Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Liefde is…

Rick en Marsja blijven dromen…

Onwetend van elkaars aanwezigheid vieren Rick Tel en Marsja Mooijer in 1998 Kerstfeest in de PX, toen nog Pius X geheten. Marsja: ,,We zaten rug aan rug en op een gegeven moment draaide ik mezelf om en zag Erik Steur – die kende ik van vroeger in de buurt – en we raakten aan de praat. Tot Rick zich ook omdraaide. Ik dacht gelijk, ‘wat een leuke jongen’. Vroeg aan Erik wie het was en vertelde dat ik hem niet kende. ‘Dat klopt’, zei Erik. ‘Want hij komt van Katwoude.” Rick: ,,Normaal gesproken, ging ik nooit tweede Kerstdag uit, want ik moest altijd weer de volgende dag werken. Nu viel de zondag erachteraan en kon ik ook mee. Het heeft dus echt zo moeten zijn.”
Door Jan Koning

[ads id=66]

Het is direct raak, want Rick brengt – als een echte gentleman – Marsja ’s avonds naar huis. Rick: ,,Ik had best wel een biertje gehad en wist de volgende dag niet meer waar het was. Had geen mobiele telefoon, wist alleen haar voornaam en welke straat, maar niet meer welk huis. Dus ben ik een paar keer langsgereden tot ik haar voor het raam zag zitten. Ben gestopt en we spraken af om elkaar met Oud en Nieuw weer te zien. Vanaf dat moment was het echt aan.”
En zo beginnen Rick en Marsja elkaar dus ook écht te leren kennen. Marsja: ,,Ik kwam uit een moeilijke relatie en vond bij Rick de stabiliteit die ik zocht.” Rick: ,,Ik merkte dat Marsja lekker recht door zee is. Ik wist gelijk wat voor vis ik in de ton had, om het zo maar eens te zeggen”, lacht de ‘visboer’. ,,Ze is open en eerlijk en dat kan ik ontzettend waarderen. Al vrij snel, na drie maanden geloof ik, gingen we samen naar Parijs. Een klein hotelletje geboekt en het was prachtig weer. We deden alles met de metro en hebben het daar ontzettend leuk gehad samen.”
Waar Rick is opgegroeid met uiteten, is Marsja – naar eigen zeggen – grootgebracht met kip, patat en appelmoes. Dus gaat ze samen met haar geliefde op een culinaire ontdekkingsreis. Marsja: ,,Ik heb echt leren eten. Vis bijvoorbeeld. Bij ons was vis alleen slibtongetjes en recht-op-in-het-pannetje. Nu leerde ik allerlei soorten vis eten.” Rick: ,,En maken. Want ze kan echt ontzettend lekker koken. Vaak vis, logischerwijs, maar het eten dat Mars maakt, is altijd verrukkelijk.”

‘Lag ik bijna
met mijn kop
op tafel te slapen’

Marsja: ,,En ik leerde ook wijn drinken. Zo weet ik nog dat we samen naar Tenerife op vakantie gingen. Dat was de eerste keer dat ik rode wijn dronk. Lag ik daar bijna met mijn kop op tafel te slapen. In het steakhouse. Ik weet het nog als de dag van gister.” Rick: ,,Ik dacht gelijk, wat heb ik nu weer aan de haak geslagen, hahaha!”
Omdat Rick al een eigen huis heeft – toen nog op de Gouden Slot – en Marsja ook gewend is om op zichzelf te wonen, trekken de tortelduifjes al vrij snel bij elkaar in. Marsja: ,,Rick was in het begin altijd aan het werk. ’s Nachts ook. Daar raak je aan gewend en gelukkig kan ik heel goed alleen zijn. Al was het na de geboorte van de kinderen wel even een dingetje.” Marsja kent geen roze wolk nadat ze is bevallen van hun eerste kind, dochter Joëlle. Later worden ze nog verblijd met de komst van hun zoon Tim. ,,Een grijze wolk. De dokter zou het later omschrijven als een postnatale depressie”, vertelt Marsja over de periode na de geboorte van Joëlle. ,,Dat was geen leuke tijd. Ik was ook niet lief voor Rick. Gelukkig is hij, zoals altijd, rustig gebleven en hebben we ons er samen doorheen geslagen.”
Inmiddels is het stel – in lijn met Vishandel Tel – gegroeid. Marsja: ,,We zijn nu 22 jaar samen en ik ben nog steeds gek op Rick. Ben ook echt blij als hij weer thuiskomt en dat is denk ik het allerbelangrijkste in een relatie.” Rick: ,,Als je thuis een stressvolle situatie hebt, brand je op. Het thuisfront is zo ontzettend belangrijk. Dat je je geborgen voelt en weet dat er mensen zijn die op je wachten en van je houden. Dat is voor mij momenteel thuis.”
Het stel heeft het ontzettend goed samen. Ze sporten samen, wandelen veel met de hond, maken leuke reizen en genieten van het leven. ,,En hebben vooral niet veel mensen nodig. We hebben genoeg aan elkaar”, vertelt Marsja. ,,Wel hebben we nog een droom”, gaat Rick verder. ,,En dat is een huisje in het buitenland. Liefst op Ibiza, maar dat is een bijna onmogelijke opgave, maar in ieder geval in Spanje. Een huisje waar we lekker kunnen genieten van een kopje koffie op de veranda. Van waaruit we lekker samen grote stukken kunnen wandelen of hardlopen met leuke stadjes in de nabije omgeving. Dat is de droom en daar gaan we voor.”

Fotogalerij

#kooplokaal #spaarlokaal

Lokale samenwerking leidt tot nieuw concept Grote Sinterklaasloterij

Dit voorjaar, middenin de eerste grote Corona-uitbraak ontstond bij de bestuursleden van de Ondernemersverenigingen Edam en Volendam de vraag: ‘hoe moet het straks met onze Sinterklaasactie in deze onzekere tijden?’ De Edam-Volendam in Actie Bingo was op dat moment een daverend succes. Samenwerkingen tussen vele lokale ondernemers werden opnieuw uitgevonden. De horeca en plaatselijke ondernemers werden massaal gesteund met dit initiatief.

Enkele bestuursleden zochten contact met het team van Edam-Volendam in Actie om te sparren over mogelijkheden om de Grote Sinterklaasloterij te digitaliseren en daarmee ook ‘corona-proof’ te maken. Martin de Boer bracht de ondernemersverenigingen daarop in contact met Piggy. Piggy biedt al jaren een bewezen effectief digitaal spaarsysteem aan ondernemers in binnen- en buitenland. Samen met Martin zijn onderhandelingen gevoerd met Piggy om dit systeem geschikt te maken voor De Grote Sinterklaasloterij en in de toekomst ook voor andere acties.

Investering in tablets en houders
De volgende uitdaging was de aanschaf van meer dan 125 tablets en tablethouders.
Een behoorlijke investering waarbij niet over één nacht ijs is gegaan. In overleg met Smile Computers is gekozen voor de relatief voordelige Lenovo tablet, die vóór aanschaf door ons is getest. Smile Computers heeft deze tablets kunnen leveren voor een scherpe prijs. Met de hulp van gewaardeerde sponsoren waaronder hoofdsponsor NIVO hebben wij deze investering voor de toekomst kunnen doen.

Gebruiksgemak en een mooie presentatie van het systeem zijn belangrijk voor het succes van de actie. De zoektocht naar een geschikte en betaalbare tablethouder bleek echter lastig. Edwin Schokker en Albert Molenaar gingen daarom langs bij Johan en Cor Kwakman van Tol Plaatwerk. Zij verleenden direct hun medewerking en gaven technisch adviseurs Julius Mooijer en Sanne Bouwes de opdracht een gebruiksvriendelijke en betaalbare houder te ontwerpen. Al binnen een week kon Tol Plaatwerk een prototype leveren, vakwerk! De ruim 125 tablets en houders staan inmiddels klaar voor uitlevering aan de deelnemers.

Sinterklaastraditie meer dan ooit belangrijk
De decembermaand is traditiegetrouw heel belangrijk voor veel ondernemers. De huidige situatie omtrent het Coronavirus levert veel beperkingen op, vooral op het sociale vlak. En dat terwijl iedereen juist in deze donkere maanden snakt naar een beetje gezelligheid. Onzekerheid ontstond over het Sinterklaasfeest: komt er wel een intocht? Kan Sinterklaas wel op bezoek komen? Uitdagingen voor ondernemers, maar ook voor de leden van het Sint Nicolaascomité, die zich al maanden van tevoren belangeloos inzetten om het Sinterklaasfeest in Edam-Volendam te organiseren.

De ondernemersverenigingen zijn daarom ontzettend blij dat het Sint Nicolaascomité onze actie ondersteunt! Dankzij de inspanningen van o.a. Edwin Boelsz zullen Sinterklaas en Pieten én Jenny Smit straks hun opwachting maken in de Grote Prijzentrekkingen van de Grote Sinterklaasloterij. Johan Veerman zorgt er vervolgens voor dat de Grote Prijzentrekkingen straks zowel via de LOVE als op social media te volgen zijn. Sinterklaas komt bij u thuis met de Grote Sinterklaasloterij!

Grafisch Goed tekent al jaren voor het grafisch ontwerp van het papierwerk rondom de Grote Sinterklaasloterij. Ook zij stonden voor een uitdaging: geen papieren loten maar een digitale prijzentrekking! Of ze dat ook konden regelen. Flexibel als Gerard en Petra zijn, hebben zij dit natuurlijk ook geregeld!

Na een paar spannende maanden met behoorlijk wat inspanningen kunnen we nu zeggen dat we dit samen toch maar mooi voor mekaar hebben gekregen.
Last but not least doen meer dan 100 ondernemers in Edam en Volendam mee aan de vernieuwde Grote Sinterklaasloterij. Daar doen we het uiteindelijk voor!
Voor ondernemers door ondernemers, voor een feestelijke decembermaand.

#kooplokaal #spaarlokaal
De Grote Sinterklaasloterij start op maandag 2 november
Lees meer over de Grote Sinterklaasloterij op www.grotesinterklaasloterij.nl

Op de foto: v.l.n.r.: Gerard Günther, Johan Kwakman, Martin de Boer, Sanne Bouwes, Julius Mooijer, Johan Bank, Edwin Boelsz, Albert Molenaar

Fotogalerij

Jaap Zwarthoed dacht in de hectiek aan alles, behalve zijn eigen kinderen n n

De machteloosheid van het moment

Op 1 januari is het straks 20 jaar geleden dat Volendam breaking news was in Amerika (CNN) en Groot-Brittannië (BBC). Nederland raakte geschokt, omdat bar De Hemel in brand stond en tientallen feestvierende kinderen – van buiten en van binnen – verwond raakten. Veertien jongeren kwamen te overlijden, duizenden mensen waren betrokken. Families, vrienden, omwonenden, hulpverleners, ooggetuigen, velen raakten getraumatiseerd. Naast de vele drama’s bracht de nasleep van de Nieuwjaarsbrand ook onvoorstelbare veerkracht en verrassende, soms ontroerende, gebeurtennissen met zich mee in de twintig jaar daarna. De Nivo brengt een reeks verhalen met mensen uit die betrokken groep. Vandaag Jaap Zwarthoed (63), die als EHBO-er en GOR-lid in het rampgebied verzeild raakte. ,,Vanwege de opleiding had ik voorkennis. Je hoopt dat het nooit nodig is om dat in te zetten en dan opeens is het realiteit. Ik keek een paar keer om me heen en dacht: is dit echt…?”
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

Hij noemt namen van mensen met helpende handen, ter plekke, en mensen die hun deuren openzetten. ,,Ik wist destijds dat er veel mensen ad hoc bij betrokken raakten, zoals omwonenden en hulpverleners, die geen hulp zochten terwijl sommige van hen behoorlijk in de knoop zaten. Ik heb geprobeerd om ze te mobiliseren en dat ze hun verhaal zouden doen in de Nivo, om aandacht te vragen voor die vergeten groep. In de hoop dat ze hulp zouden vragen en krijgen. Maar het lukte niet. Je had het Supportproject, waarbij je een beroep kon doen op een buddy, en later ook de vaderavonden.”
,,Ik heb zelf in Bar De Molen geholpen. Toen ik rond half vier – het laatste slachtoffer was daar met een ambulance afgevoerd – weg ging, heb ik tegen de mensen in De Molen gezegd: ‘ga alsjeblieft morgen bij elkaar zitten met de groep’.” Zijn vrouw Joke hoort het aan, vanaf de achtertafel. ,,Jij zei tegen iedereen dat ze hulp moesten zoeken, maar zelf ging je niet.” Jaap valt even stil. ,,Maar wij hadden onze zoon Harry, die in het ziekenhuis lag…” Joke: ,,Maar daarna ging je ook niet.”
Jaap: ,,Die vaderavonden zijn goed geweest, maar daar zaten ouders van getroffen kinderen, dus daar vertelde ik niet over wat ik die nacht had doorgemaakt. En Harry praat er sindsdien liever niet over. Ik ben een keer met een psycholoog gaan praten, maar zoiets moet klikken.”
,,Eén van de vragen die je als EHBO-er terloops krijgt is: denk je dat je er tegen kunt? Daar heb je pas een antwoord op als je het hebt meegemaakt. En je leven kan om zijn.”

Acuut
,,In 1992 begonnen we met een GOR-groep. Gewondenzorg Onder Rampomstandigheden heette het destijds. We trainden met de brandweer. In de eerste jaren werd er vooral gein gemaakt, maar naderhand besefte iedereen dat het serieus moest en dat gebeurde ook. We deden het met 35 mensen uit onze gemeente en je leerde heel veel. Met dat wat ik had geleerd, wist ik meteen – door wat ik bij de Wir War, De Hemel en daarna in De Molen en De Dijk had gezien – wat ons boven het hoofd hing. Je weet wat de gevolgen van brandwonden zijn. Alleen al op de locatie van De Molen waren 25 tot 30 mensen die acuut hulp nodig hadden, maar je weet dan ook dat die hulp er vanwege de grote omvang voorlopig nog niet gaat komen, omdat dat eenvoudigweg niet gaat.”
,,Er waren teveel jongeren die acuut hulp nodig hadden. Dat moest ik op dat moment proberen duidelijk te maken aan de mensen in De Molen. En proberen iedereen rustig te houden. Iedereen moest blijven praten tegen de slachtoffers, om ze bij bewustzijn te houden. Als je dan mensen om je heen ziet, die bijna dood gaan, is dat best een lastige situatie. En je kunt niks doen, behalve koelen. Die brandwonden en longproblemen, daar kun je als EHBO-er en hulpverlener niks aan doen.”
Na achttien jaar was het de eerste keer dat Jaap en Joke Oud & Nieuw op de dijk vierden. Hun zoon Harry, op Oudejaarsdag jarig, vierde die dag immers zijn achttiende verjaardag en zat met zijn vrienden die avond in Partycentrum AMVO. ,,Wij zaten zelf in de Piano Bar”, zegt Joke. ,,Er kwamen eerst wat jongens in, die wat lacherig vertelden dat het scheen dat er brand was geweest. Ik stuurde Jaap meteen weg, want die had immers EHBO. Die vertrok meteen, zonder jas. ‘Wel weer terugkomen’, riep ik. Vervolgens kwam Tiny Smit-De Boer – van Smit-Bokkum – er in. Geschrokken. ‘Er lopen lijken op de dijk’, zei ze.”
,,Zijn wij ook naar buiten gegaan. En zo kwam ik Hans Admiraal tegen, die meteen zei ‘Harry was er ook…’, doelend op De Hemel. Dus we moesten Harry zoeken. Later hoorden we dat hij vanuit de AMVO eerst nog naar mijn broer Henk op de Julianaweg is geweest. Hij had voor zijn verjaardag van zijn vrienden een opgeblazen sexpop gekregen en die na middernacht bij Henk gebracht. Hij was net binnen in De Hemel en toen gebeurde het.”

‘Achter de brandweerauto
stonden twee jongens,
compleet verbrand,
elkaar uit te lachen,
vanwege hoe ze er uit zagen’

Zijn vader Jaap stond even later, onwetend van Harry’s aanwezigheid, voor dat pand. ,,De eerste twee brandweerauto’s stonden er al en die mannen kenden mij, omdat we menig keer samen hadden geoefend. Achter de brandweerauto stonden twee jongens, compleet, van boven naar beneden, verbrand. Elkaar uit te lachen, vanwege hoe ze er uit zagen. Dan weet je dat ze veel derdegraads brandwonden hebben en daar op dat moment nog niks van voelen. Ik kreeg meteen die twee jongens mee, met de opdracht om met hen naar De Molen te gaan, omdat daar een gewondennest was. Ik kwam binnen en zag meteen dat een jonge vrouw, die ook EHBO-er was, Lennart Veerman reanimeerde…”
Jaap moet even slikken. En zijn woordenstroom stopt. ,,Toen ik even later keek, was de reanimatiepoging nog steeds bezig en ik heb het zelf ook nog geprobeerd, maar het was tevergeefs…” Lennart was één van de veertien jongeren die zou overlijden ten gevolge van de Nieuwjaarsbrand.
,,Ik keek om me heen en…” Hij neemt een aanloop, moet langs nog meer beelden, maar confronteert zichzelf ook met één van de beslissingen in zijn leven, waar tot op de dag van vandaag een ontzettend zware lading op zit. ,,Omdat ik wist dat professionele hulp op zich zou laten wachten, maakte ik de keuze om zelf niet één slachtoffer te gaan helpen, maar coördinerend te handelen en aan elk slachtoffer één persoon te koppelen die hem of haar in de gaten moest houden en mij te waarschuwen als het fout zou gaan. Ik gaf aan dat niemand het pand mocht verlaten, totdat er een ambulance zou komen. Maar ik had doorgaans de naam dat ik eigenwijs was. Ik liep nooit als vanzelfsprekend achter de meute aan en dan ben je hier al snel lastig en eigenwijs, dus daarom was het een lastige beslissing voor mezelf. Want het kon ook zijn dat mensen zouden reageren van ‘heb je hem weer’. Maar dat gebeurde gelukkig niet. Later heb ik nog navraag gedaan bij Tom Veerman van Divéma. En die vond dat het goed was gegaan.”

Eigenwijs
,,Ondertussen liep ik enkele keren de dijk op, in de hoop dat er iemand kon helpen die er nog beter voor opgeleid was. Ik ben ook het ernaast gelegen pand De Dijk binnengegaan, waar ook hulp werd verleend aan slachtoffers en later ook EHBO-ers binnenkwamen. In De Molen gebruikten ze op een gegeven moment de brandspuit om te koelen, maar dat moest niet, anders zouden we met z’n allen in het water zitten. Uiteindelijk gebeurde dat alsnog.”
,,Toen de eerste ambulancebroeders binnenkwam, zag je de paniek ook bij hen. Ik had gehoopt dat zij mijn rol zouden overnemen, maar ze namen een slachtoffer mee en gingen weer weg. Ondertussen zag ik de film al voor me, wat ons te wachten stond. Ik hield rekening met véél meer dodelijke slachtoffers dan de uiteindelijke veertien.”
,,Ik wist ook dat de ziekenhuizen in onze omgeving vol zouden stromen, want daar rijden ambulances en ook de burgers spontaan naar toe. Dus daar moest je op dat moment niet zijn.” Terwijl Jaap zich daar bewust van was, midden in de chaos, werd zijn zoon juist wel naar het Dijklander (destijds Waterland, red.) ziekenhuis in Purmerend vervoerd. Joke: ,,Onze dochter Lida, die geluk had dat ze op de trap naar De Hemel stond en niet binnen was, maar wel veel heeft gezien, heeft Harry meegenomen naar dokter Tuijp en die had gelukkig op het verwijsbriefje geschreven dat er een foto van de longen moest worden gemaakt. Naar aanleiding van die foto moest Harry blijven.”

‘Ik belde met de
telefoon van
Dick Bond. Want hij
vroeg steeds
‘waar blijven ze nou?’’

Terwijl moeder Joke naast het bed ‘van een mummie’ zat, was vader Jaap op dat moment nog behulpzaam in het rampgebied. ,,Mijn bedoeling was – en dat is deels gelukt – dat wanneer er deskundigen zouden komen, dat de meest zwaargewonden als eerst weg zouden kunnen. Willy Tol had ernstige brandwonden en Nick Schilder had ademhalingsproblemen, dus die moesten snel weg.”
,,De broeders van de tweede ambulance namen echter ook meteen na binnenkomst een slachtoffer mee en waren weer weg. Bij zo’n gebeurtenis zou eigenlijk één van die specialisten moeten blijven, om te monitoren en zorgen dat iedereen naar het ziekenhuis gaat waar hij of zij thuishoort. Stap voor stap. Maar dat dat niet gebeurde, kon je niet voorkomen: dat zijn rampen. Ik weet nog dat ik met de telefoon van Dick Bond (van de Lekkere) belde. Want hij vroeg steeds ‘waar blijven ze nou?’ Dick zat bij zijn gewonde dochter Linda. Ik adviseerde hem ‘als je geholpen wilt worden, moet je naar Utrecht rijden, want de dichtst bij zijnde ziekenhuizen zullen al vol zijn’. In Utrecht was destijds het calamiteitenziekenhuis.”
,,Eén jongere hield zich voortdurend op onder één van de tafels. ‘Laat zien dat je er bent’, zei ik meerdere keren. Maar hij zat daar kennelijk goed. Misschien vanwege de alcohol, misschien vanwege de angst. Wat niet in me opkwam, was om de namen te noteren. Want er stond iemand voor de deur en buiten waren naderhand uiteraard ouders die steeds namen noemden, vragend of hun kind binnen was. Zelf ging ik ook af en toe naar buiten, op de uitkijk, misschien kon ik een brandweerman of iemand anders aanspreken. Wat me bij is gebleven, is dat ik op een gegeven moment de vaste patronen waar we als GOR-leden met de brandweer op getraind hadden, terugzag. Ondanks dat er gigantische paniek was. Dat was bijzonder om te zien. Want buiten die vaste patronen om, kun je situaties als deze niet trainen.”

Zalf
,,Ik wachtte tot alle slachtoffers weg waren. Moest af en toe naar de wc en beneden was Lennart neergelegd. Keer op keer dacht ik: ‘Jezus, Jezus, wat is er toch gebeurd? Verschrikkelijk. Toen het laatste slachtoffer weg was, liep ik rond half vier richting de Julianaweg en daar zag ik een peloton ME-ers. Ze waren in tuintjes aan het kijken of daar slachtoffers lagen. Want als jij ernstige brandwonden hebt en je loopt weg, kun je daarna ineens bevangen raken en omvallen.”
Jaap: ,,Ik had vlak voor vertrek met iemands telefoon naar familie gebeld en kreeg te horen dat Harry in het ziekenhuis van Purmerend lag en daar ben ik ’s nachts nog naar toe gebracht. Daar werd triage gepleegd. Toen ze bij Harry waren, zag ik aan die medici dat ze ook aangedaan waren door de omvang van de ramp en slachtoffers. We kregen een tube zalf en als dat er op zat, kon hij wel naar huis. Terwijl Harry tweede- en derdegraads brandwonden had. Dan kun je een patiënt niet naar huis sturen. Die zalf gleed ook zo van zijn gezicht af.”
,,Harry kon me vertellen wat er gebeurd was. Voor zover hij het wist, want hij was behoorlijk beschonken geweest die avond. Hij vertelde van de enorme hitte en bij hem heeft dát voor die brandwonden gezorgd, zijn huid is verschroeid. Er was tevens een stukje kerstverlichting in zijn hoofd gesmolten, waarvan hij nog steeds een kaal plekje heeft. Waar ik geen verklaring voor heb gekregen, is dat die jongeren naderhand vertelden dat ze bewusteloos zijn geweest. Er zijn wel allerlei gassen vrijgekomen, misschien is dat de oorzaak geweest. Er rolde ook een zwarte wolk van de trap af, dat vertelde onze dochter Lida.”
Na twee dagen moest Harry plots aan de beademing en bleek overplaatsing noodzakelijk. Hij moest worden overgebracht naar het UMC in Leiden. Jaap: ,,Opeens ging het zo snel. Alles was gepland, ik was even weg van zijn kamer en toen ik terugkwam, waren ze al met hem bezig om hem klaar te maken voor de ambulance, want hij ging snel achteruit. Ik dacht echt ‘daar gaat-ie’.”
Toen ze zelf in Leiden aankwamen, stond er een ziekenhuispsycholoog op Jaap te wachten. ,,Die ving mij op, geen idee waarom. Wellicht was er vanuit Purmerend iets doorgegeven, want ik reageerde daar wel heftig op zijn plotse vertrek.”

‘Waarschijnlijk heb
ik in die uren ook
een paar foutjes gemaakt’

,,Zo moesten er meer Volendammers van intensive care snel worden overgebracht. Want daar hebben we destijds misschien niet bij stilgestaan, maar de ic’s waren in die nacht bezet door Volendammers; er zijn dus mensen van buiten Volendam aan bijvoorbeeld hartstilstanden overleden, omdat er geen ic-bedden beschikbaar waren.”
Joke: ,,Eén van de artsen in Leiden had in Duitsland ervaring opgedaan en daar hadden ze baat bij het juist ‘open’ laten genezen van de brandwonden. Al het verband ging er dus van af. Daarmee hoopten ze, in het geval van Harry, transplantatie te voorkomen. En dat is gelukt.”
Jaap hoorde wel het verhaal van zijn kinderen aan, maar deelde niets van wat hij zelf had doorgemaakt. Niet met zijn zoon. ,,Maar ook niet met mij”, zegt zijn vrouw. ,,Dat complete verhaal hoor ik nu voor het eerst.”
Jaap: ,,Je kunt er het best over praten met degene die het hebben meegemaakt. Maar er zo over praten, dat heb ik nooit eerder gedaan. Hoe minder je er over praat, des te minder last heb je er van. Denk ik. Maar ik ben geen psycholoog. Naderhand ben ik wel bij psychotherapeute Joke Bond geweest, destijds betrokken bij het Nazorgcentrum ’t Anker. Dat heeft geholpen. Het is vooral dat ik moet accepteren dat ik zo geworden ben. Dat ik daar bij was en dat allemaal heb gezien. En daardoor zo emotioneel kan zijn.”
,,En ik moet accepteren dat alles is gegaan zoals het is gegaan. Want waarschijnlijk heb ik in die uren ook een paar foutjes gemaakt. Daar zit je dan wel over in. Heb ik dit goed gedaan, had ik dat moeten doen? Heb ik wel genoeg gedaan? De antwoorden op die vragen, ik zal ze niet krijgen. Ik moet er in berusten, want ik kan de film toch niet terugdraaien. De slachtoffers die op het punt stonden om weg te vallen, konden het snelst weg en daar heb ik wel iets in kunnen betekenen. Ik denk dat het me aardig gelukt is.”

Kwalijk
,,Omdat ik zowel hulpverlener was, maar ook een slachtoffer had, was het traject voor mij daarna een lastige. Dat iedereen die nacht zijn of haar kind aan het zoeken was en ik in die eerste uren geen seconde stil heb gestaan bij waar mijn eigen kinderen konden zijn, daar heb ik veel last van gekregen. Dat neem ik mezelf kwalijk.”
,,Als ik nu tijdens EHBO-lessen brandwonden behandel of als het gaat om longtrauma’s, is dat lastig voor mij. Ik ben ervaringsdeskundige. Maar ben ook snel emotioneel. En wat in je hoofd zit, is lastig om er uit te gooien. Maar ik zeg altijd: er zijn altijd mensen die het erger hebben. Je kind verliezen, dat draag je je leven lang mee.”
,,Hoe Volendam het daarna heeft opgepakt – in alles – dat geeft me een heel goed gevoel. En ik heb er legio kennissen bijgekregen. De mensen van de BSNV, waar Joke zich naderhand bij aansloot, de ouders van slachtoffers.”
Zowel Joke als Jaap zijn sinds mensenheugenis verbonden met ‘de handbal’. Jaap als vrijwilliger, Joke, samen met een andere oud-speelster, Maart Admiraal, als speaker bij de thuiswedstrijden van het eerste team. Drie jaar geleden verloren ze een collega-vrijwilliger, Siem Admiraal, op onvoorstelbare wijze. ,,Dat gaat ook niet meer van mijn netvlies af”, vervolgt Jaap. Zoals altijd hadden ze na een thuiswedstrijd van het herenteam samen aan tafel gezeten in de kantine. Joke: ,,Siem ging altijd wat eerder weg. Wij waren naderhand net thuis, toen de telefoon ging. ‘Siem is weg’. We trokken meteen onze schoenen aan. De politie deed de suggestie dat hij misschien de dijk op was. Maar Maart en wij wisten, dat zou Siem nooit doen. Omdat het pad tussen thuis en De Opperdam al een paar keer nagegaan was, liep Jaap meteen naar het bruggetje waar hij altijd overheen fietste…”
Jaap: ,,Ik ben een mannetje van dingen uitsluiten. Ik liep op het bruggetje en zag iets verdachts. ‘Schijn hier even met je licht’, zei ik tegen de politieman. En daar lag Siem, in het water. Met zijn fiets.” Het grote hart van die grote Siem was gestopt met kloppen, vlak voordat hij het bruggetje over moest. Jaap: ,,De politieman ging het water in en we haalden Siem samen naar de kant. Daarna begon hij met reanimeren en ik hielp, maar ik wist dat hij al zo’n twee uur in het water lag. En hij kwam ook niet meer bij…”

‘Jaap had het
wel gezien en het
kind had in mijn
buik gezeten.
Ik had haar
óók willen zien’

,,Het zijn ervaringen die je liever niet meemaakt, maar ik heb zelf de keuze gemaakt om EHBO-er te worden. En ik heb nergens spijt van gehad. Vanuit mijn werk bij KBK Bouw had ik eerder al met veiligheid en ongelukken te maken. Maar de machteloosheid die ik die ene nacht voelde, is met geen pen te beschrijven. In mijn gedachten ben ik wel vaak terug geweest naar die uren. Je probeert het een plekje te geven; je kunt het niet met iedereen delen. Je kunt er niet bij, als je er niet bij bent geweest.”
,,Sinds een aantal jaren werk ik op het Don Bosco College en de huidige generatie kinderen is na de Nieuwjaarsbrand geboren en ik denk niet dat veel van hen weten dat die mooie ramen aan de buitenkant van de aula symbool staan voor de overleden jongeren. Hun namen staan er in.”
,,Ik moet vaak aan hen en hun ouders denken. Ik kom af en toe op het graf en dan kijk ik naar de veertien. Ons kindje ligt er ook. Al bijna veertig jaar. Greetje heette ze. Net geboren, werd ze meteen bij Joke weggehaald. Ik werd er later bij geroepen en er was een team met haar bezig. Dat zag er niet zo leuk uit. Ze werd daarna in de hart- en longmachine gelegd. Ik vroeg of mijn vrouw de baby mocht zien. Er werd geadviseerd dat niet te doen. Uiteindelijk kwam er een kinderarts uit Leiden. Er was van alles mis. Hij schetste na onderzoek wat ze konden doen, maar ook wat de consequenties zouden zijn. Het was uitzichtloos, zo gaf hij aan. Dan moet je zelf beslissen of je de behandeling staakt.”
Joke: ,,Kwam naderhand de oorspronkelijke dokter aan mijn bed. ‘Volgend jaar heeft u weer een nieuwe’, zei hij… Had ik de baby nog niet eens gezien.” Jaap had toen ook een besluit tussen ratio en emotie genomen: ,,Ik had gezegd ‘het is beter dat je het kind niet ziet’.” Joke: ,,Maar Jaap had het wel gezien en het kind had in mijn buik gezeten. Dus ik werd boos… Ik had haar wél willen zien. Maar het kon niet meer. En ik kon naderhand ook niet mee toen het werd begraven.”
,,Toen ik zes weken later op controle kwam, zou de dokter mij onderzoeken en vertellen hoe het zo ver had kunnen komen. Wat schetste mijn verbazing, hij vroeg bij binnenkomst: ‘hoe is het met uw dochter?’ Ik dacht dat ik hem niet goed verstond. Maar hij had het kennelijk niet genoteerd en had zich niet goed voorbereid. Ik stond op en liep weg.”
Jaap: ,,Vijf jaar geleden werden we – nadat het erfelijkheidsonderzoek lang stop had gelegen – gevraagd weer bloed te geven en bleek dat we – met meerdere dorpsgenoten – drager te zijn van een afwijkend gen. Dat wisten we destijds niet.” Joke: ,,Dus toen wij Harry en Lida kregen, telden wij onze zegeningen. Wij hadden zat.” Jaap: ,,Zij en onze kleinkinderen zijn gezond. Wat wil je nog meer? Je leert de dingen veel meer te waarderen.”

 

Fotogalerij

Strook zandgrond langs Markermeerdijk

Door de Alliantie Markermeerdijken wordt volop gewerkt aan de dijkversterking tussen Hoorn en Amsterdam. Dit gaat over een lengte van in totaal 33 km. Binnen onze gemeente wordt ook al gewerkt aan de dijkverzwaring.

 

Over een lengte van 3 km is achter de zeedijk in het Markermeer een brede strook zand aangelegd. Met vele graafmachines wordt dit werk uitgevoerd tussen Edam en Warder. Er wordt verticale drainage toegepast, zodat het zand beter en sneller kan inklinken. Op deze strook zand wordt weer een nieuwe dijk aangelegd.

Daarna kan de bestaande dijk weg gegraven worden en komt er een breder dijktalud tot aan de weg. Er is halverwege dit stuk tevens een tijdelijke haven aangelegd. Zo kunnen de benodigde materialen zoveel als mogelijk via het water aangevoerd worden.

Fotogalerij

Hein Koning verlengt sponsorcontract Mauritius

Administratie en belastingadvieskantoor Hein Koning is al jaren een trouwe sponsor van de plaatselijke gymnastiek en turnvereniging. Er staat de komende tijd nogal wat te gebeuren voor St. Mauritius, een compleet nieuw onderkomen op de Broeckgouw zodat de nog steeds groeiende vereniging de komende decennia verzekerd is van een top-accommodatie op het dorp.

 

Aansluitend hierop is er ook een uitdagend talentontwikkelingsplan gepresenteerd welke een essentiële bijdrage zal gaan leveren aan het turnen en sporten voor alle leeftijden op het hoogste niveau. De directie van Hein Koning heeft daarom ook besloten om de samenwerking met St. Mauritius te verlengen en hoopt dat de vereniging zal slagen in haar ambities.

Fotogalerij

In de Nivo van vandaag, 21 oktober 2020

Wij wensen iedereen veel leesplezier met onder andere de volgende onderwerpen:

• ‘Geraldine en de vrouwen’ maakt veel los
• Grote ophef over Communievieringen
• Testen voor de wetenschap
• Lisa Schokker overwon depressie, angsten, dwangneuroses en een eetstoornis
• Liefde is… Rick en Marsja blijven dromen…
• Marga en Anna: door Nieuwjaarsbrand uiterlijk en innerlijk gehavend en bijna geheeld
• Medeplichtige overval Sjaakie’s Café: ‘Ik heb enorm veel spijt’
• Luca Schilder (17) dringt door tot eredivisie van FIFA gamers
• Horeca ‘op sterven na dood’ na sluiting
• ‘Help, mijn vader is politicus… en ik ook’

Fotogalerij

Afgestudeerd

Iris Klein | Master Arbeidspsychologie

Iris Klein was niet het type dat als jong meisje al wist wat ze later wilde worden. Zelfs toen ze in het zesde jaar van het VWO zat, had ze nog geen idee wat voor werk ze uiteindelijk precies wilde doen. Omdat ze het vak maatschappijwetenschappen erg leuk vond, koos Iris voor de bacheloropleiding ‘interdisciplinaire sociale wetenschappen’ aan de UvA. Daar ontdekte ze waar haar hart lag en vervolgde ze haar studie met de Master ‘Coaching & Vitality in Organisations’ aan de UvA, met de specialisatie Arbeidspsychologie. Eind augustus studeerde de 23-jarige Iris af. Voor de Nivo blikt ze terug op haar studietijd en vertelt ze over haar bijzondere vakgebied, dat juist in deze tijd, waarin veel wordt thuisgewerkt, organisaties veel ondersteuning biedt.
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Tijdens haar middelbare schooltijd had Iris nog geen duidelijk idee van welke richting ze later op zou willen. „Om mij heen zag ik veel klasgenootjes die hun carrièrepad al erg duidelijk voor ogen hadden, en daar soms zelfs al voorbereidingen voor troffen. Ik heb er zelf altijd op vertrouwd dat je moet doen wat je leuk vindt, en dat alles dan vanzelf op zijn plek valt. En bij mij is het ook precies zo gegaan”, vertelt Iris.
Iris begon aan de bacheloropleiding ‘Algemene sociale wetenschappen’ aan de UvA. „Met name het algemene karakter van deze opleiding sprak mij erg aan”, vertelt Iris. ,,Je hebt een zeer breed studieprogramma, en in het tweede en derde jaar kun je nog echt een eigen richting kiezen. In het eerste jaar volg je bijvoorbeeld de vakken economie, psychologie en sociologie. In het tweede jaar kies je de vakken die je het meeste aanspreken en doe je ook een minor, waarin je je verder verdiept in een specifiek vakgebied. Uiteindelijk volg je in het derde jaar een ‘master-aansluitprogram-ma’, waarin je klaargestoomd wordt voor een specifieke master.”

‘Ik discussieer liever
niet eindeloos
over grote, ongrijpbare
problemen, maar zoek bij
voorkeur naar toepasbare
oplossingen voor
alledaagse problemen’

Voor Iris bood de door haar gekozen bachelor de uitgelezen kans om verschillende vakgebieden te ontdekken en een route te kiezen die perfect aansloot bij haar kwaliteiten en voorkeuren. „Je kunt echt nog alle kanten uit”, zegt Iris. „Ik ken twee andere Volendamse meiden die deze opleiding ook al eerder volgden. Een van hen ging de richting op van politicologie en werkt nu bij het OM, de andere volgde de bachelor met de master onderwijskunde en werkt nu bij het NCOI.”
Zelf merkte Iris in het eerste jaar dat ze het leuk vond om zich te verdiepen in maatschappelijke kwesties op het gebied van gezondheid. In het tweede jaar volgde ze daarom de minor ‘Global Health and Inequality’. „Dat vond ik zeer interessant, maar ik merkte wel dat ik erg praktisch en resultaatgericht ben ingesteld. Ik discussieer liever niet eindeloos over grote, ongrijpbare problemen, maar zoek bij voorkeur naar toepasbare oplossingen voor alledaagse problemen. Daarom ben ik me gaan specialiseren op het gebied van psychologie.”
Iris vertelt dat het vrijwel nooit voorkomt dat studenten in haar opleiding voor deze richting kiezen, omdat je alleen kunt doorstromen naar een master aan de psychologiefaculteit als je twee extra voorbereidende vakken volgt. „In eerste instantie twijfelde ik dan ook of ik het wel aankon, maar in die tijd las ik het boek ‘Mindset’ van Carol Dweck. Deze psychologe schrijft dat met de juiste mindset en dus de manier waarop je denkt over jezelf en in het bijzonder over je eigen intelligentie en kwaliteiten belangrijk is voor hoe succesvol je uiteindelijk bent en hoe ver je komt in het leven.”
Ik liet me dus niet afschrikken door mijn twijfels over die extra vakken en ging ervoor.”
In het derde jaar van de bachelor volgde Iris met veel plezier verschillende psychologievakken en besloot ze uiteindelijk de richting van arbeidspsychologie op te gaan. „Daar vond ik de perfecte combinatie van gezondheid, praktische toepasbaarheid en resultaatgerichte aanpak die mij aansprak.”

Verandermanagement
„In de masteropleiding specialiseerde ik me in ‘Coaching en vitaliteit’. Met vakken als ‘careermanagement’, ‘coaching’, en ‘interventions in Health Psychology’ leerde ik coachen op individueel niveau en wetenschappelijk onderzoek te verrichten naar verschillende uitdagingen op de werkvloer, en daar gerichte adviezen voor te schrijven. Denk bijvoorbeeld aan verandermanagement, het op een verantwoorde manier stimuleren van diversiteit op de werkvloer of het verhogen van de arbeidsvreugde van werknemers.
Het laatste halfjaar van de masteropleiding bestond uit het schrijven van een scriptie en een stageperiode. „Mijn plan was om in januari en februari eerst mijn scriptie te schrijven, en dan in maart met mijn stage te beginnen”, vertelt Iris. „Ik had een stageplek bij een grote telecomprovider, maar met de komst van corona werd mijn stage helaas uitgesteld.” Uiteindelijk kon Iris in april alsnog van start, maar dan wel volledig vanuit huis. „Ik ben welgeteld een keer op kantoor geweest om kennis te maken, daarna kreeg ik een laptop mee naar huis met een inlogcode. Dat vond ik uiteraard erg jammer, want het leek me juist fantastisch om ter plaatse ervaring op te doen op de werkvloer van zo’n grote werkgever.”
Uiteindelijk heeft Iris het tijdens haar stage toch erg naar haar zin gehad. Iris: „Ik deed in deze onderneming onderzoek naar hoe ze op verschillende afdelingen meer gender gelijkheid konden realiseren. Daarbij ontdekte ik dat de wensen en behoeften van veel werknemers niet overeenkwamen met het diversiteitsbeleid van het bedrijf. In veel organisaties zie je dat men het diversiteitsbeleid zeer serieus neemt. Ook bij deze telecomprovider zijn er de afgelopen jaren op verschillende posities veel extra vrouwen aangenomen, maar daarmee ben je er nog niet. Mijn bevinding was dat de behoeften die leefden bij vrouwen om meer gendergelijkheid niet volledig werd vervuld met de huidige initiatieven die werden genomen door het bedrijf. Zo voelden sommige vrouwen in een aantal teams zich minder gewaardeerd, betrokken en gehoord dan hun mannelijke collega’s.”

‘Zo voelden sommige
vrouwen in een
aantal teams zich
minder gewaardeerd,
betrokken en gehoord
dan hun mannelijke collega’s’

„Op basis van die ondervindingen heb ik een advies geschreven”, vervolgt Iris. „Daarbij lag de nadruk op een leiderschapsinterventie. Veranderingen op de werkvloer hebben namelijk een aanzienlijk grotere kans van slagen als deze ‘top down’ worden uitgevoerd. De leidinggevenden en managers dragen namelijk de verantwoordelijkheid voor de werknemers in hun team, en door hen te inspireren en te reguleren heb ik hen kunnen leren om blijvende veranderingen door te voeren. Daarnaast focuste ik me op het meetbaar maken van de gedragsverandering. Wat je vaak ziet, is dat organisaties externe adviseurs inhuren om veranderingen door te voeren op de werkvloer, maar verslappen ze zodra het advies uitgebracht is en de externen weer uit het zicht verdwenen zijn. Om ervoor te zorgen dat het veranderproces echt een blijvend effect heeft, creëerde ik vijf specifieke (meetbare) gedragingen die de leidinggevenden dienen uit te voeren, en een terugkerend evaluatiemoment waarbij de werknemers deze gedragingen monitoren.”
Ook als Iris over haar scriptie vertelt, spreekt ze met een groot enthousiasme. Voor haar afstudeer-onderzoek keek ze naar de invloed van stress op de lichamelijke en mentale gezondheid en het verzuim van werknemers, en dan met name de rol die lichaamsbeweging daarbij speelde. „Bij het beoordelen van lichaamsbeweging ontdekte ik dat een intrinsieke motivatie vaak zorgt voor hoogwaardige prestaties, verbeterd welzijn en het sneller verkrijgen én behouden van resultaten”, zegt Iris. „Intrinsieke motivatie betekent dat iemand het uitvoeren van een activiteit oprecht leuk vindt om te doen, het gaat dan dus om de voldoening die iemand uit deze activiteit zelf haalt. Bij een extrinsieke motivatie, waarbij iemand een activiteit uitvoert om instrumentele redenen (dus bijvoorbeeld alleen sport om af te vallen, niet omdat hij of zij het leuk vind) zie je dat het stressniveau door deze lichaamsbeleving minder snel wordt beïnvloed.”

‘On hold’
Ondanks haar enorme passie en gedrevenheid is het voor Iris momenteel moeilijk om een geschikte baan te vinden. „Vanwege corona staan veel vacatures ‘on hold’” vertelt Iris somber. „Het is natuurlijk lastig om een nieuwe werknemer in te werken, nu iedereen vanuit huis werkt.”
Iris benadrukt dat het voor jonge professionals sowieso al vrij lastig is om een traineeship of junior-functie te vinden. „Het lijkt wel of overal om ervaring gevraagd wordt”, vervolgt Iris. Toch houdt ze de moed erin: „Veel bedrijven en organisaties werken al vijftig jaar volgens dezelfde gewoontes en gebruiken van hun werknemers, maar op dit moment wordt pijnlijk duidelijk dat veel werkprocessen verouderd zijn. Voor organisatieadviseurs en arbeidspsychologen zoals ik is er de komende jaren dus genoeg werk. Het is natuurlijk nu even een spannende periode, maar ik ben erg trots op waar ik nu sta. Ik ben mijn eigen weg gegaan en ben blij dat ik tot hier ben gekomen. Het zal me benieuwen wat de toekomst me zal brengen.”
Scholieren en studenten die moeite hebben met hun studiekeuze steekt Iris graag een hart onder de riem: „Ga voor jezelf na wat je echt leuk vindt om te doen, hoe vaag dat misschien ook is. Neem dat als uitgangspunt en ga er gewoon voor. Uiteindelijk valt alles dan vanzelf op zijn plaats.”

Fotogalerij

TV-opnames House Vision in Volendams Museum

Donderdagmiddag bracht een tv-crew van het programma House Vision een bezoek aan het Volendams Museum. Hier werden opnames gemaakt voor het RTL4-programma dat elke zaterdag (17.30 uur) en zondag (10.25 uur) uitgezonden wordt.

 

Promotie vanuit het Landal-vakantiepark in Volendam wordt gemaakt en zo is er ook aandacht voor het museum. Presentatrice Nana kreeg een rondleiding in het museum door Dick Bond en Geertje Nieuweboer-Jonk. Onderwerpen die aan bod kwamen waren o.a. bijnamen, Palingsound en de klederdracht.

De uitzending van House Vision, waarin het museum te zien is, staat gepland voor het weekend van 24-25 oktober. Zo niet dan komt dit item in het nieuwe seizoen waarvan de uitzendingen in maart 2021 weer beginnen.

Fotogalerij

Marco Tol ‘Man of the Match’

Vrijdagavond werd verdediger Marco Tol gehuldigd tot ‘Man of the Match’ aan Volendam-kant na de winst van 5-1 op Jong PSV.

 

Een half uur voor het eindsignaal deed stadionspeaker Jack Mühren een oproep om via de App te stemmen aan de supporters die thuis via de TV de wedstrijd bekeken. Marco kreeg een bos bloemen van Ron Bloemenweelde en een dinerbon van Café De Dijk aangeboden.

Fotogalerij

‘Het is natuurlijk best een eer als je uiteindelijk bij zo’n VOC-replica wordt gevraagd’

Veelzijdige projectcontroller begeleidt scheepsrestauratie

In het dagelijks leven is de Volendammer financiële man bij de Hogeschool van Amsterdam, zijn werkgever geeft hem echter ruimte om zijn passie te volgen: Henk de Boer (52) mag leidinggeven aan het groot onderhoud van VOC-replica ‘De Amsterdam’. Een serieuze interesse voor houten schepen heeft hij al zijn hele leven. Dat uitte zich al in het vele werk dat hij deed voor ‘Vereniging Behoud de Volendammer Botters’. Daarbij leerde hij gaandeweg hoe deze vaartuigen in elkaar zitten en wat bij restauratie belangrijk is. Met als resultaat deze grote, eervolle, klus.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

In een droogdok van een werf nabij het NDSM-terrein staat De Amsterdam, uitkijkend op het IJ. Het is begin van de middag en de zon belicht de achterkant van het schip. Timmergeluiden stijgen op uit de diepte, waar gespecialiseerde lieden onderhoudswerk verrichten. Een mast die doorgaans nabij het Scheepvaartmuseum fier overeind staat op het schip, ligt nu in delen op de grond van de scheepswerf. Te zien is dat wind, water en zonlicht hun werking hebben gehad op het materiaal.
Henk loopt langs de masten die deze week zijn gedemonteerd voor restauratie. Het is een van de redenen waarvoor de VOC-replica naar de werf in Amsterdam-Noord voer. De Volendammer spreekt enthousiast over de taken die het onderhoudsteam de komende tijd te doen staat. ,,Het renoveren van de masten is een onderdeel van het karwei. Een andere grote klus is het opnieuw waterdicht maken van het schip, van het deel dat normaal onder water ligt. Hij was behoorlijk lek. Elke acht minuten sloeg er een pomp aan om het lekwater eruit te pompen. Dat was echt wel heftig dus. De boot is nu dertig jaar oud. In principe gaat hij om de tien jaar ‘in dok’. Zijn dokbeurt was dan ook echt hard nodig”, vertelt Henk.

‘Er zit zo’n
drie tot vierduizend
meter naad in,
waaraan we
moeten werken’

Voor het weer waterdicht maken van De Amsterdam, maakt men gebruik van aloude methodes. Kieren tussen de planken dicht men door te breeuwen. Dat wil zeggen dat men er uitgeplozen touw van hennep tussen drijft. ,,We noemen dat ook wel ‘breeuwsel’. Dit wordt erin geslagen met een breeuwhamer en breeuwbeitel. Daarna wordt daar kit overheen gesmeerd. Het oude breeuwsel van het schip is helemaal nat en vergaan. Dit trekken we er allemaal uit en daarna slaan we er nieuw breeuwsel in. Dat is het getimmer dat je in de verte hoort. Er staan op dit moment twaalf mensen te breeuwen. Dat is veel, maar ook wel nodig. Er zit zo’n drie tot vierduizend meter naad in, waaraan we moeten werken. Deze techniek is al duizenden jaren oud.”
De Amsterdam is een replica van een achttiende-eeuws schip. Dit vaartuig behoorde tot de klasse van grootste schepen die de VOC bezat. Het is een type ‘spiegelretourschip’. De andere VOC-kopie die in Lelystad ligt, is gebaseerd op een ouder model uit de zeventiende eeuw. De huidige replica’s gaan aanzienlijk langer mee dan de originele schepen vroeger. Die gingen slechts ongeveer vijftien jaar mee. Dit was zo, omdat er nog geen droogdokken waren om ze te kunnen onderhouden. De stoommachine was nog niet uitgevonden om deze leeg te kunnen pompen. Verder was het in vroeger tijden een stuk minder veilig op zee. Het risico om in een zeeslag te belanden was groot en schepen zonken vaker. Zo sneuvelde het originele schip De Amsterdam al tijdens haar eerste reis. Het kwam niet verder dan de Noordzee, waar het op tragische wijze zonk doordat het in een storm terechtkwam.
Over een week of vier moet het schip waterdicht zijn. Het zal dan gelijk de werf verlaten, want elke dag dat De Amsterdam hier ligt, is kostbaar. De driemaster heeft dan ongeveer twee maanden in het droogdok gelegen. Men laat het schip dan weer te water, maar dat wil niet zeggen dat de restauratie dan al voltooid is. De renovatie van de masten gaat nog wat langer duren. Bij het terugplaatsen hiervan heeft het onderhoudsteam echter geen droogdok nodig. Om het schip weer in het water te krijgen, laat men het dok vollopen. Als het peil op gelijke hoogte is met dat van het IJ, dan kan het schip uitvaren. Henks prognose is dat het onderhoudswerk in januari klaar is. Hij houdt wel een slag om de arm, want: ,,Bij een houten schip weet je van tevoren nooit precies wat je tegenkomt.” Tot nu toe gaat het werk voorspoedig.
Gedurende de hele onderhoudsklus is Henk opzichter. Hij heeft een belangrijke functie die enkele verantwoordelijke taken met zich meebrengt. ,,Ik bekijk samen met het timmerbedrijf naar welke planken moeten worden vervangen. Verder houd ik de voortgang van het werk bij. Ik houd bij hoe we vorderen met het breeuwen van de naden, het timmerwerk, het kitwerk. Er moeten veel dingen worden afgestemd en we moeten tussentijdse beslissingen nemen. Bijvoorbeeld: hoeveel hout moeten we inkopen en welke soort. Zo gaat dat met veel materialen. Soms hebben we daarnaast hulpmiddelen nodig, zoals een extra hoge kraan voor de masten. En we hebben natuurlijk te maken met de coronamaatregelen en de naleving daarvan. Dat zijn allemaal kleine, maar wel belangrijke dingen die geregeld moeten worden.”

‘Ik kan met de
werkmannen hier
ook goed praten,
zonder dat ze denken:
‘Daar heb je
die boekhouder weer!’’

Henk kreeg deze opdracht van het bedrijf ‘BVS’ (Bureau voor Scheepsbouw) uit Bloemendaal. Vijf jaar geleden kwam deze onderneming de Volendammer op het oog. Hij begeleidde toen voor het eerst een project op De Amsterdam. Afgelopen zomer kwam BVS bij hem terug voor zijn huidige, omvangrijke klus. Dat het Bloemendaalse bedrijf hiervoor bij Henk terechtkwam, is niet voor niks. ,,In 1993 begon ik met een paar Volendammers te werken aan de restauratie van een botter, de ‘Garnkwak’. Op die manier rolde ik in de ‘houten boten-wereld’. Daarna werkte ik aan in totaal vier van dezelfde botters. Ik bemoeide mij toen al veel met het onderhoud- en timmerwerk. Het is natuurlijk best wel een eer als je dan uiteindelijk bij zo’n VOC-replica wordt gevraagd.”
Met zijn huidige opdracht is Henk zo’n achttien uur per week bezig. Zijn aanstelling is des te meer bijzonder, omdat hij van oorsprong niet uit de maritieme wereld komt. De interesse voor met name houten schepen werd bij de Volendammer gewekt, doordat zijn vader ermee op de Noordzee voer als visserman. In zijn jeugd ging Henk vaak met hem mee varen. Hij leerde veel over het onderwerp door zelfstudie uit boeken. Een officiële opleiding volgde de Volendammer eveneens. Een in een richting die niet direct een connectie met handvaardigheid doet vermoeden.
,,Ik studeerde ooit ‘bedrijfseconomie’. Met mijn ‘normale’ baan zit ik daarom in een heel andere sector. Ik ben projectcontroller bij de Hogeschool van Amsterdam. Dit is een fulltime financiële functie, waarbij ik wel ook te maken heb met bouwprojecten. Vanaf maart zit ik daarbij al in een ‘thuiswerksituatie’. Daarom was deze opdracht wel welkom. Ik trof een regeling met mijn werkgever. Tot december werk ik een aantal uren minder voor mijn vaste baan, zodat ik hier op de werf aan de gang kan. In goede harmonie is dit geregeld. De Hogeschool wilde mij deze kans gunnen. Ze weten dat ik naast mijn baan een passie voor houten schepen heb. Het is erg fijn dat ze mij deze ruimte geven.”
Een professionele achtergrond in de financiële sector en een verantwoordelijke taak bij een scheepsrestauratie, ze gaan bij Henk prima samen. De goed opgeleide technici die met hem werken, nemen hem zeker serieus als leidinggevende. ,,Van jongs af aan kom ik al op kotters. Daarop heb je veel te maken met techniek. Ik heb daar dus redelijk veel affiniteit mee. Daarom kan ik met de werkmannen hier ook goed praten. Zonder dat ze denken: ‘Daar heb je die boekhouder weer!’. Het is mooi om dit mee te mogen maken. Als De Amsterdam straks weer goed en wel bij het Scheepvaartmuseum ligt, dan denk ik dat ik daar toch met enige trots naar kijk.”

 

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?