Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Uitzichtpunt voor de dijkwerkzaamheden

Door de Alliantie Markermeerdijken wordt op verschillende locaties gewerkt aan het versterken van de zeedijk tussen Hoorn en Amsterdam. Nabij Warder is een uitzichtpunt opgebouwd waar voorbijgangers een mooi zicht hebben op de omvangrijke werkzaamheden die er plaatsvinden.

 

Op het dijktalud is een trap geplaatst en bovenop een container is een plateau gemaakt met hekwerk eromheen. Achter de bestaande dijk is een brede stook zand opgespoten en hier is een haven gecreëerd voor de aanvoer van de benodigde materialen voor de dijkversterking.

Zodoende hoeven de materialen niet via de smalle weg langs de dijk aangevoerd te worden. Als men een ritje maakt met de auto of fiets langs de zeedijk tussen Edam en Warder, kan men hier even stoppen om de dijkwerken te aanschouwen.

Fotogalerij

Kees Pet deed vooral zo min mogelijk

Hij is de hoop van zijn vader en moeder als het op studeren aankomt, maar of hij deze druk ook aankan, is een ander verhaal. Kees ‘Pet’ Tuijp is wat men noemt een recalcitrante tiener, maar als het er echt op aankomt, geeft hij meer dan thuis.
Door Jan Koning

[ads id=66]

,,We zaten met maar zestien kinderen in de klas op de Nicolaasschool. Een softe klas, met onder andere Job Kroon, Charly Runderkamp, Nico Tol, Martin Schilder en Jan ‘Toles’ Koning. Met Jan heb ik eigenlijk heel mijn schooltijd opgetrokken. Omdat we zo weinig kinderen in de klas hadden, was het heel relaxed. We kregen veel aandacht en ik vond het allemaal wel welletjes. Ik wist ook precies hoe ik net genoeg moest doen om bovenaan mee te draaien, maar er niet moe van te worden. De woorden die meester Thomas Tol in Groep 8 van de basisschool in mijn rapport schreef, bleken een rode draad door mijn hele schoolcarrière te worden.”

‘Een prima rapport.
Kees is op de
juiste momenten actief,
zodat er goed
gescoord wordt.
Toch mag er wat meer
activiteit zijn als
het niet om
scoren gaat.
Zet ‘em op, Kees!’

,,Op de lagere school was er nog niet veel gekkigheid. Ik kon goed opschieten met de leraren en was een groot fan van meester Klaas Kwakman. De oom van Dick Kwakman, tegenwoordig zelf leraar aan het Don Bosco College. Meester Klaas kon eeuwig mooi vertellen. Dat vond ik geweldig. Zeker ook omdat ik altijd een heel brede interesse heb gehad in van alles. Dan vertelde hij op een gegeven ogenblik over de maanlanding en maakte hij tekeningen erbij op het bord. Daar kon ik uren naar luisteren. Thomas Tol heb ik twee keer gehad, die was vrij apart. Die draaide platen op de platenspeler met Tjaichovsky en vertelde iedere week over weer een ander museumbezoek. Toch vond ik dat ook wel leuk. Ik had daar wel iets mee. Was echt breed georiënteerd.”
,,Uiteindelijk ging ik naar de middelbare school en dan krijg je wat meer branie. Of het plotseling was – weet niet of je dat zo kunt zeggen – maar uiteindelijk word je 13, 14, 15 en dan kom je in een bepaalde periode. Dan kan ik natuurlijk makkelijk zeggen ‘dan krijg je verkeerde vrienden’, maar misschien was ik voor anderen wel een verkeerde vriend. Dus om nou Jan ‘Toles’ de schuld te geven. Nee, dat was een superleuke gozer, dus laten we dat maar niet doen. Jongens als Marco Kil, John ‘Pen’, Nico & Rene ‘Ballap’, Kees ‘Vis’ en dat soort jongens, waar ik toen mee in aanraking kwam, zouden er meer te maken mee kunnen hebben, haha.”
,,Vanaf de derde klas van de middelbare school kwam ik in de kroeg – ik ging ook echt puberen – en toen ging het een tijdje even wat minder goed met me. Ik ontspoorde niet echt, maar school had op dat moment niet echt mijn prioriteit. Ik gaf er echt even niets meer om. Dat was voor Danny van Noorden een groot probleem en was thuis wel even een dingetje. Danny ging er vanuit dat ik – zoals ik eerder deed – ieder proefwerk twee keer maakte, zodat hij het blaadje dat ik hem gaf vervolgens in zijn handschrift kon inleveren. Nu ik de boel een beetje liet verslappen, kwam ik in tijdnood en werd dat niets meer. Of hij me dat kwalijk neemt? Geen idee, maar het komt nog wel regelmatig ter sprake, haha.”
,,Thuis had ik een ander probleem, want mijn vader is redelijk studie-georiënteerd en die heeft er altijd wel op gehamerd dat we goede cijfers zouden halen. Mijn ouders begonnen met mijn oudste broer en die had niet zoveel op met school. Toen mijn vader en moeder op vakantie waren, heeft hij zichzelf uitgeschreven van school. Dat was niet zo’n succes. Mijn andere broer heeft op zijn beurt heel veel school gedaan, maar heeft uiteindelijk zijn VWO gehaald in hetzelfde jaar als ik. Alleen is hij vier jaar ouder. De hoop was dus op mij gevestigd.”

‘Ik legde de telefoon
ernaast en bleef
nog effe liggen’

,,Ik heb het aan mevrouw Kloost, mijn mentor destijds, te danken dat ik qua school weer op het juiste pad kwam. Zij belde wekelijks mijn schoolresultaten door aan mijn ouders, dus moest ik weer even de zeilen bijzetten. De resultaten waren er uiteindelijk ook weer naar. Ik had geen negens en tienen, maar toch altijd wel een zes, zeven of een acht en ik hoefde daar niet superveel voor te doen. Ik wist precies wat ik er in moest steken om het voor elkaar te boksen.”
,,Ik was ook niet altijd aanwezig. Leerplicht? Ja, klopt maar ik lag vaak gewoon op bed en had de eerste twee uur standaard vrij. We hadden nog zo’n oude, iconische PTT-telefoon. Niet met zo’n draaischijf, maar wel met van die toetsen. Dan legde ik gewoon boven de hoorn ernaast en waren mijn ouders ook onbereikbaar. Zo rond de derde begon het toch wel te dagen bij de leraren en ben ik ook nog eens geschorst vanwege mijn overvolle absentielijst.”
,,Het leek op dat moment nog een utopie. Kees ‘Pet’ Tuijp als directeur van Molenaar & Zwarthoed. Het was op dat moment ook helemaal nog niet aan de orde. Ik zou eerst naar de Hogere Hotelschool. Was daar zo heilig van overtuigd, dat ik me helemaal niet ingelezen had over hoe of wat. Dus toen het eenmaal zo ver was, was ik totaal niet voorbereid. Had mezelf er niet eens op gekleed en nadat bleek dat er van de 1200 inschrijvingen maar 200 de school zouden halen, kocht ik eieren voor mijn geld. Ik besloot naar de HES te gaan en Management, Economie en Recht te gaan studeren. Waarom? Als je het echt niet meer weet, ga je rechten studeren, haha!”
,,Inmiddels zijn we ruim veertig diploma’s en certificaten verder. Of mijn leraren dit ooit hadden verwacht? Nou, denk het niet. Lange neus? Nee, dat zeker niet. Ik heb mijn schooltijd echt als ontzettend leuk ervaren en kijk er met een warm gevoel op terug. Of de leraren ook met een warm gevoel aan mijn aanwezigheid terugdenken, dat zul je echt even aan hen moeten vragen.”

‘Hij is goed met
mensen en dat was
hij toen ook al’

,,Kees? Niet Vincent? Daar weet ik nog wel meer over te vertellen. Dat was nogal een geval apart”, begint Huub Bexkens, voormalig leerkracht aan het Don Bosco College. ,,Nadat ik eerst Vincent had gehad, was Kees een verademing. Gewoon een normale leerling die wist wat hij moest doen en redelijk geïnteresseerd was. Ik gaf biologie en dat vond hij wel interessant. Daarom had ik geen problemen met hem. Je weet uiteindelijk nooit wat er van een leerling terecht zal komen, maar je zag wel aan hem dat hij een bepaalde drive had waarmee hij het ver zou kunnen schoppen. Ik heb er dan ook nooit van staan te kijken dat hij directeur van Molenaar & Zwarthoed is geworden. Hij is goed met mensen – dat was hij toen ook al – en dat is uiteraard belangrijk in zo’n functie. Ik spreek hem nog wel eens omdat ik verzekeringen daar heb lopen en kan het nog steeds goed met hem vinden.”

Fotogalerij

Wilde haren, gouden jaren:

Harmen Veerman verkiest de kleedkamerpret boven succes

Ondanks zijn 73-jarige leeftijd beschikt Harmen Veerman (poes) nog altijd over die typerende, jongensachtige uitstraling. Op het podium straalt hij steevast energie en enthousiasme uit. Of hij nu als rockende frontman, als gitarist of als koorzanger actief is, in iedere muzikale taak legt de Volendammer zijn hart en ziel. Het gangpad van de bus van Jan ‘van Slappe Taam’ zou tijdens de jaarlijkse buurtuitjes van de Overste Ludenstraat als allereerste podium fungeren voor een zevenjarige Harmen. Daar – in die oude bus – begon de muzikale reis die hem langs de grootste theaters van Nederland bracht. De reis die hem internationale successen liet zien. Maar bovenal, de reis die nog lang niet ten einde is.
Door Kevin Mooijer

[ads id=66]

,,Bij ons in de straat woonden de Pé’en van Jonk”, herinnert Harmen zich. ,,In het weekend stond daar altijd de deur open en als je voorbij liep, klonk de muziek uit de woonkamer. En dan hebben we het niet over van die eigenaardige marsmuziek die je na de oorlog veel hoorde, maar ze draaiden muziek die mijn interesse aanwakkerde. Je hoorde bijvoorbeeld Fats Domino en Pat Boone uit de speakers schallen. Ik weet nog goed dat ik dat voor het eerst hoorde. ‘Wat is dít?’, dacht ik. Vanaf dat moment zat ik daar ieder weekend op de stoep te luisteren.”
Een buurjongen van Harmen bleek in het bezit van een draagbare bandrecorder. ,,Toen ik dat ontdekte, was ik helemaal van de kaart. Johan Schilder ‘Spek’ had dat prachtige radiootje altijd bij zich, maar als hij tussen de middag ging eten mocht ik erop passen. Ademloos zat ik naar die magische recorder te kijken en luisteren. Daar is het muzikale zaadje geplant.”
Als gevolg van zijn voorliefde voor muziek besloot Harmen te gaan zingen. ,,Al gauw stond ik als zevenjarig ventje de hele buurt te vermaken in de tourbus van Jan ‘van Slappe Taam’”, lacht hij. ,,Ieder jaar gingen we met de buurt een dagje weg met die bus. Mijn moeder was penningmeester en de hele buurt betaalde een dubbeltje per week per persoon, of in ieder geval een bedrag in die richting. Er was natuurlijk ook wel eens iemand die het niet opbrengen kon, maar diegene mocht dan natuurlijk toch gewoon mee. Als de bus zich eenmaal buiten de grenzen van Volendam bevond, dan ging de microfoon aan. Dan moest er dus iemand gaan zingen. Ik voelde me dan vaak wel geroepen om een showtje weg te geven. Het repertoire bestond uit liedjes als ‘Oh, When the Saints’ en ‘Cotton Fields’. Alle buren zongen luidkeels mee. Iedereen vond het te gek.”

‘Als ik hoorde hoe
mijn broer Cees
dat zong, dacht ik
bij mezelf:
‘dit is het.
Dit wil ik
ook doen!’’

,,Niet veel later vertelde ik thuis dat ik de wens had een instrument te leren bespelen. Mijn vader zag dat als een mooie kans om mij trompet te leren spelen. Ik heb het geprobeerd en ik vond het wáárdeloos. Het was een trompet zonder knoppen, waardoor er maar één toon uit dat ding kwam. Bovendien had ik twee lippen van ieder vijf centimeter dik na het vele oefenen. Die blessure zette ik in om mijn vader ervan te overtuigen dat het beter zou zijn om mijn muzikale carrière over een andere boeg te gooien. Mijn broer Jan leende me wat geld om mijn eerste gitaar aan te schaffen.”
In de tussentijd was Harmens broer Cees al langere tijd actief in de lokale muziekscene. ,,Ik was nog heel jong toen Cees in the Sputnik Boys speelde. Ze repeteerden vaak bij ons in het ouderlijk huis en mijn broer was vooral verantwoordelijk voor de Elvis Presley-liedjes op het repertoire. Als ik hoorde hoe hij dat zong, dacht ik bij mezelf: ‘dit is het. Dit wil ik ook doen!’”
Voorzien van een ongelimiteerde dosis motivatie ging Harmen op gitaarles bij Jaap de Koster. ,,Ik had een ouwebakken gitaar waarvan de dunne snaren vaak meerdere keren aan elkaar vast geknoopt waren, maar ik was vastberaden gitaar te leren spelen. In die tijd kon je niet even langs een muziekwinkel gaan. Je moest helemaal naar het verre Amsterdam om nieuwe snaren te halen. Dus als elf- of twaalfjarig jongetje moest je wachten tot er een bekende die kant op ging en dan kon je hopen dat je mee mocht. Zo ging dat vroeger als je gitaar wilde leren spelen.”
Na een jaar of twee op les bij Jaap de Koster kwam Harmen in contact met Cor en Jan Dekker. ,,Die jongens woonden ver van ons vandaan. Althans, zo zagen we dat in die tijd. Ik denk dat ze driehonderd meter verderop woonden, maar Volendam was zo klein dat je dat ver vond. De Dekkers waren altijd bezig met muziek en dat stond mij en mijn neef Jaap Lautenschutz wel aan. Ze beschikten over een onbewoonbaar verklaarde woning, waarvan ze de huiskamer hadden omgetoverd tot een mooie repetitieruimte. Jan Dekker was onze drummer. Hij wist nog wel hoe wij ook aan een geschikte oefenruimte konden komen. We moesten alleen eerst even het dak op klimmen en het achterraam kraken. Zo werd het bovenkamertje onze eerste echte oefenruimte.”
De eigenaar van het zelfbenoemde repetitiehuis was Thoom Dekker. ,,Het raampje van onze oefenkamer keek uit op het huis van Thoom, waardoor hij ons goed kon horen als we speelden. Schijnbaar vond hij ons lekker klinken, want voor we het wisten promoveerden we naar de huiskamer. Dat was voor ons als jonge gasten een indrukwekkend hok. Rondom van die Perzische vloerkleden aan de wanden getimmerd en er stonden een paar echte instrumenten.” De vele uren oefenen werden uiteindelijk beloond met een eerste officiële optreden en dat ging gepaard met het aanstellen van een officiële bandnaam. We zouden verder door het leven gaan als the Beat Boys.
,,Bij Jan Buijs ‘Spruitje’ in de danszaal mochten we onze kunsten komen vertonen. De instrumenten werden aangesloten op een oude radio en ik – als sologitarist – werd aangesloten op een televisie omdat ik wat harder moest. Na een paar optredens in de dansschool werden we in de AMVO uitgenodigd om te spelen. Zo werden we één van de eerste bandjes van Volendam die ergens mochten optreden voor publiek. Als beloning kregen we vijf gulden voor een succesvolle avond. Jan Dekker kwam helaas op achttienjarige leeftijd te overlijden aan leukemie. Dat was een flinke klap voor ons als vrienden en leeftijdsgenoten. Een betere drummer op een pan en deksel was er niet…”

‘Mijn neef Jaap en
ik mochten soms
van Piet Veermans
moeder naar boven
om te luisteren
naar hoe the Cats
hun harmonieën repeteerden.
Doodstil zittend,
gehurkt in
een hoekje. Prachtig’

Harmens oudere broer Cees was in de tussentijd uitgegroeid tot leadzanger van the Cats. ,,De harmonieën repeteerden ze bij Piet Veerman op het slaapkamertje. Mijn neef Jaap en ik mochten soms van Piets moeder naar boven om te luisteren naar the Cats. We moesten doodstil, gehurkt in een hoekje zitten. Alleen dan mochten we blijven. Als we bewogen, konden we vertrekken. Prachtig.”
Niet alleen Harmen en Cees Poes waren actief in de muziek, maar onder meer ook broer Jan zag wel heil in het bandjesgebeuren. ,,Jan werd onze manager. Hij ging echt de hort op in Amsterdam en omstreken om optredens voor ons te regelen. Zo kwamen we bijvoorbeeld bij een talentenjacht van Joop van den Ende terecht. Op een heuveltje in een Amsterdams park werd een podium gebouwd en daar moesten we het dan opnemen tegen allerlei verschillende bandjes. Joop is natuurlijk een linke vogel en dat was hij toen ook al. Nadat iedere band had gespeeld en de avond een succes bleek, nam hij het woord en zei dat de beker nog niet uitgereikt zou worden. Hij had besloten dat dit nog maar de voorrondes waren.” Harmen lacht: ,,Die truc haalde hij de keer erop weer uit. De finale werd geloof ik in Purmerend georganiseerd. We werden eerste of tweede, maar wat voor ons het meest belangrijke was: we kregen wat naamsbekendheid in het bandjescircuit.”
Helaas bleek voor Harmen & co dat het succes gepaard ging met onenigheid in de band. ,,We kregen wat hommeles in de groep. Personele wisselingen, een ander repertoire, een nieuwe manager en vervolgens werd de naam veranderd in Left Side. In dezelfde week dat the Cats aangenomen werden bij een grote platenmaatschappij, werden wij afgewezen. We waren te jong en eigenlijk nog niet goed genoeg voor het grote werk. Zo kwamen we bij uiteindelijk bij producer Gaby Dirne terecht. Wim Tol ‘Stein’ schreef ons eerste single ‘Confusion in my Mind’. Na het terugluisteren van de opnames waren we het er unaniem over eens dat we niet tevreden waren over de kwaliteit. We besloten nogmaals auditie te doen bij EMI – de grote platenmaatschappij van onder meer the Cats – en dit keer werden we wel aangenomen. We zijn gelijk de studio ingedoken en hebben nog wat liedjes van Wim Stein opgenomen. Er werden prachtige arrangementen bij onze liedjes geschreven. Dat werd vervolgens ingespeeld door een heus orkest. Om daar bij te mogen zitten, dat was een levenservaring.”

Wereldgroep
Left Side groeide uit tot één van de meest geboekte bands in Nederland. ,,Het geld dat we verdienden met spelen, investeerden we in instrumenten en een installatie. We hadden een professionele setup die tegenwoordig nog steeds fantastisch zou klinken.” De ambitieuze band bleef zoeken naar nog meer ingangen voor kwaliteitsimpulsen. ,,We haalden Dick Plat binnen als nieuwe toetsenist en we waren het erover eens dat mijn gitaarspel niet toereikend was voor wat wij voor ogen hadden als band. We speelden muziek van onder meer Led Zeppelin en Deep Purple. Die platen zitten vol met ruige, snelle en technische gitaarsolo’s. Daar heb je een echte sologitarist voor nodig en die vonden we in eerste instantie in Steef Reilingh en later in Evert Veerman (Jas)h. Vervolgens ging Jaap Sombroek (Lood) bij de BZN vandaan om bij ons te komen drummen. Het was een wonder hoe goed die jongen kon drummen. We hadden echt een wereldgroep met deze samenstelling.”
,,We kregen op een gegeven moment zelfs roadies. Dat was een welkome versterking, aangezien wij gewend waren geweest om na ieder optreden onze spullen ’s nachts terug te brengen. Dat was een flinke tocht met die loodzware spullen. Een plein in het centrum van Volendam oversteken, een deur door, helemaal naar de achterkant lopen, dan weer een lange gang door en dan nog eens twee trappen op. En dat terwijl je lam was van het opbouwen, het spelen en hier en daar een drankje. Maar goed, het hoorde erbij. Ook dat had z’n charmes. In een latere fase kregen we een repetitieruimte in het Cultureel Centrum aan de Julianaweg. Dat was tijdens de nachtelijke taken beter geschikt omdat we aan de weg zaten en onze spullen dus zo naar binnen konden gooien. Die spullen bleven we mee naar Volendam nemen, maar vanaf dat moment dus met ondersteuning van onze fanatieke roadies.”
Hoe goed de muzikanten van Left Side ook waren, in de studio werd alles ingespeeld door sessiemuzikanten. ,,Dat wilde de platenmaatschappij zo hebben. Voor ons werd dat onacceptabel. We hadden zoveel kwaliteit in de band dat we vonden dat we onze eigen muziek in moesten spelen.” Evert Jash kwam met een eigen nummer ‘See You Crying’ en we hielden een pleidooi bij de platenbaas dat we dit toch echt zelf zouden gaan inspelen. Totaal onverwachts kregen we het voordeel van de twijfel.” Vol adrenaline dook Left Side de studio in om de wereld te laten zien wat ze in hun mars hadden. ,,Dat nummer stond voor wat we waren. We stonden in het livecircuit bekend als een ruige rockband en nu zouden we dat in de studio ook bewijzen. We waren ontzettend trots op het eindresultaat van die opnamedag, maar het nummer deed landelijk gezien helaas weinig. Misschien was Nederland nog niet klaar voor het harde werk.”
,,En dan kom je in de vergetelheid… We werden in de ijskast gezet, zoals ze dat noemden. Het was een gevolg van onze hit-droogte.” Evert Jash gooide de handdoek in de ring en Left Side moest op zoek naar een nieuwe producer. ,,Die vonden we in Peter Koelewijn. Hij was erg gecharmeerd van onze sound en van mijn stem als zanger. Het eerste liedje dat we met Peter opnamen bleek een schot in de roos.”

‘Vooral in Argentinië
en Brazilië werd
‘Like a locomotion’
een hit’

Het succes van ‘(Like a) Locomotion’ reikte tot het verre Zuid-Amerika. ,,Vooral in Argentinië en Brazilië werd het een hit. Het succes zorgde voor een nieuwe dosis motivatie in de groep. We kregen zelfs studiotijd. Dat hield in dat we met een ideetje de studio in liepen en daar vervolgens alle tijd en middelen tot onze beschikking kregen om er wat moois van te maken. Peter Koelewijn kwam met het idee om die tijd te gebruiken om de LP ‘the Best of Left Side’ te maken. ‘(Like a) Locomotion’ kwam in Frankrijk op nummer 1 te staan. We mochten naar Parijs om de band te promoten. Left Side was te zien op televisie en te horen op de radio in heel Frankrijk. In Brazilië stonden we veertig weken lang op nummer 1 en ook onze tweede single ‘Mamma Mia (Every Time I See Ye)’ bereikte de hoogste plaats in de Zuid-Amerikaanse hitparades. We leefden in ongekende weelde.”
Eenmaal weer op Nederlandse bodem waren de heren van Left Side ervan overtuigd dat ze vanaf dat moment bij de grote namen in muziekland zouden horen. ,,Na al die successen dachten we dat we het gemaakt hadden, maar daar hetzelfde rondje weer: Heerhugowaard, Sneek, Bolsward en noem maar op. Deze tegenvaller bleek voor ons het begin van het einde. Het publiek in die zalen had ons op een gegeven moment wel gezien en de discomuziek was bezig aan een opmars. Er ontstonden coverbandjes die zestig liedjes op een avond speelden. M’n broer Martin noemde dit fenomeen de wet van de remmende voorsprong. Wij geloofden nog steeds in ons oude vertrouwde trucje, maar werden daardoor ingehaald door de tijd. We kwamen in een neerwaartse spiraal terecht. Een aantal bandleden hadden er genoeg van en stopten ermee.” Harmen neemt een korte pauze en zucht: ,,Ik vond het doodzonde. Nog altijd kijk ik naar die periode terug met een naar gevoel. Het enige mooie uit die tijd was het afscheidsoptreden in de Jozef met 950 man in de zaal. Nu kan je je dat niet meer voorstellen, maar toen kon dat nog.”
Na het uiteenvallen van Left Side ging de moegestreden frontman fulltime aan het werk bij Pneuman, waar hij veiligheidsplannen voor fabrieken en werkplaatsen ontwierp. ,,Ondanks dat ik mijn hele leven werkte, wist de muziek me toch altijd weer te vinden. Voordat ik het wist stond ik bij Jack Jersey in de studio om mijn solosingles ‘Lady of the Night’ en ‘Picture on the Wall’ op te nemen. De liedjes werden aardig ontvangen, maar ik had nu eenmaal last van een omen. ‘Lady of the Night’ werd op een populair radioprogramma in een wedstrijd gebruikt. Er werden een aantal nummers gedraaid en de luisteraars konden kiezen welke ze het mooiste vonden. Mijn liedje werd gekozen en dat betekende dat het door alle dj’s van dat station gebruikt zou worden. Je kwam dan wel aan een totaal van twintig of zelfs dertig keer per dag op één en dezelfde zender.” Het liep helaas anders.
,,Die week hadden de dj’s besloten te stoppen met het draaien van de winnaar. Hij kon wel weer, vonden ze. Met Left Side maakten we een vergelijkbare situatie mee bij Veronica. We zouden koste wat het kost een keer de alarmschijf worden. Toen we het éindelijk voor elkaar kregen met ‘I Want Ye and I Get Ye’ werd de stekker uit Veronica getrokken. Wel uitgeroepen tot alarmschijf, maar nooit gedraaid. Mijn muzikale carrière werd gekenmerkt door dit soort tegenspoed…”

Jesus Christ Superstar
Harmen besloot zich af te zonderen van de wens om professioneel muzikant te worden en richtte zich op het starten van zijn eigen winkel. ,,In de tussentijd heb ik nog wel – omdat ik het leuk vond – op trouwerijen gespeeld met Jaap de Witte en soms met Evert Jash, maar ook daar had ik op een gegeven moment weinig zin meer in. Tot Jan To voor de deur stond: ‘jij deed toch altijd die missen?’. Ik zei: ‘ja, dat heb ik altijd gedaan, maar ik zie al dat gedoe niet meer zitten voor een paar liedjes.’ Jan wist het goed gemaakt. Hij zou de installatie en alles opbouwen en ik hoefde alleen aan te schuiven met mijn gitaar en microfoon. Dat idee beviel me wel. Uiteraard loopt het in de praktijk anders. Als je ziet dat je maat staat te zwoegen, dan help je hem. Maar ik bleef wel plakken. Het was namelijk hartstikke leuk om te doen. We speelden een leuk repertoire en werden veel gevraagd in verschillende settings. Bruiloften, kroegen, tuinfeesten, noem maar op. Wat me het meeste bijgebleven is van die tijd was ons jaarlijkse optreden in de Joppekop. We speelden tegen het einde van de middag voor een stelletje barbaren. Ze begonnen de dag met een kaarttoernooi en zaten steevast met hun rug naar het podium. Maar wat ook vaststond, was dat ze tegen het einde van de avond zowat het plafond eruit trokken. Zó gezellig was dat altijd.”
,,Mijn volgende project was samen met Sebastiaan Mol en mijn zoon Kelly. Strings heette ons trio. We zongen alles driestemmig en hadden veel lol samen. In diezelfde periode werd ik gevraagd om aan Jesus Christ Superstar mee te doen. Dat was echt een fantastische ervaring. Ik herinner me nog goed dat ik vanwege mijn rol als Pilatus op straat herkend werd door een paar jonge jongens. Ik liep over het zebrapad en verderop fietste een groepje kinderen. ‘Daar loopt Pilatus! Daar heb je hem!’ Geweldig, toch?” Harmen haalt nog een leuke anekdote aan over zijn deelname aan de musical. ,,Ik zong het nummer ‘Pilate’s Dream’ en moest daarvoor wisselen van zender met een andere apostel. Het orkest begon te spelen en het publiek kijkt muisstil toe hoe ik naar voren stap voor mijn grote moment. ‘I dreamed I met…..’ Ik zong wel, maar er klonk geen geluid in de zaal. Het was doodstil. Ik stopte met zingen en rommelde wat aan mijn zender, waarna ik hem weer aan hoor gaan. Inmiddels was ook het orkest gestopt met spelen. Ik besloot de situatie in ons voordeel te gebruiken: ‘lieve mensen, nu weten jullie in ieder geval zeker dat alles 100 % live is. Het orkest zit onder het podium in spanning te wachten hoe we dit gaan oplossen, maar het technische mankement is inmiddels verholpen. We gaan het opnieuw doen.’ Wat volgde was een daverend applaus.” Harmen lacht: ,,Achteraf kwamen er verscheidene castleden naar me toe om te zeggen dat ze blij waren dat dit mij gebeurde in plaats van hunzelf. Ze vonden het knap hoe ik met de situatie om was gegaan.”

‘De humor, de verhalen
en het lachen. Dat is
voor mij het mooiste
aan muziek maken’

Door de jaren heen is Harmen veel te zien en vooral te horen geweest in verschillende opnames en projecten. ,,Ik heb meegewerkt aan een kerstlied met Willeke Alberti, Ciska Peters, Ronnie Tober, Nico Haak, Peter Koelewijn en ome Joop de conciërge – die als geintje mee mocht doen. Ik ben lid geweest van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Ik heb met de Tribute to the Cats Band voor zesduizend man in de Heineken Music Hall gestaan en heb de eer gehad om ‘An Evening With Harmen Veerman’ te mogen doen. Ik heb verschillende solosingles en albums uitgebracht. Ik heb aan de Veermannen-optredens meegewerkt en uiteindelijk ben ik bij de Tribute tot he Cats Band gekomen. Ik werd gevraagd na een optreden met Strings in de Harmonie. Ik zei dat ik wel interesse had, maar dat ik twee keer per week spelen te veel van het goede vond. Zo ontstond het idee om af te wisselen met Jack Stroek. We deden allebei de helft van de optredens. Tijdens repetities zorgde dit voor wat extra werk, maar zo konden we allebei naar hartenlust ons ding doen in de band. Inmiddels is Jack opgestapt en vervangen door Larry Koning. Ik heb het nog altijd ontzettend naar mijn zin in de band. We kunnen niet wachten tot we de bühnes weer kunnen betreden. Hetzelfde geldt voor de theatershow die ik samen met mijn zoon Kelly heb voorbereid. Alles staat er klaar voor, het is alleen nog wachten op groen licht. We hebben zin om weer te spelen.”
Ondanks het uitblijven van een definitieve doorbraak, kan Harmen terugkijken op een imposante carrière. Hij scoorde een dikke nummer 1 hit in onder meer Brazilië, Argentinië en Frankrijk, werkte samen met de beste muzikanten van Nederland, was frontman van een populaire band en nam tal van liedjes op. En terwijl hij deze mijlpalen bereikte, werkte hij naast de muziek gestaag door om altijd zekerheid in te bouwen. ,,Ik ben maar een jaartje beroepsmuzikant geweest”, blikt hij terug terwijl er een glimlach op zijn gezicht vormt. ,,Je kunt van alles meemaken in de muziekwereld, maar het allermooiste blijft toch het gezellig samenzijn in de kleedkamer. Die voorpret. Of juist het napraten met een biertje op tafel. De interactie met muzikanten onder elkaar. De humor, de verhalen en het lachen. Dat is voor mij het mooiste aan muziek maken.”

Fotogalerij

Snoeien van boom

Donderdag hadden medewerkers van de afdeling Onderhoud en Beheer van de gemeente een fikse snoeiklus. Op het Oorgat te Edam, nabij de Kettingbrug en het Joodse oorlogsmonument ‘De Tochtgenoten’ werd de grote boom die er staat, onder handen genomen.

 

Een hoogwerker werd ingezet om goed bij de kruin van de boom te kunnen komen. Met een kettingzaag werden enkele dikke takken van de boom gezaagd en later afgevoerd. De snoeiklus nam de hele dag in beslag.

Fotogalerij

Beleggingscolumnn:

Vanaf welk bedrag is beleggen interessant?

Steeds meer mensen overwegen om te gaan beleggen. Dat komt mede door de lage spaarrente. Veel mensen denken echter dat beleggen alleen nut heeft met hele grote bedragen. Maar ook met minder grote bedragen heeft het zin om te gaan beleggen. In deze column vertel ik vanaf welk bedrag beleggen echt interessant wordt.

[ads id=66]

Tegenwoordig zijn er allerlei beleggingsapps waar je al vanaf een paar tientjes kunt beleggen. Dat is misschien een leuke bezigheid, maar om serieus vermogen op te bouwen is die inleg eigenlijk iets te laag. Dat komt omdat de kosten van beleggen dan een grote impact hebben op je rendement. Bij veel brokers en banken betaal je bijvoorbeeld al snel een minimumbedrag van 10 euro per transactie. Soms betaal je ook een minimumbedrag aan bewaarloon. Als je dan bijvoorbeeld met 50 euro gaat beleggen, blijft er uiteindelijk niet veel rendement meer over.

Tussen de 5.000 en 10.000 euro wordt beleggen echt interessant. Het is dan wel noodzakelijk om in beleggingsfondsen en ETF’s te beleggen. Dit zijn een soort mandjes met soms wel honderden of duizenden verschillende aandelen of obligaties. Op die manier kun je met één transactie direct goed en breed gespreid beleggen. Zo verlaag je het beleggingsrisico en betaal je ook minder transactiekosten.

Bij Axento vermogensbeheer is het minimale instapbedrag €7.500,-. Je geld wordt dan belegd in goed gespreide beleggingsfondsen. Bovendien betaal je bij Axento geen transactiekosten of andere minimumkosten. Dit betekent dat de kosten nooit een grote impact gaan hebben op je rendement. Een ander voordeel van Axento is dat periodiek beleggen heel eenvoudig en voordelig is. Je betaalt geen transactiekosten, dus elk bedrag dat je aanvullend stort op je rekening wordt kosteloos meebelegd. Veel beleggers bij Axento maken hier gebruik van door bijvoorbeeld iedere maand een vast bedrag over te boeken naar hun beleggingsrekening. Zo bouw je ongemerkt een mooi bedrag op dat door je periodieke inleg op lange termijn exponentieel groeit.

Voordat je gaat beleggen is het wel verstandig om te zorgen dat je een financiële buffer hebt. Je moet altijd een potje achter de hand houden voor onvoorziene uitgaven, zoals een kapotte auto of wasmachine. Dan hoef je je beleggingen daarvoor niet te verkopen, en dat is slim. Bij beleggen is het belangrijk om een lange horizon aan te houden, zodat je beleggingen rustig de tijd krijgen om in waarde te kunnen stijgen.

Laurens Sombroek
Portfoliomanager bij Care IS en Axento vermogensbeheer
Mgr. C. Veermanlaan 1G
1131 KB Volendam
www.care-is.nl

Fotogalerij

Nieuwe planken op beschoeiing van de Achterhaven

Vorige week is gestart met onderhoud aan de hardhouten beschoeiing van de Achterhaven in Edam. Bovenop de beschoeiing worden de oude verrotte planken vervangen door nieuwe.

 

Om ervoor te zorgen dat de werklieden die de klus uitvoeren, goed bij de walkanten kunnen komen ligt op het water van de Achterhaven een grote ponton. Alleen de bovenste planken van de beschoeiingen worden met deze renovatieklus vernieuwd.

Een omwonende vond het toch wel een vreemde zaak dat niet meteen de gehele beschoeiing vernieuwd wordt. De palen en planken die onder en net boven het water zitten, zijn namelijk ook grotendeels verrot.

Fotogalerij

FC-speler Alex Plat beleeft (sportieve) hoogtepunten en diepe dalen

Tussen voetbal(vreugde), verdriet en verder gaan

Als het om het voelen en uiten van emoties gaat, klinkt vaak ‘misschien ben ik te nuchter’ uit de mond van een Volendammer. Zo ook bij FC-speler Alex Plat. Het gemoed van de mens en de middenvelder werd de afgelopen maanden echter heen en weer geslingerd. Het Volendamse voetbal werd immers overladen met complimenten. Met de 22-jarige Plat in een glansrol werd het grote PSV in het bekertoernooi een helft lang overklast. Buiten het veld werd zijn hart in korte tijd meerdere malen gebroken. Begin december overleed zijn vader, plotseling. En twee weken terug was er nogmaals een groot drama, toen het zoontje van Mitchel Michaelis, voormalig medespeler en één van zijn vrienden, stierf. Het gevoelsmens in hem was aan het lijden. ,,Maar ik kan heel slecht stil zitten, dus ik wil dan het liefst het veld op. Anderzijds loop ik er niet voor weg.”
Door Eddy Veerman

Malen, Ihattaren, Sangaré, Rosario: morgenavond spelen ze in Athene voor de Europa League tegen het Griekse Olympiakos. Een maandje terug kwamen ze hier in Volendam tijdens de achtste finale van de KNVB Beker niet onder de druk vandaan. Met een echte dorpeling als stuwende factor. ,,Ze wisten het niet”, legt Alex Plat in voetbaltermen uit dat de duurbetaalde Eindhovenaren niet wisten waar ze het moesten zoeken. Zijn uitstekende spel werd door de analisten op ESPN benoemd. En dan te weten dat ‘Worst’ twee jaar geleden op het punt stond zijn contract in te leveren en zijn schilderskwast weer op te pakken.
,,Ik had er enkele wedstrijden in gestaan, maar daarna kwam ik in dat seizoen onder Misha Salden en daarna Hans de Koning niet meer te spelen en ik had er ook geen plezier in. Ik wilde er mee stoppen. Mijn ome Ruud Plat (wiens zoons Johan, Robert en Stefan bij de FC speelden, red.) zei ‘Doe dat nou niet’. totdat ik hoorde dat Wim Jonk zou komen als trainer. Dan wilde ik het nog wel proberen. Ik heb niet veel trainers gehad nog, maar Wim is wel de beste.”

[ads id=66]

Fotogalerij

Feestelijke verhuur Fijn Wonen-woningen ‘Val van Urk’

Dinsdag zijn de allerlaatste woningen in het project Val van Urk in Volendam op feestelijke wijze verhuurd. Fijn Wonen, het woonproduct van Van Wijnen, heeft hier in totaal 12 duurzame eengezinswoningen gerealiseerd in opdracht van Stichting Woningbeheer De Vooruitgang.

 

Het stel Evert en André zijn één van de nieuwe bewoners en namen deze dag met veel plezier de sleutel van hun nieuwe onderkomen in ontvangst. De sleutel werd hen uitgereikt door Bernard Eeltink, coördinator vastgoed bij de woningcorporatie. Alle 12 woningen zijn voorzien van zonnepanelen, een warmtepomp en deze zijn volledig gasloos.

Fotogalerij

Janet Tol redt haar honden met gevaar voor eigen leven

‘De enorme angst en paniek zaten nog dagenlang in mijn lijf’

Het zijn bepaald geen schoothondjes, de twee Leonbergers van Janet Tol en haar vriend Henk Schilder. Met hun dikke, goudkleurige vacht en enorme afmeting hebben de twee honden op het eerste gezicht wel wat weg van leeuwen. Teef Saar is 2 jaar oud en weegt zo’n 45 kilo. Reu Leo is nog geen jaar oud, en in principe dus nog een pup, maar weegt toch al bijna 60 kilo. Het was dan ook geen wonder dat, op een van de eerste vorstdagen van afgelopen week, de dunne laag ijs op de sloot het begaf onder het gewicht van de twee flinke viervoeters. Ze hadden een stel zwanen gezien, en waren daar dolenthousiast achteraan gerend, de bevroren sloot op. Janet bedacht zich geen moment en is achter de honden aan gegaan, maar het was nog niet zo eenvoudig om de grote honden uit het water te krijgen. Het liep allemaal goed af, maar als Janet nu terugkijkt op deze heftige gebeurtenis, beseft ze dat ze door het oog van de naald is gekropen.
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Het was maandag 8 februari, een dag na de flinke sneeuwstorm die Volendam bedekte onder een dik pak sneeuw. ,,Normaal gesproken wandel ik altijd naar de ijsbaan in het Boelenspark”, zegt Janet. ,,Omdat de honden daar lekker los mogen en goed hun energie kwijt kunnen. Maar omdat daar die dag heel veel kinderen waren om met sleetjes van de helling af te glijden, besloot ik een andere route te nemen. Ik wou tenslotte niet dat Saar en Leo achter de sleetjes aan zouden razen en de kinderen en hun ouders bang zouden maken.”
Toen Janet bij het Don Bosco College het fiets- en voetpad opliep richting het voetbalstadion, besloot ze de honden even los te laten. ,,Ik weet dat dit eigenlijk geen losloopgebied is, maar omdat het pad toen nog niet sneeuwvrij gemaakt was, was er bijna niemand te bekennen. En de honden waren erg enthousiast door alle verse sneeuw en wilden dolgraag een stukje razen.”
Door de sneeuw had Janet het stel zwanen echter niet gezien dat in de verte aan de rand van de sloot zat. Zodra Saar en Leo die opmerkten, renden ze dolenthousiast op hen af. Janet: ,,Ik riep ze eerst nog heel hard terug, en in eerste instantie leek dat te werken. Ze stopten heel even met rennen, maar toen de zwanen vervolgens fladderend over de sloot op de vlucht sloegen, begonnen Saar en Leo de achtervolging weer in te zetten. Dit keer kon ik ze niet meer stoppen.”
Saar was de eerste die door het ijs heen zakte, op zo’n drie meter vanaf de kant. Leo wist een grotere afstand over het ijs af te leggen, en volgde de zwanen over het smalle slootje tussen twee van de vrijstaande woningen aan de overkant. Janet vertelt dat hij pas na zo’n tien meter door het ijs zakte: ,,Ik voelde me compleet hopeloos, want Leo lag precies tussen twee hoge kademuren, dus het was bijna onmogelijk om bij hem te komen.” Janet begon met schreeuwen, maar de twee zware honden konden zichzelf onmogelijk uit hun benarde positie bevrijden.
Janet: ,,Op dat moment kwam er toevallig een jongen met een slee aanlopen, en kort daarop ook Kees Bond, die ken ik voornamelijk van het uitgaan bij Café Lennons. Ze kwamen naast me staan om te helpen maar het was niet mogelijk om vanaf de kant iets voor Saar en Leo te betekenen. Ik kon het niet langer aanzien om hen in het water te zien vechten voor hun leven, dus ik trok mijn dikke winterjas en regenlaarzen uit en ben naar de rand van de sloot gekropen. Kees gaf aan dat ik mezelf het beste op mijn buik over het ijs kon bewegen, zodat mijn gewicht over het ijs verspreid was.”
In het begin leek het goed te gaan. Janet tijgerde naar Saar toe en de behulpzame jongen schoof zijn slee naar haar toe. ,,Ik probeerde het touw van de slee naar Saar toe te gooien , maar ze begreep niet wat mijn bedoeling was. Uiteindelijk wist ik haar met al mijn kracht aan haar tuigje uit het wak te trekken. Met de hulp van de jongens heb ik haar uiteindelijk weer op de kant gekregen, maar op dat moment zakte de moed me in de schoenen. Leo lag namelijk nog steeds in het ijskoude water, en het was bijna onmogelijk om bij hem te komen om hem te helpen.”

‘Ik raak niet zo
snel in paniek,
maar het water
was zo koud dat
ik geen lucht
meer kon krijgen’

In eerste instantie zetten Janet, Kees en de jongen het op een schreeuwen. ,,We konden roepen wat we wilden, maar Leo kon zichzelf met zijn voorpoten niet uit het wak trekken”, vertelt Janet. ,,Met Kees ben ik toen over de tuinmuur van de rechter vrijstaande woning geklommen. Hoe me dat is gelukt, weet ik nu nog niet. Ter hoogte van waar Leo in het water lag, ben ik toen weer over een hek geklommen, en heb me toen langzaam naar de sloot laten zakken. Dat hek stond echter erg hoog boven dat slootje, dus toen ik mezelf voorzichtig losliet, zakte ik meteen tot mijn middel door het ijs.”
Janet herinnert zich de extreme kou van het water, die haar volledig overviel. ,,Ik raak niet zo snel in paniek, maar het water was zo koud dat ik geen lucht meer kon krijgen. Kees schreeuwde vanaf de kant naar me dat ik erg diep moest inademen. Het duurde even voordat ik mezelf weer in de hand had. Ondertussen hadden zich meerdere mensen aan de kant van de sloot verzameld, waaronder twee assistentes van dokter Pasdeloup die net klaar waren met werken. Ze stonden klaar om de brandweer te bellen, maar toen ik weer kon ademen, schreeuwde ik dat het me wel zou lukken. Achteraf was dit natuurlijk ontzettend dom van me, maar ik was op dat moment zo bevangen door adrenaline dat ik niet meer helder kon nadenken.”
,,Toen ik mezelf herpakt had, was ik nog steeds een ruime meter van Leo verwijderd. Om bij Leo te komen moest ik steeds dikke stukken ijs kapot slaan. Als het ijs dan brak kwamen er steeds grote ijsschotsen tussen ons in te liggen, welke ik dan eerst moest oppakken om opzij te gooien. Eenmaal bij Leo heb ik eerst geprobeerd om hem het ijs op te duwen. Met alle kracht die ik in me had heb ik minutenlang geduwd en getrokken, maar hij was zo ontzettend zwaar dat het me niet lukte. De bodem van het water was een en al blubber, dus ik duwde mezelf eigenlijk alleen maar verder onder water. Uiteindelijk stond ik tot mijn schouders onder water en raakte ik weer in paniek. Dit ging gewoon niet lukken.”
,,De laatste kans die ik had, om mezelf met Leo uit het ijs te bevrijden, was door ons een weg te banen naar de slootkant, zo’n tien meter verderop, zodat de mensen ons daar uit het water konden helpen. Stukje voor stukje brak ik het ijs en trok ik Leo met me mee. Er leek geen einde aan te komen. Toen we eindelijk bij de beschoeiing in de buurt kwamen, belemmerde het riet ook nog eens flink de doorgang. Een paar mannen aan de rand van de sloot riepen dat ik hun handen moest vastpakken zodat ze me naar de kant konden trekken, maar ik had inmiddels geen enkel gevoel meer in mijn handen en voeten.”
Tot overmaat van ramp zat Leo met zijn achterste ook nog eens klem aan een hek dat over het water uitstak, dus ik moest weer een stuk terug het water in om hem los te duwen. Toen we eindelijk alle twee weer aan wal getrokken waren, kon ik het bijna niet geloven dat we het gered hadden.” Janet trok haar regenlaarzen en winterjas weer aan en wilde snel naar huis lopen, maar werd tegengehouden door de mensen die zich langs de sloot verzameld hadden. De bewoners van het huis aan de overkant, Sander en Mandy Schokker, waren inmiddels ook op alle rumoerigheid afgekomen, en stonden erop dat zij Janet en haar honden met hun auto naar huis zouden brengen. Achteraf is dat mijn redding geweest, want het was buiten ook gewoon onder de nul graden en er stond die dag nog een erge gure wind. Dan is het toch nog wel een behoorlijke afstand naar mijn woning in de Dokter Weversstraat.”
,,Sander en Mandy vangen zelf toevallig af en toe rescue dogs op”, vertelt Janet, ,,dus ze hadden gelukkig een hondenbak in de achterbak van hun auto. Dat kwam mooi uit, want Saar en Leo zaten namelijk helemaal onder de blubber.” Janet herinnert zich ook dat Mandy haar een plaid gaf, die Janet netjes over de passagiersstoel van de auto legde. ,,Mandy gilde dat die plaid niet voor de bekleding maar voor mij bedoeld was, maar ik was natuurlijk ook helemaal zwart en wilde de auto niet vies maken.”

Ondergoed
Eenmaal thuis deed Janet snel al haar natte kleren uit. Ze had haar vriend Henk al gebeld en toen hij buiten adem thuiskwam, trof hij haar in de gang aan. ,,Ik stond op dat moment net in mijn ondergoed en mijn hele lichaam was blauw en paars van de kou, dus Henk was vreselijk geschrokken, vertelt Janet.
,,Hij was in eerste instantie boos dat ik mezelf in levensgevaar heb gebracht voor een hond. Maar achteraf gezien had hij waarschijnlijk hetzelfde gedaan in zo’n situatie. De emoties liepen eventjes hoog op.” Maar Janet wist dat Henk het goed bedoelde. ,,Dit was alleen zijn manier om zijn emotie te uiten, want even later tilde hij Saar en Leo om de beurt met al zijn kracht de trap op om ze onder de douche weer schoon te krijgen en op te warmen.”
De doktersassistentes die het hele tafereel vanaf de slootkant hebben zien gebeuren, hadden dokter Pasdeloup gebeld voor advies. ,,Hij benadrukte dat het erg belangrijk was dat ik niet gelijk onder een warme douche zou gaan staan”, zegt Janet. ,,Zo’n grote temperatuurverandering zou erg gevaarlijk kunnen zijn. Dus ik heb mezelf eerst onder een lauwe douche weer opgewarmd. Ik zat nog helemaal onder de adrenaline, dus was amper in staat om alle modder goed van me af te wassen.”
,,Vervolgens was Saar aan de beurt voor de lauwe douche, en binnen de kortste keren zat ik weer helemaal onder de modder. Hoe we Leo daarna in onze kleine badkamer hebben kunnen krijgen weet ik niet, maar het is ons gelukt. Henk moest op dat moment weer weg, dus we hebben Saar en Leo in het washok gezet, daar konden ze even opwarmen op de vloerverwarming, terwijl ik eindelijk onder een warme douche kon om weer helemaal op temperatuur te komen.”
Later heeft Janet nog een hele tijd met Saar en Leo op de warme keukenvloer liggen klappertanden en bibberen. ,,Maar het hele huis zat nog onder de modder. Met name in de hal was alles gitzwart. En zelfs op de muur langs de trap en in de overloop liep een gigantisch modderspoor, dus ik ben daarna nog een hele tijd bezig geweest om alles enigszins schoon te maken. Pas om half acht plofte ik neer in de bank. Dat was pas het moment waarop de tranen kwamen.”
Die nacht kon Janet de slaap niet vatten. ,,Ik maakte me teveel zorgen over Saar en Leo, want ik wist niet of ze alsnog in shock zouden konden raken. Ik ben uiteindelijk dus maar naar beneden gegaan en heb in de bank geslapen, waar Saar en Leo stijf tegen me aan kwamen liggen. Door dit voorval weet ik pas hoeveel ik van ze hou”, zegt Janet. ,,Ik ga dus echt door het vuur voor ze, of in dit geval door het ijs.”

‘Ik ga dus echt
door het vuur
voor ze, of in
dit geval
door het ijs’

Pas gedurende de dagen die daarop volgden, begon langzaam tot Janet door te dringen wat er allemaal gebeurd was. ,,De enorme angst en paniek zaten nog dagenlang in mijn lijf, en het heeft ook nog meerdere schoonmaaksessies gekost om mijn huis weer echt helemaal schoon te krijgen. Op mijn werk had een collega gegoogeld naar de gevolgen van onderkoeling. Zij wees me erop dat je binnen vijftien minuten in het koude water al je bewustzijn kunt verliezen. Daar schrok ik enorm van, want ik heb toch echt wel ruim tien minuten in dat water gelegen terwijl ik mezelf met Leo naar de kant probeerde te worstelen. Het had echt erg slecht af kunnen lopen.”
Hoewel haar armen nog altijd onder de schrammen en wondjes zitten, prijst Janet zichzelf enorm gelukkig dat ze het gevoel in haar handen en voeten weer terug heeft en er geen blijvende schade aan heeft overgehouden.
Janet snapt achteraf gezien dat het niet verstandig was om haar honden los te laten in de buurt van een nauwelijks bevroren sloot. ,,Dat zal ik ook nooit meer doen, maar op dat moment zag ik echt het gevaar niet. En ik wilde ze zo graag even laten genieten van de sneeuw.” Ze benadrukt dat dit nog niet eens de grootste fout was die ze die dag maakte. ,,Pas als ik nu terugkijk snap ik dat het ongelofelijk dom van me is geweest dat ik niet meteen de brandweer heb gebeld of heb laten bellen door een van de omstanders. Toen ik mijn honden in het water zag liggen kon ik niet meer helder nadenken. Ik handelde echt vanuit pure emotie en adrenaline.”
,,Dat is dan ook de belangrijkste les die ik die dag geleerd heb. Mocht er ooit iemand in deze situatie terecht komen is het allerbelangrijkste om direct de brandweer in te schakelen. Je kunt daarna dan altijd zelf nog actie ondernemen, maar dan is hulp alvast onderweg. Als ik namelijk niet op tijd uit het water had kunnen komen, had de brandweer nooit meer op tijd ter plekke kunnen zijn om me te helpen. Die overtuiging raak ik ook niet meer kwijt. Ik hoop dan ook dat andere mensen iets van mijn verhaal kunnen leren. Als je een persoon of huisdier in een wak ziet liggen, bel dan echt meteen de brandweer.”
Janet: ,,Boven alles wil ik alle omstanders bedanken die mij die dag geholpen en bijgestaan hebben. In het bijzonder Sander en Mandy Schokker die erop stonden dat ze ons met hun auto naar huis brachten, terwijl zowel de honden als ik compleet onder de modder zaten. Maar ook de assistentes van dokter Pasdeloup en dokter Pasdeloup voor het advies, de jonge jongen die zich over Saar ontfermde, Kees Bond en Stan Veerman, die zelf ook een gedeeltelijk nat pak hebben gekregen in de strijd om me uit het water te trekken, en tevens alle andere omstanders die Leo en mij uiteindelijk uit het water getrokken hebben. Jullie zijn echt mijn redding geweest.”

Fotogalerij

Rabobank-filiaal blijft in Edam-Volendam

De Rabobank gaat het aantal filialen in Nederland terugbrengen tot maximaal 150. De vraag die bij menigeen opkwam was: Blijft het Rabobank-kantoor in Volendam behouden? Het filiaal aan de Van Abcoudestraat blijft (voorlopig) bestaan, maar hier zal het over enige tijd niet meer mogelijk zijn om contant geld te storten of op te nemen, omdat de geldautomaten er gaan verdwijnen.

 

Eric Zwart, directievoorzitter van Rabobank Waterland e.o. vertelt: “Er zijn op dit moment geen concrete plannen om het filiaal in Edam-Volendam te sluiten. De rol van het kantoor zal in de toekomst enorm veranderen.

Voor het eind van dit jaar zal er geen contant geld meer verwerkt worden in de Rabobank. Dat betekent dat geldautomaten gaan verdwijnen en ook het storten en pinnen raakt over. Deze diensten worden door Geldmaat overgenomen”.

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?