Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

‘Om het belang van kunst en cultuur meer onder de aandacht te brengen'

Cultuurplatform wil ‘mentaliteitsverandering veroorzaken’

Edam-Volendam moet weer een belangrijke speler worden op het gebied van kunst en cultuur. Dat is de visie van het Cultuurplatform onder leiding van Frank Bond. Onze gemeente herbergt op dit gebied al veel instellingen en kunstenaars. Het platform stelt zich bijvoorbeeld als doel partijen in de sector meer te laten samenwerken. Een nieuwe cultuuragenda is daar een uitkomst van. Verder benadrukt het samenwerkingsverband het belang van meer investeren in kunst en cultuur. Alles met het doel om het aanbod te verrijken en te behouden voor de toekomst.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Cultuurplatform Edam-Volendam bestaat al sinds 2013. Het werd deels gesticht op initiatief van de gemeente, dat daarmee beoogde om het culturele ‘veld’ te verenigen. Vorig jaar stelde men Frank Bond aan als eerste cultuurcoördinator. Het Cultuurplatform vertegenwoordigt een groot aantal instellingen en zelfstandige kunstenaars, zo maakt Frank duidelijk. ,,Alle musea doen eraan mee, het CBW, de PX en natuurlijk de kunstenaars. Verder nemen de bibliotheken, Stichting ‘Artist Kom Binne’ en de kunstdocenten van het Don Bosco College deel. Een grote groep dus”, vertelt Frank.
Aan deelname uit de verschillende kunstdisciplines dus geen gebrek. Vóór de aanstelling van Frank ontbrak het echter aan slagkracht bij het Cultuurplatform. De Volendammer neemt zich als coördinator voor om initiatieven te ondernemen die het platform gaande houden. ,,Iedereen die er deel van uitmaakt, is in principe eensgezind en deelt een gezamenlijke visie. Daarbij zijn velen bereid om tijd en energie te steken in de promotie van activiteiten. Maar nu ik voorzitter ben kunnen we sneller stappen zetten. Verder wil ik het Cultuurplatform op de kaart zetten. Het bestaat al sinds 2013, maar niet iedereen weet al van het bestaan ervan af. Daar wil ik samen met de deelnemers verandering in brengen.”
Het lanceren van de website ‘www.cultuuredamvolendam.nl’ is een belangrijke stap die het platform op korte termijn neemt. Vanaf 16 augustus is deze in de lucht en gaat vanaf dat moment informatie verstrekken over bijvoorbeeld de geplande activiteiten. ,,In de cultuuragenda kan alles wat er gebeurt op het gebied van kunst en cultuur worden ingeladen. Als Cultuurplatform willen we meer zichtbaar zijn en dit is daar een onderdeel van. We nemen zelf initiatieven, maar staan uiteraard ook open voor initiatieven van anderen. We hebben een brede groep met leden, maar als mensen ons willen ondersteunen of ideeën hebben, dan zijn ze welkom. Ik ben dan het aanspreekpunt.”

‘Edam-Volendam geeft
vier keer minder uit
aan cultuur dan
gemeentes die vier
keer kleiner zijn’

De organisatie van de meeste culturele activiteiten vindt al wel plaats in samenspraak met het platform. Op die manier wordt bijvoorbeeld overlap voorkomen. De partijen die zich erbij aansloten delen daarnaast een gezamenlijke visie. ,,We doen natuurlijk heel veel, maar dachten ook na over: wat is nu eigenlijk de kern van wat we doen? Die bestaat uit vier onderdelen: onze gezamenlijke cultuuragenda, het aanstellen van een jaarthema. Verder ondersteunen we culturele campagnes die passen bij onze visie, zoals de projecten ‘Oude Meesters’, ‘Fotograaf des Waterlands’ en ‘Dichter des Waterlands’. Onze vierde taak is het organiseren van de jaarlijkse kunstmaand. Dit jaar beginnen we daarmee in oktober. Een hele maand laten we dan zien wat we in huis hebben. Of het nu muziek is of kunstenaars, alles en iedereen laat dan zien waar we voor staan. Dit jaar gaat daar al veel aandacht naar uit.”
Frank benadrukt dat Edam-Volendam veel te bieden heeft wat kunst en cultuur betreft. Daarbij heeft hij het over het grote aantal kunstenaars in de gemeente en het aanwezige erfgoed. De imposante kunstcollectie van Hotel Spaander is daar een onderdeel van. Tijdens de kunstmaand worden al deze onderdelen op de kaart gezet. Deze begint met ‘EuroArt’, waar Volendam gastheer van is. Allerlei Europese steden met een kunstenaarskolonie zijn daarbij vertegenwoordigd. Daarbij is de bedoeling dat er op verschillende pleinen in de gemeente activiteiten worden georganiseerd. Een ‘Open Atelierroute’ vanuit Kunstkijken Volendam is daar één van. Kunstenaars geven daarbij een inkijkje in hun werkplek. ,,Iedereen gaat doen waar hij goed in is”, zo stelt Frank. Meer informatie over alle evenementen gaat men uiteraard vermelden op de genoemde website.
De gemeenschappelijke visie van het Cultuurplatform is zogezegd belangrijk. De deelnemende partijen zijn het eens over de toekomst van de kunst en cultuur in Edam-Volendam. De ideeën daarover moeten de basis gaan vormen voor de ‘Nota voor Cultuur’. ,,We kunnen die uiteindelijk bundelen in een document dat als advies of visie kan gaan dienen voor de gemeente. Omdat we samenwerken, kunnen we nu zeggen: ‘Dit is wat het culturele veld kan doen en hoe het de toekomst ziet’. Het is veel handiger dat alle plannen nu op een plek verzameld worden.”
Het platform denkt al jaren dat cultuur en onze gemeente onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Toerisme wordt interessanter met een culturele of kunstzinnige lading, zo denkt men. ,,De bottertochten zijn bijvoorbeeld mooi, maar zijn nog interessanter met een verteller aan boord. Of een muzikant die zeemansliederen speelt. Dat soort toevoegingen geven het geheel een extra dimensie. Een ander onderdeel van de visie vanuit het Cultuurplatform is dat we meer financiële middelen nodig hebben voor kunst en cultuur in onze gemeente. Het blijkt dat Edam-Volendam er vier keer minder aan uitgeeft dan gemeentes die vier keer kleiner zijn. Wat dat betreft leven we eigenlijk ver beneden onze stand.”
Het platform vindt dus dat er meer geld naar de cultuursector moet. Nu zijn de kosten vaak laag, omdat vrijwilligers allerlei taken hebben. De vrees is dat die er over tien jaar niet meer zijn en daardoor kan volgens het platform de hele culturele infrastructuur in het slop raken.

‘Met het afschaffen
van kunst als vak
op het DBC zeg je
eigenlijk tegen
kinderen dat dit
je geen toekomst geeft’

,,Onze visie is dat Edam-Volendam weer een belangrijke speler moet worden op het gebied van kunst en cultuur. Met meer budget kun je meer denken aan overkoepelende projecten. De bedoeling is niet om zomaar geld te geven, maar om het gericht te besteden aan zaken die nuttig zijn voor de toekomstvisie. Een veel gehoorde suggestie is bijvoorbeeld investeren in kunst in het publieke domein.”
Op dit moment ontvangt het Cultuurplatform nog geen subsidie. De deelnemende partijen willen dit ook nog niet, omdat men eerst de hele visie op cultuur duidelijk wil hebben. Dat Frank als coördinator is aangesteld, is een teken dat de gemeente het platform ondersteunt. De lokale overheid gaf aan dat het vóór een cultuuragenda is en verstrekte ook een uitvoeringsbudget voor bijvoorbeeld de benodigde website.
In een andere sector is aan publieke investeringen geen gebrek. De komst van bijvoorbeeld het nieuwe Gymsportcentrum is een teken dat er veel geld van de gemeente naar sport gaat. Frank ziet de voordelen van bewegen, maar ook de beperkingen van de focus op deze sector. ,,Sport is niet echt inclusief. Je kunt het maar een beperkte tijd op topniveau beoefenen. Voor bijvoorbeeld senioren is in beweging blijven natuurlijk belangrijk en valpreventie ook. Maar een project als ‘Oude Meesters’ heeft veel sneller effect. Het verbindt, maakt mensen gelukkig en geeft hen een reden om op te staan. Je kunt er wat mee maken, wat gaan doen of er wat mee beleven. Voor jongeren geldt hetzelfde. Sport is erg leuk, maar de focus ligt daar wel vaak op de beste. Kunst en cultuur focussen op het ontwikkelen van je eigen identiteit.”
Kunst als examenvak dreigt te worden geschrapt op het Don Bosco College. Het Cultuurplatform vindt dit een ‘grove schande’ en stuurde hierover een brandbrief. Volgens de cultuurcoördinator wordt hierdoor onterecht een verkeerd signaal afgegeven. ,,We hebben in onze gemeente zoveel culturele en creatieve ondernemers. Met het afschaffen van kunst als vak zeg je eigenlijk tegen kinderen dat dit je geen toekomst geeft. Als je alleen al kijkt naar de ondernemers op dat gebied, dan weet je dat het niet waar is. Kijk naar alle mensen in de muziekindustrie. Natuurlijk heb je Nick & Simon, maar ook vele licht- en geluidstechnici. Vormgevers en designers op topniveau zijn er ook. Onze langetermijnvisie is om een mentaliteitsverandering op dit gebied te veroorzaken. Om het belang van kunst en cultuur meer onder de aandacht te brengen in de gemeente.”

Fotogalerij

Het olympische avontuur van Jessica Schilder en Debbie Bont

Heen en weer in Tokio

Voor het eerst sinds 1976 was Volendam weer vertegenwoordigd op de Olympische Spelen. Had turnster Carla Braan in Montreal de primeur als eerste uit onze gemeente actief te zijn op het grootste sportevenement ter wereld, ditmaal werd Volendam vertegenwoordigd door liefst twee olympiërs. Speciaal voor de Nivo volgde sportjournalist Jaap de Groot handbalster Debbie Bont en kogelstootster Jessica Schilder tijdens hun onvergetelijke avontuur in Tokio
Door Jaap de Groot


[ads id=66]

Vertrek
Op maandag 12 juli vertrekt Debbie Bont als eerste naar de Japanse metropool, waar het olympisch vuur op vrijdag 23 juli wordt ontstoken. Het betekent ook het einde van een nachtmerrie, nadat ze in 2016 voor de Spelen van Rio de Janeiro zo’n beetje als laatste van de selectie was afgevallen.
Ditmaal staat de positie van de 30-jarige Volendamse niet ter discussie. Als vlucht KL681 om 14.40 uur opstijgt is, waar ze jaren voor geknokt heeft, eindelijk realiteit. Na een vliegreis van 11 uur, 3 uur aan gezondheidschecks op Narita Airport en een busreis van anderhalf uur, is het eindelijk zover. Debbie: “Het moment dat ik het olympisch dorp binnenliep was heel speciaal. Echt een kippenvelmoment.”
Thuis bij Jessica Schilder staan op dat moment de koffers gepakt. De 22-jarige kogelstootster komt pas de tweede week in actie en vliegt twee dagen na Debbie richting Tokio. Maar een dag voor vertrek komt er een kink in de kabel, die als een rode draad door haar olympisch avontuur zal blijven lopen. Bij de laatste coronatest wordt Jessica positief bevonden. Uit de daarop volgende bloedtest blijkt dat er sprake is een heel lichte besmetting. Hoewel ze enorm geschrokken is, meldt de medische staf dat er geen reden tot paniek is en dat ze een paar dagen later alsnog kan afreizen.

Positieve test
Op donderdag 22 juli gaat het licht eindelijk op groen en vertrekt ze, net als Debbie tien dagen eerder, om 14.40 uur met KL681 richting Tokio. Extra leuk is dat we nu samen vliegen. Tussen neus en lippen door laat ze me weten, dat die ene positieve test haar nog steeds parten speelt. Terwijl de rest van TeamNL in de ruime business- en comfort class zit, krijgt Jessica stoel 35A in de stampvolle economy class toebedeeld. “Omdat ik kortgeleden positief ben getest, heeft NOCNSF besloten dat ik op afstand van het team moet blijven. Ze willen geen risico nemen.”
Maar omdat dit deel van het vliegtuig stampvol zit met olympiërs uit Tsjechië, Ecuador en Afrika, voelt dit niet goed en wil ik haar vragen om bij mij te komen zitten. Ik blijk drie stoelen voor mezelf te hebben, dus plek zat. Alleen ligt Jessica al in een diepe slaap en dat zal nog uren gaan duren. Ik laat het maar zo.
Om 07.30 uur (00.30 uur in Nederland) landen we op Japanse bodem. De controles voor de douane duren ruim vier uur, maar het feit dat ze in Tokio is en in het vliegtuig heeft kunnen slapen, zorgen ervoor dat Jessica probleemloos in de wachtstand staat. Omdat atleten pas vijf dagen voor hun competitie in het Olympisch Dorp mogen, verblijft ze de eerste dagen in een hotel in Chiba, een buitenwijk van Tokio.
Omdat Debbie zondag al in actie komt en Jessica net gearriveerd is, kijken ze in het hotel naar de openingsceremonie. Amper 36 uur later staat de eerste wedstrijd van het handbalteam tegen Japan gepland. Om 9 uur in de ochtend! Daarna volgen Zuid-Korea, Angola, Noorwegen en Montenegro. De eerste vier van de poule plaatsen zich voor de kwartfinales. Debbie: “Het is met twaalf teams een klein toernooi, met heel sterke deelnemers. De krachtsverschillen zijn soms zo klein, dat we ons eerst focussen op het halen van de kwartfinales en dan zien we wel verder.”

6 uur ‘s ochtends
Omdat ik alles van Debbie en Jessica wil volgen, gaat op zondag 25 juli om 6 uur ook bij mij de wekker. Die blijkt bij Debbie al een half uur eerder te zijn afgegaan. Er staat om 6 uur nog een teamwandeling gepland, daarna wordt er ontbeten en om 6.50 uur vertrekt de bus naar de venue.
Bij de grote en prachtige Yoyogi Hall word ik geconfronteerd met de effecten van de ‘Pandemic Games’, zoals inmiddels de bijnaam van de Spelen luidt. Hoewel de wereldkampioen en het gastland in actie komen, zit er geen kip op de tribune. In de stad Tokio is, vanwege corona, al maanden de noodtoestand van kracht en is het verboden om toeschouwers bij de Spelen toe te laten. Met als gevolg dat de perstribune door slechts tien verslaggevers wordt bevolkt, met alleen de NOS en ondergetekende uit Nederland.
De start van de handbalsters is overweldigend en wordt Japan met 32-21 opzij gezet. Debbie scoort haar eerste olympische treffer en schiet daarna nog een keer raak. Terwijl ik haar na afloop roep, ze ziet mij niet en dreigt door te lopen, stap ik in een soort van kuil en hoor tijdens mijn val gilletjes op de achtergrond. Een van de hoge c’s is van Debbie. Maar het leed valt te overzien. Ik ben weliswaar niet teruggestuiterd, toch sta ik weer snel op de been en stel aan de geschrokken Debbie de nogal curieuze vraag: ‘Hoe voel je je?”.
Kortom, bluffen is ook een vak.

Qaurantaine
Later krijg ik in de bus een app van Jessica. Ze moet in quarantaine. Waar ik al beducht voor was komt helaas uit. Ze zat in het vliegtuig achter een olympiër uit Ecuador en die blijkt positief te zijn getest, waardoor Jessica door het IOC als een ‘close contact’ wordt beschouwd. Ze blijft er nog redelijk nuchter onder. Er is een eigen auto voor haar geregeld, waarmee ze naar de trainingen rijdt, ze heeft een prima kamer en goed eten.
Op dinsdag 27 juli is Jessica iets minder nuchter. Ze heeft te horen gekregen, dat ze door haar quarantaine wel aan de competitie mee mag doen, maar zich niet in het Olympisch Dorp tussen de andere atleten mag voorbereiden. Zo kan ze fluiten naar haar wens om daar met de Olympische Ringen op de foto te gaan.
Intussen blijft Debbie met haar team doorstomen en wordt Zuid-Korea met 43-36 geklopt. Ze vraagt via de app waar ik was, maar ik moest onverwachts een ingelaste persconferentie van Pieter van den Hoogenband (chef de mission) en Maurits Hendriks (technisch directeur) volgen over de problemen die er binnen TeamNL met corona waren ontstaan. Ik app terug of ze nog over de rand van de mixed zone heeft gekeken of ik soms weer in dat gat lag. Lachend: “Dat heb ik niet gedaan, maar moest er wel aan denken toen ik er langs liep.”
Twee dagen later wordt het 37-28 tegen Angola en hebben de handbalsters na drie wedstrijden de kwartfinales bereikt.
Dan is het de beurt aan Jessica. Op vrijdag 30 juli mag ze eindelijk het Olympisch Stadion van Tokio in. Gebouwd voor de Spelen van 1964 en nog altijd met een iconische uitstraling. Alleen komt van een goede voorbereiding weinig terecht. Omdat er steeds meer atleten positief worden bevonden, wacht ze iedere dag opnieuw zenuwachtig op de uitslag van haar dagelijkse coronatest.

Geen finale
Als ze een dag voor de wedstrijd te horen krijgt dat ze zeven uur van te voren ook een speciale pcr-test moet laten afnemen, krijg ze het even te kwaad. Net gewend aan de speekseltest, moet ze nu weer met staafjes in haar neus wordt getest. Nerveus: “Het zal toch niet gebeuren dat daarmee de kans wordt vergroot dat ze oude viruscellen vinden?”
Daarnaast moet ze ook nog drie uur op de uitslag wachten, waardoor ze pas 3 ½ uur van te voren zekerheid heeft dat ze mee kan doen. Het mag duidelijk zijn dat er betere voorbereidingen denkbaar zijn. Pas rond vier uur stapt Jessica het busje in en gaat het plankgas richting het stadion.
Maar het leed is al geschied. De spanning heeft haar uitgehold en de doelstelling om in Tokio de 19 meter te halen wordt bij lange na niet gehaald. Ze komt tijdens de serie van drie stoten niet verder dan 17.74 meter en blijft ver uit de buurt van de twaalf besten die zich voor de finale plaatsen.
Na afloop zit Jessica stuk en valt in de mixed zone zelfs bijna flauw. Ze slaapt die nacht maar drie uur en besluit haar quarantaine te laten voor wat het is om zichzelf met de vijf olympische ringen bij het atletendorp te vereeuwigen. “Dat is toch het minste wat me kan worden gegund.’
Dezelfde avond incasseert Debbie tegen het sterke Noorwegen met 29-27 het eerste verlies. Haar conclusie: “Na de drie gewonnen wedstrijden heeft dit extra duidelijk gemaakt, dat je hier niet kunt verslappen, omdat iedereen op z’n best is.”

Ongelofelijk speciaal
Zondag geniet Jessica toch nog van haar laatste dag in Japan. Ze heeft de teleurstelling al redelijk een plek gegeven. “Uiteindelijk heb ik niet te klagen. Wat de finale betreft had ik met 19.62 brons gehaald, dus bijna een meter boven mijn persoonlijk record, die weer goed voor een negende plaats zou zijn geweest. Ik heb nu drie jaar de tijd om voor de volgende Spelen in Parijs het verschil te verkleinen.”
Dan: “Ik heb nagedacht over de uitschakeling van vrijdagavond. In drie weken heb ik eerst het Jeugd EK gehad, daarna kwam de stress van de positieve testen en kon ik in Tokio niet de rust nemen die noodzakelijk was. Er kwam nog meer stress en werd zo een aanslag op mijn lichaam en geest gepleegd. Dat was heel vervelend, tegelijkertijd ben ik dankbaar dat de Spelen door zijn gegaan. Daarom kijk ik er niet negatief tegenaan. Vooral tijdens deze twee vrije dagen merk ik hoe ik hier geniet en hoe gelukkig ik hier ben. Weliswaar met een andere uitslag dan ik had gehoopt, maar tegelijk motiveert me dat nu al enorm. Mijn olympische droom is uitgekomen en dat voelt als ongelofelijk speciaal.”
Terwijl Jessica op maandag 2 augustus terug naar Nederland gaat, speelt Debbie die avond de laatste poulewedstrijd tegen Montenegro. Het verplichte nummer, Nederland is al geplaatst voor de kwartfinales, wordt met 30-29 gewonnen en eindigen de Oranjevrouwen als tweede achter Noorwegen in de poule.

Offday
Omdat ze in de andere groep elkaar hebben afgeslacht, wprdt Nederland gekoppeld aan nummer drie Frankrijk. Niet bepaald de tegenstander waar Debbie op had gehoopt. “Dit gaat heel lastig worden. We moeten met zijn allen echt top zijn.”
Op woensdag 4 augustus spat de droom op een medaille uit elkaar. De handbalsters hebben tegen de felle Franse ploeg een offday en staan in een mum van tijd met tien punten achter. De slag is dan al verloren. Het wordt 32-22 en baalt de Volendamse als een stekker.
De teleurstelling is zelfs zo groot, dat er geen gebruik wordt gemaakt om nog twee dagen in Tokio te blijven. Het is meteen de volgende ochtend naar huis. Dus zonder slaap stapt Debbie het vliegtuig in en zijn ook voor haar de Spelen voorbij. Maar net als Jessica heeft Debbie de teleurstelling snel verwerkt. “Mijn droom om de Spelen te halen is uitgekomen, alleen is het eindresultaat heel teleurstellend. Wat me vooral dwars zit is de manier waarop. Uitgeschakeld worden is één, maar dan moet dat wel na een echte wedstrijd gebeuren en niet zoals dit. Daar baal ik van. Voor de rest kijk ik positief op Tokio terug. Omdat alle olympiërs in een bubbel zaten, was er geen contact met het Japanse volk en konden we niet de stad in. Toch heb ik me in het olympisch dorp nooit opgesloten gevoeld. Het was daar een apart sfeertje. Mooi om mee te maken.”

Tattoo
Hoe nu verder? Debbie is inmiddels dertig en heeft als topsportster niet het eeuwige leven. “Mijn contract bij de Franse club Metz loopt nog twee jaar door en dan zitten we nog een jaar voor Parijs. Dat is letterlijk zo dichtbij, dat ik die kans niet laat lopen. Bovendien ben ik tevreden over het niveau dat ik op de Spelen heb gehaald. Daarom zijn de Olympische Spelen van 2024 in Parijs mijn volgende doel.”
Op dat moment heeft Jessica in Volendam haar laatste olympische missie afgerond: het aanbrengen van een tattoo met de wereldberoemde ringen.

Fotogalerij

Persoonlijke fouten en dubieuze arbitrale keuze nekken FC opnieuw

De verwachtingen waren hooggespannen, maar ook in de tweede competitiewedstrijd nekten persoonlijke fouten en een discutabele beslissing van de scheidsrechter FC Volendam. Eindelijk weer een echt voetbalsfeertje in het stadion, met opzwepend gezang van de fans, en de ploeg van trainer Wim Jonk begon thuis tegen ADO Den Haag vervolgens vlammend. Maar een veelbesproken rode kaart voor doelman Filip Stankovic betekende, zo bleek naderhand, een vroeg kantelpunt in de wedstrijd. Ook al kreeg de FC nog een aantal kansen, de bal wilde er – net als vorige week – niet meer in: 1-3.
Door Eddy Veerman

ADO wist in het begin niet waar zij het zoeken moest, Alex Plat was steeds de vrije man tussen de linies en na een paar minuten loste Denso Kasius een kanonskogel voor de 1-0. Maar in de tiende minuut was het al tien tegen elf. Filip Stankovic, die tijdens de warming-up om een blessurebehandeling vroeg maar toch begon, kwam ver uit zijn doel, timede helemaal verkeerd en raakte ADO-aanvaller Catic in zijn vlucht lichtjes aan. Toen die zag dat hij de bal niet kon halen en Dean James wegwerkte ging hij naar de grond en daarop trok scheidsrechter Bos geen geel maar direct rood. Joey Antonioli werd geslachtofferd en Barry Lauwers verscheen tussen de palen.
Even drong ADO aan, maar met tien man dook Ibrahim El Kadiri op fraai aangeven van Mike Eerdhuizen op in de zestien. Net als vorige week raakte de linksbuiten in dat soort situaties de bal vaker kwijt dan dat hij er (doel)gevaar mee stichtte. Nu had dat directe consequenties. In no-time waren de bezoekers, van wie een fan was omgelopen en een rookbom vlakbij het Hekside-vak van de FC had gegooid waardoor enorme rookontwikkeling richting de doelmond ging, aan de andere kant en maakte Thomas Verheydt de gelijkmaker. Ook omdat Volendam teveel mensen voor de bal had staan voor de tegenaanval begon.
Volendam hield het daarna compact en pas tegen het einde van de eerste helft brak veelvuldig balverlies de thuisploeg op. Een naïeve ingreep van Dean James aan de zijlijn leverde hem een gele kaart op en ADO een vrije trap, welke door de geheel vrijstaande Volendammer Boy Kemper werd ingekopt: 1-2. Daarop volgden niet alleen beschamende spreekkoren van enkele Volendam-fans richting hun dorpsgenoot, maar werden ook meerdere plastic glazen bier op het veld gegooid, wat tot een laatste waarschuwing leidde. Anders zou Bos staken.
Na rust loste Calvin Twigt de tegenvallende Samir Ben Sallam af, zoals ook El Kadiri later naar de kant zou gaan. Zijn enige wapenfeit was de bal terugleggen op de mee naar voren gekomen Eerdhuizen, die de gelijkmaker dacht te maken. Maar zijn maatje Boy Kemper stond op de doellijn en redde ADO koppend. Ook Robert Mühren kreeg een mogelijkheid, toen hij zich losmaakte en bediend werd door Kasius. De bal ging voorlangs.
Inter Milaan-huurling Gaetano Oristanio maakte zijn debuut en de achttienjarige liet meteen zien uit het goede hout te zijn gesneden. Eerdhuizen kopte uit een corner naast en aan de andere kant redde Barry Lauwers twee keer uitstekend. Halverwege de tweede helft kreeg Volendam een penalty tegen, toen Eerdhuizen de bal miste maar wel Breinburg raakte. Sem Steijn maakte 1-3. Volendam gaf niet op, maar enig geluk is de ploeg nog niet gegeven. Van Mieghem kon net niet inkoppen. Mührens poging werd geblokt, vervolgens strandde hij op de keeper en bij zijn laatste mooie kans zeilde de bal net langs de kruising. De tijd van FC Volendam en Robert Mühren ligt vooralsnog in de nabije toekomst.

Jonk: ‘Twee dure lessen’

Ook trainer Wim Jonk voelde dat het een mooie Volendamse voetbalavond had kunnen worden, als zijn ploeg in de tiende minuut niet op schlemielige wijze het momentum was kwijtgeraakt. ,,Dit is zuur, als je zo goed begint.”
Door Eddy Veerman

Hij was na de eerste competitienederlaag kritisch op de arbitrage, maar ook op zijn eigen ploeg. Over de inschattingsfout van zijn doelman, die vooraf een blessurebehandeling onderging. ,,Filip heeft ook bij Inter last gehad van zijn knie en kwam niet lekker terecht in de warming-up. De dokter kwam er bij. Dan kun je zo’n jong iemand in bescherming nemen, en Filip gaf zelf aan dat wilde en kon spelen. Maar daar hebben we eerst met meerdere mensen uitvoerig overleg over gehad. Hij begon en dan overkomt hem dit ook nog, die jongen zat daarna behoorlijk kapot. Omdat hij meteen voelde dat hij zijn teamgenoten in zijn eerste thuiswedstrijd benadeelde. Maar of het rood is, valt te betwijfelen, omdat Filip ‘m licht raakt en Dean James was dichter bij de bal dan die ADO-speler. Bij de tweede goal behoort Dean daar ook geen overtreding te maken. We moeten slimmer zijn en volwassen worden.”
,,Dit zijn twee dure lessen en het gaat er om: wat haal je er uit? Zowel individueel als de groep. Je creëert ondanks dat je 85 minuten met tien man speelt wel zes, zeven kansen. Die gaan er straks echt wel een keer in. Maar het komt niet aanwaaien. Je moet lering trekken uit situaties. Als je met tien man komt, is de wedstrijd nog niet gespeeld. Maar dat straalden we in het begin wel uit. Het was even zoeken tot de juiste afstemming. Het was af en toe te groot en dan ben je verdedigend kwetsbaar, dan was het weer wel goed compact.”
Over de eerste tegengoal, terwijl Volendam juist een kans had. ,,‘Ibi’ mag die bal niet verliezen, maar als dat gebeurt, ligt vervolgens onze as open omdat teveel jongens meegelopen zijn in plaats van om zich heen te kijken hoe het staat. Waardoor we in ondertal kwamen. Die situatie benadrukken we zó vaak. Een ander iets is dat we mannelijker mogen zijn in de duels. ADO heeft drie keer zoveel tackles gegeven dan wij.”

RKAV-zaal verliest ook oefenduel tegen Marlène

Na het verlies van vorige week tegen Hovocubo was nu ook Marlène te sterk voor het team van de afwezige coach Hjalmar Hoekema. Het begin was voor de bezoekers die hoog druk zetten waar de Volendammers geen raad mee wisten. De gasten kwamen dan ook verdiend op voorsprong.

 

Gaandeweg de eerste helft kreeg RKAV meer grip op het spel en was het Michael Tol (Pier) die met een prachtig doelpunt de gelijkmaker scoorde. Even later was het Frank Boogaard die de keeper van Marlène met een lobje passeerde.

In de tweede helft ging het tempo omhoog en trok Marlene de wedstrijd naar zich toe en met 3-5 (nog 1x Frank Boogaard) winnend wist af te sluiten. Volendam liet echter niet het achterste van haar tong zien door Robin Bont op de bank te houden, zodat het treffen in de competitie een heel ander verloop kan krijgen.

Fotogalerij

Afgestudeerd: Rosanne, Robert, Roy en Peter | Master of Accountancy and Control n

‘Meerdere wegen die naar de juiste studie leiden’

In deze rubriek gaat de Nivo het gesprek aan met mensen die zojuist een studie hebben afgerond. Waarom kozen zij voor deze specifieke opleiding? Wat zijn de bijzonderheden van hun vakgebied? Hoe hebben zij hun studietijd ervaren en wat zijn hun vervolgstappen? Achter elk van deze pas afgestudeerden gaat een uniek verhaal schuil. Deze week Rosanne, Robert, Roy en Peter.
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Maar liefst vier Volendammers haalden in juli hun masterdiploma Accountancy and Control aan de Universiteit van Amsterdam. Rosanne Schilder (22), Robert de Boer (25), Roy te Riele (23) en Peter Tol (26) volgden gelijktijdig deze intensieve opleiding, maar kwamen elk via een andere route bij deze Master terecht. Eén ding hebben de jonge accountants echter met elkaar gemeen: Na al die jaren van intensieve studie zit rustig achteroverleunen er voor hen nog niet in.
Na de zomervakantie beginnen Robert, Roy en Peter, naast hun nieuwe baan bij grote accountantskantoren, aan de tweejarige Postmaster Accountancy om registeraccountant te worden. Rosanne is op dit moment nog op zoek naar een werkplek, maar als ze die eenmaal gevonden heeft is ook zij vastberaden om zo snel mogelijk het vervolgtraject voor registeraccountant in te gaan.
Als de afgestudeerden terugblikken op hun masteropleiding stellen ze vast dat ze zich er allemaal eigenlijk goed doorheen geslagen hebben. ,,We haalden allemaal goede cijfers”, zegt Robert. ,,En ook niemand van ons heeft moeten herkansen”, vult Roy aan. Robert denkt dat dit onder andere komt omdat ze alle vier in accountancy echt hun passie gevonden hebben. ,,Al ging dat voor ons niet allemaal even eenvoudig”, lacht Peter.

Rechtstreeks of via een omweg
Alleen Rosanne ging na het VWO gelijk aan de UvA studeren en volgde haar bachelor en master zonder enige studievertraging. ,,Ik begon met de Bachelor Economics and Business Economics. In het derde jaar koos ik voor de specialisatie Accountancy en zo stroomde ik meteen door naar deze masteropleiding. Dat klinkt misschien simpel, maar ik heb nog best lang getwijfeld of ik het wel zou redden op de universiteit. Mijn vriendinnen hebben me uiteindelijk overgehaald om het gewoon te proberen. Ik besloot dat, mocht het me niet lukken, ik alsnog naar het hbo zou gaan, maar achteraf was ik misschien wat onzeker, want het ging me eigenlijk erg goed af op de UvA.”
Roy en Robert bewijzen dat je niet per se een vwo-diploma hoeft te hebben om het tot accountant te schoppen. Na de havo volgden zij eerst de hbo-opleiding Bedrijfseconomie aan de Hogeschool van Amsterdam, waarna ze eerst nog een premaster volgden voordat ze aan de master Accountancy and Control konden beginnen.
Bij de start van de hbo-opleiding Bedrijfseconomie waren ze in totaal met twaalf Volendammers, maar uiteindelijk hebben daarvan slechts vijf deze opleiding met succes afgerond. ,,Veel studenten komen er tijdens zo’n studie achter dat ze een verkeerde richting hebben gekozen, of dat het studeren toch niets voor hen is.” Robert lacht” ,,Daar weet ik zelf ook alles van.”

‘Ik vond het moeilijk
om op m’n vijftiende
al een mbo-opleiding
te kiezen’

Robert zat oorspronkelijk op het vmbo, om vervolgens door te stromen binnen het Don Bosco college en zijn havo-diploma te halen. ,,Ik had echt nog geen idee wat ik wilde met mijn leven, ik vond het moeilijk om op m’n vijftiende al een mbo-opleiding te kiezen, dus besloot om nog twee jaar door te gaan voor havo in Volendam. Na het behalen van mijn havo-diploma ben ik eerst aan een andere hbo-opleiding begonnen. Maar daar haakte ik na vier maanden al af. Achteraf gezien was ik er destijds echt nog niet aan toe om te gaan studeren”, legt Robert uit. Maar toen hij vervolgens in de vis ging werken, kwam hij al snel tot het besef dat hij toch graag weer aan een studie wilde beginnen. ,,Zodra het weer kon ben ik toen aan de hbo-bachelor Bedrijfseconomie begonnen, extra gemotiveerd haalde ik in het eerste half jaar alleen maar achten.”
Roy begon na het behalen van zijn havo-diploma wel rechtstreeks aan de bacheloropleiding Bedrijfseconomie aan de HvA, maar dat was van tevoren eigenlijk niet zijn bedoeling. Op de havo had ik het profiel Natuur en Gezondheid, omdat ik altijd dacht dat ik later iets in die richting wilde doen. Economie koos ik als bijvak, maar ik kwam er geleidelijk achter dat ik dat veel leuker vond dan al die bèta vakken. Ik was daar ook veel beter in, dus stortte ik me vol op die economiekant. Tijdens de bacheloropleiding Bedrijfseconomie heb ik vervolgens mijn liefde voor Accountancy ontdekt.”

Van celbiologie naar accountancy
Waar de verhalen van Robert aantonen dat je jezelf niet hoeft te beperken door je niveau of profielkeuze op de middelbare school, laat Peter zien dat ook een verkeerde studiekeuze (in een volledig ander vakgebied) je er niet van hoeft te weerhouden om uiteindelijk toch op de juiste plek terecht te komen.
Peter: ,,Ik dacht altijd dat ik arts wilde worden, dus had op het vwo het profiel Natuur en Gezondheid (N&G). Ik werd echter uitgeloot bij de opleiding Geneeskunde, en koos toen voor de bachelor Gezondheid en Leven aan de VU. ,,Dit is een vrij unieke opleiding die biomedische wetenschappen (zoals celbiologie en genetica) combineert met gezondheidswetenschappen (zoals voedingsleer en geestelijke gezondheid). Toen ik in het derde jaar naar een stageplek zocht keek ik in eerste instantie alleen naar werkgevers in en rondom Amsterdam, maar zelfs toen ik mijn zoektocht uitbreidde tot heel Nederland lukte het me niet om een geschikte stageplek te vinden. Deze ervaring had een zeer demotiverende uitwerking op me, en zette me serieus aan het denken over wat ik wilde met mijn leven.”

‘Bovendien was dit
een zeer brede opleiding,
en omdat ik nog niet
precies voor ogen had
wat ik precies wilde
gaan doen was dat
voor mij ideaal’

Na lang piekeren besloot Peter met de opleiding te stoppen. ,,Toen ik dat eindelijk tegen mijn ouders durfde te vertellen steunden zij deze beslissing gelukkig volledig. Net als Robert ben ik toen een aantal maanden in de vis gaan werken terwijl ik ondertussen zocht naar een andere geschikte opleiding: Eentje die meer carrièrekansen bood in een sector met voldoende werkgelegenheid”, vertelt Peter.
Na uitgebreid onderzoek, inclusief talloze bezoekjes aan open dagen, viel zijn keuze op de hbo-bachelor Bedrijfseconomie. ,,Dat is dezelfde opleiding die Roy en Robert gevolgd hebben, en wat me zo aansprak aan deze opleiding is dat zij ook een versneld traject aanboden, zodat ik toch in drie jaar mijn bachelorsdiploma kon halen. Bovendien was dit een zeer brede opleiding, en omdat ik nog niet precies voor ogen had wat ik precies wilde gaan doen was dat voor mij ideaal.”
Al snel merkte Peter dat hij de accountancy richting op wilde gaan, en zodra hij dat wist is hij er volledig voor gegaan. Al tijdens zijn intensieve premaster vond hij een baan als Assistent-Accountant bij BDO, een van de middelgrote accountancykantoren in Nederland. ,,Hier heb ik een traject gevolgd waarbij een fulltime baan wordt gecombineerd met de deeltijd master, dit houdt in dat je maandag tot en met donderdag de hele dag aan het werk bent, en vrijdag de hele dag college volgt”, vertelt Peter. ,,Dat was wel flink aanpoten. Misschien heb ik daarbij nog mazzel gehad dat we de afgelopen anderhalf jaar volledig zijn overgeschakeld naar thuiswerken en thuisonderwijs. Als ik naar al mijn klanten had moeten reizen en alle colleges fysiek had moeten bijwonen, had ik het misschien niet gered. En dan heb ik het nog niet eens over alle extra afleiding die ik anders had gehad op het gebied van sport en uitgaan.” Robert, Roy en Rosanne lachen. ,,Dit komt ons ook zeer herkenbaar over.”

De meerwaarde van praktijkgericht onderwijs
Als Rosanne, Robert, Roy en Peter het ergens over eens zijn, is het dat leerlingen op de middelbare school tegenwoordig op veel te jonge leeftijd een definitieve (studie)richting moeten kiezen. ,,Als je 14 of 15 bent heb je vaak nog geen idee wat je voor de rest van je leven wilt gaan doen, laat staan dat je precies weet wat je je moet voorstellen van het werk in verschillende sectoren”, zegt Robert. De rest knikt instemmend. Rosanne: ,,Het voelt op die leeftijd ook als een enorm belangrijke beslissing, en dat kan veel onzekerheid en stress met zich meebrengen.”
Het viertal snapt goed dat de overstap van de middelbare school naar een vervolgstudie voor veel mensen ook erg heftig kan zijn. ,,Opeens komt alles op je eigen verantwoordelijkheid aan”, zegt Robert. ,,Voor veel jonge studenten duurt het even voordat ze daar helemaal aan gewend zijn, maar als je niet gelijk goed meekomt loop je al snel zulke grote achterstanden op dat je de hoop opgeeft en de handdoek in de ring gooit.”
Robert: ,,Het is ontzettend zonde, want als je eenmaal iets ouder bent en meer verschillende ervaringen hebt opgedaan, weet je veel beter wat je wilt, en met het juiste gevoel van richting gaat het studeren je ook veel beter af.”
Achteraf gezien zijn Robert, Roy en Peter blij dat ze eerst de meer praktijkgerichte bacheloropleiding Bedrijfseconomie van de HvA volgden. Roy: ,,Zoals Peter al aangaf is dat namelijk een zeer brede opleiding, waarin je kennis maakt met verschillende takken van de bedrijfseconomie, zodat je kan ontdekken waar je voorkeuren liggen.” Robert knikt: ,,In tegenstelling tot de universitaire Bachelor heeft de hbo-opleiding Bedrijfseconomie ook twee verplichte stages. En juist door werkervaring op te doen begrijp je wat een bepaalde functie precies inhoudt en hoe een typische werkdag er uitziet. Ik heb zelf zowel stage gelopen op het gebied van Finance als op het gebied van Accountancy, en pas op de werkvloer kwam ik erachter dat ik echt een sterke voorkeur voor Accountancy had.”
Rosanne geeft aan dat ze het jammer vindt dat ze dergelijke praktijkervaring heeft moeten missen aan de UvA. De universitaire bachelor en master hadden geen stages. Zo’n academische opleiding richt zich voornamelijk op theorie, en nu ik op zoek ben naar werk merk ik dat het me best onzeker maakt dat ik nog niet precies weet hoe het er in het bedrijfsleven aan toe gaat. Achteraf had het me erg fijn geleken om als stagiaire al wat ervaring op te doen in verschillende rollen, zodat ik ook een beter beeld heb van wat er straks van me verwacht wordt als ik daadwerkelijk aan de slag ga als accountant.”

Afwisseling en uitdaging
Rosanne, Robert, Roy en Peter zijn erg blij dat zij uiteindelijk hun weg hebben gevonden richting de accountancy. ,,Ik kan me geen leuker en meer afwisselend vak voorstellen”, zegt Robert. ,,Geen dag is het zelfde, want je komt over de vloer bij vele uiteenlopende bedrijven, waar de bedrijfsvoering ook flink uiteen kan lopen. Het zou bijvoorbeeld zomaar kunnen dat je de ene dag voor een supermarktketen werkt, en de dag erna voor een advocatenkantoor.” Roy en Peter knikken en hebben het ook over de interessante mensen die je als accountant leert kennen.
Ook het uitdagende aspect van het werk valt goed in de smaak bij het viertal. ,,Je moet soms echt even puzzelen om fouten of onjuistheden te vinden of te verklaren. Of om tot een bepaald inzicht te komen.” Zegt Peter. Rosanne knikt: ,,Daar geniet ik misschien nog wel het meeste van, het geeft iedere keer weer een enorme kick als je na uren focussen weer een lastige puzzel hebt kunnen oplossen.”
Bij het schrijven van hun scripties hebben de jonge accountants zich al kunnen verdiepen in enkele interessante thema’s binnen hun vakgebied. Zo onderzochten Peter en Rosanne beide het effect van genderdiversiteit op de kwaliteit van accountancy. Met andere woorden: heeft een eerlijke verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen op de werkvloer een positief effect op de gepubliceerde non-GAAP (niet gecontroleerde) winstcijfers? Peter richtte zich daarbij specifiek op de samenstelling van auditcommissies: een door de Raad van Commissarissen van een bepaald bedrijf ingestelde commissie, die hen onder andere adviseert op het gebied van financiële verslaggeving.

‘Ik merkte in mijn
onderzoek dat vrouwen
in dat soort hoge posities
vaak eerlijker zijn en
fraude sneller toegeven’

,,Ik heb echter niet kunnen aantonen dat een gebalanceerde mix van mannen en vrouwen betere resultaten boekt dan een minder divers team”, zegt Peter. Rosanne, die voor haar scriptie uitsluitend keek naar de invloed van vrouwelijke CFO’s en CEO’s op deze (niet gecontroleerde) winstcijfers, kon wel een positief effect vaststellen. ,,Ik merkte in mijn onderzoek dat vrouwen in dat soort hoge posities vaak eerlijker zijn en fraude sneller toegeven.”
Roy onderzocht of de ambtstermijn van een raad van bestuur de kans op fraude beïnvloedt. ‘’Ik richtte me in mijn onderzoek op de onafhankelijke bestuurders. Deze staan los van de dagelijkse bedrijfsvoering en hebben als taak om het gevoerde beleid en de financiële keuzes van het management te monitoren. Hierbij heb ik ontdekt dat de mate van toezicht de eerste vier jaar sterk toeneemt. Na een jaar of acht neemt die curve echter weer sterk af en neemt de kans op fraude binnen organisaties toe.” Als het aan Roy ligt zouden er daarom wettelijke termijnen moeten gelden voor deze bestuurders. ,,Op die manier voorkom je dat onafhankelijke bestuurders zich na verloop van tijd minder kritisch opstellen of het algemeen belang uit het oog verliezen.”
Robert op zijn beurt onderzocht de invloed van het verbod op non-auditservices die de Europese Commissie in 2016 ingevoerd heeft. ,,In het verleden heb je situaties gehad waarin grote accountantskantoren bepaalde klanten zowel van advies als controle voorzagen. De ene afdeling controleerde dan bijvoorbeeld de jaarrekening, terwijl een andere afdeling verantwoordelijk was voor het geven van advies aan dezelfde assurance client”, legt Robert uit. Peter lacht: ,,Zeg maar als een slager die zijn eigen vlees keurt.”
Robert vertelt dat het verbod dat vanaf 2016 geldt voor dit soort dubbele dienstverlening heeft gezorgd voor een grote verschuiving in de relaties tussen accountantskantoren en cliënten. ,,Opeens moesten bedrijven allemaal een tweede accountantskantoor inschakelen. Dat is natuurlijk minder fraudegevoelig, maar in mijn onderzoek heb ik ontdekt dat de kwaliteit van de dienstverlening er eigenlijk niet beter op is geworden. Omdat de accountants die de controle nu verzorgen over minder klant specifieke kennis beschikken dan voorheen, zijn ze sneller geneigd om fouten over het hoofd te zien.”

Het echte werk
Waar veel mensen hun studieboeken na het behalen van hun masterdiploma voorgoed in de wilgen hangen, zijn deze vier jonge accountants nog niet uitgeleerd. Roy en Robert beginnen na de zomervakantie als junior accountant bij EY, waar ze gelijk ook aan de tweejarige Postmaster Accountancy beginnen. ,,Samen met een groot team van jonge werknemers die net hun master op zak hebben zullen we van maandag tot en met donderdag werken, en op vrijdag een hele dag colleges volgen”, vertelt Roy. ,,Ik kijk er enorm naar uit, want ik ben erg benieuwd hoe het is om nu eindelijk daadwerkelijk als accountant te kunnen werken.”
Peter stapt na de zomervakantie over naar een nieuwe werkgever. Omdat hij al enige jaren ervaring had opgedaan als Assistent-Accountant bij BDO, is hij aangenomen als senior Assistent-Accountant bij Deloitte. ,,Ik voel wel enige gezonde spanning, omdat ik gelijk al meer verantwoordelijkheden krijg, terwijl ik zelf ook ga starten met de Postmaster Accountancy. Maar ik heb er vertrouwen in dat het goed gaat komen.”
Alleen Rosanne is op dit moment nog aan het solliciteren. ,,Uiteindelijk komt het wel goed hoor”, zegt ze rustig. ,,Ik voel me alleen wat onzeker nu ik nog niet weet waar ik straks terecht ga komen, maar ik vertrouw erop snel een geschikte werkplek te vinden. Want ik wil ook graag snel al met de postmaster beginnen.” Robert, Roy en Peter denken dat het met Rosanne helemaal goed gaat komen. ,,Ze heeft nog nooit een laag cijfer voor een vak gehaald”, zegt Robert. ,,Als Rosanne iets doet, doet ze het goed, dus als ik een werkgever was zou ik haar onmiddellijk aannemen.”

Fotogalerij

Duo Tol/Veerman in RABO P500

Kevin Tol en John Veerman hebben op de padelbanen van TV Dijkzicht een wildcard veroverd voor het hoofdtoernooi van het RABO P500. Met meerdere dorpsgenoten speelden zij pre-kwalificatiewedstrijden.

 

In de finale kwamen zij uit tegen Peter Runderkamp en Simon Bond, die vlak daarvoor in de derde set zeven (!) matchpoints hadden overleefd tegen Luca en Sven Kwakman. Het duo Tol/Veerman bleek in de boeiende eindstrijd met 7-6, 6-4 te sterk en is geplaatst voor het hoofdschema.

In het kwalificatietoernooi, dat donderdagavond is begonnen, spelen vier Volendamse koppels.

Liefde is…

Sijmen en Gaar, veel bedakke, maar nog meer liefde

Sijmen Runderkamp (Worst) en Gaar Bond leren elkaar kennen bij Heijmeijer in Edam. Beter bekend als ‘de zakkenfabriek’. Sijmen: ,,Daar heb ik een half jaartje gewerkt en in de pauze liepen we langs de Koningshoeve.” Gaar: ,,Daar zat ik dan op de stoep. Samen met Stienek Bet en Klaas Piep, die al een stelletje waren. Uiteindelijk zouden we drie weken na elkaar trouwen.”
Door Jan Koning

[ads id=66]

,,Ik breng je wel naar huis toe, zei ik op een gegeven ogenblik”, vertelt Sijmen, alsof het de dag van gisteren is. ,,Zo gezegd zo gedaan en dus zat ze achterop de fiets van Edam naar Volendam. Toen we vlak bij het dorp waren, zei ze: ‘jij durft toch geen koppie te halen bij mij thuis.’ Nou, zeg ik, dat zul je aan de weet komen.”
Dus rijdt Sijmen naar Huize Bond aan de Julianaweg en niet veel later zit hij aan tafel. Hein Bond – de vader van Gaar – steekt per direct een stokje voor de ontluikende liefde. ,,Dit feest gaat niet door”, zei hij direct, aldus Gaar. ,,Jullie zijn namelijk volk van elkaar.”
Volk van elkaar. Blijkbaar oud-Volendams voor familie van elkaar. Gaar: ,,Zijn moeder en mijn vader waren neef en nicht van elkaar. Wij zijn dus officieel achterneef en -nicht. Dat mocht dus niet. We hebben uiteindelijk dan ook dispensatie aan moeten vragen aan Pastoor De Lange om te mogen trouwen.”

‘Dan gierden
de hormonen
door je lijf,
maar we zijn
nooit verder
geweest’

Voor ze uiteindelijk trouwen hebben ze eerst acht jaar verkering. ,,En geloof me, al die tijd hebben we echt geen seks gehad”, vertelt Gaar. ,,Mijn vader zei altijd: ‘zolang jullie de eer maar oog houden. Dat me dat niet mag gebeuren.’ We waren echter stapelgek op elkaar, dus dat was wel een ‘dingetje’. Daar had ik het wel lastig mee.” Sijmen: ,,Zeg maar gerust een ‘ding’. Ik had namelijk wel handen en dan voelde ik wel eens. Dan gierden de hormonen door je lijf, maar we zijn nooit verder geweest.”
Negen maanden na hun trouwen wordt – niet geheel verassend – hun eerst kind geboren. Sijmen: ,,Dat was onze dochter Nel. Daarna kwam Esther, Mariska en ons jongste poepie Jan. Als ik Gaar haar zin had gegeven, had ik 24 kinderen gehad. Echt waar. Ze kon geen kinderwagen voorbij zien gaan, zonder dat ze weer een kindje wilde. Dan was ze weer helemaal van de wereld. Het is gelukkig bij vier gebleven, maar dat lag niet aan Gaar, haha.”
Gaar: ,,Ja, ik ben stapelgek op kinderen. Bezeten. Kan het ook niet afwachten tot mijn kleindochter een kindje krijgt. We zijn gelukkig verblijd met een hele hoop kleinkinderen. Acht om precies te zijn. Ze komen iedere dag op visite. Alleen is het nu vakantietijd en dat vind ik vreselijk, want dan komen ze niet.” Sijmen: ,,Ze komen niet, maar ze zit wel iedere dag op dat ding (iPad, red.), dus ze zien elkaar wel. Je hebt alleen de drukte nu in Spanje en niet hier in huis.”
Jarenlang runt het stel een groentewinkel in Amsterdam. Sijmen: ,,De eerste jaren heb ik gevent bij mijn vader. Het was armoe troef en uiteindelijk kwamen we in de problemen, want ik verdiende niet genoeg. Daarom pelden we op zondagavond ook garnalen met de gordijnen dicht. Om wat extra’s te verdienen. Toen ik mijn vader om 50 gulden extra in de week vroeg, kon dat niet. Dus zei ik: ‘dan ben ik over drie weken voor het laatst.’ Hij dacht eerst dat het grootspraak was, maar na die drie weken zei ik ‘aju’. Inmiddels had ik een winkel in Amsterdam gevonden – ik was op dat moment 31 – en zijn we daar onze eigen groentezaak begonnen.”

‘Johnny Jordaan
kwam bij ons
groente en
fruit halen’

Uiteindelijk runnen ze samen meerdere groentewinkels waar ze lief en leed delen. Sijmen: ,,Erg veel leed, genoeg ‘bedakt’, maar als ik het opnieuw mocht doen, deed ik het weer precies hetzelfde. Achter onze eerste winkel in de Frederik Hendrikstraat had je de Jordaan. Daar kwamen nog echt de oude Amsterdammers. Tante Leen, Johnny Jordaan. Die kwamen bij ons in de zaak. Johhny liet nog een keer een taart bij ons in de vriezer vallen. ‘Ach’, zei hij. ,Waar het heen gaat, is het ook niet zo mooi.’ Prachtige man. De mensen in de Jordaan waren echt geweldig. Altijd vriendelijk en vrolijk. We hebben daar gewoon een fantastische tijd gehad. Er is overigens ook een keer een auto bij ons in de zaak ‘op visite’ geweest. Die ging door de pui heen en stond achter in de winkel geparkeerd. Dat was ook nog effe een dingetje. Of de keer dat we een bende valsemunters hebben helpen oprollen. Je maakt nog eens iets mee in zo’n winkel, haha.”
Jarenlang hard werken, veel zorgen, maar bovenal veel liefde. ,,Absoluut”, laat Sijmen vol trots optekenen. ,,Ben nog steeds stapelgek op haar.” Gaar: ,,En dat is absoluut wederzijds. Weet je wat het is. De dingen waarbij je het meest ‘bedakt’ hebt, kijk je nu met de grootste lach op terug. Dat zijn namelijk de dingen die je het meest bijblijven. Drie keer in de week ’s avonds een kist van de kleinste spruitjes schoonmaken voor de verkoop. Wij, de kinderen en onze schoonzoons, niet te vergeten. Ze waren vaak niet blij, maar nu zeggen ze allemaal wat een gezellige tijd het was. Natuurlijk zijn er ook de prachtige reizen die we hebben gemaakt. Naar Spanje, Tunesië, Thailand en weet ik nog meer waar we allemaal geweest zijn. Toch zijn het uiteindelijk de kleine dingetjes, het ‘bedakke’, je kinderen, familie en vrienden die het leven mooi maken.” Sijmen: ,,Ja, wat moet ik nou nog toevoegen, haha.”

Fotogalerij

Noordeinde deels voorzien van nieuw wegdek

Onlangs is een gedeelte van het Noordeinde, de toegangsweg naar de dijk, geasfalteerd. Ter hoogte van Kras Recycling bevindt zich een mooi, egaal wegdek. Het gloednieuwe asfalt is aangebracht tot het punt waar de wegversperring en bijbehorende stoplichten staan.

 

Het gebied was al een tijdje toe aan een nieuwe laag asfalt. Het oude wegdek zat vol scheuren en gaten, die provisorisch bedekt en gevuld waren door wegwerkers. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om het nieuwe wegdek gelijk te voorzien van nieuwe belijning.

Een stukje verderop, ook op het Noordeinde, maar dan op de dijk, is het wegdek ook nodig toe aan vervanging. Al jaren kampt het asfalt bovenop de dijk met scheuren, gaten en delen van de weg die aangevuld zijn met straatstenen. Hoog tijd om ook dit gedeelte onder handen te nemen.

Fotogalerij

‘Money for the picyou’

Toen fotograaf Bert Visser en zijn vrouw onlangs een bezoek brachten aan Volendam, maakte hij van de gelegenheid gebruik om wat mooie plaatjes te schieten. Gewapend met een camera liepen ze door de oude kom, waar hun aandacht werd getrokken door een fietsend klein meisje.

 

,,Het meisje fietste netjes naast haar moeder door de straat, maar toen ze mijn camera opmerkte stopte ze, begon ze te lachen en poseerde ze voor een foto”, lacht Bert. ,,Ik zou haar moeder de foto’s graag toesturen, maar wij hebben geen idee om wie het gaat.”

De situatie deed de redactie denken aan de verhalen over de tijd dat men in Volendam nog klederdracht droeg. Als toeristen foto’s maakten van de lokale kinderen werd gevraagd om ‘money for the picyou’. Uiteraard bedoelden ze ‘picture’, maar het Engels was in die tijd nog niet erg toereikend.

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?