Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Sintels uitgevlakt naast de Zeddeweg

Door de Provincie Noord-Holland worden verschillende projecten ondernomen om de doorstroming van het verkeer op de N247 te verbeteren. Zo wordt gewerkt aan een ‘ondertunneling’ van de N247 bij Broek in Waterland, een tweede fietspad langs de N247 tussen Monnickendam en Katwoude.

 

Langs de Zeddeweg wordt nu een extra rijstrook aangelegd voor de bussen van E-Net zodat er een betere doorstroming van het busverkeer mogelijk gemaakt wordt. De vele grote zakken met sintels die naast de Zeddeweg stonden opgeslagen zijn met groot materieel door medewerkers van KWS nu uitgevlakt voor de busbaan.

Vanwege de asfaltwerkzaamheden zal de Zeddeweg tussen maandag 7 en vrijdag 11 september afgesloten zijn voor het verkeer tussen 20.00 en 05.00 uur.

Fotogalerij

Oma vertelde en kleinzoon vervult haar laatste wens

Wat er die oorlogsavond gebeurde met Jan Bolletje

Iedere Volendammer kent het verhaal van Jan Tol ‘Bolletje’. Jan speelt de hoofdrol in misschien wel het meest trieste oorlogsverhaal dat de gemeente rijk is. Op het Doolhof – ter hoogte van huisnummer 76 – is bijna tachtig jaar na dato nog altijd een plaquette ter nagedachtenis aan die eigenwijze Volendammer te bewonderen. Dat hij door de Duitsers met dodelijk gevolg in zijn rug werd geschoten, is alom bekend, maar wat er aan het drama vooraf ging, vormt een grijs gebied. Al bijna tachtig jaar gaan verschillende versies van het verhaal de ronde, maar wat heeft zich die bewuste avond nou écht voltrokken? Jans kleinzoon Ronald (Ron) Tol deelt het verhaal dat zijn oma hem vertelde en maakt daarmee voor eens en altijd een einde aan alle wilde geruchten.
Door Kevin Mooijer

Rons oma – de weduwe van Jan Bolletje – overleed zeven jaar terug in haar geliefde Volendam. Sjaantje Tol-Hunnego werd op een maand na 107 jaar oud en heeft een enerverend leven gekend. De meest in het oog springende details zijn helaas dat de geboren Haagse zowel haar man als alle drie haar zoons overleefd heeft. Tot haar laatste adem beschikte Sjaantje over een uitstekend geheugen. ,,Ze schakelde moeiteloos tussen 1938, 2002 en 1980, om maar een paar jaartallen te noemen”, lacht Ron. ,,Op 96-jarige leeftijd ging ze zelfs nog zelfstandig met het openbaar vervoer naar familie in Den Haag.”

[ads id=66]

Vanwege haar nauwkeurige geheugen heeft ze de levensverhalen van haar wijlen man en haarzelf aan de hand van foto’s tot in detail na kunnen vertellen aan Ron. ,,Terugkijkend op mijn wekelijkse bezoekjes aan oma kan ik concluderen dat ik nadien in het bezit ben van een schat aan familiegeschiedenis.”
In Sjaantjes woning in het St. Nicolaashof dronk ze iedere week samen met haar kleinzoon Ronald een kop koffie. Voor haar, op de tafel, stond vaak een doos met foto’s. Nostalgische foto’s die ieder een eigen verhaal vertelden om precies te zijn. Op veel foto’s was haar man in zijn militaire uniform te zien. ,,Mijn opa kwam uit een vissersfamilie (Kees van de Blauwe Tol en Antje van Jawek Mol), maar wilde per se beroepsmilitair worden”, vertelt Ron. ,,Hij had altijd al een diepgaande interesse in het militaire bestaan gehad. In 1927 werd hij opgeroepen voor zijn dienstplicht en besloot hij zich als vrijwilliger in te schrijven bij de Nederlandse Landmacht. . Hij werd gekeurd en Jan tekende een dienstverband voor zes jaar. Vervolgens werd hij in Den Haag gestationeerd, waar hij later als korporaal behoorde tot een speciale eenheid die ter beschikking van de koningin stond.” Omdat de Volendammer zijn titel als beroepsmilitair nog niet behaald had, verdiende hij nog geen salaris. ,,Zijn vergoeding bestond die eerste zes jaar uit kosten en inwonen.”

‘Hij besloot het zijn
persoonlijke missie
te maken om het de
bezetter zo lastig
mogelijk te maken’

Eind jaren twintig bezocht Jan op een vrije avond de jaarlijkse vuurwerkshow van Scheveningen. Hoewel hij er die avond op uit trok om een prachtige vuurwerkshow te aanschouwen, heeft hij waarschijnlijk weinig meegekregen van het spektakel. Naast hem stond namelijk een dienstmeid uit Den Haag die zijn aandacht trok. ,,Mijn opa en oma ontmoetten elkaar daar ruim negentig jaar geleden voor het eerst. Ze vonden elkaar heel leuk, maar oma was vastberaden dat ze geen militair als man wilde.”
Jan was terneergeslagen, maar gaf de moed niet op. In de hoop Sjaantje weer te zien bezocht hij exact een jaar later het vuurwerkfeest van Scheveningen nogmaals. Het lot was de Volendammer gunstig gezind. Sjaantje en Jan troffen elkaar weer en onder een door vuurwerk verlichte hemel sloeg de vonk definitief over.
In 1932 promoveerde Jan naar een militaire beroepsfunctie met salaris en konden Jan en Sjaantje in 1934 trouwen. ,,Mijn opa was vastberaden carrière te maken in het leger. Door zijn leidinggevenden werd hij vanwege zijn inzet en motivatie enorm gewaardeerd. Hij groeide daardoor al snel door naar wachtmeester van het eerste regiment van de Huzaren. Nadat hij die functie een periode met verve had bekleed, werd hem net voor de Tweede Wereldoorlog een promotie tot luitenant toegezegd, hetgeen uitzonderlijk was omdat het destijds moeilijk was om in hogere rangen te raken binnen het Nederlandse leger als je van eenvoudige afkomst was.”
,,Wat heel slecht voor Jan uitkwam was dat het Nederlandse leger vrijwel moeiteloos werd verslagen door de Duitsers, met als gevolg de demobilisatie. Het Nederlandse leger, Jans werkgever, werd op wachtgeld gezet en militairen werden eervol uit het leger ontslagen (gedemobliseerd, red.). Daarvoor moesten zij een verklaring tekenen dat zij geen enkele daad van verzet zouden plegen tegen de Duitse bezetter.” Opgetekend uit die verklaring werd het onderstaande:
‘Hierdoor verzeker ik op eerewoord, dat ik gedurende dezen oorlog, althans zoolang Nederland zich met het Duitsche Ryk in oorlogstoestand bevindt, aan geen enkel front noch direct, nog indirect zal deelnemen aan den stryd tegen Duitschland. Ik zal geen handelingen begaan of verzuim plegen, waardoor het Duitsche Ryk schade, van welke aard ook, zou kunnen lyden.’
‘Deze verklaring moet door beroeps-officieren op eerewoord worden afgelegd; beroeps-onderofficieren, -korporaals en –soldaten leggen deze verklaring, zonder meer, af.’
Jan kon zich maar moeilijk vinden in deze nieuwe wereld en besloot het zijn persoonlijke missie te maken om het de bezetter zo lastig mogelijk te maken.
Als getalenteerd militair bevond Jan zich in de hoogste militaire kringen en werd hij zodoende uitgenodigd door een aantal kopstukken van het gedemobiliseerde leger. Jan zat rond de tafel met de later bekend geworden Engelandvaarders als Jaap Beekman, Bernard Berger en Jan Beelaerts van Blokland (allen latere leden van de Prinses Irene Brigade onder leiding van Prins Bernard).
,,Mijn oma herinnerde zich geheime gesprekken die heel soms thuis in het bijzijn van verzetsstrijders van het eerste uur, achter gesloten deuren werden gehouden, goed. Hoe zouden ze het koningshuis het beste kunnen bijstaan, was een vraagstuk dat veel aan bod kwam. Het plan zou zijn om vanuit Engeland de aanval op de Duitse bezetter in te zetten. Jan was vastberaden hieraan mee te doen. ‘Ik ga mee naar Engeland, al moet ik zwemmen’, had hij tegen zijn vrouw gezegd.”
Jan kreeg zijn zin. In september 1941 zou hij met het zorgvuldig geselecteerde team richting Engeland vertrekken om de tegenaanval in te zetten. Dat hij zijn Sjaantje en hun zoons achter moest laten, deed hem pijn, maar zijn plicht riep.”
Het doel was om in de buurt van Tardinghen, aan de zwaar bewaakte Franse kust, naar Dover te zwemmen. Als dit niet zou lukken, dan zou hij via Portugal reizen. Maar wat het exacte plan was, dat wist zelfs Sjaantje niet. Hierover werd door de eerste verzetsstrijders en alleen in het geheim gesproken.

‘Hij was een stoere
familieman met een
hart van goud en
oh zo ondeugend’

Wanneer Sjaantje werd gevraagd haar man te beschrijven, dan noemde ze hem eigenwijs. ,,En dat bedoelde ze zo positief als mogelijk”, lacht Ron. ,,Hij had een sterke mening en was overtuigd van zijn eigen kunnen. Hij was niet arrogant, maar hij was wel zeer zelfverzekerd. Daarbij was hij een stoere familieman met een hart van goud en oh zo ondeugend. De verhalen over Jans streken zijn bij de oudere generatie Volendammers tot op de dag van vandaag welbekend.
Jan groeide onder andere op met goede vrienden Hein Schilder ‘Madoet’, ‘Wilde’ Kees Kwakman en Jentje Kes. Samen met Hein zou Jan ooit een timmerbedrijfje gaan starten. ,,Waar deze ambitieuze plannen voor mijn opa vanwege zijn militaire ambities op de lange baan werden geschoven, resulteerde het voor zijn vriend Hein na de oorlog in HSB Bouw.” Ondanks dat Jan tijdens de oorlog in Amersfoort gelegerd was, ook tijdens de demobilisatie, bleven de vrienden in nauw contact met elkaar staan.
In augustus 1941 – een maand voordat hij richting Engeland zou vertrekken – bracht Jan onder het mom van het vieren van zijn zoons verjaardag en het meehelpen aan een kleine verbouwing van zijn ouderlijke huis een bezoek aan Volendam. ,,Uiteraard wilde hij de verjaardag van zijn zoon Kees vieren, maar daarbij kwam hij in het geheim afscheid van familie en vrienden nemen voor zijn risicovolle trip naar Engeland. Daarnaast was hij bovenmatig geïnteresseerd in hoe de Duitsers opereerden in zijn thuisdorp. Hij sprak met vrienden, waaronder Hein Schilder en Siem Beemsterboer, over de Duitse bezetters en de oprichting van het verzet.”
Jan bleek moeite te hebben met de avondklok die de Duitsers ingevoerd hadden. ,,Er was onlangs een aantal Volendammers gearresteerd en zij werden vastgehouden in hotel Spaander, dat destijds de thuishaven was van de bezetter. Toen mijn opa hier lucht van kreeg besloot hij – als beroepsmilitair zijnde – poolshoogte te gaan nemen. Hij wilde weten wat er gebeurd was, waarom de mensen opgepakt waren en wat de Duitsers met hen van plan waren.”
Een veelgehoord verhaal van wat zich die avond in Spaander afspeelde, vertelt over een gezellige avond tussen Jan en de Duitsers. ,,Ze zouden samen gelachen, gebiljart en gedronken hebben, maar volgens mijn oma is dat klinkklare onzin. In Jan ontstond namelijk een ontembare woede als het om nazi’s ging. Hij zou nooit een gezellige avond hebben beleefd met zijn aartsrivalen. Hij zou eerder informatie hebben willen vergaren. Ook het verhaal dat hij onverstandig over de dijk wandelde om de Duitsers uit te dagen, vond Sjaantje onzin. Jan was onverschrokken, maar absoluut niet dom. Het maakte haar boos als deze verhalen te pas en te onpas werden verteld.” Maar wat speelde zich op de avond van 10 augustus 1941 dan wel af binnen de muren van hotel Spaander?

‘Om te beginnen werkte
de wrok die mijn opa
richting de Duitsers
koesterde aannemelijk
niet in zijn voordeel’

,,Om te beginnen werkte de wrok die mijn opa richting de Duitsers koesterde aannemelijk niet in zijn voordeel. Hij had nog altijd veel moeite gehad met het feit dat zijn leger zo gemakkelijk werd overlopen door de nazi’s. Daarnaast stond hij bekend als eigenwijs, dus het zou goed kunnen dat de antwoorden die hij in Spaander van de Duitsers kreeg, hem niet aanstonden en dat ook liet merken. Het gesprek kreeg hoe dan ook een negatieve wending want het resulteerde in een achtervolging.”
Jan zou meerdere malen door de Duitsers zijn gewaarschuwd over het ingaan van de avondklok, maar desondanks besloot hij zijn vertrek uit te stellen.
,,Het was een wandeling van slechts twee minuten van hotel Spaander naar de woning van zijn ouders, waar hij dat weekend verbleef. Daarom zou hij ondanks de spertijd zijn kansen om heelhuids thuis te komen misschien goed hebben ingeschat. Wat we zeker weten, is dat Jan informatie verzamelde over de Duitsers. Wellicht met het idee om zijn Volendamse vrienden vanuit Engeland tijdens het verdere verloop van de oorlog te kunnen helpen. Wat we ook zeker weten, is dat hij in stilte afscheid kwam nemen van zijn vrienden en familie. Hij zou immers een maand later naar Engeland vertrekken. Wanneer hij opgepakt zou worden, zou hij geen deel uit kunnen maken van de missie waar hij zo naar uitkeek. Jan had als gedemobiliseerde militair een verklaring moeten ondertekenen dat hij zich zou onthouden van een (verzets)strijd tegen de Duitse bezetter. Indien Jan zich hier toch aan schuldig zou maken, dan zou hij voor de Duitse krijgsraad moeten verschijnen. Reden genoeg om zich niet te laten oppakken door de Duitsers.”
,,Omdat Jan bezig was met de organisatie van het verzet zullen we helaas nooit helemaal kunnen reconstrueren wat zijn werkelijke motivatie is geweest. Hij opereerde immers in het geheim. Logisch aldus dat in de officiële politierapporten – ondanks de verklaring van Siem Beemsterboer – niet de werkelijke motivatie van Jan valt op te tekenen”, zo vertelde Sjaantje”
Uiteindelijk zijn Jan en Siem na spertijd uit Spaander vertrokken. Daar waar Siem buiten gehoor gaf aan het stopbevel van de Duitsers vluchtte Jan de trap van de dijk af het Doolhof in. Het zou de laatste trap zijn die hij ooit bewandelde. Na een kat en muis spel werd Jan uiteindelijk in zijn rug getroffen en overleed direct aan zijn verwondingen. Tot op de dag van vandaag vragen de nabestaanden zich af waarom Jan direct en vooral van zo’n korte afstand werd doodgeschoten. ,,Waarom schoten ze hem bijvoorbeeld niet in zijn been? Of in een andere niet dodelijke plek? Natuurlijk was het onverstandig van hem om de Duitsers uit te dagen en te vluchten, maar het was niet nodig om hem te doden.” Tot het moment van haar eigen dood in 2013 heeft Jans weduwe, Sjaantje, het bebloede overhemd dat hij tijdens zijn moord droeg bewaard. Voor Hein Schilder was Jans dood één van de belangrijkste redenen om de verzetsgroep ‘Knokploeg Waterland’ te beginnen.

‘Natuurlijk was het
onverstandig van hem
om de Duitsers uit
te dagen en te vluchten,
maar het was niet nodig
om hem te doden’

,,Nu haar man vermoord was, brak er voor mijn oma een moeilijke tijd aan. Ze had drie zoons, maar geen inkomen. Hein Schilder reikte de weduwe van zijn goede vriend de helpende hand en hielp haar met financiële problemen.” In augustus 1944 kreeg Sjaantje de volgende klap te verduren. ,,Haar jongste zoon, Jaap, overleed op jonge leeftijd aan buikvliesontsteking en werd begraven in de Engelenbak op de Volendammer begraafplaats.”
Enige tijd later moest Sjaantje noodgedwongen vanuit Amersfoort terug naar haar ouderlijk huis in Den Haag. ,,Mensen kregen in verband met een woningtekort in Nederland de opdracht vanuit de overheid om gezinnen zonder woning onderdak te bieden. Veel ouders namen zo mogelijke bekenden in huis. Ook na de oorlog bleef deze regeling actief, tot er weer voldoende woongelegenheid was.” Sjaantje verbleef met haar twee overgebleven kinderen bij haar ouders in Den Haag, maar kon Volendam niet uit haar hoofd zetten.
,,Wederom besloot Hein Schilder – nadat Sjaantje tijdelijk op het Doolhof had ingewoond bij Jan Tol, een broer van haar schoonvader – haar bij te staan. Hij hielp haar financieel en aan een huisje, dichtbij haar schoonouders, aan het Kerkepad in Volendam.” Later verhuisde zij naar de Zuidervesting in Edam, maar Jans weduwe zou Hein voor eeuwig dankbaar blijven.
Direct na de oorlog kreeg Jan erkenning als verzetsstrijder. In de officiële verklaring van de Stichting 1940-1945 staat duidelijk genoemd dat Jan als verzetsstrijder van het eerste uur kan worden aangemerkt. Echter omdat hij niet bij een duidelijke verzetsdaad was gesneuveld duurde tot ver na de oorlog voordat Jan Bolletje ook in financiële zin de erkenning kreeg die hij verdiende. ,,Pas in de jaren zestig kreeg mijn oma haar aanvullende militaire oorlogspensioen. Ze is nooit hertrouwd en heeft de rest van haar leven in Edam en Volendam gesleten.”
Ondanks alle tegenslag is Sjaantje altijd een optimistisch en leergierig persoon gebleven. ,,Haar zonen Kees en Ton zijn goed terecht gekomen. Beiden zijn uiteindelijk kapitein op de koopvaardij geworden”. De kinderen van Kees (Arthur en Rowena) zijn woonachtig in Volendam en de kinderen van Ton (Anja en Marcel) wonen in Purmerend. Zelf woon ik sinds mijn studententijd in Amsterdam en ben daar – na een periode in Londen – gebleven.”
,,Tot op 98-jarige leeftijd is mijn oma zelfstandig blijven wonen. In 2004 is zij verhuisd naar het St. Nicolaashof, waar ze zes prachtige jaren heeft beleefd.” In 2013 overleed Sjaantje op 106-jarige leeftijd in de Gouwzee. Voor haar overlijden gaf Sjaantje haar kleinzoon een laatste wens mee. ,,Ze zei tegen me dat ik iets moest terug doen voor de door haar zo geliefde Volendamse gemeenschap en – als de kans zich ooit zou voordoen – ik een project moest bouwen met Hein Schilder Bouwbedrijf (HSB). Mijn beroep is namelijk projectontwikkelaar van nieuwbouw woningen. Alle hulp die Hein mijn oma in moeilijke tijden heeft geboden en de gastvrijheid van de Volendamse gemeenschap zijn mijn van oorsprong Haagse oma tot het einde bijgebleven.”

‘Ik ben trots te kunnen
vertellen dat mijn
oma’s wens onlangs
eindelijk is uitgekomen’

Sjaantjes as werd door de familie symbolisch uitgestrooid over het graf van haar jongste zoon en Ron kon de laatste wens van zijn oma niet negeren. ,,Ik was vastberaden gehoor te geven aan mijn oma’s verzoek. Ook al is HSB niet meer van de familie Schilder, toch werd het voor mij een erezaak om de wens van mijn oma te vervullen. Voor haar was HSB altijd het synoniem gebleven voor Heintje van Madoet. Als beste vrienden hadden ze waarschijnlijk – zoals ze eind jaren 30 hadden afgesproken – na de oorlog samengewerkt aan het prachtige bedrijf dat Hein uiteindelijk met zijn blote handen heeft opgebouwd. Jan heeft dit niet mee mogen maken, al zou het sowieso de vraag zijn geweest of zijn militaire carrière vaarwel had kunnen zeggen. Al is het ruim tachtig jaar geleden dat ze elkaar de hand schudden, Schilder en Tol werken alsnog samen. Ik ben trots te kunnen vertellen dat mijn oma’s wens onlangs eindelijk is uitgekomen.”
Ron heeft planologie en bouweconomie gestudeerd en is vervolgens als jonge projectontwikkelaar aan het werk gegaan bij de Hollandsche Beton Groep (HBG), later overgenomen door de BAM.. ,,Destijds was Wilma (Willemsen-Maas) de grootste woningbouwondernemer van Nederland. Het bedrijf werd in de Benelux eind jaren 90 verkocht aan de NBM én BAM Groep, maar in 2015 had de familie Maas plannen om opnieuw in Nederland te investeren. Ik werd benaderd of ik het nieuwe bedrijf vorm zou willen geven.”
Ron is onderhand vijf jaar directeur van Wilma Wonen. ,,We ontwikkelen fantastische projecten door het hele land met een duidelijk eigen signatuur. Van binnenstedelijke projecten en transformaties van oude gebouwen tot complexe gebiedsontwikkelingen en kleinschalige inbreidingslocaties. Eén van de meeste recente projecten waar we aan werken betreffen de ontwikkeling en bouw van 250 woningen bij het Zaans Medisch Centrum (www.gouwpark.nl). Voor deze mooie opdracht werken we samen met HSB Ontwikkeling. HSB Bouw is begin van dit jaar begonnen met de bouw van de woningen. Mijn oma, opa en hun goede vriend Hein van Madoet zouden anno 2020 trots zijn geweest.”

Hieronder een opsomming van Jan Tols militaire carrière:
• 15 November 1927 ingeschreven als huzaar 2e klasse.
• 16 November 1927 als vrijwilliger verbonden bij de Landmacht voor zes jaar.
• 26 Februari 1929 gepromoveerd tot huzaar 1e klasse.
• 6 Juni 1929 gepromoveerd tot korporaal.
• 15 November 1933 verbonden voor onbepaalde tijd bij de Landmacht.
• 15 November 1933 onderscheidingsteken voor zes jaar dienst.
• 1 April 1934 gepromoveerd tot wachtmeester.
• 1 Juli 1937 overgeplaatst bij het 1e Regiment Huzaren.
• 15 November 1939 bronzen medaille toegekend.
• 28 Juni 1940 overgeplaatst bij 59 R.I.
• 15 Juli 1940 wegens opheffing van zijn betrekking eervol ontslagen (demobilisatie).

Fotogalerij

André Burghouts veertig jaar werkzaam bij WAMO

Woensdag was het op de dag af veertig jaar geleden dat André Burghouts, die in Volendam woonachtig is, als monteur aan de slag ging bij Caravancentrum WAMO te Edam.

 

Vanwege dit jubileum werd André in de bloemetjes gezet door Sandy en Debbie de Ruiter, die als derde generatie de directie vormen van het alom bekende caravanbedrijf. De jubilaris gaat nog steeds veelal met plezier aan het werk.

De omgang met de klanten en het montagewerk op zich vindt hij leuk om te doen. In de afgelopen 40 jaar heeft hij voor duizenden caravanbezitters het onderhoud, reparaties van schade en alle voorkomende problemen aan de caravans verzorgd.

Fotogalerij

Langverwachte stamceltransplantatie Simon vanwege corona uitgesteld

Op drie juni was in de Nivo het verhaal van Simon de Goede en zijn strijd tegen de ziekte multiple sclerose (MS) te lezen. In die fase hoopten Simon en zijn familie dat er 75.000 euro bijeen zou worden gebracht, zodat hij een stamceltransplantatie zou kunnen ondergaan in Moskou. Dat bedrag kwam er, een datum (25 augustus) om naar de Russische hoofdstad af te reizen ook, maar het coronavirus gooide roet in het eten.
Door Kevin Mooijer

Destijds was de geboren Monnickendammer nog afhankelijk van een wandelstok, maar inmiddels kan hij zich alleen nog in een rolstoel voortbewegen. Simons situatie is de afgelopen maanden enorm verslechterd. Daarom is alle hoop gevestigd op de stamceltransplantatie. ,,Ik ben inmiddels goedgekeurd voor de behandeling en heb een slagingspercentage van 80%”, licht Simon toe. ,,Ik ben me lichamelijk en geestelijk al maanden aan het voorbereiden op de behandeling. Alles zag er positief uit.”

[ads id=66]

Vol goede moed vertrokken Simon en Marga vorige week dinsdag naar Den Haag om hun visa rond te krijgen. ,,We hadden een afspraak bij het Russische Consulaat, waar we alle benodigde documenten aan moesten leveren. Eén van deze documenten is een soort invitatie van een Russische instantie – in dit geval de kliniek waar ik behandeld ga worden – die bewijst dat je voor dat specifieke doeleinde naar Rusland afreist. Vanwege de huidige pandemie worden deze invitaties voor onbepaalde periode niet gehonoreerd, met als gevolg dat visa alleen bij hoge uitzondering worden toegekend. De enige omstandigheden waaronder Rusland een visum toestaat, is bij levensbedreigende situaties of voor bepaalde politieke situaties. Het is erg teleurstellend dat de invitatie van de kliniek niet wordt geaccepteerd door de Russische diensten.”

‘Het is erg
teleurstellend dat
de invitatie van de
kliniek niet wordt
geaccepteerd door de
Russische diensten’

Simon wordt in zijn zoektocht naar een visum bijgestaan door een gespecialiseerde organisatie. ,,We hebben een bureau in de arm genomen die ons tot zover heeft gebracht. De kans op een visum zou vanwege de ernst van mijn situatie 50/50 zijn, maar helaas mocht het niet baten. Nu proberen we het nogmaals via de Russische ambassade. Via deze weg zouden we een uitnodiging van de Russische buitenlandse zaken moeten ontvangen om een visum te krijgen. Die kans is natuurlijk uiterst klein, maar we pakken alles aan.”
Ondanks de zoveelste tegenslag blijft Simon positief. ,,Je hebt het niet zelf in de hand, dus het heeft ook geen zin om er zenuwachtig of negatief over te gaan doen. Ik blijf positief en heb mijn zinnen gezet op een succesvolle behandeling in Moskou.”
In de tussentijd traint Simon ter voorbereiding op de stamceltransplantatie geduldig door. ,,Ik zit veel in de sportschool om mijn lichaam zo sterk mogelijk te maken voor de behandeling. Hierin word ik bijgestaan door Robbert Miedema van RMPT Healthcenter in Monnickendam. Hij heeft aangeboden om de stichting Op de bres tegen MS te steunen door mij kosteloos van personal training te voorzien. Geweldig, toch?”
Wanneer Simon eindelijk vrijstelling krijgt om naar Moskou te reizen, staat hem een extreem zware periode te wachten. ,,De behandeling op zich duurt een maand. Je volledige immuunsysteem krijgt in feite een reset. De goede cellen worden van de kwade gescheiden. De goede cellen worden gekoeld opgeslagen en de kwade cellen worden door middel van een meerdere dagen durende, enorm zware chemokuur vernietigd. Vervolgens worden de goede cellen weer teruggeplaatst. Je hebt dan geen cellen meer in je lichaam die je hersenen aanvallen en de MS komt dus stil te staan of in sommige gevallen verdwijnt het zelfs.”
Vanwege de chemokuur en het verwijderen van cellen is het immuunsysteem van mensen die de behandeling ondergaan een bepaalde periode extreem laag. ,,Je wordt daardoor twee weken in quarantaine gezet om je immuunsysteem de tijd te geven weer aan te sterken. De behandeling is zo zwaar, dat je richting de dood wordt getrokken.”

Ga voor meer informatie naar www.opdebrestegenms.nl of houd de Facebookpagina van Op de bres tegen MS in de gaten voor het laatste nieuws over Simons gevecht tegen MS.

Fotogalerij

‘Dit met als doel dat er zometeen een weg ligt waar iedereen tevreden mee is'

Burgerparticipatie essentieel bij vernieuwing Julianaweg

Na de kermis van 2021 wordt de Volendamse Julianaweg ingrijpend vernieuwd. Het wordt een omvangrijk project voor het dorp. Bouwbedrijf Dura Vermeer gaat samenwerken met de gemeente. Samen vormen de partijen bouwteam ‘DeDam’, dat de belangrijke verkeersader in delen onder handen neemt. Waarschijnlijk te beginnen bij het industriegebied. Hoe de vernieuwde weg er precies uit komt te zien, is volgens het projectteam nog onduidelijk. De komende tijd kunnen burgers daarover meedenken in de verschillende participatietrajecten. In de planning staat dat het project op 31 december 2025 klaar moet zijn.
Door Laurens Tol

Wethouder Wim Runderkamp (VVD) geeft aan dat men begint met de plannen voor het hele traject in grote lijnen in kaart te brengen. Dit om daarover eenduidigheid te krijgen en om bepaalde keuzes te kunnen maken voor het project als geheel. Daarna wordt apart gekeken naar elk onderdeel van de Julianaweg.
,,Burgers worden betrokken bij zowel bij de grote lijnen, als de details van de plannen. Bij elk deel zullen we verschillende moeilijkheden tegenkomen. Op sommige plekken is ruimte genoeg, op andere plekken weer helemaal niet. Er zijn ook locaties waar weggebruikers nu vertraging oplopen, omdat er veel afslagen zijn. Al dit soort knelpunten willen we gaan oplossen. Gelukkig hoeven we niet alles zelf te bedenken. De mensen die wonen en werken aan de weg weten dit soort dingen ook uitstekend”, vertelt Runderkamp.

‘Het is een illusie
om te denken dat het
vernieuwen van zo’n
belangrijke weg
ongemerkt voorbijgaat’

[ads id=66]

Fotogalerij

Grondmetingen voor aanleg ontsluitingsweg

Maandag en dinsdag stond op de Dijkgraaf Poschlaan, nabij de stoplichten van de T-splitsing van de Zuidpolderlaan, een grondboorwagen van Van Dijk Geo- en Milieutechniek. Hier vond bodemonderzoek plaats en werden metingen verricht.

 

Tot op 20 meter diepte werd geboord om de grondlagen van klei, veen of zand in kaart te brengen. De metingen werden verricht in opdracht van Touw Ingenieursbureau. Op deze plaats komt een rotonde en ook even verderop komt een rotonde op de D. Poschlaan voor de aansluiting op de aan te leggen ontsluitingsweg richting de N244.

Ook in het weiland tussen de kommen Volendam en Edam vond bodemonderzoek plaats. Het zijn de eerste werkzaamheden voor de aanleg van de ontsluitingsweg, die al vele jaren op de rol staat.

Fotogalerij

Van gebroken voet herstelde Marnix Kolkman maakt zich op voor NK n n

‘Ik voel mezelf weer sporter’

De zon schijnt en dat is ook symbolisch voor Marnix Kolkman. ,,Ik heb behoorlijk lang niets kunnen doen en de voet is nog wat stijfjes. Maar ik heb sinds kort weer het gevoel dat ik op niveau zit. Over anderhalve week heb ik weer een NK, dus het voelt weer een beetje zoals voordat ik mijn voet brak”, zegt de atleet van AV Edam. ,,Ik voel mezelf weer sporter.”
Door Eddy Veerman

Hij heeft de sleutel van een hele grote trainingslocatie, want zo mag je de accommodatie van AV Edam wel noemen. ,,Ik kan hier krachttraining doen, heb hier het materiaalhok. Dat ik de sleutel heb, is wel logisch, omdat ik één van de mensen ben die het meest traint hier. Maar het is wel bijzonder natuurlijk.”
Trainen in de buitenlucht, geeft een gevoel van vrijheid. ,,Ik vind het ook lekker om af en toe alleen te trainen. Dan kan ik me goed focussen en ga ik net zo ver als dat Cees (Beets, zijn trainer, red.) er bij is. Dan push ik mezelf ook wel om alle schema’s goed af te werken.
De datum staat in zijn geheugen gegrift. ,,20 mei 2019”, zegt hij meteen. ,,het was een training op de maandag. Ik maakte een sprong en kwam net niet lekker uit en viel, hangend in de lucht, een beetje terug. Dat gebeurt wel vaker en dan val je of op de mat of je vangt ‘m op en belandt op het aanloopstuk. Maar nu kwam ik net verkeerd uit, zodat ik los moest laten en ik kwam met mijn linkervoet in de bak terecht waar je normaal gesproken je polsstok insteekt. Mijn voet ging ook nog eens dubbel, dus alles wat verkeerd kon gaan, ging verkeerd.” Hij kan er inmiddels een beetje om glimlachen. ,,Dat gebeurt zelden”, erkent hij. Hoe hoog hij vloog? ,,Dan ben je nog zo’n drie meter met je voeten van de grond verwijderd.”

‘Met mijn linkervoet
kwam ik in de bak terecht,
waar je normaal gesproken
je polsstok insteekt’

[ads id=66]

Had je er ooit angst voor?
,,Ja. Juist in die periode was het wat erger geworden. Daarvoor had ik het al een paar keer gehad en ik wist niet zo goed waardoor dat kwam. De angst zat er dus wel in en dat moet je niet hebben. Eigenlijk ging die training best wel goed, dus ik dacht dat het minder was geworden. Tot die ene sprong.”

Weet je dat meerdere atleten dat hebben, die angst die altijd meespringt?
,,Dat heeft bijna iedere atleet wel die aan polsstokhoogspringen doet. Ik heb naderhand ook veel reacties gekregen. Ik trek veel op met meerkampers en zij vinden polsstok het spannendste en moeilijkste onderdeel, dus zij herkennen die angst.”
,,Ik wist niet dat het gebroken was en fietste eerst nog naar huis. Gewoon met één been een beetje kracht zetten. Thuis dacht ik: ik wacht tot morgen. Maar het werd zo dik, dat we naar het ziekenhuis zijn gegaan en daar bleek dat-ie gebroken was. Een breuk – onder het scheenbeen van mijn sprongbeen – die niet vaak voor komt. Maar m’n voet was ook dubbelgeklapt, zodat er een deuk in het bot zat. Er was daarom twijfel of een operatie nodig was, maar dat hebben ze niet gedaan en is een goede keuze geweest.”

Wat dacht je toen je de diagnose kreeg?
,,Toen ik het hoorde dat het gebroken was, was ik verbaasd, ik dacht van een kneuzing. En bij die vaststelling wist ik ook dat het lang zou gaan duren. We zaten twee weken voor het NK Meerkamp en ik was voor m’n gevoel in een goede vorm, ik had zin in het zomerseizoen.”
,,Vooruitkijkend hoopte ik na het herstel indoor weer een beetje mee te kunnen doen, zodat ik ritme op kon doen voor het outdoorseizoen, maar dat lukte niet. Het been was nog niet sterk genoeg, dat lukte pas richting het buitenseizoen, maar toen kwam corona. Dat kwam mij niet slecht uit, want ik was nog niet op het niveau waar ik nu ben. De NK’s zijn in de komende weken, nu ben ik er klaar voor.”

Nu je hier rondloopt, is het weer als vanzelfsprekend, maar hoe was het om maandenlang dat niet te kunnen?
,,Dat was best moeilijk”, glimlacht hij nu als een boer met terugwerkende kiespijn. ,,Als je helemaal niet kunt lopen, helemaal niks kunt, dat was echt verschrikkelijk. Je ziet dat je been elke week dunner wordt. Dan duurt het voor je gevoel zó lang. Het heeft twee maanden geduurd voordat ik een beetje normaal kon lopen.”

Hoe gebruikte je de tijd?
,,Ik heb veel krachttraining gedaan en heb veel filmpjes gekeken van atleten in actie, want dan ben je er tenminste nog mee bezig. Heel veel anders kon ik niet. Ik heb altijd wel moed gehouden, maar had wel periodes dat ik dacht: dit duurt zo lang, ik heb er geen zin meer in.”
,,Ik ging de vorige zomer over naar VWO 6, dus ik had extra tijd om dat goed af te ronden. Ik heb nu gekozen voor een tussenjaar, even geen studie. Dan kan ik meer tijd stoppen in de sport en misschien wat geld verdienen met een bijbaantje. En als je ziet hoe het nu gaat met de studies in coronatijd, dat is niet zoals het zou moeten zijn, dus in dat opzicht is het misschien ook een goede keuze.”

Je gaf al een keer aan dat je niet zomaar meer trainingsuren kan maken?
,,Als je dat doet, gaat dat ten koste van andere trainingsonderdelen, omdat je dan te moe bent. Dan kom je juist in een neerwaartse spiraal. Het gaat vooral om kwaliteit, niet om kwantiteit bij atletiek. Je voelt ook goed aan het lichaam, wat je kunt doen.”
,,Ik zit nu voor het NK, dus dan wordt er afgebouwd. Vlak ervoor ga je wedstrijdgericht trainen en explosief. Daarna ga ik, richting het indoorseizoen, weer zwaar trainen.”

Waar werk je nog meer naar toe?
,,Dit jaar zou het WK Onder 20 zijn en dat gaat waarschijnlijk naar volgend jaar en daar hoop ik bij te zijn. Dan ben ik 19 en als het ware tweedejaars, dus dat is gunstig.”

Je blonk uit bij het hordenlopen en polsstokhoogspringen, maar koos twee jaar geleden toch voor de meerkamp?
,,Omdat die andere onderdelen ook goed gingen, vond ik het zonde om daar niks mee te doen. Ik had ook geen zin meer om elke dag alleen maar met polsstoktraining bezig te zijn.”

Durfde je, vlak voordat het gebeurde, naar de grote jongens te kijken, zoals meerkamper Eelco Sintnicolaas, voormalig Europees kampioen?
,,Zeker. Het is ook belangrijk om daar naar te kijken, dat geeft motivatie, dan weet je waar je naar toe moet. Het zijn tien onderdelen op de meerkamp, dus er zijn altijd verbeterpunten.”

Meerkamp is omvangrijker, lijkt zwaarder en moeilijker dan een 100 meter sprint, terwijl daar meer aandacht naar uit gaat?
,,Voor mensen is zo’n 100 meter leuker om naar te kijken. Zo’n meerkamp duurt twee dagen, dus daar ga je niet rustig voor zitten. Daardoor is het misschien minder spectaculair om naar te kijken. Je zou kunnen zeggen dat meerkamp moeilijker is, maar om de beste te zijn op de sprint is misschien net zo moeilijk. Misschien minder complex, want meerkampers moeten wel met meer zaken rekening houden.”

Mag je jezelf doelen stellen voor het NK?
,,Dat deed ik wel altijd, maar momenteel weet ik nog niet waar ik sta qua onderdeel. Ik heb nog maar twee testwedstrijden gedaan op Papendal. Op het NK zie ik wel hoe het gaat en van daar uit gaan we weer verder werken. Op Papendal zat ik goed in de buurt van de concurrenten en die jongens zijn een jaar ouder. Ik zie dat dat haalbaar is, binnen een jaar.”

Dan zijn ook de Olympische Spelen…
,,Als meerkamper ben je rond je 26e op je top. Ik denk niet dat er eerder atleten op hun twintigste de Spelen hebben gehaald. Ik heb nu nog een lichtere discus, wat lagere hordes, dus dat heeft nog tijd nodig.”

Het vizier is dus verder gesteld?
,,Klopt. Ik ga er niet van uit dat ik de Spelen van volgend jaar in Tokio haal.”

Doet een prestatie nu meer met je, omdat je er een tijd uit bent geweest?
,,Denk het niet. Ik heb al nieuwe persoonlijke records behaald op Papendal en dat voelt niet anders dan voorheen. Maar ik waardeer het wel meer dat ik alles weer kan.”

Foto: Marnix Kolkman warmt zich op voor een training bij AV Edam.

 

Fotogalerij

AFGESTUDEERD

‘Best heftig, maar ook erg leuk’

In deze nieuwe rubriek gaat de Nivo het gesprek aan met mensen die zojuist een studie hebben afgerond. Waarom kozen zij voor deze specifieke opleiding? Wat zijn de bijzonderheden van hun vakgebied? Hoe hebben zij hun studietijd ervaren en wat zijn hun vervolgstappen? Achter elk van deze pas afgestudeerden, gaat een uniek verhaal schuil.
Deze week trappen we af met de 24-jarige Dionne Smit, die op 17 augustus haar masterdiploma Geneeskunde behaalde.
Door Leonie Veerman

In tegenstelling tot de meeste andere masteropleidingen, die vaak maar een à twee jaar duren en zeer theoretisch van aard zijn, duurt de master Geneeskunde maar liefst drie jaar en bestaat deze voornamelijk uit co-schappen. ,,Het was best heftig”, vertelt Dionne, ,,maar ook erg leuk om zoveel verschillende indrukken op te doen.”
Al op de middelbare school wist Dionne zeker dat ze Geneeskunde wilde studeren. Omdat er sinds 2017 niet meer geloot wordt voor numerus fixus-opleidingen, zette ze als scholier al alles op alles om door de decentrale selectie te komen. ,,Met alleen hoge cijfers kom je er soms niet, dus ik koos bewust voor tweetalig onderwijs en zorgde ervoor dat ik zoveel mogelijk extra trajecten (op het hoogste niveau) volgde. De selectiecommissies kijken ook naar (vrijwilligers)werk, dus naast mijn bijbaantje op de markt, stond ik altijd klaar als de school leerlingen zocht om te helpen bij open dagen of informatieavonden.”
Voorafgaande aan de masteropleiding volgde Dionne eerst een driejarige Bachelor. ,,Tijdens die eerste drie jaar volg je nog echt college”, vertelt Dionne. Ze bladert vluchtig door een aantal dikke boeken vol medische termen en anatomie. ,,Zoals je ziet is dat voornamelijk stampwerk. Dit ging me eigenlijk best goed af, al moet ik wel zeggen dat ik heel wat uurtjes heb doorgebracht in de Universiteitsbibliotheek. Vooral in tentamenperiodes was ik daar geregeld van 09:00 tot 20:00 uur te vinden.”
Die lange dagen werden er tijdens de daaropvolgende drie jaren co-schappen van de masteropleiding eigenlijk niet minder op. Dionne’s vriend Eddy Buijs, die zelf ook Geneeskunde studeerde en inmiddels zijn specialisatieopleiding tot huisarts volgt, benadrukt dat Dionne de afgelopen drie jaar geregeld werkweken van 50 uur draaide. ,,En dan had ze daarnaast ook nog eens meerdere bijbaantjes, onder andere in een verpleeghuis en op een huisartsenpost”, zegt Eddy, zichtbaar trots op zijn vriendin.

‘In het begin
kijk je alleen
maar mee over de
schouders van de artsen.
Het belangrijkste is dan
dat je hen niet
in de weg staat’

Over de enorme werkdruk hoor je Dionne geen moment klagen. De uitdaging lag voor haar voornamelijk in de grote verantwoordelijkheid die jonge artsen opeens toebedeeld krijgen. ,,In het begin kijk je alleen maar mee over de schouders van de artsen. Het belangrijkste is dan dat je hen niet in de weg staat”, zegt Dionne met een glimlach. ,,Na verloop van tijd krijg je steeds meer eigen taken en beslissingsbevoegdheid. In het begin is dat natuurlijk even wennen.”
Met haar masterdiploma geneeskunde op zak mag Dionne zich nu officieel ‘basisarts’ noemen, maar ze legt uit dat ze er nog lang niet is: ,,Nu kan ik mezelf als arts pas gaan specialiseren. Omdat er maar een zeer beperkt aantal opleidingsplaatsen is per specialisatiegebied, is het echter gebruikelijk om eerst minimaal een jaar werkervaring op te doen of soms zelfs nog te promoveren.”
Hoewel menig leeftijdsgenoot al afscheid van de collegebanken heeft genomen en soms al jaren aan het werk is, heeft Dionne geen moeite met de lange weg die artsen moeten afleggen. ,,Ik vind het juist ontzettend leuk om mezelf te blijven ontwikkelen, al ben ik wel blij dat ik vanaf nu wat ga verdienen.”
Omdat Dionne nog twijfelt tussen een specialisatie in neurologie, interne geneeskunde of kindergeneeskunde, wil ze haar werkervaringsplaatsen optimaal benutten om tot een definitieve keuze te komen. ,,In eerste instantie ga ik voor neurologie. Ik heb inmiddels al een aantal sollicitatiebrieven verstuurd en ben erg benieuwd waar ik zal belanden.”

 

Fotogalerij

Formulierenhuis in de Edamse Bieb weer opgestart

Anderhalf jaar geleden is de SMD in de Edamse Bibliotheek gestart met het Formulierenhuis.

 

Hier kan men terecht voor het invullen van formulieren. Sabine Van Lingen (sociaal werkster en vrijwilligers-coördinator van de SMD), Serena Smits (sociaal werkster en raadsvrouw) en Lida van Hoof (vrijwilligster) zijn er present om de mensen van dienst te zijn bij het invullen van allerlei formulieren en aanvragen.

Voor de coronacrisis uitbrak was het heel druk te noemen, zodat naast dinsdagmorgen ook op donderdag het Formulierenhuis geopend was van 10:00 tot 12:00 uur. Na de gedwongen sluiting vanwege corona is het Formulierenhuis nu weer opgestart. Begonnen is op de dinsdagmorgen en de dames hopen in de toekomst ook op donderdag weer te draaien.

Fotogalerij

Nog echte tuinen in Volendam

Tussen alle betonnen ‘achterstraatjes’ van Volendam zijn soms nog echte tuinen te vinden. Hier spreekt men meestal van een voor- en achterstraatje. Verreweg de meeste Volendammers gooien hun tuintje zelfs het liefst vol beton, met uitzondering van een klein afvoerputje om het sopwater mee weg te spoelen na het schrobben.

 

Toch zijn er ook in Volendam nog mooie tuinen te vinden. De Nivo bezocht enkele van deze prachtige groene oases en maakte er kleurrijke foto’s. Hoewel de eigenaren van de tuinen toegeven dat zo’n tuin nog best wat onderhoud vergt (denk aan maaien, onkruid wieden en snoeien), beweren zij ook unaniem dat dit niet opweegt tegen alle voordelen: zoals goede afwatering, verkoeling in de zomer en simpelweg het plezier dat het oplevert.

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?