljante voetballers als Frenkie de Jong, oud Barcelona-architect Andrés Iniësta en Juventus-middenvelder Andrea Pirlo. Voormalig PSV-trainer Hans Westerhof roemde Veermans exceptionele kwaliteiten, ,,dat zie ik zelfs Frenkie niet doen”. Maar Wim Kieft noemde hem een middenvelder van dertig jaar geleden, Hugo Borst afgelopen week ‘een luie donder’ en René van der Gijp wilde zich met zijn toneelspel uiteraard onderscheiden en moest daarvoor natuurlijk superstoere schuttingtaal gebruiken (‘aan de Heerenveen-Veerman heeft PSV geen k*t’).
Zelfkritische houding
Joey Veerman heeft het er maar mee te doen, dat hij in een tijd leeft waarin er meer voetbalmedia is dan ooit en daarnaast nog talloze andere mensen ongevraagd hun mening mogen ventileren. Aan hem de schone taak om zichzelf in zijn kracht – snel over de bal te kijken en medespelers (zoals het afgelopen anderhalf jaar dorpsgenoot Henk Veerman) weg te steken en voor de keeper te zetten – te (laten) plaatsen. Nu gevraagd wordt om een hoger handelingstempo en een zelfkritische houding, zowel binnen als buiten de lijnen.
Het is op z’n zachtst gezegd speciaal als je 23 bent en aan de traditionele top-drie wordt gelinkt. Joey Veerman leek korte tijd zijn buitensporige kwaliteiten in De Kuip te mogen showen. Feyenoord meldde zich als eerste in Friesland, voor de speler die als jongetje meerdere malen in Rotterdam op de tribune zat. Trainer Arne Slot wilde maar wat graag met de Volendammer aan de slag. Maar PSV was opeens slagvaardig. In Eindhoven was net bekend dat Davy Pröpper zijn loopbaan per direct wilde beëindigen en Ibrahim Sangaré is nog enige tijd afwezig vanwege deelname aan de Afrika Cup. En PSV, voor de winterstop uitgeschakeld in de Europa League, krijgt een druk programma. Na Groningen-uit wacht de bekerwedstrijd tegen Telstar en volgende week zondag de topper tegen Ajax. In februari spelen de Brabanders een tweeluik tegen het Israëlische Maccabi Tel-Aviv in de Conference League. Precies daartussen is de wedstrijd tegen Heerenveen en zijn naams-, dorpsgenoot en (reis)maat Henk Veerman. Reken maar dat Joey Veerman gebrand is om vanaf komende zondag zijn voeten te laten spreken.
De glimlach van een kind
Tijdens de medische keuring moest hij flink afzien, maar in de uren daar omheen was er vooral de glimlach. Van een twintiger die als kleuter vriendschap sloot met de bal. En die band werd alleen maar sterker. Dat jongetje, dat zich al vroeg inbeeldde dat hij prof zou worden, mocht éindelijk het shirt van een topclub aantrekken en dat heuglijke moment delen met zijn familie.
Bij binnenkomst voor de medische test glom hij van oor tot oor toen hij werd verwelkomd, in het stadion lachte hij met algemeen directeur Toon Gerbrands en technisch directeur John de Jong. Even knipogend naar de camera, die hem de hele dag volgde, Joey Veerman nam zijn bravoure mee naar de dag dat hij zijn handtekening zette bij zijn nieuwe club PSV. Ondertussen deelde bap Jan Kluessien paling uit: Volendam is weer vertegenwoordigd in de top-drie.
Veerman kon meteen op huizenjacht in het Brabantse. ,,Ik ben blij hier te zijn”, zei z’n kleinzoon, die voorafgaand met trainer Roger Schmid sprak. ,,Ze vinden mij gevaarlijk richting de zestien, daar willen ze creativiteit brengen. Dat hebben ze al aardig voor elkaar, maar het is mooi dat ze mij daarvoor hebben aangetrokken om daar een bijdrage aan te leveren. Toen we laatst met Heerenveen tegen PSV speelden, hadden wij bij rust met 0-4 achter kunnen staan. Daar zaten een paar mooie aanvallen tussen. Toen dacht ik: had ik maar aan de andere kant gestaan. Gelukkig is dat nu gelukt.”