Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Pastoor Stomph verantwoordt ‘moeilijk bericht’ kerksluiting

‘We doen dit, omdat we zóveel mensen verwachten’

Voor het tweede jaar op rij zijn de Volendamse kerken gesloten tijdens Kerstmis. Parochianen missen daardoor de typische kerstsfeer tijdens de vieringen. Het is voor pastoor Stomph een moeilijk bericht om te moeten meedelen. Maar helaas zit er volgens hem niks anders op. De kerken zouden waarschijnlijk volstromen met honderden mensen en dat is onverantwoord in zijn ogen. Door deze beslissing zijn parochianen nu aangewezen op het bekijken van live uitgezonden kerstvieringen.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Pastoor Stomph vindt dat hij wel verantwoording schuldig is over het besluit om de deuren dicht te houden. Enkele gelovigen zochten contact met de bisschop, waardoor die met de Volendamse priester belde. Stomph: ,,Men vroeg zich af: waarom doet de pastoor de kerk dicht met Eerste Kerstdag? Dat heb ik uit moeten leggen aan de bisschop. We doen dit, omdat we zóveel mensen verwachten. De mensen moeten anderhalve meter afstand houden, maar dat kan dan helemaal niet. We zouden nog met inschrijving kunnen werken, maar het is gebleken dat men zich daar niet aan houdt. Dat is kortweg de reden.”
Op sommige plaatsen in de buurt gaan de kerstmissen wel door. Bijvoorbeeld in Monnickendam en Ilpendam. Stomph weet wat daar de reden van is. ,,Dat zijn kleinere parochies. De waarheid is helaas dat men zich daar beter aan de richtlijnen houdt en niet naast elkaar gaat zitten. Er wordt ook met een mondkapje door de kerk gelopen en er zijn daar minder parochianen. Het is natuurlijk mooi dat wij meer gelovigen verwachten, maar het nadeel daarvan is dat we die nu niet kunnen ontvangen.”
Andere mogelijkheden dan een sluiting zijn serieus overwogen. Zes vieringen op eerste kerstdag waren bespreekbaar bij de kerkleiding. Toch leverde ook dit plan bezwaren op. ,,Mensen zeggen dan: ‘Ik ga altijd om 9.30 uur naar de kerk, niet om 13.30 uur’. Dat is ook wel begrijpelijk, want iedereen zit gezellig met familie of gaat ergens naartoe. Maar dit betekent wel dat het idee van spreiding niet houdbaar is. Als je dit gaat doen, moet er ook iemand bij de deur staan. Diegene moet dan vragen of de mensen zich wel hebben ingeschreven. Dan is de kans groot dat je te horen krijgt: ‘Effe normaal doen, hè’. Wij hebben daar ervaringen mee uit de tijd toen er maar dertig mensen in mochten.”

‘Het is natuurlijk
mooi dat wij
meer gelovigen
verwachten, maar het nadeel daarvan
is dat we die nu niet
kunnen ontvangen’

Stomph vertelt dat het voorkwam dat sommige vieringen in die periode toch door tachtig mensen werden bezocht. Het leeuwendeel schreef zich dus niet in, terwijl de gelovigen die dat wel deden vaker wegbleven. Hierbij ging het mogelijk om meer kwetsbare parochianen. Volgens Stomph leverde dit onrechtvaardige situaties op. Tijdens Kerstmis gaat het om een veelvoud van het bovengenoemde aantal. Bij de kinderviering en hoogmis kwamen voor corona zo’n achthonderd bezoekers.
De kerstvieringen zijn net als vorig jaar vanuit huis te volgen. De L.O.V.E. maakt dit mogelijk en hier werd eerder positief op gereageerd. ,,Men maakte later mondeling duidelijk dit erg gewaardeerd te hebben. We zijn ook aan het kijken of we een eigen ‘streamingskanaal’ kunnen openen. Op die manier zouden de missen via Facebook kunnen uitzenden. Voor een aantal oudere mensen is het dan wel zo dat die hulp nodig gaan hebben. Sommige ouderen zullen ook zelf die handigheid hebben. We maken er mensen wel erg blij mee en we hebben eveneens veel luisteraars van buiten Volendam. Zo ken ik mensen uit Limburg die elke zondag luisteren. Wij zijn daarnaast natuurlijk blij met de L.O.V.E. en snappen dat deze luxe niet vanzelfsprekend is.”
Er is dus een oplossing gevonden zodat men toch de kerstmissen kan volgen. Maar een lege kerk betekent helaas ook een lege collectemand. De parochie loopt daardoor dus broodnodige inkomsten mis. Die zijn hard nodig voor de instandhouding van de kerk. ,,Via de site: ‘www.kerkvolendam.nl’ kunnen parochianen toch geld doneren. We zijn dankbaar dat velen in het afgelopen jaar hun collectegeld via de bank overmaakten. Sommigen geven gewoon ineens honderd euro. Gelukkig bracht de Kerkbalans dit jaar ook meer op dan het jaar daarvoor. Veel mensen waken dus voor het voortbestaan van de kerk.”
Dat de kerken tijdens Kerstmis gesloten zijn, wil niet zeggen dat ze helemaal niet meer toegankelijk zijn. Tot aan kerstmis zijn er dagelijks twee extra missen: één om 9.00 uur in de Vincentiuskerk en één om 16.00 uur in de Mariakerk. Daarmee wil de parochie de mensen meer mogelijkheden geven om naar de mis te kunnen komen. Wellicht gaat dit ook in het nieuwe jaar zo door. Verder wil men tijdens de kerstdagen om 11.00 uur de communie uitreiken aan wie dat wil. Volgens Stomph hechten veel gelovigen daar waarde aan. Er is tijdens Kerstmis veel gelegenheid om de kerk te bezoeken buiten de missen om. Zo kan men toch iets van de ‘bijzondere kerstsfeer ervaren’, zo maakt Stomph duidelijk.
De pastoor hoopt dat parochianen begrip hebben voor de situatie. ,,Ik hoop dat men het begrijpt en dat iedereen toch op zijn eigen manier een mooie kerst meemaakt. Deze tijd beproeft ons op iets waarmee wij mensen het meest moeite hebben. Dat is: volgzaam en gehoorzaam kunnen zijn. Jezus was wat dat betreft een voorbeeld. Hij noemde zich ‘een slaaf om ons te kunnen verlossen’. Het is alleen maar heel christelijk om met elkaar rekening te houden. Probeer in dat licht eens te kijken naar al onze opstandigheid, verontwaardiging en eigengereidheid. Jezus wil ons dat graag leren.”

Fotogalerij

In de Nivo van vandaag, 22 december 2021

Wij wensen iedereen veel leesplezier met onder andere de volgende onderwerpen:

• De Zusson: Van God komt ’t al
• Koelcombi Volendam voorziet in koeltechniek & airconditioning
• Vol van eerste ervaring op oceaan
• Adembenemend kunstwerk per toeval opgedoken
• Voormalig militair Jan Plat leeft nog altijd mee met Afghanistan
• De Evoband: waar het allemaal begon voor de Volendamse muziek
• VVD oppert inzet van slimme mosquito’s bij overlastlocaties
• Pastoor Stomph verantwoordt ‘moeilijk bericht’ kerksluiting
• ‘Eva is bij ons…’
• ‘Volendammer’ zorgrobot Tessa steelt harten van zorgbehoevenden
• IJsvereniging Edam sluit succesvol Jeugdschaatsseizoen af met recordopbrengst
• Piet Keizer: de roadie die rockster werd
• Gemengde gevoelens Kroon op WK
• Jan en Caroline, een jaar na het verlies van Donna-Maria

Fotogalerij

Oplossingstrook Mammoetpuzzel verkeerd

Per abuis is de verkeerde oplossingsstrook onder de kruiswoordpuzzel in de krant van vandaag geplaatst. Hierbij de juiste strook waarin de oplossing kan worden ingevuld. Onze excuses voor het ongemak en veel puzzelplezier!

Je kunt de juiste oplossingstrook ook ophalen bij de Nivo.

Of klik hier om de oplossingstrook te downloaden

Fotogalerij

Fietsen wint – binnen en buiten – aan populariteit tijdens pandemie

Er gaat niks boven het echte werk

Door de beperkende coronamaatregelen is er momenteel minder mogelijk dan normaal. Toch is er nog steeds veel te doen binnen de reglementen. Men hoeft ’s avonds niet aangewezen te zijn op het kijken van series. Of een andere vorm van verschansing binnen vier muren. Zo organiseert Toerclub Volendam ook deze winter fietstochten in groepsverband. Het kan een manier zijn om op een veilige manier contacten te onderhouden. Daarbij is het ook een wijze om in beweging te blijven gedurende de wintermaanden.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

De Toerclub ziet dat hun sport momenteel in trek is. Allerlei soorten fietsen hebben daardoor soms een langere levertijd. De Volendamse vereniging merkt dat er aardig wat kleinere fietsgroepen worden gevormd. Voorzitter Erwin Sier vertelt: ,,Zo ben ik ook begonnen. Wij waren met een ploeg van vijf man. Op een gegeven moment gingen er steeds minder mee, terwijl ik wel graag wilde fietsen. Toen dacht ik: dan ga ik maar naar de Toerclub. Die vertrekt om 18.30 uur en je kunt altijd mee. Het is zonde om maar alleen te gaan rijden. Het is socialer, gezelliger en in een groep is het ook nog veiliger.”
Erwin noemt nog meer voordelen van wielrennen in groepsverband. Bij materiaalpech wordt gestopt en helpt men de getroffen ploegmaat. Verder is er het pluspunt dat je in een groep minder wind vangt. Door in een zogenoemde waaier te rijden, heb je weinig last meer van grote luchtweerstand. Bij de Toerclub houdt men tevens rekening met het niveau van verschillende rijders. ,,Wij benadrukken echt het groepsgevoel. De kopmannen zien wel hoe hard iedereen kan. Als er iemand bijzit waarvan ze weten dat diegene moeilijkheden krijgt met 120 kilometer, dan gaan ze iets zachter rijden. Daar passen ze zich op aan en zo kan iedereen het tempo volgen.”
Piet Schilder (Slak) is lid van het eerste uur. Al veertig jaar maakt de Volendamse wielervereniging een belangrijk deel uit van zijn leven. Als penningmeester is hij daarnaast verantwoordelijk voor de portemonnee van de club. Hij stelt dat nieuwe leden uitgebreid worden begeleid. Natuurlijk aan de hand van wat per persoon nodig is.

‘Het is zonde om
maar alleen te gaan
rijden; het is
socialer, gezelliger
in een groep’

Piet: ,,Alleen fietsen is anders dan in een groep. Je moet dan met wat meer dingen rekening houden. Hoe je in een waaier kunt fietsen, is iets dat we je kunnen leren. Iemand in de groep pakt dat dan op en legt het je uit als je nieuw bent. Uiteraard gaan we geen overbodige dingen vertellen tegen mensen die al langere tijd rijden. Van tevoren praten we met nieuwe leden en kijken dan hoe lang ze al fietsen. Dan bepalen we in welke groep ze misschien het best passen. Als later een andere ploeg meer geschikt blijkt, dan stellen we die weer voor. We zoeken voor iedereen de ideale groep.”
Toerclub Volendam is volgens Piet en Erwin een inclusieve vereniging. Mensen van uiteenlopende leeftijden fietsen met elkaar. De club heeft zelfs leden van in de 80. Men zoekt graag naar oplossingen om ook oudere mensen in beweging te houden. ,,We gaan al vijfentwintig jaar naar Frankrijk om te fietsen. Zelf ben ik al wat ouder en kom daardoor de bergen niet meer goed op. Daarom hebben we de beschikking over elektrische racefietsen. Zo kan ik evengoed mee met de rest en andere ouderen kunnen dit ook. Als iemand bijvoorbeeld aan het herstellen is van een blessure, kan diegene eveneens van zo’n fiets gebruikmaken. We hebben er drie.”
Toen de huidige pandemie uitbrak, kreeg ook de Toerclub te maken met de gevolgen ervan. Men betracht nog altijd voorzichtigheid om de leden niet in gevaar te brengen. Gelukkig kon de vereniging steeds doorgaan, al was de groepsgrootte soms beperkt. Daarbij was stoppen voor een versnapering er lange tijd niet bij, wat leidde tot minder gezelligheid. Dat laatste is overigens een drijvende kracht achter de club. De huidige algehele sluitingstijd van 17.00 uur is gelukkig geen belemmering voor de leden. Fietsen in de buitenlucht kan daarna nog steeds. Ook voor groepen gelden er op dit moment geen beperkingen.
Piet had het al over een fietsreis naar Frankrijk. Dit soort uitstapjes zijn geen uitzondering bij de Toerclub. De penningmeester somt enkele activiteiten van het komende jaar op. Deze gaan uiteraard door onder voorbehoud van de ontwikkelingen op epidemiologisch gebied. ,,We willen weer naar het Duitse gebergte de Eiffel. Al twee jaar kon dit niet doorgaan, hopelijk binnenkort wel. Verder gaat een groep naar de Dolomieten in Italië en één naar de legendarische Mont Ventoux. Ik fietste zo’n beetje alle bergen in Frankrijk al op, maar het blijft speciaal. Wat je allemaal ziet is schitterend. Wel met de kanttekening dat je goed getraind moet hebben. Anders is het lastig om er oog voor te hebben”, vertelt Piet met een glimlach.

‘De mensen met
wie ik fiets,
zijn vrienden van
mij geworden, dat is
dus wel waardevol’

Veel fietsers trainen tegenwoordig ook binnen door middel van de app ‘Zwift’. Daarmee is het mogelijk om alle bekende bergen thuis virtueel te beklimmen. De hoogteverschillen zijn daarbij voelbaar in de weerstand die de gebruiker ervaart. Het is volgens de clubleden een goede manier om in beweging te blijven, maar er gaat niks boven het echte werk. Driekwartier ‘boven’ trainen, voelt als heel lang. Terwijl je deze periode niet merkt als je buiten aan het rijden bent met anderen. Daarbij zijn omstandigheden als wind en warmte moeilijk na te bootsen. Het kan daardoor zijn dat je na een hele winter trainen op zolder alsnog moet aanpoten als je weer de weg opgaat.
Erwin is inmiddels al veertien jaar lid van de vereniging. Hij werd snel opgenomen door de andere clubleden, van wie hij met de meesten nog fietst. Als mensen zich eenmaal bij de Toerclub aansluiten, blijven ze vaak lid. Grondleggers ervan, zoals Piet, zijn er nog steeds bij actief. Het leven van de voorzitter werd verrijkt door zijn lidmaatschap. Erwin: ,,De mensen met wie ik fiets, zijn vrienden van mij geworden. Dat is dus wel waardevol.” Piet: ,,Met alle geledingen van de club gaan we regelmatig uiteten. Op sociaal vlak word je er dus ook rijker van.”
Volgens Piet en Erwin is een Toerclub-lidmaatschap dus goed voor lichaam en geest. Zij geven daarbij aan dat het geen dure vereniging is. Dit wordt mogelijk gemaakt door sponsoren die bijdragen aan de fietskleding. Deze kunnen leden daardoor onder inkoopsprijs aanschaffen. Bijna driehonderd mensen zijn bij de Toerclub aangesloten. Aanmelden kan onder meer via de website: www.tcvolendam.nl. Piet juicht de komst van nieuwe leden toe. Maar benadrukt des te meer het belang van sporten in het algemeen.
Piet: ,,Het is ons streven om mensen in de gemeente meer te laten bewegen, of dat nu bij ons is of ergens anders. Zo blijft men fit en door te sporten ontmoet je vaak anderen. Het is nu een moeilijke periode, maar dat wil niet zeggen dat je thuis hoeft te blijven zitten. Er zijn nog steeds prachtige fietstochten te maken, waarbij je na afloop met een blij gevoel terugkomt. Dat gun ik iedereen en dit is binnen handbereik.”

Fotogalerij

Volendamse loopt stage als grimeur bij populaire theaterproductie

Lise werkt achter de schermen bij ‘Titanic’

De 19-jarige Lise Tuijp volgt de opleiding Allround Grimeur op het ROC in Amsterdam Zuid. Op deze opleiding leert de Volendamse hoe zij een goede make-up en hair-artist wordt. Als allround grimeur werk je achter de schermen bij het theater, bij televisie, filmsets of bij fotoshoots. Lise zit nu in haar laatste jaar van deze opleiding en loopt dit jaar stage bij de klassieke musical ‘Titanic’ van de Graaf & Cornelissen entertainment. De musicalhit en winnaar van een Tony Award voor Beste musical is na 25 jaar terug in Nederland. Het is een meeslepend verhaal over hoop, ambities en liefde. Een ‘kijkje achter de schermen’ met Lise.
Door Jo-Ann Klepper

[ads id=66]

Hoe ben je bij de musical Titanic terecht gekomen?
,,Ik ben door een docent gevraagd om daar stage te gaan lopen. Mijn docent werkt, samen met nog twee grimeurs, veel achter de schermen in het theater. Zij had een team nodig die haar en haar collega’s kon ondersteunen tijdens deze musical en zo koos zij studenten uit, waar ik toevallig tussen zat. Als ik eerlijk ben dacht ik niet dat ik het theater leuk zou vinden, maar nu ik mezelf in dat wereldje bevind, denk ik wel dat ik dit later voor altijd wil blijven doen.”

Wat houdt het in?
,,In september ben ik samen met nog enkele andere stagiaires begonnen met het opkappen van alle verschillende pruiken. Tijdens deze periode werden alle pruiken alvast bruikbaar gemaakt voor op het podium. Daarop volgde de montageweek in oktober. In de montageweek loopt de hele cast en crew van de musical, de show inhoudelijk door. De show wordt voor het eerst helemaal van voor naar achter gespeeld, waarbij er wordt gekeken naar wat er misgaat of mis kan gaan. Wat kan er bijvoorbeeld verbeterd worden, hoe ziet de musical eruit vanaf het publieke zicht, en welke routes pakken alle acteurs voor de kap en grime? Deze week is dus wel van belang, maar heel zwaar. Het was een hele stressvolle periode, waarin iedereen altijd hard werkte.”

‘Ik maakte soms
dagen van 10 uur
’s ochtends tot
12 uur ’s nachts’

,,Zo maakte ik soms dagen van 10 uur ’s ochtends tot 12 uur ’s nachts en was ik door het openbaar vervoer rond 1 uur of half 2 ’s nachts thuis. Dat was een hele zware week.”
,,Na de montageweek kwamen de try-outs. Tijdens deze try-outs wordt de musical gespeeld voor publiek, maar bij dit publiek is het duidelijk dat er misschien nog iets mis kan gaan. En toen kwam de uiteindelijke première van de musical op 21 november 2021.”

Wat gebeurt er allemaal achter de schermen bij de musical?
,,Als ik ben aangekomen op locatie van de musical start ik samen met mijn collega’s eerst met het opkappen van de pruiken. Alles wordt weer netjes gemaakt of de pruiken worden soms gewassen. Dan verzamelen alle acteurs en actrices zich in onze kleedkamer. Daar zetten wij de pruiken vast en worden alle snorren, baarden of bakkebaarden op verschillende acteurs opgeplakt. Vervolgens plakken wij op alle losse snorren, baarden en bakkebaarden plakkertjes dat wordt gebruikt als die snel op en af moeten. Als deze een langere tijd op moeten, maken wij gebruik van lijm. Daaropvolgend brengen wij alle spullen richting backstage, zoals alle pruiken, alle onderdelen met gezichtshaar en bollen. Dit zijn de nephoofden die de pruiken vasthouden.”
,,Ook moet iedereen die backstage staat van kap en grime een speciale riem om. In deze riem zit een puntkam, een sponsje en mastix. Deze mastix worden gebruikt als lijm. Ook is er altijd lak en ME. Dit spulletje zorgt ervoor dat je de met lijm vastgeplakte snorren los haalt. Daarnaast hebben mijn collega’s en ik een lampje op ons hoofd tijdens de show, omdat je anders niks kunt zien. Het is daar namelijk pikdonker en alle snorren en baarden moeten wel recht of gelijk aan elkaar zitten. Als alles in orde is achter de schermen en iedereen er klaar voor is, start de voorstelling. In de eerste acte van de musical, het eerste deel van een toneelstuk, hebben mijn collega’s en ik 47 wissels.”
,,Als de musical dan afgelopen is, maken we alles schoon. Daarna komen alle acteurs en actrices weer op bezoek bij onze kleedkamer om alle pruiken en andere onderdelen met gezichtshaar te verwijderen. Dat is in principe het einde van een dag in het theater voor mij.”

Jij bent zelf ook bij de première van de musical aanwezig geweest. Hoe was deze ervaring?
,,De première was fantastisch! Ik ben zelf nooit eerder naar een première geweest, dus dat vond ik best wel spannend. Door de nieuwe coronamaatregelen mocht ik maar één iemand meenemen naar de première. Ik had gekozen om mijn moeder Sharon Tuijp mee te nemen en omdat ik die avond toevallig niet hoefde te werken kon ik samen met mijn moeder van de musical genieten.”

‘Ik moest wel
een traantje laten
omdat ik weet
hoeveel werk er
in de musical zit’

,,Naast bewakers en pers stonden voor ons deel van de zaal ook verschillende BN-ers als Ferry Doedens, Brigitte Kaandorp en Marijke Helwegen. Zij liepen over de rode loper waar mijn collega’s en ik samen voorafgaand ook over hebben gelopen”, glimlacht Lise, die gegrepen werd tijdens de musical. ,,Veel mensen lieten een traantje, waaronder ikzelf. Dat kwam omdat ik weet hoeveel werk er in deze musical zit en wat er gaande is achter de schermen. Ook was het extreem spannend voor alle acteurs, omdat alle recensenten van verschillende kranten in het publiek zaten. Na afloop schreef de Volkskrant: ‘Fantastisch gezongen’ en ‘Adembenemend’ en de Telegraaf vond het een ‘Wonderschone compositie’. De musical Titanic is dus zeker de moeite waard om te bezoeken.”

Wat gebeurt er nu met je stage door de nieuwe coronamaatregelen? Hoe nu verder?
,,Voordat ik begon met deze stage wist ik al wel een beetje van tevoren dat de culturele sector eerder zou sluiten, maar ik hoopte natuurlijk van niet. Zondagmiddag op 28 november speelden wij de laatste voorstelling. Het is gewoon niet mogelijk om avondshows naar de middag te verplaatsen. Ze zijn hierover aan het overleggen binnen de organisatie van Titanic, maar ik denk dat de culturele sector nog iets langer dicht blijft. Ik ben nu vrij en dat duurt waarschijnlijk langer en dat vind ik erg jammer, omdat ik het zo verschrikkelijk leuk vond. Aan het einde van de laatste show moest iedereen ook heel hard huilen. Je hebt een bepaalde band opgebouwd met elkaar en je gaat elkaar heel erg missen. Je ziet en spreekt elkaar toch iedere dag en daardoor word je ook één grote familie met het team.”

Hoe zie jij je eigen toekomst voor je?
,,Ik wil heel graag in deze branche van kap en grime blijven werken. Iedereen is altijd zo vrolijk, lief en open. Als je binnenkomt, voel je je gelijk welkom. Toen ik voor de eerste keer de zaal binnenliep wist ik ‘dit wil ik mijn hele leven blijven doen’. Alleen wordt het nu wel moeilijker om bij een musical aan de slag te gaan, omdat ik het nu zelf moet weten te regelen. Mijn docent kan mij daar misschien nog bij helpen door mij in contact te brengen met mensen, dan gaat het niet meer om een stageplek maar dan moet ik toch echt zelf gaan solliciteren om bij een theaterproductie aan de slag te mogen. Ik heb in ieder geval heel veel zin in alles wat nog komen gaat.”

B-Balanced: ontspannen met sport als bijzaak

‘Een kaartje leggen kan ook in de sportschool’

,,Bij een sportschool denken de meeste mensen vaak aan een sixpack, afvallen en spierballen. Niet iedereen voelt zich daar prettig bij”, vertelt Brian van der Leest. Hij oogt rustig, maar er gaat zoals altijd van alles in zijn hoofd om. ,,Sommigen willen wel lekker sporten, maar vooral ontspannen. Dat kan hier.”
Door Jan Koning

[ads id=66]

Hier, is in dit geval bij B-Balanced aan de Oosthuizerweg 13F (boven Kirry Zwarthoed) in Edam. Het is na B-Active en Tree11 in Alkmaar alweer de derde sportschool waar Brian van der Leest actief is. ,,Of een holistisch centrum in dit geval, waarbij bewegen het gereedschap is richting helen en genezen.”
Of het de laatste sportschool is die Brian opent, daar is hij nog niet zeker van. ,,Geen idee. Ik bruis nog van de energie en als ik zie dat het een maatschappelijk doel heeft – en ik mensen ermee kan helpen – bedenk ik misschien wel weer iets anders. Daar krijg ik namelijk energie van. Dat zie je terug in de kinderactiviteiten die we organiseren. Of bij B-Active, waar we mensen behandelen als een topsporter. Ook als ze niet op de Olympische Spelen komen. B-Balanced is een plek voor weer een andere doelgroep.”

Sociaal contact
Iedere sportschool heeft volgens Brian haar eigen identiteit. ,,Om B-Balanced gestalte te geven, heb ik de samenwerking gezocht met een osteopaat. Die had dezelfde visie en samen hebben we een ruimte gecreëerd waar mensen die in alle rust willen sporten, puur om gezond te worden, te helpen. Een plek waar sporten eigenlijk een bijzaak is in het werken richting gezondheid. Gezondheid behelst namelijk meer dan sporten alleen. Het is ook mentale gezondheid, ontspanning, gezelligheid, sociaal contact en nog veel meer. Daarom hebben we hier een plek gecreëerd waar je niet alleen kunt sporten, maar ook een kaartje kunt leggen met vrienden. Nadat je misschien samen een circuitje hebt gedaan op de apparaten.”
De hele gezondheidscrisis van de afgelopen maanden heeft veel mensen het belang van een gezonde geest in een gezond lichaam laten inzien. ,,En daarbij is dat kaartje leggen, mensen ontmoeten en een drankje drinken van groot belang. Hier bij B-Balanced hebben wij een combinatie gemaakt van een plek waar je ontspannen een kopje thee of koffie kunt drinken, maar daarbij in beweging kunt zijn. Dat bewegen – of sporten – is dus niet meer de voornaamste reden om naar de sportschool te gaan. Je komt om mensen te ontmoeten, voor een gezellig praatje en daarnaast zit er bewegen bij. Ook begeleid bewegen.”

Twee dagen Open Huis
Het is volgens Brian vooral de vriendelijkheid en de rust die B-Balanced uitstraalt waarmee deze zich onderscheidt. ,,Geen machocultuur, maar juist volledige ontspanning. Wanneer je last van stress hebt en je komt een sportschool binnen waar keiharde muziek aanstaat en waar veel mensen aanwezig zijn en er allerlei geluid om je heen hoorbaar is, met veel prikkels als gevolg, is dit allesbehalve helend. Bij ons kom je in een warm bad, waar je niets moet, zonder harde muziek met altijd een trainer op de fitnessvloer aanwezig die jou een instructie kan geven of waar je een praatje meet kunt maken. Verder zullen we vanuit hier ook wandelgroepjes starten om lekker samen in alle ontspanning een rondje te lopen.”
B-Balanced opent officieel haar deuren op 2 januari. ,,Mensen moeten hun goede voornemens dus nog even een dagje uitstellen”, lacht Brian. ,,We hebben hier een osteopaat, een orthomoleculaire therapeut, een mesoloog, burnoutspecialist, psychodynamisch therapeut en een acupuncturist. Vanaf donderdag 16 december hebben we Open Huis. Dan zijn we twee weken geopend voor mensen die informatie willen inwinnen of kennis willen maken met het centrum. Ook is er gedurende deze twee weken de mogelijkheid om gratis te sporten of een lesje mee te draaien. Met een échte Open Dag op 15 januari. Het lesrooster zal te vinden zijn op onze site www.B-Balancededam.nl waar ook de yogalessen te vinden zijn. Want dat mag bij ontspannen fit worden natuurlijk niet ontbreken.”
Als er nog vragen zijn, kan er ook gebeld worden naar B-Balanced op telefoonnummer 0299-223745.

Fotogalerij

In de Nivo van vandaag, 15 december 2021

Wij wensen iedereen veel leesplezier met onder andere de volgende onderwerpen:

• Max inspireert ook Luc
• ‘Méér controle-acties om criminaliteit boven water te krijgen’
• De Zusson: De G van Goddelijk
• Volendamse loopt stage als grimeur bij populaire theaterproductie
• 3JS vertellen hun eigen kerstverhaal in PX
• De straat en zijn verhaal: Het Edamse Jan Nieuwenhuizenplein
• Fietsen wint – binnen en buiten – aan populariteit tijdens pandemie
• Gemeentebestuur vraagt NIOD dossier Van Baar te onderzoeken
• B-Balanced: ontspannen met sport als bijzaak
• Herinrichting Julianaweg: Start voorlopig ontwerp Corridor met participatie na akkoord Gemeenteraad
• DBC kleurt paars tijdens LGBTI+ bewustwording-dag

Fotogalerij

Jack ‘Dekker’ Veerman: trommelen, metselen en onbeperkt nummer 1-hits n

‘Nog één keer dat gordijn open…’

,,Heb je al nagedacht over wat je wilt worden?”, vroeg Jacks vader aan hem toen hij veertien was. ,,Nee, eigenlijk nog niet”, zei Jack. ,,Ik wel. Je wordt metselaar”, luidde vaders reactie. Als telg van de roemruchte ‘Dekker’-familie stond een combinatie tussen de bouw en de muziek voor Jack al bij zijn geboorte vast. En hoewel hij inderdaad leerde metselen, zou zijn carrière een andere wending krijgen. Als gevolg van die carrièreswitch zal het grootste gedeelte van Nederland Jacks gezicht herkennen, en niet vanwege zijn metselkunsten. De Volendammer werd namelijk drummer van de meest succesvolle band van Nederland. Inmiddels heeft Jack de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en met uitzondering van een incidenteel muzikaal uitstapje hangen zijn drumstokken aan de wilgen, maar op de achtergrond welt langzaam maar zeker een laatste slotakkoord op…
Door Kevin Mooijer

[ads id=66]

Samen met zijn tien broers en twee zussen groeide Jack op in een bescheiden huisje in de Bootsmansteeg. ,,De begane grond van de woning was mijn vaders werkplaats”, herinnert de drummer zich. ,,Daarboven woonden we en op de tweede verdieping sliepen en repeteerden we. Het enige dat de verschillende ruimtes van elkaar scheidden waren twee vloertjes van twee centimeter dik. Ik vind tot op de dag van vandaag nog altijd dat mijn moeder postuum een standbeeld verdiend. Alleen al om het feit dat ze nóóit heeft geklaagd over geluidsoverlast. Je moet je realiseren dat de machines uit die tijd – en die dus in mijn vaders werkplaats stonden – meer geluid produceerden dan een Starfighter gevechtsvliegtuig. Daar bovenop kwam dat kinderen die uit school kwamen, vaak gelijk begonnen met repeteren op blaas- en slaginstrumenten. Mijn moeder zat dagelijks tussen het ondragelijke geluid van die helse machines en een bijna volwaardig fanfare- en tamboercorps in. En niet één keer heeft zij gezegd: ‘jongens, nu kan hij wel weer.’ Ze gunde ons die repetities. Daarvoor verdient ze wat mij betreft een onderscheiding.”
,,Mijn vader, Thoom ‘Dekker’, was destijds de animator en stimulator van de Volendamse muziekscene”, vertelt Jack trots, terwijl hij een prachtige, ingelijste foto van de muur haalt. ,,Hij was lid van de Evoband, de eerste band van Volendam. Ik was zelf helaas te jong om die periode bewust mee te krijgen. Pas toen ik besef kreeg van muziek, speelde hij al niet meer in de Evoband. Wel wist hij negen zoons te motiveren om zich bij het corps aan te sluiten. Mijn vader had het voor elkaar gekregen om mij op tienjarige leeftijd in het tamboercorps te krijgen. Ik werd het jongste lid ooit. Trommelen was mijn leven. Voordat ik zelf lid was van het corps, liep ik altijd al lucht-trommelend achter de stoet aan.”

‘Als ik die week
een tent bouwen
belangrijker had
gevonden dan mijn
huiswerk, dan kreeg
ik een tik van hem.
Thuis durfde ik
dat niet te
vertellen want dan
kreeg ik er van
mijn vader nog één’

Jack kwam onder de hoede van een muziekleraar met een militaire achtergrond. ,,Die man was een heel goede leraar, maar hij was behoorlijk streng. Tijdens zijn lessen werd duidelijk dat ik trommeltalent had. Ik kreeg wekelijks huiswerkopdrachten mee die ik gedisciplineerd zou moeten oefenen. Als ik die week een tent bouwen belangrijker had gevonden dan mijn huiswerk, dan kreeg ik een tik van hem. Thuis durfde ik dat niet te vertellen want dan kreeg ik er van mijn vader nog één. Zo ging dat in die tijd.”
Terwijl Jack zich op jonge leeftijd onbewust aan het voorbereiden was op een leven als professioneel drummer, speelden zijn broers Cor en Jan al in hun eerste bandje: The Beat Boys. ,,Begin jaren 60 was de opkomst van bandjes als The Beatles en de Rolling Stones ook in Volendam flink te merken. Mijn broers maakten daardoor de overstap van het corps naar de rock ’n roll. Samen met onder meer Harmen Veerman begonnen ze The Beat Boys. De repetities vonden plaats in de leegstaande woning van mijn bap en ootje, het beruchte huisje op de hoek waar de Jozefstraat en de Bootsmansteeg samenkwamen. Met oude radio’s en gitaren met in elkaar geknutselde elementen maakten ze versterkte muziek. Iedere dag na school doken ze dat hok in. En af en toe mocht ik ook naar binnen. Ik was geïntrigeerd door dat bandje en die repetities. Ik wilde dat ook.”
,,Ons ouderlijk huis stond vol met instrumenten. Zo nu en dan pakte ik eens een gitaar op en kreeg dan een half uurtje les van één van mijn broers, maar na verloop van tijd merkte ik dat het niet voor mij was. Mijn voorkeur ging uit naar trommelen. Ik had het voordeel dat vier van ons bij het tamboerscorps zaten. We hadden dus zoveel van die trommels staan dat ik er een primitief drumstel van kon maken. Dat eenmaal gedaan, begon ik met het proberen na te spelen van liedjes van The Beatles en The Stones.”
Het talent dat Jack op jonge leeftijd al tentoonspreidde, was broer Cor niet ontgaan. ,,Cor zat inmiddels in de band Alles. Toen ik veertien was vroeg hij of ik drummer wilde worden van zijn band. Zij waren al wel twintig jaar oud, ik was dus echt een broekkie. Des de groter was de eer voor mij als beginner.” Nadat Jack aangenomen werd in zijn eerste band, voorzag zijn vader hem van advies waar Jack hem nog iedere dag dankbaar voor is: ,,‘Jack, weet je wat je moet doen nu je in een band bent gestapt? Je moet op drumles gaan. Ik heb over een goede drumleraar in Amsterdam gehoord, misschien moet je hem maar eens bezoeken.’ Ik maakte direct werk van zijn suggestie. Nadat ik ontdekte dat Jan Keizer – mijn latere bandgenoot – al les kreeg van drumleraar Carl Wuchert, zocht ik contact met hem. Jan hoorde mijn verhaal aan en stelde voor om de eerste keer met me mee te gaan. Het was destijds een flinke operatie om van het Europaplein naar de Lijnbaansgracht in Amsterdam te komen, helemaal voor een veertienjarig ventje. Eenmaal in het pand aangekomen, wachtte de Duitser ons op drie hoog – omringd door rook en een sterke drankgeur – op. Nog altijd ben ik blij dat ik bij hem op les ben gegaan. Van Carl Wuchert heb ik noten leren lezen, daar heb ik de rest van mijn carrière profijt van gehad.”

De Volendammer bandjeskaravaan
Als de veertienjarige drummer van Alles trok Jack ieder weekend met de Volendammer bandjeskaravaan mee de Noord in. ,,Jan ‘Tuf’ en Jaap ‘Cas’ Buijs hielden ons wel van de straat. Echt ieder weekend stonden we op de bühne. We deden het zelfs zo goed dat we eigen muziek mochten opnemen. Met ‘Murdock 9-6182’ – geschreven door Golden Earrings-gitarist George Kooymans – scoorden we een Top 40-hit. Een flinke tegenvaller voor ons was dat we het nummer niet zelf in mochten spelen. Peter Koelewijn was de producer, hij had een vaste groep sessiemuzikanten die zijn muziek opnamen. En omdat de succesvolle muziek van The Cats al goed gedijde op strijkersarrangementen, werd dat er bij ons ook ingeschreven. De enige bandleden die we op de plaat terug horen, zijn mijn broer Cor, die de lead zingt, en Jan de Boer en Evert ‘Jash’, die het koortje voor hun rekening nemen.”
Na vier jaar in Alles te hebben gespeeld, maakte Jack de overstap naar de band Progress. ,,Progress was een coverband, de voorloper van Jen Rog. Ik heb een aantal uiterst gezellige jaren met die groep beleefd, maar dat is logisch met bandleden als Theo van Scherpenseel, Klaas ‘Kap’ Tuip, Peter van Bergen en Jan de Boer. Na een paar jaar was de koek op. Ik had er geen zin meer in en stopte.”
Zoals veel Volendammer muzikanten destijds trad Jack in het weekend op en werkte hij doordeweeks in de bouw. ,,Na het afronden van de ambachtsschool (tegenwoordig de Triade, red.) verdiende ik – zoals mijn vader al had voorspeld – de kost als metselaar. Net als al mijn broers werkte ook ik voor mijn vaders aannemersbedrijf.” Jack lacht: ,,Nou ja, alleen voor Bep werd een uitzondering gemaakt. Hij mocht studeren op de grafische school, want hij had tekentalent.”
Ergens in 1974 ging de telefoon in huize ‘Dekker’. ,,Aan de andere kant van de lijn was Dick ‘de Brit’, de manager van BZN, te horen. Hij vroeg naar mij. Dick vertelde dat Jan ‘Kies’ de BZN verliet en dat Jan Keizer zanger werd. Er was ruimte ontstaan voor een nieuwe drummer en ze dachten aan mij voor die positie. In gedachten werd ik even teruggebracht naar de tijd waarin ik als jong knaapje stiekem naar binnen glipte als de BZN in de Kattekop optrad. In het grootste geheim stond ik achter de gordijnen te kijken naar die magische optredens. En nu werd ik zelf gevraagd om lid te worden van diezelfde, onbereikbare band.” Na een korte auditie was de kogel door de kerk. ,,In één klap was ik beroepsmuzikant.” Terwijl Jack zich midden in het repetitieproces met BZN bevond, sloeg het noodlot toe in zijn familie. ,,Nadat we onze broer Jan op achttienjarige leeftijd aan leukemie kwijt raakten, was het nu mijn vaders beurt. Op maandagavond ruimde hij de partituur op na een corpsrepetitie. Iemand hoorde een knal uit de opslagruimte komen en daar lag hij. Op 63-jarige leeftijd overleden aan een hartinfarct, in dezelfde maand dat ik in de BZN kwam. Ik vind het verschrikkelijk dat hij me nooit met BZN heeft kunnen zien optreden. Dat hij nooit heeft kunnen meemaken wat we bereikt hebben.”

‘Ik vind het
verschrikkelijk dat
mijn vader me nooit
met BZN heeft kunnen
zien optreden’

Jack stapte in BZN op het moment dat de band in zwaar weer verkeerde. ,,BZN was op dat moment nog een rock ’n roll band. Er was zelfs nog geen zangeres. Het repertoire bestond uit wat eigen werk en covers van bands als The Who, Rod Stewart en The Rolling Stones. En die muziek lag Jan Keizer niet. Onderwijl wij worstelden met het realiseren van een passend repertoire, vielen collega-bands bij bosjes neer. Left Side, The Cats, The Motions, Tee Set, ze stopten er allemaal mee. We vreesden dat wij het volgende slachtoffer van de rock ’n roll-crisis zouden worden. In het dagelijks leven bereidden we ons zelfs al op het noodlot voor. Jan Tuijp stond weer voor de klas, ik stond weer op de steigers, er werd weer garn gepeld.”
Ondanks de onheilspellende voortekenen bleven de muzikanten van BZN dagelijks stug doorgaan met repeteren. ,,We hadden met Meester Plat de afspraak dat we mochten oefenen in één van zijn klaslokalen. Als tegenprestatie voorzagen we eens in de zoveel tijd het Vormsel van muzikale begeleiding. Uiteindelijk werden we ook voor de drukbezochte kerstmissen gevraagd. Half werk hielden we niet van, dus stelden we een weloverwogen setlist op met veel melodieuze muziek. En enigszins tot onze verbazing lag dat stijltje ons wel.”
Met de nieuwe muziekstijl in het achterhoofd gingen de BZN-leden aan het werk. ,,We kwamen aan een repetitieruimte in Monnickendam”, herinnert Jack. ,,Daar waren we letterlijk iedere dag bezig met proberen eigen werk te schrijven. Eén van de eerste nummers dat uit die sessies kwam, was ‘Mon amour’. We namen een demo op met daarop twee covers van Glen Campbell en we voegden ons eigen brouwsel, dat ‘Mon amour’ zou gaan heten, eraan toe. Een tekst hadden we nog niet. Jan Keizer brabbelde wat in het Frans, Maribelle – die zich net daarvoor bij ons had aangesloten – zong een partijtje, en dat was dat.”
Met de nieuwe demo onder de arm stapten de Volendammers de Negram-studio in Hilversum binnen. ,,Producer Cor Aaftink hoorde het bandje aan en zei na afloop: ‘laat dat eigen liedje nog eens horen.’ We speelden het opnieuw af. ‘Dit wordt een nummer 1-hit’, zei Cor. En enthousiast als hij was, plande hij direct studiotijd in om het op te nemen.”
De demo kwam in handen van arrangeur Gerard Stellaard. ,,Gerard werkte uitsluitend met sessiemuzikanten. Hoe graag we het ook wilden, wij mochten ‘Mon amour’ niet zelf inspelen. Dezelfde gasten die muziek voor The Cats hadden ingespeeld, zouden nu ook ons nieuwe werk inspelen. Enerzijds vonden we dat ontzettend jammer, anderzijds hadden we wel de mogelijkheid om even een kijkje in de keuken te nemen bij de beste sessiemuzikanten van Nederland. Voor mijn gevoel hebben we daar toch wel wat van opgestoken. Met uitzondering van dat eerste album hebben we iedere noot namelijk zelf ingespeeld.”

Gekte
Nadat de sessiemuzikanten hun werk gedaan hadden was het tijd voor de Volendamse zang. ,,Maribelle had net voor die opnames besloten dat ze aan een solocarrière wilde werken. Ze zag het niet zitten om deel van een band te zijn. Halsoverkop moest er een nieuwe zangeres komen. Ik dacht gelijk terug aan een musical die ik had bijgewoond in de Pius X. Daar was een ingetogen meisje met een gouden stem de ster van de show.” Na de nodige zenuwen en twijfels sloot Anny Schilder zich uiteindelijk aan bij BZN. Met de nieuwe zangeres in de gelederen werd de opname van ‘Mon amour’ voltooid.
,,Tijdens de kermis van 1976 werkte ik in ’t Gat van Nederland, de kroeg van mijn broer Bep. Net daarvoor kreeg ik een exemplaar van ‘Mon amour’ mee, vers van de pers. Jaap ‘Cas’ en Jan ‘Tuf’ kwamen die kermis met de directie van Radio Veronica bij mij aan de bar zitten. Onder de bar stond destijds nog een pick-up. Je kunt je wel voorstellen dat ik van de gelegenheid gebruik maakte om ‘Mon amour’ op repeat af te spelen. Na verloop van tijd kwam Jaap naar me toe: ‘van wie is dat Franse liedje nou?’, vroeg hij. Ik zei dat het van BZN was. ‘Nee, je kloten. Dit is niet van de BZN’, reageerde hij. Waarop ik hem de platenhoes toonde. Op dat moment schuift Rob Out van Veronica aan en zegt dat het een grote hit gaat worden. Die week kwamen we als alarmschijf binnen in de Top 40. Binnen twee weken stonden we op nummer 1. We wisten van gekte niet wat we moesten doen. Wekenlang zijn we alleen maar aan het feesten geweest. Maar gelijktijdig behielden we onze discipline, de repetities werden niet geannuleerd. Zelfs niet als we voor pampus op de grond lagen tussen de instrumenten in. Dit ging een tijdje zo door, tot het moment waarop de producer belde en zei: ‘ik zou maar aan het werk gaan, jongens. Over drie maanden staat de release van het album gepland.’ We hadden alleen onze single, meer niet. Als bezetenen zijn we aan het werk gegaan om een volledig album te realiseren. Uiteindelijk wisten we het succes vast te houden: ook het album kwam op nummer 1 binnen.”
,,En toen begon de gekte… Een aaneenschakeling van volle zalen, tv-producties, verre reizen, hordes fans, 15 miljoen verkochte geluidsdragers en 90 gouden en platina platen. Zo is het eigenlijk tot 2007 verlopen. Voor mij waren absolute hoogtepunten de ‘Symphonic Night’ optredens en de twintig- en 25-jarige jubileumoptredens in Volendam. En als ik er nog één bijzondere persoonlijke mijlpaal uit moet pikken, zou ik kiezen voor het opbouwen van Jan Smits carrière. Op jonge leeftijd zong Jan het liedje ‘Mama’ mee tijdens ‘a Symphonic night’. Dat werd in heel Nederland goed ontvangen. Als gevolg vroegen Jans ouders of wij een liedje voor hun zoon wilden schrijven. Jan Tuijp, Jan Keizer en ik schreven het nummer ‘Ik zing dit lied voor jou alleen’. Het werd een gigantische hit. Jan groeide uit tot een grootheid in zowel Nederland als Duitsland. En ik heb mee mogen schrijven aan de eerste singles en albums. Daar ben ik toch best trots op.”

‘Een gedetineerde
wist vanuit zijn
cel te regelen
dat de Dekkerband
– samen met
Piet Veerman –
in de gevangenis
mocht optreden’

Ondanks ruim drie decennia als professioneel muzikant te hebben gespendeerd, is Jack altijd een pure liefhebber gebleven. Zo maakte hij tijd vrij in zijn drukke BZN-agenda om samen met zijn broers als de Dekkerband op te treden. ,,In eerste instantie was het voor mij onmogelijk om naast de BZN in een andere formatie actief te zijn, maar voor mijn broers maakte ik maar wat graag een uitzondering. Dat avontuur had ik voor geen goud willen missen. We hebben een keer in de gevangenis van Heerhugowaard gespeeld, Cor kende iemand die daar vast zat.” Er ontstaat een lach op Jacks gezicht. ,,Die gedetineerde wist vanuit zijn cel te regelen dat de Dekkerband in de gevangenis mocht optreden. Cor vroeg aan Piet Veerman of hij zin had om in de pauze een paar liedjes te zingen, Piet was er ook wel voor te porren. Enfin, om beslagen ten ijs te komen laadden we het busje vol met kisten bier, want ja, in een gevangenis kan je natuurlijk geen drank kopen. We reden die binnenplaats op en achter ons sloten de gigantische, verzwaarde deuren. Na het parkeren van de bus begonnen we met uitladen. Al gauw stonden er twee stapels met bierkratten naast de instrumenten. Uit het niets kwam er een bewaker op ons afgerend: ‘wat gaan jullie doen?!’, riep hij stomverbaasd. Die man keek alsof hij water zag branden. Wij legden uit dat we de band waren en moesten spelen. Nóg verbaasder dan eerst zei hij: ‘hier kan geen dránk naar binnen, absoluut geen denken aan!’ Dat was wel een beetje een tegenvaller, maar we lieten ons niet uit het veld slaan. We hebben die kratjes gewoon op het parkeerterrein opgedronken en daarna zijn we de eerste set gaan spelen. Eenmaal in de pauze bleek Piet nog een verrassing voor ons in petto te hebben. Hij haalde zijn koffertje open en daar lagen ze: drie flessen drank, netjes tegen elkaar aan. Stuk voor stuk kunnen we terugkijken op een legendarische dag. Die herinnering pakken ze ons niet meer af.”
Nadat BZN in 2007 de handdoek in de ring gooide, heeft Jack nog meegewerkt aan verschillende muzikale projecten, waarvan de meest in het oog springende de band Mon Amour is. ,,Tien jaar lang heb ik nog met Mon Amour gespeeld. We hebben echt door het hele land in grote zalen en theaters gespeeld. Een fantastische tijd met een geweldige groep, maar na tien jaar vonden we het wel geweest. Binnenkort word ik 68 en voor mijn gevoel heb ik alles wel gezien. Ik voel er dus niets meer voor om in een vaste band te stappen, alleen voor leuke muzikale projecten wil ik zo nu en dan nog een uitzondering maken. Laatst heb ik meegedaan aan een concert van Jan Mühren, ik speel sinds kort mee met de Top 2000 band waar we in januari mee hopen op te treden, ik heb meegewerkt aan de Veermannenband – onder leiding van Evert ‘Jash’ – en ik zit midden in het schrijversproces voor het nieuwe album van Tamara Tol. Ik blijf dus lekker bezig, maar een vaste band zit er niet meer in.” Ondanks Jacks statement ligt er één potentiële uitzondering op de loer. ,,Er gaan natuurlijk geruchten over een BZN-reünie. We zijn weer on speaking terms met zijn allen, dat is op zich al heel fijn, en we hebben het er inderdaad over gehad. Jan Keizer heeft voorgesteld om een reünie te organiseren. Ik heb gezegd dat, mits iedereen het wil, het mij ook leuk lijkt. Maar ik heb erbij vermeld dat ik het niet zie zitten om weer net als voorheen gewoon op de bühne te gaan staan. Er moet dan wel iets speciaals van gemaakt worden. Het moet dan groots aangepakt worden. In de geest van de ‘Symphonic nights’-optredens zouden we met een orkest achter ons terug moeten keren. En dit keer spelen we dan eigen werk in plaats van klassieke stukken. Welke muziek leent zich nu beter voor een voltallig orkest dan dat van de BZN? Nu ik eraan denk… Het moment waarop je na een intensieve repetitieperiode achter het gesloten gordijn naar je podiumplek loopt. Op de achtergrond hoor je het publiek opleven, je kijkt elkaar nog een keer gespannen aan, ik tik af voor het openingsnummer en het gordijn gaat open. Ja, dat is wel iets dat ik nog een keer graag zou willen doen. Maar of het er ooit van komt? De tijd zal het leren…”

 

Fotogalerij

Wim Jonk: ‘Lagen mogelijkheden PSV kapot te spelen’

Het woord ‘broos’ keerde vanaf het seizoensbegin veelvuldig terug in de (na)beschouwingen van FC Volendam-trainer Wim Jonk. Vrijdagavond tegen Jong PSV bleek het vertrouwen dat zijn ploeg voelt zelfs bij een 3-0 voorsprong nog fragiel. Opeens kantelde de wedstrijd daardoor. ,,Terwijl er écht mogelijkheden lagen om de tegenstander nog een paar keer kapot te spelen en de voorsprong te laten groeien, want PSV had moeite met ons positiespel en het tempo waarin we dat uitvoerden”, zei Jonk over de ploeg van Ruud van Nistelrooij.
Door Eddy Veerman

,,Van de eerste helft werd ik blij, de bal ging vaak goed rond, we waren dominant, hadden veel tempo- en positiewisselingen”, zag Jonk. ,,Toch zaten er nog regelmatig onnodige onnauwkeurigheden tussen, of momenten dat we tóch een moeilijke bal spelen, terwijl je dan nog even geduld moet hebben. Maar als je dat vasthoudt, het spelen van dat ritme, dan houd je én PSV uit de wedstrijd en je creëert kansen.”
,,We hadden de wedstrijd wel onder controle.” Dat gold ook voor Dean James, ten opzichte van PSV’ wapen Bakayoko. ,,Vlak na de 3-0 liet Dean zich toch verrassen bij de penalty, dat mag niet gebeuren. Daarna ontstond er onrust, spelers hinkten op twee gedachten en PSV rook dat er meer in zat. Bij die 3-2 werd er niet goed doorgedekt. Daarna moesten we zoeken naar stabiliteit, om de wedstrijd weer onder controle te krijgen. Dat is goed gelukt, met de wisselspelers (Alex Plat, Kevin Visser, Lecquincio Zeefuik en Walid Ould-Chikh, red.) die daarna kwamen.”

Fotogalerij

Cees Jonk en Mitch Stadhouders hopen hun liefde aan nieuw leven door te geven n

Twee mannen met een kinderwens

Over twee dagen is het Paarse Vrijdag, de dag waarop scholieren en studenten door het dragen van de kleur paars of via paarse uitingen op school hun solidariteit kunnen tonen met lhbti’ers. Cees Jonk (27) zat als tiener op het Don Bosco College en zou er in de nabije toekomst best willen terugkeren om zijn verhaal te delen, in de hoop dat als het gaat om geaardheid, iedere jongere zichzelf kan zijn, binnen een veilige omgeving. De ervaringsdeskundige Volendammer is inmiddels fases verder in zijn leven en koestert een wens. Want die bewustwording hoopt hij ooit zijn eigen kind te bieden, alleen is dat geen sinecure. Cees en zijn Brabantse man Mitch (32) zijn zich al een tijd aan het oriënteren om hun kinderwens te realiseren. Hun hoop is gevestigd op adoptie of een draagmoeder. Maar commercieel draagmoederschap is in Nederland verboden, als iemand uit de eigen kring zwanger wil worden voor hen, is dat wel toegestaan. Ondertussen verlegt het stel de grenzen, letterlijk en figuurlijk.
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

Paarse Vrijdag, Coming Out-dag, de Gaypride, ze zijn er niet voor niets. Nog steeds is het geen vanzelfsprekendheid om te mogen zijn wie je bent en daar voor uit te komen. ,,Ik was een verlegen kind”, zegt Cees, als hij terugkijkt. ,,Bij mij kwam het echte besef rond mijn vijftiende. Tijdens de puberteit en het uitgaan ben je meer bezig met tot wie je je aangetrokken voelt. Op school vroeg een klasgenoot het een keer op de man af, ‘jij bent toch geen homo? Want hij zei dat net’, wees hij naar een andere klasgenoot. Werd ik nerveus. En zei maar van niet. Verder heb ik me wat dat betreft gelukkig nooit gestoord aan anderen. Op mijn zeventiende ongeveer wist ik het zeker van mezelf. Ik vond het maar verwarrend, want ik wist niet waar het naar toe zou gaan. Of ik ooit open zou kunnen zijn over mijn seksualiteit. Als ik terugkijk, had ik nooit kunnen bedenken waar ik nu ben.”
,,Ik was introvert en schuchter, was onzeker, omdat ik niet open kon zijn in de dorpscultuur die hier heerst. Nu denk ik ‘waar maakte ik me destijds druk om?’ Omdat ik me nu zeker voel. Maar toen wilde ik in het plaatje passen en homo-zijn was niet het plaatje dat je als kind voor je zag of anderen met je voorhadden. In onze vriendengroep destijds waren de gesprekken vaak oppervlakkig. Ik dacht dat het feit dat ik op jongens viel geen probleem zou zijn voor hen, maar toch: je wilt aan een bepaald verwachtingspatroon voldoen, bent bang dat je je ouders teleurstelt, of je familie. Bang dat je er net niet bij hoort en dat wil je wel graag als je hier woont. Want hier kijkt men erg naar elkaar en er heerst er een nogal oordelende cultuur. Daar was ik toen erg mee bezig. Ik wilde hier wel met plezier blijven wonen, zonder dat ik zou worden aangekeken. Daar maakte ik me op de middelbare school heel erg druk over en steeds spookte die vraag door mijn hoofd: hoe ga ik hier ooit open over kunnen zijn én gelukkig worden?”

‘Je bent bang dat
je je ouders
teleurstelt, bang
dat je er net niet
bij hoort en dat
wil je wel graag
als je hier woont’

Toen hij naderhand tijdens een zomervakantie aan het werk ging op een Franse camping, gebeurde er iets. ,,Mitch was daar werkzaam. De zomer daarna ging ik terug en ontstond er iets tussen ons. Maar ik moest weer naar huis en hij bleef daar. Ik durfde hier niemand iets te vertellen, droeg het geheim bij me. Waardoor ik mezelf opgesloten voelde. Mijn studie leed er onder, ik at en sliep slecht. Terwijl ik verliefd was, dus dan zou je juist happy moeten zijn. Maar die liefde zat duizend kilometer verderop.”
Mitch: ,,Toen ik in het begin aangaf dat ik iets voor hem voelde, zei hij ‘dat kan niet’.” Cees: ,,Ik zag het totaal niet voor me dat ik daar thuis open over kon zijn en hier in Volendam verder te gaan met een man in mijn leven.” Mitch: ,,Daarna werd de afstand een issue. Hoe kon het iets worden terwijl ik 24/7 op een camping in Frankrijk werkte? Ik zat in een heel andere dynamiek en hoefde niemand verantwoording af te leggen. Dat vond hij ook moeilijk, als ik daar aan de borrel zat of bezig was en hij zat thuis.”
Ondertussen zaten ze elke dag op Skype. Mitch: ,,Als zijn ouders op bed lagen.” Cees: ,,Of als ik al boven was en mijn ouders beneden waren. Mitch is twee keer bij ons thuis langs geweest, als hij een weekend in Nederland was. Mitch was dan ‘gewoon een collega’. Verder spraken we een enkele keer af ergens in Nederland en zei ik ook dat ik met een collega iets ging doen. Ik loog dus regelmatig over wat ik ging doen of aan het doen was. Op een gegeven moment wende ik er aan om te liegen. Best wel gek is dat. Al met al duurde die periode een jaar.”
,,Ik sloot me ondertussen af van mijn vrienden. Durfde niet naar buiten te gaan, was onzeker of onze relatie iets voor langere termijn was. En als dat wel zo zou voelen, dan moest ik toeleven naar het moment dat ik het thuis ging vertellen, aan mijn ouders, aan mijn zussen. Dat vond ik erg moeilijk. Ik maakte het heel groot voor mezelf. Achteraf gezien denk je, waarom heb ik het zelf zo groot gemaakt? Had ik er niet wat luchtiger in kunnen staan. Maar da’s achteraf.”

Ziel
,,Wat de angst voedde? Het niet weten of ik een bevestiging of teleurstellende reactie zou krijgen van mijn familie. Vlak vóór mij kwam er iemand uit de kast en die kreeg geen jubelende ouders toen hij het vertelde. Dus misschien zou het voor mij ook erger worden dan dat ik hoopte.” Mitch: ,,We spraken op een gegeven moment af om het onze ouders te vertellen. We hebben het tijdens hetzelfde weekend thuis verteld. Bij mij thuis was dat geen probleem. Het ging wel – wat mijn broers en bepaalde vrienden en vriendinnen betreft – verspreid over enkele maanden, omdat ik na één of twee dagen steeds weer terugging naar Frankrijk.”
Als Cees – toen twintig jaar – terugdenkt aan hét moment en het moet navertellen, wordt hij emotioneel. En moet even de tijd nemen. ,,We hadden dat weekeinde geprikt voor de mededeling, dat bouwde enorm veel spanning op. Toen ik het zou gaan doen, was er niemand thuis. Ik ging in de stoel zitten in de huiskamer en toen kwam mijn moeder binnen. ‘Ma, ik moet iets vertellen…’, zei ik.” Hij valt weer even stil. ,,Ze dacht dat er iets ernstigs was en ging alles en iedereen langs. Ik kon het maar niet zeggen. Ik kreeg het er gewoon écht niet uit. Na een paar keer vragen vroeg ze ‘ben je verliefd?’ Toen ik ja zei, vroeg ze eerst of het om een meisje ging en daarna om een jongen. Bij dat laatste zei ik ja en meteen vroeg ze ‘is het Mitch?’ Ik moest huilen en vroeg of ze het niet erg vond. Tuurlijk niet gek, zei ze. Uiteindelijk omhelsde ze me. En dat knuffelen is bij ons thuis niet zo gewoon”, breekt er een glimlach door bij Cees.
,,Toen mijn vader binnenkwam, ging mijn moeder de schuur in, om het hem alvast te vertellen. Hij zei toen hij binnenkwam: ‘als dat nou jouw ziel is, dan is dat toch goed’. Ik was héél erg opgelucht. Er kwam een enorme ontlading van stress, emotie en spanning. M’n moeder vertelde het ook tegen mijn zussen, want ik had het zelf misschien nog wel even voor me uit geschoven.”

‘Als het straks
weer mag, met de
coronaregels,
dan zou het me
best wel leuk
lijken om hier
voorlichting te geven’

Ondank de opluchting en ontlading, moest hij nog over hobbels. ,,Het was vervolgens niet zo dat ik helemaal mezelf was, ik moest er aan wennen, uitvinden van ‘wie ben ik dan’ en hoe mondig ben ik er over? Wat vertel ik wel en niet, dat moest ik ontdekken. Een jaar later begon ik met een stage bij een accountantskantoor in Amsterdam en heb ik ook heel even getwijfeld of ik open ging zijn over mijn geaardheid. Maar na het delen heb ik geen enkel moment het gevoel gehad dat ik daar niet mezelf kon zijn. Komt ook omdat de mensen die daar rondliepen veel meer divers waren.”
De mannen weten dat het nog steeds moeilijk is voor jonge jongens of meiden om het te delen, anno 2021. Cees: ,,De ruimte waar je, denk ik, winst kan boeken, is je omgeving. Soms weet je het al van iemand, voordat diegene het zelf durft te delen. Ik denk toch: zoiets merk je toch bij een familielid, vriend of vriendin? Je omgeving kan dan misschien een sfeer creëren zodat de drempel lager wordt voor diegene. Als je hier geboren wordt, kan het gevoel bij je gaan leven dat het allemaal hier gebeurt, binnen het klaphek: “ik moet hier tot mijn dood leven en werken en dán alleen word ik gelukkig”. Je bent bang een buitenbeentje te worden of buiten de boot te vallen. De kansen liggen volgens mij dus in het bespreekbaar maken, er meer open over te zijn.”
Cees: ,,Ik heb enkele keren voorlichting gegeven op scholen en bij onderwijsgroepen in Noord-Holland, over seksuele geaardheid en genderidentiteit. Toen ik andere voorlichters sprak, die in onze gemeente voorlichting hadden gegeven, en ik vertelde dat ik in Volendam woonde, begonnen ze te lachen: die kinderen daar, zeggen die wel eens iets? De andere voorlichters vertelden dat de leerlingen weinig tot geen input gaven tijdens de gesprekken en veelal stilzwijgend naar de grond keken. Het idee speelt misschien bij jongeren dat als je een vraag stelt over zo’n onderwerp, dat je wordt uitgelachen en het je de rest van je schoolcarrière gaat achtervolgen. Als het straks weer mag, met de coronaregels, dan zou het me best wel leuk lijken om hier voorlichting te geven. Misschien spreekt het meer aan als het door een dorpsgenoot gebeurt. Ik kan me goed verplaatsen in hoe jongeren hier er tegen aan kijken en daar op inspelen.”

Geen flauw idee
Ondertussen is de wens gegroeid om zelf een familie te stichten. Ook dat is, als twee mannen, geen vanzelfsprekendheid. ,,We hadden geen flauw idee hoe we dat zouden gaan doen. Twee mannen hebben geen baarmoeder natuurlijk.” Daar hebben zij zich in de loop der tijd behoorlijk in verdiept. Cees: ,,Er zijn drie opties: co-ouderschap, adoptie of draagmoederschap. Dat eerste zagen we niet zitten. Adoptie is een langdurig traject. Een kind wordt altijd met een reden ter adoptie afgestaan. Wij vinden dat die kinderen alle kansen en een warm thuis verdienen, dus dat had onze voorkeur. Bijna een jaar geleden hebben we onszelf ingeschreven bij de Stichting Adoptievoorzieningen, maar begin februari kwam een commissie – dat onderzoek heeft verricht naar misstanden in adoptiezaken – met de bevinding dat het proces fraudegevoelig is, lastig controleerbaar is en het mogelijk mensenhandel kan stimuleren. Het advies aan Sander Dekker, voormalig Minister voor Rechtsbescherming, was óf stop met adoptieprocedures óf schort het tijdelijk op en ga dan onderzoek doen naar hoe het proces beter controleerbaar kan worden. De minister heeft voor dat laatste gekozen. Dit moesten we uit de media vernemen, we zijn zelf niet persoonlijk ingelicht. We hebben wel een call gehad met acht andere aspirant adoptie-ouders, maar de stichting kon ons niet veel vertellen. Het was heel teleurstellend en vaag. Het gedane onderzoek spitste zich toe op adoptiezaken uitgevoerd in de periode 1960-1990 in specifieke landen, terwijl er tegenwoordig in de meeste van die landen geen kinderen meer geadopteerd worden en er tegenwoordig veel minder adoptiezaken zijn dan vroeger. Sander Dekker heeft de uiteindelijke beslissing om door te gaan bij het nieuwe kabinet gelegd. Maar ja, hoe gaat het met de formatie?”

‘In eigen land
zou je iemand
moeten kennen
voor draagmoederschap,
want je mag geen
oproep doen in het
openbaar. Dat is
zelfs strafbaar’

Dan blijft vooralsnog alleen de optie draagmoederschap nog over. ,,In eigen land zou je daarvoor iemand moeten kennen, want je mag geen oproep doen in het openbaar. Dat is zelfs strafbaar. Je moet in Nederland iemand vinden in je eigen kring. Wijzelf kennen niemand. En zoiets vraag je ook niet zo gemakkelijk aan een vrouw.” Er zijn twee varianten, laag- of hoogtechnologisch. Bij de eerste vorm wordt de draagmoeder via zelfinseminatie bevrucht met het zaad van één van de wensvaders, als deze normaal vruchtbaar zijn. Dan is de draagmoeder de genetische/biologische moeder en de wensvader de genetische vader. Bij hoogtechnologisch draagmoederschap wordt een ivf-behandeling uitgevoerd, waarbij de eicellen van een andere vrouw dan de draagmoeder in het laboratorium worden bevrucht met het zaad van de wensvader. Eén van de daaruit ontstane embryo’s wordt in de baarmoeder van de draagmoeder geplaatst. Afgelopen jaar is in Nederland het eerste kindje geboren op deze manier.
,,Hier in Nederland is er geen platform of draagmoedersbank. Er ligt een wetsvoorstel bij de Raad van State, om het gemakkelijker te maken. Maar dat proces duurt ook al jaren nu, dus er is weinig zicht op dat er veel gaat veranderen op de korte termijn.” Dus richten zij zich op het buitenland. ,,In sommige staten van Amerika kan het en in Canada heeft de overheid een sterke en positieve rol. Dan ga je in gesprek met mensen die bemiddelen en die brengen je in contact met een vrouw die uit goede wil een kind wil dragen. Je praat over hele hoge kosten, richting 100.000-120.000 euro. We verzamelen veel informatie van mensen die er ervaring mee hebben, want er is zó veel informatie dat je niet weet waar je moet beginnen. Er zijn goede bureaus en die moet je zien te vinden.”
Het is een kwestie van geduld. Het feit dat de kansen voor twee mannen – om op een natuurlijke manier vader te worden – beperkter zijn, wil echter niet zeggen dat zij zielig gevonden moeten worden. Cees: ,,Er zijn immers ook veel stellen van man en vrouw die het niet is gegeven of waarbij het jaren duurt.” Mitch: ,,Voor hen bestaat in eigen land wel een vangnet en andere kansen. Dat heb je bij een relatie van gelijk geslacht niet.”
Cees: ,,Het betekent wel dat je vaak aan het denken bent aan de toekomst, aan de tijd en leeftijd, aan het spreiden van kansen. We willen het écht graag. Mijn oudste zus heeft al twee kinderen. Ik was achttien toen haar eerste kind geboren werd en ik woonde nog thuis. Mijn neefje sliep vaak bij mijn ouders en die kinderen brachten en brengen zoveel liefde, dus ik weet wat het inhoudt en dat het iets toevoegt aan mijn leven. Soms is die vraag wel voorbij gekomen: moeten we het als twee mannen wel willen? Kunnen wij net zo veel liefde geven als een traditioneel gezin? Maar we zijn overtuigd dat dat geen enkel probleem is. We willen een kind net zo veel liefde geven en alles leren wat wij van onze ouders meegekregen hebben. Ik denk zelf, dat als we er veel over blijven praten en hoop houden, dan komt het ooit goed. Op welke manier ook, of het nou via adoptie is of via draagmoederschap.”

× Hoe kan ik je helpen?