Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Turntalenten hopen dat gemeenschap doneert voor nieuwe toestellen n

‘Help ons dromen van Olympische Spelen’

Enkele funderingen zijn inmiddels geplaatst, voor wat het toekomstig onderkomen van veel sporters uit onze gemeente gaat worden. Sommige van hen, zoals Ilva Burghouts en Alex van Rijn, durven hardop te dromen in de voetsporen te treden van turnster Carla Braan – de enige Volendamse sporter ooit naar de Olympische Spelen uitgezonden – en dorpsgenote Sanna Veerman, die dicht tegen verwezenlijking aan zit. Alleen hebben de Mauritianen nog wat (financiële) steun van de gemeenschap nodig, om te helpen de nieuwe inrichting te kunnen realiseren.
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

St. Mauritius wordt de bewoner van het grootste gedeelte van het gymsportcentrum. Alex, 11 jaar (Kennedyschool), turnend in eerste divisie, niveau 13 en Ilva, 10 jaar (Trimaran), Pupil 1 en 2, zijn allebei begonnen bij Alex’ moeder, Thea van Rijn-Tol, leidster bij het ouder en kind-gym. Ze zien nog vooral zand liggen, maar schatten de afbeelding van de buitenkant nu al op waarde. Ilva: ,,Dit gaat mooi worden. Het wordt vier keer zo groot als wat we hebben. En het is mooi dat wij daar als eerst in mogen turnen. Maar je hebt niets aan een modern gebouw zonder moderne turntoestellen. Dus we hopen dat mensen willen doneren om te zorgen dat die ook echt aangeschaft kunnen worden.”
In de huidige situatie van De Gymstuif is het al jaren een krappe situatie. ,,Nu moeten we bijvoorbeeld om de beurt met rek en brug.” Alex: ,,En als er een groep op sprong bezig is, moeten we ook op elkaar wachten, anders krijg je gevaarlijke situaties.”
Een nieuw onderkomen biedt kans op vernieuwde onderdelen. ,,Zoals een meerdere balken, een trampolinebaan en een nieuwe speciale vloer. Nu moeten bepaalde spullen dagelijks worden opgeruimd en opnieuw worden opgesteld.”
Ze hebben allebei hun favoriete onderdelen: Alex: ,,Vloer. Dat vind ik niet zo moeilijk en ik vind het leuk.” Ilva: ,,Mijn favoriete onderdelen zijn balk en brug. Op balk mag je sierlijke oefeningen doen – tussen de elementen door – net als op vloer. En je bouwt steeds verder, qua moeilijkheid.”
Ze zouden ooit net als Epke Zonderland hun naam aan een element willen verbinden. Alex: ,Ja, slingeren met één hand.” Ilva: ,,Dat heb ik vorige week nog gedaan, maar toen ging het even mis en maakte ik een val. Ik was wel geschrokken, maar daarna ben ik meteen weer op het toestel gegaan.”
Ze volgen de Nederlandse toppers. Ilva: ,,Ik kijk graag naar Eythora Thorsdottir. Zij beweegt heel sierlijk. Sanna Veerman maakt soms zelfs een driedubbele pirouette op de balk, dat vind ik al moeilijk op de grond. Ik kijk turnen op tv en filmpjes op Youtube.” Alex: ,,Als het op tv is, kijk ik ook. Maar ik zie niet alles, want ik train zelf veel. Zeventien en half uur per week.”
Zijn klasgenoten weten dat ook. En Alex toont trots zijn medailles. ,,Maar ze mogen er niet aan komen”, zegt hij droogjes.
Ilva traint negentien en half uur per week. ,,Op vrijdag twee keer. Dan mag ik ’s morgens van de school ook trainen. Zaterdag en woensdag zijn onze rustdagen.”
Ze weten dat het nog een lange weg is. Alex: ,,Ik train om later heel goed te worden.” Dromen ze van de Olympische Spelen? ,,Ik wel”, zegt Ilva. Aan de wand van de huiskamer hangt een spreuk: ‘Leef je dromen’. ,,Dat is wat ik wil”, is Ilva vastberaden. Alex: ,,Maar voordat je kunt wat die grote turnsters al kunnen, dat duurt wel even.” Ilva knikt en heeft dat besef. Maar ze is stellig. ,,Ik wil het echt.”

Wilt u ook een mooi turntoestel sponsoren?
Neem dan contact op met
Nico Sier De Waffel
Mobiel 06515 154 40

Foto: Ilva Burghouts en Alex van Rijn op het bouwterrein waar het nieuwe onderkomen gaat verrijzen.

Fotogalerij

Leerlingen van het DBC op bedrijfsbezoek Tol Plaatwerk

Deze week bracht een groep leerlingen van de 3de klas van de afdeling VMBO van het Don Bosco College een bezoek aan Tol Plaatwerk. Deze groep leerlingen volgt op het DBC een nieuw geïntroduceerd vak binnen de afdeling technologie.

 

Deze afdeling is sterk in ontwikkeling en zal ook de komende tijd steeds meer aandacht krijgen en behouden en in steeds meer profielen een duidelijker gezicht krijgen. Dit bezoek stond in het kader van een opdracht die deze groep heeft aangenomen van het Wereld Natuur Fonds: het ontwerpen en realiseren van een wildcamera die willekeurig op een plek kan worden ingezet en zelfstandig opnames maakt, ongeacht de omstandigheden.

Het werd een zeer geslaagd bedrijfsbezoek voor de leerlingen.

Fotogalerij

Volendam heeft weer een ambulancepost

Een verheugende ontwikkeling is er te melden, want Volendam heeft na zo’n 35 jaar weer een eigen ambulancepost. Deze is nu gevestigd in het Dijklander Ziekenhuis aan de Heideweg. Door Danny Steur, een van de eigenaren van het ziekenhuis, is de Ambulancepost gefaciliteerd in het schitterend verbouwde gebouw.

 

Maandagmiddag werden de sleutels van de Ambulancepost overhandigd aan Frans Sier, voorzitter van de Veiligheidsregio. De ambulancepost heeft aan de achterkant een eigen entree, parkeerplaats en laadpunt.

Dat is nodig omdat veel medische apparatuur in de ambulances steeds opgeladen moet worden. De nieuwe eigenaars van het Dijklander Ziekenhuis hebben zich er sterk voor gemaakt dat de ambulance weer een post heeft gekregen in Volendam.

Fotogalerij

Maggy en Irene geven Burgerschapslessen vorm op Triade

Binnen dialoog jezelf verplaatsen in de ander

Het heet een samenleving, maar dit jaar zijn er genoeg voorbeelden van hoe die samenleving, lokaal, nationaal en mondiaal, verdeeld kan raken. De urgentie om voor een betere en meer veilige basis te zorgen, thuis, op school, op de vereniging, is hoog. Om zo, in plaats van verdere ontwrichting en groeiende polarisatie, een betere SAMENleving te creëren. Wat is daarvoor nodig, als het gaat om kinderen? Want zij zijn immers de ouders van de toekomst. Meer aandacht besteden aan sociaal emotionele vaardigheden, thuis en op school, lijkt raadzaam. Dat moet leiden tot betere omgangsvormen en groeiend empathisch vermogen. Daarnaast meer bewustwording creëren, van culturen en elkaars achtergrond, zodat minder vooroordelen kunnen ontstaan. Op de Triade, de Technische School in Edam, is in dat opzicht een maatschappelijke beweging in gang gezet: Maggy van Pooij (24) en Irene Prins (25) hebben de Burgerschapslessen uitgediept en intensiever vorm gegeven. Er wordt schoolbreed aandacht besteed. ,,Wij zijn trots ons steentje bij te dragen. Beginnen is één, volhouden is twee: wij zijn vastberaden om dit vol te houden.”
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

De Triade, de vroegere LTS, heeft in vergelijking met het verleden sowieso een ware metamorfose ondergaan. Leerlingen, jongens en meiden, vanuit verschillende achtergronden en culturen, vormen de populatie van de school, waarin op allerlei manieren zichtbaar wordt gemaakt voor welke omgangsvormen die school staat. De afbeelding op de foto achter Maggy, met de tekst ‘Wij gaan respectvol met elkaar om, dat is hier normaal’, is één van de manieren van uiting waarmee de Triade haar norm en wens van omgangsvorm aangeeft. Binnen de klasmuren, maar óók op de gangen.
De Volendamse Maggy van Pooij kwam al in het tweede jaar van haar opleiding Leraar Geschiedenis binnen op de Triade en is niet meer weggegaan. Maggy en Irene Prins, die de leraaropleiding Maatschappijleer afrondde en het vak Nederlands doceert, zijn de vakdidactici en hebben de vormgeving van de Burgerschapslessen op zich genomen.

Wapenen
,,Sinds 2006 zegt de wetgeving dat alle scholen iets moeten doen met burgerschap, schoolbreed en vakoverstijgend”, begint Irene. ,,Wij deden al best veel, zo bleek, als je kijkt naar het bezoeken van bedrijven, maatschappelijke stages, dat is burgerschap. Maar dat was zo niet gekaderd. In de laatste jaren zijn er nieuwe activiteiten toegevoegd. Dat zijn drie mentorlessen, lessen over onderdelen van het burgerschap. Omgangsvormen en discriminatie zijn inmiddels uitgebreid aan bod gekomen, binnenkort volgt het digitaal burgerschap. Dan praten we over algoritmes, online-privacy, social media, de koppeling naar verslaving en hoe kun je jezelf daar tegen wapenen.”

Waar halen jullie de input vandaan?
Irene: ,,Dat is wisselend. We vinden veel bij de Anne Frank Stichting en dan voegen wij zelf aspecten uit de actualiteit toe en zo bouwen we er een les omheen. Als het straks gaat om digitaal burgerschap, komt bijvoorbeeld de Netflix-docu ‘The Social Dilemma’ aan bod.”
Maggy: ,,Het wordt heel goed gedragen binnen de school, docenten denken ook mee. We spelen inderdaad op de actualiteit in, zoals we ‘Black Lives Matter’ inzetten voor het onderwerp discriminatie. We sluiten aan bij de belevingswereld van de jongeren, dan pas kunnen we het écht betekenis geven. Het is voor zowel de docent als de leerlingen een intensieve les. Er worden uiteraard meningen gegeven, maar er wordt ook groepsdruk gevoeld.”
Irene: ,,Qua klassenmanagement is het inderdaad pittig, want sommige leerlingen geven bijvoorbeeld constant hun mening, waardoor er minder ruimte zou kunnen ontstaan voor andere leerlingen, dus dat vraagt om veel bijsturing.” Het is het tweede schooljaar dat er een uitvoerbaar burgerschapsplan ligt – geschreven door Maggy en Irene – en wordt uitgevoerd. Maggy: ,,We verschaffen de theorie over ‘hoe er mee om te gaan’, zoals onze leerkrachten ook een workshop hebben gevolgd over ‘hoe ga je de dialoog aan’. Het draagvlak onder de leerkrachten is vergroot. Het wordt serieus genomen. De bewustwording wordt nu veel groter binnen de school, waardoor het veel meer aanwezig is. De leerlingen weten wat het is en weten waarom we het doen.”

‘Leerkrachten,
waar dan ook,
zullen soms denken
‘maar dit gaat mij
toch niet aan’.
Maar het gaat
ons allemaal aan’

Irene: ,,We hebben onze collega’s voorafgaand een presentatie gegeven van wat burgerschap is. Het is namelijk een abstract begrip. Sommige dingen behoorden al tot burgerschap, maar daar was men niet zich van bewust. En we hebben de doelen van het burgerschap benoemd. De drie domeinen zijn identiteit, participatie en democratie. Met behulp van voorbeelden hebben we het tastbaarder gemaakt voor onze collega’s.”
Maggy: ,,Leerkrachten, waar dan ook, zullen soms denken ‘maar dit gaat mij toch niet aan’. Maar het gaat ons allemaal aan. De insteek is om zowel leerkrachten als leerlingen eigenaar te maken van hun eigen proces.” Irene: ,,Soms kun je er te weinig bij stil staan wat in de klas gebeurt. Je zit als leerkracht gewoon vast aan bepaalde dingen, omdat je de leerlingen klaar moet stomen voor het examen.” Maggy: ,,Als leerkrachten worden we ook geprogrammeerd. Je wordt opgeleid om leerlingen volgens het curriculum, de programmatoetsing en afsluiting richting het volgende schooljaar te begeleiden. Burgerschap is meer ervaringskunst, dan dat je het leert.” Irene: ,,Het is goed dat er eisen worden gesteld vanuit het Ministerie van Onderwijs en de overheid, zoals het instellen van Burgerschapslessen, maar het zou niet zo moeten zijn dat scholen dingen gaan afvinken. Het is belangrijk om je eigen vrijheid daar in te houden.”
De twee dames hebben die vrijheid tot (door)ontwikkelen gekregen op de Triade, waar overigens ook ‘Gelukskunde’ wordt gegeven. Maggy: ,,Wij hebben handvatten gekregen waarop je voort kan borduren. Toen we de documenten voor de herziening en actualisatie van het curriculum in handen kregen, voelden we dat we met diverse domeinen aan de slag konden. In de afgelopen jaren zijn er vragen uit het veld gekomen om het vak Burgerschap te specificeren. Tot op heden is er maar één opleiding in Nederland, die je tot expert Docent Burgerschap kan opleiden. Dat is nieuw en zit in Zwolle. Het inzicht is gekomen dat men het belangrijk vindt dat men er vakmensen worden opgeleid. Wie weet kunnen wij onszelf daar in de toekomst aan wagen.”

Is het voor jullie zelf ook meer gaan leven, gezien alle maatschappelijk-sociaal problematiek lokaal, nationaal en mondiaal?
Maggy: ,,Zeker. We maken het bespreekbaar en bieden het ook aan bij de docenten. Onze school is een afspiegeling van deze omgeving en wat er speelt. Dat brengt ook de nodige uitdagingen met zich mee. We laten bijvoorbeeld de Volendamse leerlingen zien hoe een ander het ziet, die hier niet vandaan komt. Dat is ongekend belangrijk. Daar staan we voor. We zijn ons er bewust van en we doen er iets mee. Het zou mooi zijn als we gemeentebreed de krachten kunnen bundelen en er een doorlopende leerlijn komt, daar is behoefte aan. Er zijn inmiddels gesprekken op gang gekomen, met een Volendamse en Edamse basisschool.”
,,Je merkt dat er verandering optreedt. Dat komt misschien door de urgentie van maatschappelijke discussies, maar bij sommige docenten zat wellicht ook een diep verlangen. Die combinatie zorgt er voor wat er nu gebeurt.”

Welke dynamiek komt op gang in een klas?
Irene: ,,Wat je vooral merkt, is dat jongeren die hun mening durven te geven, niet altijd nadenken over wat het gevolg voor een ander kan zijn. Ze roepen dingen door de klas en zeggen daarna ‘dat bedoelde ik niet echt’, of ‘ik bedoelde jou niet’. Ondertussen voelen anderen zich aangesproken.” Maggy: ,,Dat hebben we inmiddels bereikt: het laten ontwaken van het bewustzijn, door met de leerlingen daarover in gesprek te gaan.”
Irene: ,,Als leerkracht heb je soms de neiging om te denken ‘ik laat het maar even voorbij gaan’, anders creëer je chaos. Ondertussen is er dan wel iets – wellicht heftigs – gebeurt voor een leerling. Rosanna Zwarthoed, onze collega die de workshop ‘Hoe de dialoog aan te gaan’ heeft gegeven, gaf aan juist wel er op in te gaan en vragen te stellen, zodat leerlingen zelf gaan nadenken over wat ze hebben gezegd. Wat bedoelen ze daar mee en hoe komen ze aan. Het verschaft inzichten.”

‘Jongeren denken
niet altijd na
over wat het gevolg
voor een ander kan zijn’

Maggy: ,,Dan kom je bij sociale media als informatievoorziening, want dat is vaak de enige bron.” Irene: ,,Ook als het bijvoorbeeld om het stemmen gaat. Roepen ze de naam van een politieke partij, maar als je vraagt om drie inhoudelijke punten van het partijprogramma waarmee ze het eens zijn, dan weten ze dat niet. Het gaat ons niet om iemand te kakken te zetten, maar het beargumenteren van een mening. En het jezelf verplaatsen in een ander.”

De groepsdruk is hoog?
Irene: ,,Zeker, dat is van alle tijden.” Maggy: ,,Je beloont iemand die wel zijn of haar mening durft te geven en hoopt dat anderen zich daarmee ook veiliger voelen om te doen, ook al wijkt het af.” Irene: ,,Het blijven immers kinderen, die graag willen horen dat ze iets goed doen. Zelfs de stoere jongens, die er soms moeilijk mee om kunnen gaan, als je een compliment geeft.”
Irene: ,,Bij de eerste werkvorm rondom racisme was het meteen heftig. Eén leerling werd verdrietig en toen hebben we er ook meer tijd voor genomen. Het ging om jongeren die in een stoere bui iets hadden geroepen en onbewust iemand verdriet hadden gedaan. Daardoor besteden we ook veel aandacht aan die bewustwording.”
Maggy: ,,Dat is niet alleen een leerproces voor leerlingen maar ook voor de docenten.” Irene: ,,Zeker, want dan denk je ’s avonds ‘had ik dit maar gedaan of dat gezegd’. Het prettige aan de mentorlessen is dat je er naderhand bij andere situaties op terug kunt vallen en het weer even onder de aandacht kunt brengen bij leerlingen: weet je nog dat we die discussie hadden of dat filmpje keken.” Maggy: ,,Het ideaalplaatje is dat jongeren zich gaan verplaatsen in elkaar, maar dat is een langer proces, daar gaat wat tijd overheen.”
Irene: ,,Ik geloof er in dat wanneer je je als leerkracht kwetsbaar opstelt en het soms persoonlijk maakt, dan gebeurt er meer in de klas. We hebben al een paar mooie momenten beleefd sinds de invoering van het plan.” Maggy: ,,Tijdens klasgesprekken maken we inzichtelijk hoe het voor de ander voelt.” Irene: ,,Er wordt ook veel gelachen in de klas. Soms is het nodig om stevige structuur aan te brengen, omdat dat voor een beter leerklimaat zorgt. Maar het samen iets bereiken en ook het samen kunnen lachen, dat is het leukste aan het docent zijn.”
Ze voelen ook waardering van leerlingen. Maggy: ,,Maar het kan ook zijn dat een leerling zegt: ‘allemaal leuk en aardig, juf, maar ik word gewoon timmerman. Maar ook in dat vak heb je bijvoorbeeld communicatieve vaardigheden nodig. Bovendien: na je werk wil je ook iemand zijn en een gefundeerde mening kunnen vormen. Sociale media speelt momenteel zo’n grote rol in het leven van de jongeren, het is eigenlijk bizar dat daar geen onderwijs over verschaft wordt. Kennelijk moet ook daaromtrent eerst een gevoel van urgentie ontstaan.”

Fotogalerij

Kille en lege dijk

Net als in maart, toen de eerste lockdown ingesteld werd vanwege de Coronapandemie, is het nu ook angstvallig stil op de dijk. De winkels, terrassen en restaurants zijn gesloten.

Donderdagmorgen bood de Haven deze kille en lege aanblik. Fietsers en wandelaars waren er niet te zien. Ook in de Zeestraat en op het Europaplein was het leeg en sfeerloos. Het is te hopen dat er snel een einde komt aan de Coronaperikelen, want hier word je niet vrolijk van.

Fotogalerij

Afval gedeponeerd bij het Koorhuis

De Zangertjes mogen zich verheugen in een positief beeld bij onze inwoners. Daar zijn we heel blij mee, want de opbrengst van het karton en papier is de financiële basis van ons koor. Op zondag lukt het onze vrijwilligers meestal net om de voorstraat van het Koorhuis opgeruimd te houden.

 

In het weekeind na Sinterklaas lag er zondagavond een berg die tot aan de straat reikte. Rond 12 uur maandagmorgen was de voorstraat weer ruim, maar we hadden een BUS VOL vuilnisafval, etensresten, tempex, plastic en andere soorten afval verzameld. En daar waren we niet blij mee! We zijn blij met karton en papier.

Al het andere afval is voor de gemeente! Nog een verzoek: het kerstweekeinde beslaat 3,5 dag. Breng nou niet allemaal tijdens de kerstdagen je papier en karton naar het Koorhuis, want we kunnen het niet kwijt en moeten het dan laten liggen.

Fotogalerij

Studenten blikken terug op door corona uitzonderlijk eerste semester

‘Niet fijn zo weinig op school te zijn’

Geen introductieweek, geen volle collegezalen en al helemaal geen wilde avonden in de kroeg of discotheek. Het studentenleven ziet er voor veel oud-Don Bosco leerlingen heel anders uit dan waar zij op gerekend hadden. Sinds opleidingen het aantal fysieke contactmomenten zo veel mogelijk beperken, spenderen studenten het overgrote deel van hun tijd thuis achter hun laptop of computer. In hun uppie brengen zij hun dagen door met zelfstudie, af en toe een online college en via WhatsApp houden zij contact met hun medestudenten.
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Verschillende experts wezen de afgelopen maanden op de toename van eenzaamheid en psychische problemen onder studenten en uitten hun zorgen over de grote uitstroom van (eerstejaars) studenten. Nu het eerste semester bijna ten einde is, vraagt de Nivo enkele studenten hoe zij deze tijd ervaren hebben en wat zij doen om gemotiveerd te blijven.

‘Keek er eigenlijk erg
naar uit om
nieuwe mensen te ontmoeten’

Eerstejaarsstudent Bas Schermer
Integrale Veiligheidskunde aan de Hogeschool van Utrecht
Voor de 19-jarige Bas Schermer was het als eerstejaarsstudent Integrale Veiligheidskunde aan de Hogeschool van Utrecht echt even wennen. ,,Ik ben het gewend om fysiek les te krijgen. Op het Don Bosco college hebben we natuurlijk al een rare afsluiting gehad, maar dat maakte de stap naar het HBO niet minder groot”, zegt Bas. ,,Er wordt sowieso al op een heel andere manier les gegeven, en nu de lessen ook grotendeels online plaatsvinden vergt dat veel aanpassingsvermogen van alle studenten.”
Bas benadrukt dat het tijdens een lange dag vol online colleges en chatsessies erg lastig is om gefocust te blijven. ,,In een fysieke les is het ook veel gemakkelijker om vragen te stellen. Je kunt een docent na een online college natuurlijk per mail een vraag sturen, maar daarvoor ligt de drempel toch flink wat hoger dan wanneer je dit face to face kunt doen”, aldus Bas. ,,Mijn medestudenten en ik sparen onze vragen daarom elke week op.”
Om het gebouw zo leeg mogelijk te houden, maar toch te voorzien in voldoende contactmomenten, krijgen alle studenten in de opleiding van Bas slechts een dag in de week fysiek les. ,,De rest van de week hebben we online colleges, digitale werkgroepen en dienen we zelfstandig te studeren”, zegt Bas. ,,Omdat ik van nature erg sociaal ben, keek ik er eigenlijk juist enorm naar uit om nieuwe mensen te ontmoeten op mijn nieuwe opleiding. Ik hou ervan om samen te werken, met elkaar te praten over de lesstof en baalde flink dat ik dat nu misliep. Ik heb daarom het initiatief genomen om een Whatsappgroep aan te maken voor alle eerstejaarsstudenten van mijn opleiding. Binnen een week ontving ik 150 aanmeldingen en sindsdien houden we dagelijks contact met elkaar, zowel over praktische zaken als voor een gezellig praatje hier en daar.”
Bas begrijpt dat veel studenten hun huidige situatie als eenzaam en zwaar kunnen ervaren, maar heeft hier zelf gelukkig geen last van ,,Zelf ben ik nooit een kroegtype geweest, dus het uitgaan mis ik niet echt. Ik spreek nog regelmatig af met een klein aantal vrienden en heb een lieve vriendin die ik veel zie, dus eenzaam ben ik absoluut niet. Toch hoop ik dat alles snel weer terugkeert naar het oude. Ik heb een motorrijbewijs en reis met de motor heen en weer naar school in Utrecht, dus als het straks weer wat warmer wordt, lijkt het me heerlijk om er wat vaker op uit te kunnen.”

‘Merk dat ik me
elke week erg verheug
op die ene fysieke lesdag’

Eerstejaarsstudent Allard de Lange
Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken aan Hogeschool InHolland in Haarlem

Ook studenten van praktijkgerichte opleidingen waren het afgelopen semester grotendeels aangewezen op digitaal onderwijs. De 19-jarige Allard de Lange geeft aan dat dit het studeren erg lastig maakt. Hij koos voor de opleiding ‘Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken’ aan Hogeschool InHolland in Haarlem, omdat hij het menselijk lichaam erg interessant vind, maar ook van techniek houdt en graag actief bezig is. ,,In deze opleiding word je opgeleid om röntgen- en bestralingsapparatuur te bedienen”, vertelt Allard. ,,Je kunt je voorstellen dat het bijna onmogelijk is om dit thuis van achter je laptop aan te leren.”
Net als veel andere opleidingen krijgen alle studenten aan de Hogeschool van Inholland maar een dag in de week fysiek les op locatie. ,,En dat terwijl onze opleiding normaliter uit dagelijkse praktijklessen bestaat”, zegt Allard. ,,De docenten doen er alles aan om ons toch zoveel mogelijk beeldende instructies te geven. We ontvangen nu bijvoorbeeld verschillende echofoto’s die we vervolgens zelf in een werkdossier moeten zetten, maar het is toch anders dan wanneer je de echo zelf maakt.”
Met het vele thuiswerken is het volgens Allard ook lastig om gemotiveerd te blijven: ,,In vergelijking met voorgaande jaren zijn er inmiddels al best veel eerstejaarsstudenten in mijn opleiding gestopt. Ik merk dat ik zelf nog wel erg gemotiveerd ben, maar kan me voorstellen dat veel klasgenootjes het niet meer zagen zitten om de hele dag achter de computer te zitten. Ik merk dat ik me zelf elke week enorm verheug op donderdag, de enige echte lesdag op locatie. Niet alleen omdat de praktijklessen veel boeiender zijn dan de online colleges, maar ook simpelweg vanwege het contact met mijn medestudenten.”
Het wegvallen van het sociale aspect van de studie weegt volgens Allard vooral zwaar voor de studenten met een beperkte sociale kring. ,,Je merkt dat zij het nu echt moeilijk hebben en geregeld proberen om online contact te zoeken en proberen af te spreken met klasgenoten om iets leuks te doen samen. Gelukkig heb ik zelf thuis nog een grote vriendenkring waar ik veel contact mee heb, al gaat dat met de huidige coronamaatregelen natuurlijk niet meer zo makkelijk als vroeger.”

‘Ik stel veel vragen,
maar krijg geen
duidelijke antwoorden’

Tweedejaarsstudent Hevi Mahmoud
Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken aan Hogeschool InHolland in Haarlem

Hevi Mahmoud studeert net als Allard ‘Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken’ aan Hogeschool InHolland in Haarlem, en zit inmiddels in het tweede jaar. Voor de achttienjarige Hevi was de overgang naar het tweede jaar niet eenvoudig. ,,Aan het einde van het eerste jaar kwam de opleiding volledig stil te liggen”, vertelt Hevi. ,,Alle verplichte eindtoetsen en examens werden tot nader order uitgesteld. Dat was een hele gekke tijd, waarin ik me erg onzeker voelde. In die eerste paar weken van de eerste lockdown wist de opleiding nog helemaal niet hoe zij alle zaken zouden regelen, dus heerste er veel onduidelijkheid.”
Uiteindelijk zijn alle toetsen en praktijkexamens voor Hevi en haar klasgenoten tijdens de zomervakantie ingepland. ,,Dat was natuurlijk erg frustrerend”, zegt Hevi. ,,Ik heb daardoor namelijk afgelopen zomer helemaal geen vakantieperiode gehad, ik was alleen maar aan het leren. Dat de opleidingen van mijn vriendinnen het beter geregeld hadden, maakte het extra zuur.”
Omdat ook alle fysieke lessen waren weggevallen, was het voor Hevi bovendien extra moeilijk om zich goed op alle toetsen voor te bereiden. ,,Opeens was je volledig op jezelf aangewezen, ook voor de praktijkexamens. In plaats van dagelijkse praktijklessen en oefenmomenten, kregen we uiteindelijk slechts twee fysieke oefenmomenten”, vertelt Hevi. ,,Ook met het studeren voor de theoretische toetsen had ik moeite, want ik had geen mogelijkheid meer om vragen te stellen aan de docent. En dan was het ook nog eens slecht geregeld allemaal. We werden niet of nauwelijks geïnformeerd en soms stonden de toetsen niet op de afgesproken tijd online. Uiteindelijk heb ik een deel van de toetsen moeten herkansen tijdens het eerste semester. Dat maakte het er allemaal niet minder chaotisch op, maar inmiddels heb ik gelukkig de meeste herkansingen met succes kunnen afronden.”
Bij een van de belangrijkste praktijktoetsen in het eerste jaar van Hevi’s opleiding wordt een acteur ingezet om de sociale vaardigheden van de studenten te beoordelen. ,,Die toets werd uiteraard uitgesteld”, zegt Hevi, maar er is nog altijd geen nieuwe datum voor ingepland. Dit betekent dat nog niemand in mijn jaar zijn of haar propedeuse heeft kunnen halen. Omdat het nog altijd moeilijk is om hier op school voor te oefenen, hopen we dat de opleiding deze toets minder streng zal beoordelen, want het zou zonde zijn wanneer we door één toets onze propedeuse niet halen en alsnog moeten stoppen met de opleiding.”
Wat betreft de theoretische toetsen die nu allemaal online plaatsvinden, baalt Hevi er ook van dat er geen mogelijkheid meer is om de toetsen achteraf door te lopen met de docent. ,,Er is geen mogelijkheid om je antwoorden na afloop samen te bespreken, zodat je van je fouten kunt leren”, zegt Hevi. ,,Ik hoop dat ze daar binnenkort wat op verzinnen.”
Toch is Hevi blij dat alle studenten dit schooljaar in ieder geval weer fysieke lessen kunnen volgen, al blijven deze beperkt tot een dag per week. ,,Dit biedt toch enige structuur, al blijft het niet fijn om zo weinig op school te zijn”, zegt Hevi. ,,Bij het volgen van onlinelessen is interactie vaak erg moeizaam. En juist nu zit ik met erg veel vragen. Zowel inhoudelijke vragen over de lesstof als praktische vragen, bijvoorbeeld over hoe het nu zit met mijn propedeuse. Ik stel dan ook veel vragen via mail en in de online meetings, maar ik krijg geen duidelijke antwoorden. Die onzekerheid is erg zwaar.”

‘Aangewezen op je
eigen verantwoordelijkheidsgevoel’

Tweedejaarsstudente Alice Visser
Facility Management aan Hogeschool InHolland in Diemen

Als tweedejaarsstudente weet de 19-jarige Alice Visser nog goed hoe het er normaal gesproken aan toe ging in haar opleiding Facility Management aan Hogeschool Inholland Diemen. ,,In mijn eerste jaar ging ik drie of vier dagen per week naar school en had ik veel contact met mijn klasgenootjes en docenten”, vertelt Alice. ,,Na de persconferentie van afgelopen maart, waarin aangekondigd werd dat alle scholen in Nederland moesten sluiten, kwam daar abrupt een einde aan.” Van het ene op het andere moment vonden alle lessen en toetsen van Alice uitsluitend nog online plaats. ,,Het voelde alsof ik er plots helemaal alleen voor stond. Ik miste alle mensen om me heen.”
Omdat in die periode ook het voorjaar en de zomer aanbraken, merkte Alice dat het in haar eentje thuis achter haar laptop steeds lastiger werd om gefocust te blijven. ,,Daarnaast werd het steeds moeilijker om zaken af te stemmen met klasgenootjes. Via WhatsApp bleven we met elkaar in contact, maar omdat velen, waaronder ikzelf, ook meer gingen werken of juist van het mooie weer wilden genieten, werd het steeds lastiger om samen aan een groepsopdracht te werken.”
Alice zat echter niet bij de pakken neer. ,,Voor mij is Facility Management al mijn tweede opleiding. Ik heb namelijk eerst versneld de opleiding ‘Management Assistent’ afgerond aan het Horizon College in Hoorn. Een ontzettend leuke opleiding, maar tijdens mijn eindstage merkte ik dat ik toch graag wat meer verantwoordelijkheid wilde in mijn werk.” Hoewel haar werkgever erg tevreden over Allice was en ze na haar stage zelfs bij de organisatie kon blijven werken, koos Alice ervoor om verder te studeren. ,,Zo kwam ik bij de opleiding Facility Management terecht”, zegt Alice. ,,En juist in dit afgelopen jaar, waarin we allemaal volledig op onszelf aangewezen waren om gemotiveerd te blijven, alle lesstof eigen te maken en opdrachten uit te voeren, heb ik enorm veel geleerd op het gebied van verantwoordelijkheid. Ik vind daarom dat het afgelopen jaar geen verloren jaar was. Al moet ik zeggen dat ik er erg naar uitkijk om weer meer naar school te gaan. Inmiddels heb ik wekelijks weer een lesdag, en ik vind het heerlijk om dan mijn klasgenootjes en docenten weer even te zien.”

‘Ik heb niet het idee
dat ik nog op school zit’

Eerstejaarsstudente Sabine Veerman
Fiscale Economie aan de Universiteit van Amsterdam

In het laatste jaar van het VWO wist Sabine Veerman (19) nog niet precies wat ze wilde gaan studeren. Ze bezocht de open dagen van talloze opleidingen en twijfelde uiteindelijk nog tussen ‘Duits’ en ‘Fiscale Economie’. ,,Het werd Duits”, zegt Sabine. ,,Met name omdat je daarbij ook de mogelijkheid kreeg om veel te reizen en een deel van de opleiding in Berlijn te volgen.” Vol goede moed begon Sabine aan haar studie aan de Universiteit van Amsterdam en in eerste instantie had ze het er enorm naar haar zin. Maar toen de opleiding afgelopen maart opeens volledig online verder ging, vervloog haar enthousiasme echter snel.
,,Thuis achter je laptop een nieuwe taal leren, is bijna niet te doen”, zegt Sabine. ,,Ik miste de colleges, de werkgroepen en het contact met medestudenten enorm.” Sabine geeft aan dat het volgen van online colleges bovendien lang niet zo inspirerend is als de fysieke colleges en werkgroepen die ze aan de UvA gewend was. ,,En de online tentamens sloegen eigenlijk nergens op. Met je boeken en aantekeningen bij de hand was alle uitdaging weg. Toen tot slot van rekening ook bekend werd gemaakt dat alle reizen naar het buitenland voor het volgende jaar geannuleerd werden, was de motivatie bij mij echt weg.” Het was voor Sabine vervolgens geen makkelijke keuze, maar na lang twijfelen besloot ze afgelopen zomer last-minute om van opleiding te wisselen.
Dit schooljaar begon Sabine aan de opleiding Fiscale Economie aan de UvA. ,,Dit was sowieso al mijn tweede keuze en ik geloofde dat het vanuit huis eenvoudiger was om een theoretisch vak als economie te studeren”, vertelt Sabine. ,,Als ik nu terugblik op mijn eerste semester moet ik echter erkennen dat het nog steeds knap lastig is. Ik ben dit afgelopen half jaar nog niet één keer op school geweest en heb mijn docenten en klasgenootjes nog steeds niet ontmoet. Eigenlijk heb ik niet het idee dat ik nog op school zit. Ik volg elke week wel zo’n acht tot tien uur online colleges. Maar omdat die uitsluitend bestaan uit powerpoint-presentaties waarin linksonder in het hoekje een docent is ingeplakt om de stof toe te lichten, is het moeilijk om gefocust te blijven. Al helemaal omdat het bijna niet mogelijk is om vragen te stellen.”
Ondanks – en misschien wel vanwege – het gebrek aan interactie met de docenten vinden Sabine en haar klasgenootjes vooral veel steun bij elkaar. ,,We hebben een gezamenlijke WhatsApp-groep waarin we elkaar helpen met onze vragen.”, vertelt Sabine. ,,Soms krijg ik wel vijfhonderd berichtjes per dag, allemaal over de lesstof. Maar dit is niet te vergelijken met de hulp die je krijgt van een docent. Soms heb je even iemand nodig die je een steuntje in de rug geeft en je aanmoedigt. Nu ben je daarvoor helemaal op jezelf aangewezen en dat is zwaar. Het wordt echt tijd dat alles weer terug gaat naar normaal.”

 

Fotogalerij

Toch nog een kerstboom op het Europaplein

De Wijkraad Oude Kom heeft zich er sterk voor gemaakt dat er nu toch een kerstboom staat op het Europaplein. Door Marco van der Gracht werd maandagmorgen een kuil gegraven waarin een buis geplaatst werd.

 

Hierin kon de kerstboom geplaatst worden door Johan Grootendorst van Tuincentrum ’t Lokkemientje. De Wijkraad heeft zelf verlichting aangeschaft voor in de boom. Door Henk Mühren van PX werd de verlichting in de boom gehangen, samen met Theo Burger van de Wijkraad.

“De Wijkraad wil ‘t Lokkemientje bedanken voor hun inspanningen en alle hulp die zij hebben geboden. Zonder hen zouden wij in deze donkere dagen een saai Europaplein hebben”, vertelde Theo Burger.

Fotogalerij

Zoekt u een zinvolle hobby?

De lokale politiek heeft u hard nodig!

In maart 2021 vinden de landelijke verkiezingen plaats. Veel mensen vinden de landelijke politiek een brug te ver en hebben diverse gegronde redenen om zich niet met politiek te bemoeien. Wij van LijstKRAS acteren op lokaal niveau omdat de problemen en mogelijkheden die daar spelen herkenbaar zijn en we graag nuttige zaken in gang zetten en oplossingen zoeken voor die problemen. Dat lukt niet altijd maar als het lukt geeft dat een enorme voldoening.


[ads id=66]

Wat kan de lokale politiek betekenen voor zijn burgers?
De lokale politieke partijen spelen een grote rol als het gaat om alle zaken die de gemeente aangaan. Wij gaan over scholenbouw, de bouw van woningen, winkels en fabrieken, over alle sportvoorzieningen, de infrastructuur van de hele gemeente, eigenlijk over bijna alles wat zich hier in de gemeente afspeelt. Voor sommige zaken moeten gemeenten richtlijnen volgen van de provincie of het Rijk.
Toch kan een goed bestuurder en een alerte gemeenteraad ook veel bereiken met zaken waar zij niet alleen over beslissen. Verder komen lokale partijen ook op voor burgers die zich niet gehoord of benadeeld voelen door het bestuur of ambtenarij. Zeker LijstKRAS heeft zich al vele malen een bemiddelaar getoond in allerlei zaken en frustraties van burgers. Dat loopt niet altijd goed af moet gezegd worden, want de burger heeft niet altijd gelijk en sommige zaken zijn niet anders.

Jongeren in de politiek
Lijst KRAS is bezig met versterking, vernieuwing en verjonging. Daarvoor is ze op zoek naar jongeren en anderen die politiek actief willen worden op welke manier dan ook! De politiek heeft vooral een tekort aan jonge mensen die voor een bepaalde periode in hun leven deel willen uitmaken van een politieke partij die de belangen van de eigen bevolking behartigen.
Je leert daar heel veel van en de ontwikkeling die je daarin doormaakt samen met een groep andere mensen die al langer met het bijltje hakken, kan je in het dagelijkse leven altijd toepassen. Wij snappen goed dat veel jongeren met andere belangrijke dingen bezig zijn, zoals hun studie, carrière en veel leuke activiteiten die bij hun leeftijd horen. Wie echter serieus aan zijn/haar ontwikkeling wil werken zou er goed aan doen eens een kijkje achter de schermen te nemen van de lokale politiek.
De lokale politiek heeft jullie keihard nodig om bankjes bezet te houden en de politiek nieuw elan te geven.

Past Lijst KRAS bij jou?
Lijst KRAS is een zgn. middenpartij waar gedeelde waarden als rechtvaardigheid, eerlijkheid en het samen verantwoordelijkheid nemen belangrijk zijn. Niemand handelt uit eigenbelang. De afgelopen jaren hebben wij veel zaken in gang gezet samen met onze coalitiepartners en zijn er hele grote projecten gerealiseerd. Dat is wat wij wilden en waar we trots op zijn.
Ook zijn er grote investeringen gedaan. Die waren deels ingegeven door achterstanden en deels duurzame investeringen voor de toekomst. Wij zien gemeenschapsgeld als ‘ons’ geld, dus daar moet je behoedzaam mee omgaan.

Pas jij bij Lijst KRAS?
Als jij graag mee wilt praten over hoe de lokale samenleving en de omgeving eruitziet, nu en in de toekomst, als jij graag je kennis en vaardigheden wilt vergroten op politiek gebied, als jij rechtvaardigheid en de gelijkwaardigheid van mensen belangrijk vindt, dan pas jij zeker bij Lijst KRAS!

Wij zijn dus op zoek naar…
Wij zijn dus op zoek naar mensen die iets zinvols willen doen en daarmee ook hun eigen ontwikkeling stimuleren. Vooral jongeren van 17 en ouder willen we vragen hier serieus over na te denken. Vrouwen zijn ook heel erg welkom.
Jullie kunnen altijd langskomen bij onze fractie om eens te proeven hoe het eraan toegaat en allerlei vragen stellen over wat er van jullie(stapsgewijze) wordt verwacht en wat daar tegenover staat. Zaken als huizen, sportinstellingen, scholen, jeugdvoorzieningen, ouderzorg enz. komen er niet vanzelf. Daar moeten mensen zich hard voor maken. Geïnteresseerd? Dan ben je van harte welkom! Mail gerust naar:
fractie@lijstkras.nl en bekijk onze website: www.lijstkras.nl

Fotogalerij

Barkeeper en dj Jan Tol terug naar plek des onheils: ‘Mooie tijd overheerst’ n

Herinneringen aan De Hemel

Op 1 januari is het straks 20 jaar geleden dat Volendam breaking news was in Amerika (CNN) en Groot-Brittannië (BBC). Nederland raakte geschokt, omdat bar De Hemel in brand stond en tientallen feestvierende kinderen – van buiten en van binnen – verwond raakten. Veertien jongeren kwamen te overlijden, duizenden mensen waren betrokken. Families, vrienden, omwonenden, hulpverleners, ooggetuigen, velen raakten getraumatiseerd. Naast de vele drama’s bracht de nasleep van de Nieuwjaarsbrand ook onvoorstelbare veerkracht en verrassende, soms ontroerende, gebeurtennissen met zich mee in de twintig jaar daarna. De Nivo brengt een reeks verhalen met mensen uit die betrokken groep. Vandaag Jan Tol (schoen), barkeeper én de dj van die avond. 19 jaar destijds. Voor het maken van de foto gaan we naar De Hemel. Terug naar toen. Naar die plek van ongeremd vertier, veranderd in ongekend verdriet. Het maakt hem weemoedig. Verlangend naar die jeugdtijd. ,,Ook al eindigde het abrupt en vreselijk, voor mij is het – voor altijd – een positieve plek.”
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

,,Ongelofelijk.” Dat ene woord, dat zoveel lading dekt, herhaalt hij wel een aantal keren. ,,Ik ben hier in het eerste jaar een paar keer geweest en toen hing er nog die ‘verbrande’ lucht, maar die is er nu uit.”
Hij toont zijn meegenomen draaiboek met liedjeslijsten. ,,Dit boek is in de maanden na de ramp door iemand meegenomen, maar werd jaren later bij mij aan de deur gebracht.” Voor hem een relikwie. ‘Schoen’ staat er op. ,,Het is redelijk in tact, maar hoe verder je gaat, hoe meer verschrompeld het is, door de hitte. Het boek heeft thuis een vast plekje op mijn studie- en werkkamer.”
Hij neemt alles weer even in zich op. De barkrukken, tafels, de vloer. Waarop werd gedanst en gesprongen, maar plots een generatie lag, over elkaar heen, bijna levenloos. De opnieuw verwonderde ogen gaan naar het plafond en de haakjes waar de kerstversiering aan hing. De gekrompen posters, de geschreven woorden op spiegels.
Jan begeeft zich door het nisje richting zijn wekelijkse ‘podium’ van die tijd, de plek waar hij tapte. ,,Hier stond ik. Dit was mijn bar.” Met uitzicht op de dansvloer én de nooduitgang. Hij stapt opzij, naar de muziekdesk. Daarboven staat nog altijd de muziekinstallatie, zwartgeblakerd en deels gesmolten. ,,Ik heb later de twee minidiscs eruit gehaald. En ze deden het ook nog thuis.” Hij wijst op de volumeschuifjes. ,,Kijk, ze staan nog, zoals op het moment dat de brand uitbrak. Helemaal naar boven, maximale decibel. En er zat een geluid in die boxen, ongekend…”
,,Ongelofelijk. Als je dit zo ziet, dan kun je je niet voorstellen dat het twintig jaar geleden is. Alsof het vorige week was…” Kijkend naar de prijslijst. Een biertje deed 2 gulden 75 cent. De ‘Shoe-drink’ staat er op, een naar hem vernoemde cocktail. ,,Wat er in zat, weet ik niet meer.”

Gebroken rib
Hij staat even stil, dicht bij de in- en uitgang. En houdt de adem even in. ,,Hier liep ik eigenlijk over de mensen heen. En ik weet nog dat ik opeens een schop kreeg van iemand die op de grond lag. Echt, een trap. Daardoor viel ik bijna, maar ik kon mezelf aan de reling van de bar vasthouden. Toen ik later in het ziekenhuis wakker werd, voelde ik pijn in mijn borststreek en bleek ik een gebroken rib te hebben.”
Vijftien was Jan, toen hij zijn examen haalde op de LTS – tegenwoordig Triade – en als metselaar aan het werk ging én tegelijkertijd achter de bar ging staan in de Wir War Bar. Jan maakte een seizoen deel uit van de jeugdopleiding van FC Volendam en kwam als zeventienjarige terug bij de RKAV A1. Toen ik voor de eerste wedstrijd tegen Ajax A1 op de bank werd gezet, was dat onbegrijpelijk in mijn ogen, er werd een jongen van buiten in de basis gezet. Moest ik al snel warmlopen, waarna een confrontatie met de trainer volgde. Hij stuurde me weg. Ik heb het nog wel opgepakt in de zaterdagselectie en de zondag-3, een vriendengroep met Jan Tol, Dennis Tol, Ronald Sier, Rob Schilder, jongens die ook in De Hemel kwamen.”
,,Daar, boven de Wir War, kwam ik al snel te werken toen Jack Jonk (kirrie) stopte als barkeeper en dj. René Schilder (pius) werkte daar al en maatjes als Jeroen Kwakman (ballap) en Ruud Tol (babbet) werden er werkzaam, als ook Hans Jonk (sjef). Toen hebben we samen het café een ander gezicht gegeven, kwam er ook een ander uitgaanspubliek. In drie jaar tijd groeide het uit tot het best lopende café van Volendam.”
,,Het werken in de bar was het mooiste deel van de week, je keek uit naar het weekeinde. Op zaterdagmorgen een klusje, een wedstrijdje voetballen en om vier uur ’s middags was ik al in De Hemel, terwijl het om zes uur pas open ging. De mooiste tijd van mijn leven. Doordeweeks zaten we ’s avonds met onze vrienden in de Wir War, na de voetbaltraining, aan een colaatje. Daarboven, De Hemel, runden wij met een cluppie, een vaste kern, de tent. Zo jong als we waren.”
Jarenlang mochten Jan en zijn maatjes als entertainers de zaterdagavond een gezellige glans geven. ,,Er heerste zo’n unieke sfeer, het was zonde als de avond voorbij was. Als barkeepers namen we ook nooit een vrije zaterdagavond. Er zaten altijd vaste groepen, dus aan die tafels ging niemand anders zitten.”

‘Enkele weken
voor die bewuste
oudejaarsavond
kregen we als
barkeepers
een cursus
Brandveiligheid’

,,Tja, die mooie tijd… Een half jaar daarvoor dachten we nog dat we de EK-finale in De Hemel zouden beleven met driehonderd man. Nederland won met 6-1 van Joegoslavië, het was een ongekend feest in een bomvolle Hemel, mijn mooiste avond in die bar. Maar toen kwam de gigantische kater van de strafschoppenserie tegen Italië en het missen van de finale. Waardoor we die gezellig dag niet kregen.”
,,Enkele weken voor die bewuste oudejaarsavond kregen we als barkeepers een cursus Brandveiligheid. Leerden we ook hoe te blussen als er brand zou uitbreken. Op 1 januari 2001 zou er tevens iets veranderen. We zouden bij de toegang, beneden bij de Wir War, gaan handhaven op de leeftijd van 16 jaar. Ik weet nog dat Klaas Keizer op het rooster stond om tijdens nieuwjaarsdag op die plek te gaan werken. Die oudejaarsavond zaten er ook groepen met jongeren van veertien jaar. Heb ik rond half elf nog omgeroepen dat die regelgeving ‘vanaf morgen’ in zou gaan. Een aantal van hen wist dat ze er de volgende dag niet meer in mochten.”
,,Hoe die oudejaarsdag verliep, staat in mijn geheugen gegrift. ’s Middags was ik met Jeroen Kwakman (Ballap) en Johan Kwakman (bille) al in De Hemel geweest om van alles klaar te zetten, glazen te spoelen, drank te bevoorraden. Even naar huis en al snel hadden we weer afgesproken. Ik zie mezelf nog naar Jeroen lopen. Het was rond het vriespunt. Ik had speciaal voor die avond een nieuw duur – fluwelen – overhemd gekocht. ‘Wat heb jij nou aan? Zo kun je niet achter de bar staan!’, zei Jeroen meteen. Ik had er ook een shirtje onder, dus ik kon het uittrekken. Dat heb ik naderhand ook gedaan, gelukkig…”
,,Voor de avond – tot aan middernacht – hadden we iets van tachtig reserveringen, dat viel een beetje tegen. Maar we waren van plan er een geweldige avond van te maken. René had een minidisc mee met een live-optreden van Robbie Williams en toen ‘Angels’ keihard aan ging, zei ik: ‘Dit wordt straks de plaat voor twaalf uur, als het nieuwe jaar begint’.”
,,Wat me altijd bij blijft, is dat het aanvoelde dat het een rare avond was. Alsof er iets ging gebeuren. Echt waar. Het was wel gezellig, maar toch. We hadden zulke hoge verwachtingen en het werd ook wel gezellig, maar het was anders, er hing iets in de lucht.”

Verantwoording
,,Toen ik ‘Angels’ om twaalf uur aanzette, zong iedereen luidkeels mee. De tent stond in een paar minuten tijd helemaal vol. Ik had zelf ook wel wat gedronken, maar hoe jong we ook waren, we droegen wel een bepaalde verantwoording met ons mee. Want als je teveel alcohol dronk, dat wilde eigenaar Jan Veerman (dekker) niet hebben, dan had je een groot probleem.”
12.21 uur. ,,Ik vergeet nooit meer welke plaat ik juist had aangezet: het clublied van FC Volendam. Na het intro met het applaus, vlak voor de elektrische gitaren begonnen, zag ik opeens in mijn linkerooghoek een steekvlam. Er brak paniek uit. Geschreeuw. De muziek viel uit…”
Hij houdt even in. ,,Normaal gesproken kan ik er goed over praten, maar nu merk ik dat dat lastig is. Je hoorde geknetter en gegil. Barkeeper Rolf Zwarthoed (nonnie) gooide met ijsblokjes uit de grote bak, de obers Chris de Boer en Johan Koning probeerden met hun blote handen de brandende kersttakken naar beneden te trekken. Ik wist waar de nooduitgang zat en in een splitsecond ging het door mijn hoofd: wegwezen! Maar ik bleef. Ik wilde redden. Jeroen stond naast mij achter de bar, keek me aan en riep ‘blussen’. Ik pakte de brandblusser en wilde de pin eruit trekken. Ik liep die kant op, maar de vlammen en de hitte kwamen bij mijn armen en gezicht… ik moest capituleren. Ik kreeg de pin er niet uit…”
Het benauwt hem, net als toen. ,,Ik zocht dekking, onder mijn bar. Opeens stopte het gieren en gillen. En kon je een speld horen vallen. Mijn t-shirt vloog door de hitte in de brand en dat trok ik uit. Onder de bar zat ik, met een natte theedoek. Wachten en hopen. Terwijl we niet wisten waar we op hoopten of op wachtten. Ik dacht dat het klaar was. Dat ik moest opgeven en ben kort weggeweest. Opeens hoorde ik gerinkel. Iemand van buiten op de luifel staand, gooide de ramen in. Ik voelde weer zuurstof, dat gaf een boost. Ik krabbelde op. En dacht dat iedereen dood was, omdat niemand anders opkrabbelde. Iedereen was dood, behalve ik…”

‘Samen met Jan ‘Dekker’
heb ik jongeren die op
de grond lagen,
opgetild en naar
buiten gebracht.
Wel 25 of 30’

,,Waar-ie zo snel vandaan kwam, weet ik niet, maar eigenaar Jan ‘Dekker’ stond ineens naast me. ‘Wat is hier gebeurd?’, keek hij lamgeslagen om zich heen. Hij was door de nooduitgang naar binnen gekomen. Ik keek achter me, zag René Pius staan en terwijl de brand al geblust was, pakte een meisje dat achter de bar was gekomen, de CO2-blusser en spoot die op mijn rug leeg.”
,,Terwijl ik net daarvoor nog dacht aan opgeven, kwam er kracht los: daarna heb ik samen met Jan ‘Dekker’ jongeren die op de grond lagen, opgetild en naar buiten gebracht. Wel 25 of 30. Totdat Jan tegen me zei: ‘Jan, jij moet nu weg, jij moet naar een ziekenhuis’. Ik liep op blote barst, ging naar de zogeheten dark room, daar hingen jassen en ik pakte er eentje. Ik wilde terug De Hemel in, maar de hitte die daar nog in die hoek hing, deed me besluiten weer om te draaien en via de dark room aan de achterkant van de bar het platte dak op te gaan. Daar stonden een aantal jongeren, die voor mijn gevoel compleet de weg kwijt waren en wilden springen, omdat ze dachten dat er een ontploffing zou komen. Ik kon ze behoeden om niet te springen. Eén meid stond op beha, dus ik gaf haar mijn jas. Er werden vanuit de steeg door brandweermannen twee lange ladders neergezet. Ik dacht: straks heb ik dit overleefd, maar val ik van die smalle ladder af… Dat was angst én kwam door de kou.”
,,Eenmaal beneden op het Pellersplein werd ik door een brandweerman met water besprenkeld. Ineens zag ik achter het lint van de afzetting een bekende, ik liep op hem af, maar hij draaide zich om, waarschijnlijk vanuit schrik. Vervolgens zagen mijn zus en zwager me en die waren superblij, want vlak daarvoor had iemand tegen hen gezegd dat ik dood zou zijn. Zij hebben mij in bar De Kakatoe gebracht. Daarbinnen was het ook ontzettend koud.”
Moe
,,Ik werd opgevangen door Alex Jonk, de zoon van bareigenaar Charles. Om me heen zaten ook mijn collega’s Jeroen en René. Ik had even oogcontact. Alex hield mij heel goed aan de praat en toen ik vroeg hoe ík er uit zag, zei hij ‘met jouw gezicht gaat het goed komen’. Hij stelde me gerust. Mijn vader mocht naderhand ook binnen. Bij de eerste keer dat Jeroen en ik naar de noodopvang van de Sigma-tent werden gestuurd, werden we weer teruggezonden. Degene die het hardste schreeuwde, werd als eerst geholpen. Dat bleek later een inschattingsfout te zijn, omdat degene met derdegraads brandwonden de pijn niet voelden. Pas laat, om 05.20 uur, mochten wij alsnog naar buiten. Op dat moment stond er kennelijk een fotograaf van Weekblad Panorama buiten en die maakte een foto van mij – in een foliedeken – en mijn vader. Jeroen en ik werden samen op een brancard uit de tent gereden en zeiden nog iets tegen elkaar in de trant van ‘het komt goed’.”
Jan werd naar het Brandwondencentrum van Beverwijk vervoerd. ,,Ik was zo moe, wilde alleen maar slapen. Maar ik moest behandeld. Kwam op een normale kamer terecht, omdat de intensive care vol lag met dorpsgenoten. Na twee dagen verslechterde mijn toestand, waardoor ik alsnog op ic belandde. Een Amerikaanse chirurg, David, zou mij opereren, maar na zijn analyse bleek dat hij een aantal lichaamsdelen die ze zouden opereren, zoals mijn gezicht, voor 24 uur wilde uitstellen. Omdat ik een huidtype bleek te hebben dat heel sterk is. Dat is mijn geluk geweest: uiteindelijk is dat heel goed uitgepakt en heel goed hersteld. Een mirakel. Ik was voor dertig procent verbrand, waarvan de helft derdegraads.”
,,Op de ic hebben ze mij nog wel vast moeten binden, omdat ik de tube waardoor ik ademde, uit mijn mond trok. Vervolgens hebben ze me helemaal in slaapcoma gebracht. Ik had dromen vanwege de morfine. Dat ik René Pius’ lichaam in delen voor me zag. Hij lag daadwerkelijk ook heel slecht, in een andere ziekenhuiskamer. Ik draaide ook muziek in mijn dromen.”
,,Bijzonder was ook dat er in die eerste weken mensen waren die op afstand samen reiki voor me deden, baden en zo de krachten bundelden. Zoals er ook een man op mijn kamer is geweest die boven mij heeft gebeden. Ik geloof daar in.”
,,Toen ik was ontwaakt en één van onze vrienden, Mark Sier, bij me op bezoek kwam, zei ik zelfverzekerd dat ik een week later wel thuis zou zijn. Alleen werd me ondertussen door mijn ouders verteld welke jongeren overleden waren. Daar zat ook Nico Kwakman (ballap) bij. Een collega-barkeeper die de bewuste avond niet werkte. Maar ik had hem in De Hemel bezig gezien, toen hij, net als ik, jongeren eruit hielp. Ik hoorde van mijn ouders en vrienden van alle begrafenissen die waren geweest. Ik had alles gemist. Daardoor is het besef nooit gedaald. Ik heb nu nóg steeds het gevoel dat ik Nico elk moment kan tegenkomen. Omdat ik geen afscheid heb genomen.”

‘Ik heb nu nóg
steeds het gevoel
dat ik Nico elk
moment kan
tegenkomen.
Omdat ik geen
afscheid heb
genomen’

Geestelijk had hij het slecht. ,,Vanuit mijn kamer in het ziekenhuis zag ik ook de rookpluimen en het vuur van de Hoogovens, dat pakte helemaal verkeerd uit. Zodra het bezoek weg was, huilde ik. Dan had ik de hele nacht een verpleegster bij me. De hele nacht. Ik praatte met haar over van alles. Had die steun nodig. Luisterde uiteraard vaak muziek en als ik dan bijvoorbeeld ‘Why’ van The Cats hoorde, dan had ik verdriet. Dus ik wilde het ziekenhuis uit. Op die vrijdag, zoals ik had gezegd. Ondanks dat het me werd afgeraden. Ik ontsloeg mezelf. De doktoren zeiden dat ik het thuis niet zou redden en reserveerden een bed voor me. Het ging ook niet goed. Ik moest terug vanwege uitval van bepaalde zenuwen, daarvoor heb ik een jaar lang therapie gevolgd.”
,,Ik weet nog dat Jan ‘Dekker’ op bezoek kwam in het ziekenhuis. Vanwege de emotie die leefde bij ouders van getroffenen moest hij onherkenbaar, buiten bezoekuren om, het ziekenhuis in geloodst worden. Ik begreep het achteraf gezien wel, maar dat raakte me ook. Hij kon misschien een harde en zakelijke kant hebben, maar Jan was een goed mens. Heeft deze verschrikkelijke situatie ook nooit gewild. Ik weet nog goed dat hij een aantal barkeepers waaronder ik, nadat we de kersttakken begin december hadden opgehangen, boos bij zich riep op een avond. We moesten het opnieuw – strakker – ophangen. Dus het ging opnieuw.”
,,We vormden een team. John Veerman (kadij) was destijds de bedrijfsleider en bracht mijn ouders enkele keren naar het ziekenhuis, aangezien mijn vader geen rijbewijs en auto had. Zoals Laura, de dochter van Jan ‘Dekker’ die ook in de Wir War werkte, mij uit het ziekenhuis heeft gehaald toen ik naar huis mocht.”
,,Jan bouwde ten tijde van de Nieuwjaarsbrand en daarna het huidige restaurant Lotje in het ernaast gelegen pand: vroeg hij mijn toenmalige werkgever of ik in mijn revalidatietraject mocht proberen het werk bij dat bouwtje op te pakken. Haalde Jan me ’s morgens vroeg op, dronken we in de pauze in de Wir War een bak koffie en bracht hij me rond elf uur in de ochtend weer thuis.”
,,Later werd hij als eigenaar gedaagd voor de rechter en daar in Haarlem werd ik als barkeeper ook door drie rechters verhoord. Dat doet echt wat met je, ook al ben je nóg zo nuchter. Jan heeft het nooit kunnen verwerken. Dan spraken we er in de jaren daarna samen wel eens over, met tranen in onze ogen.”

Weggerukt
,,Ik heb naderhand zeker moeilijke momenten gehad. In de eerste periode konden we gevoelsmatig niet verder, omdat De Hemel niet meer open ging, maar dat gold ook voor de Wir War Bar. Het leek alsof er een deel van mijn leven was weggerukt, op zaterdagavond wist ik me geen raad. Het barkeeper- en dj-bestaan, dat was weg en ik wilde dat terug. Ik vond dat bestaan te leuk en ben daarom in Bar ’t Gat van Nederland aan de slag gegaan.”
,,Toen kon ik dát deel van het leven ook weer oppakken. Daar hebben de mensen om mij heen mij ook bij geholpen. Mijn vrienden, mijn latere vrouw. Na zo’n twee jaar heb ik gesolliciteerd bij HSB en daar heb ik me verder ontwikkeld, als metselaar, maar uiteindelijk ben ik met veel studie – waarvoor mijn vrouw me alle tijd en ruimte gaf – opgeklommen tot hoofduitvoerder.”
,,Als ik die vrienden en barkeepers spreek over toen, dan overheersen de mooie herinneringen. Als ik praat over De Hemel, spreek ik met trots. De gebeurtenis is verschrikkelijk, maar het heeft mij gevormd tot wie ik ben geworden. Da’s niet op alle vlakken positief, gezien het drama, maar ik ben er sterker uit gekomen en heb ik het leven weer opgepakt. Het leven is te mooi om dat niet te doen, maar zoals gezegd, daarvoor heb je ook mensen om je heen nodig. Mijn ouders en zussen hebben een verschrikkelijke periode meegemaakt, hebben het er lang moeilijk mee gehad. We zijn geen praters, misschien is het goed om daar eens samen bij stil te staan.”

‘Ik geloof er in,
dat het mijn tijd
nog niet was.
Ik had het immers
al opgegeven…’

,,Ik heb vaak doelen gesteld, die ik heb behaald en dat sterkt je ook in het verloop van je verdere leven. Naderhand kreeg ik bijvoorbeeld ook de ruimte om mezelf, door middel van cursussen, als jeugdtrainer bij RKAV Volendam te ontwikkelen. Ik ben een streber en wil nóg hogerop, maar behalve alles willen, moet het ook te doen zijn, met drie kids. Die willen we ook alles meegeven in de opvoeding.”
,,Zo’n gebeurtenis verandert je leven, het gaat nooit meer bij je weg. Ik raak niet snel in paniek en kan situaties goed overzien, Maar wat ik ook merk, is dat ik situaties van tevoren al aan zie komen. Ik ben wel op mijn hoede.”
,,Iedereen heeft een verhaal. Van die nacht, de weken erna, maar ook de jaren erna. Tot op de dag van vandaag ben ik blij dat ik het heb overleefd. De Nieuwjaarsbrand heeft voor mij een positieve plek gekregen. Ik geloof er in, dat het mijn tijd nog niet was. Ik had het immers al opgegeven, totdat Dave Duin op het juiste moment de ramen insloeg. Voor een enkeling net te laat, voor velen levensreddend, anders hadden er honderden jongeren de dood gevonden…”
,,Ik vergeet het nooit meer en ik wil het ook niet vergeten. Ik ben dankbaar voor die fantastische periode. Ondanks het verschrikkelijke einde, haal ik er het positieve uit. Ik denk dat er velen met mij op die manier naar kunnen kijken. Waarbij ik me zeker realiseer dat het voor velen ook een drama voor het leven is geworden. Zoals de ouders die hun kind verloren. Die mensen leven al twintig jaar met een gevoel dat wij als overlevenden niet kennen en hopelijk ook nooit leren kennen.”
Zijn zoon Sem wordt in maart 14 jaar en heeft inmiddels de leeftijd van sommige barbezoekers van die avond. ,,Ik kan het me niet voorstellen dat hij nu naar de bar zou gaan. Bizar, maar toen was het normaal. Meiden presenteerden zich ook niet als dertien- of veertienjarige. Ik heb er met Sem wel eens over gesproken, wat er is gebeurd. Onze dochter van elf en zoon van vijf jaar hebben minder dat besef. Er komt een tijd dat ik het hen vertel.”
De decembermaand is weer begonnen. ,,Altijd als de Kerst nadert, denk ik er weer even aan en voel ik het aan mezelf.” Hij kijkt nog één keer De Hemel in. ,,Dit moet voorlopig behouden blijven. Dan kunnen wij en de volgende generatie aan hún kinderen vertellen en laten zien wat er is gebeurd.”

Diverse media besteden aandacht aan ‘Nieuwjaarsbrand, 20 jaar later’
Zowel in de landelijke kranten, sociale media en diverse tv-programma’s wordt komende maand aandacht besteed aan ’20 jaar na de Nieuwjaarsbrand’.
De EO grijpt de gebeurtenis aan om met zes vriendinnen, die de brand meemaakten, terug te blikken en om te praten over hoe het hen nu vergaat. Volendam – 20 jaar na de brand is op woensdag 30 december om 20.30 uur te zien op NPO 3. De tieners van toen zijn Marga Smit, Willie Tol, Eline van Pooij, Melanie Klene, Lisa Tol en Monique Tuyp.
Van maandag 4 januari t/m woensdag 6 januari (22.15, NPO 2) is bij KRO-NCRV de nieuwe driedelige documentaireserie De Veerkracht van Volendam te zien. In De Veerkracht van Volendam verbreekt de bedrijfsleider van café De Hemel voor het eerst in twintig jaar het stilzwijgen. John Veerman deelde zijn verhaal nooit uit piëteit met slachtoffers en nabestaanden. Brandweerman Jos Kras vertelt, als ook de overlevenden Linda Jonk, René Schilder en Kees de Boer. Op 1 januari 2021 toont NH Nieuws de persoonlijke documentaire van Gery Smit, één van de getroffenen.

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?