Iranese voelde zich twintig jaar geleden welkom in Volendam
Rozik is dankbaar, heel dankbaar
Rozik Hazarian (66) nam afgelopen januari afscheid van Molenaar & Zwarthoed Adviseurs. De Armeense van origine kwam twintig jaar geleden als stagiair binnen bij het bedrijf. Al snel werd ze een gewaardeerde kracht, waardoor zij een vast contract afdwong. Rozik blijft in Volendam wonen, nu ze gepensioneerd is. Het dorp was voor haar een baken van rust na een onrustige periode. Eind vorige eeuw moest ze vertrekken uit Iran, het land waar ze woonde met haar man en twee kinderen. Ze is Molenaar & Zwarthoed nog altijd dankbaar voor de kans die ze kreeg om haar vaardigheden te laten zien.
Door Laurens Tol
Roziks afscheidsreceptie vond plaats in de kantine van het bedrijf. Bijna al haar collega’s waren hierbij aanwezig. Ze ontving prachtige brieven van hen, waarin ze waardering voor haar uitspraken. Het werd een mooie ceremonie die ook een emotionele lading had.
[ads id=66]
Rozik toont een map met daarin alle kaarten, verhalen en boodschappen die ze kreeg. ,,Ik lees ze nog af en toe door. Het is erg leuk wat ze allemaal voor mij gedaan hebben. Het afscheid was heel gezellig. Mijn man Blake was er ook bij. Van tevoren vroegen ze mij hoe ik het feestje wilde hebben. Ik wilde het simpel houden en het vieren in onze kantine met alle collega’s erbij. Voor m’n collega’s was het een beetje emotioneel. Ikzelf probeerde niet verdrietig te zijn. Ik wilde graag een gezellige sfeer, meer een feeststemming”, vertelt Rozik.
‘Ik groeide op in
de Iraanse hoofdstad
Teheran, waar het
altijd druk is,
daarom was het hier
wel wennen aan
de enorme rust’
Ze is al lange tijd helemaal gewend aan Volendam, Nederland en de cultuur die hier heerst. Ruim twintig jaar geleden kwam Rozik naar ons land. De situatie in Iran, waar ze als Armeense christen leefde in een minderheidsgroep was niet langer leefbaar. Daardoor was het voor Rozik en haar gezin noodzakelijk om het land te verlaten. Gezamenlijk naar een ander land vertrekken was niet mogelijk. Daardoor reisde de Armeense met haar kinderen, maar zonder haar man. In eerste instantie naar Engeland. Later vertrok ze naar Nederland, waar ze na een halfjaar werd herenigd met haar man. In 1994 kwamen Rozik en haar kinderen hier wonen. De familie Hazarian vond toen onderdak in Edam. Vijf jaar daarna verhuisde het gezin naar Volendam.
Rozik en haar familie vonden in ons land de nodige rust en geborgenheid. Al was het juist die overweldigende kalmte waar ze in het begin aan moesten wennen. ,,Ik groeide op in de Iraanse hoofdstad Teheran, waar het altijd druk is. Daarom was het wel wennen aan de enorme rust in Edam-Volendam. Dat is nu niet meer zo. Ik voel mij hier helemaal thuis. We verhuisden uit Edam, omdat ik dichtbij het Don Bosco College wilde wonen waar mijn kinderen naar school gingen.”
Het was ook in die middelbare school waar Rozik haar eerste stappen zette in het Nederlandse arbeidsproces. Ze was een tijdlang vrijwilliger in de bibliotheek van het Don Bosco College. ,,Daar moest ik bijvoorbeeld titels invoeren in de computer. Een andere taak was het plastificeren van boeken. Net als het netjes houden van de uitgaves die werden teruggebracht. Gelukkig hoefde ik toen niet zoveel te praten met kinderen. Mijn Nederlands was op dat moment nog niet zo goed. Simpele dingen kon ik wel zeggen. En als ik er niet uitkwam, gebruikte ik de Engelse taal.”
Rozik was veertig jaar toen ze in 1993 in ons land arriveerde. Het was geen gemakkelijke opgave om het Nederlands te leren beheersen. ,,Vanaf het eerste moment wilde ik de taal graag leren. Ik begon met in het Engels te vragen naar wat bepaalde woorden betekenen. Het was moeilijk om Nederlands te leren. Ik volgde vijf cursussen van een halfjaar in de taal en haalde diploma’s. Nog steeds is het lastig om het te spreken, maar ik kan mij er nu wel goed mee redden.”
Welkom
Toen Rozik en haar gezin naar een huis in Volendam verhuisden, zochten ze meteen contact met hun toekomstige buren. De familie wilde deze mensen graag geruststellen. ,,Ik heb brieven geschreven aan de buren waar wij naast kwamen wonen. Ik vertelde ze dat wij Armeense mensen zijn. Dat ons gezin bestaat uit een man, vrouw en twee kinderen. Dat het vak van mijn man architect is en dat ikzelf vrijwilliger was bij het Don Bosco College. Al na een dag kreeg ik antwoord van de nieuwe buren. ‘Jullie zijn welkom’, zeiden ze. Dat is wel erg mooi natuurlijk.”
Na het afronden van de cursussen in de Nederlandse taal, stelde een begeleider aan Rozik voor om een opleiding te gaan volgen. Ze begon op MBO-niveau. Een lager niveau dan ze gewend was in Iran. ,,Ik startte in Amsterdam met de opleiding ‘Bank- en verzekeringswezen’. Die studie duurt normaal vier jaar. Ik had het geluk dat ik in anderhalf jaar het diploma kon halen. Dat kwam omdat ik in Iran al was opgeleid en al werkervaring had. Ik was erg blij toen ik de studie afrondde.”
Om te kunnen slagen voor deze opleiding moest Rozik een periode stage lopen bij een bedrijf. Het was lastig voor haar om hiervoor een plek te vinden, omdat ze nog niet veel Nederlandse connecties had. Gelukkig vond ze iemand die haar hierbij kon helpen. ,,Ik kende Carla Steyn al. Zij gaf bij ons thuis extra Nederlandse les aan mijn zoon en dochter. Tegen haar zei ik: Carla, ik zoek een stageplek, maar ik ken niemand. Zij zei mij dat ze wel wat mensen kent en dat ze bij hen ging informeren. Via haar ben ik in contact gekomen met Hein Molenaar en Molenaar & Zwarthoed Adviseurs.”
Carla Steyn had Rozik aanbevolen bij dit bedrijf, waarna ze mocht langskomen op het toenmalige kantoor aan de Mgr. Veermanlaan. Ze kwam op gesprek bij Hein Molenaar. ,,Hein zei: ‘Ik heb plek voor jou. Je kunt hier acht uur per week komen stage lopen. Daar was ik heel blij mee. Ik was boven de veertig jaar oud en kwam uit een vreemd land. Na de stageperiode van drie maanden nam Hein mij aan bij zijn bedrijf. Ik mocht sowieso nog een jaar blijven. Daarna kreeg ik een vaste baan aangeboden. Dat was een heel bijzonder moment. Ik vroeg ooit nog aan Hein: waarom heb je mij eigenlijk aangenomen? Ik was niet jong meer en sprak de taal niet goed. Hij heeft mij toch de kans gegeven. Later was de nieuwe directeur Kees Tuijp ook heel goed voor mij. Ik ben hen dankbaar. Heel dankbaar.”
‘De meeste mensen
hier weten niet
hoe het is om
huis en haard achter
te moeten laten’
Toen Rozik begon te werken bij Molenaar & Zwarthoed, kwam zij voor een nieuwe uitdaging te staan: het leren begrijpen van het Volendamse dialect. ,,Ik leerde veel talen in mijn leven: Armeens, Farsi, Arabisch, Engels en volgde op school een paar jaar Franse les. Daar kwam Nederlands nog bij en toen nog het Volendams. Doordat mijn collega’s in dialect spraken en de meeste klanten ook, werd mijn Nederlands niet echt beter. Sommige Volendamse zinnen begreep ik echt niet. Die scheef ik op en vroeg dan later aan een collega wat ze betekenen. Nu kan ik Volendams verstaan en begrijpen, maar terug praten kan ik helaas niet.”
Rozik voelt zich inmiddels helemaal geaccepteerd in Nederland en Volendam. Ze vindt de mensen er aardig en vriendelijk. Daardoor kon ze in ons land een nieuw leven opbouwen. Toch merkt ze dat er onder de Nederlandse bevolking nog steeds ideeën leven over buitenlandse mensen die volgens haar niet kloppen. ,,Sommigen denken dat mensen uit andere landen arm zijn of laagopgeleid. Ze denken dat de overheid alles gratis geeft aan mensen die van buiten Nederland komen. Dat is echt niet zo. De meeste mensen hier weten niet hoe het is om huis en haard achter te moeten laten. Daarna kom je in een land terecht waar je niemand kent en onbekend bent met de cultuur. Gelukkig zijn er heel veel aardige mensen in mijn omgeving. Onze buren waren vanaf de eerste dag goed voor ons.”
FaceTime
De hele familie van Rozik vertrok uit Iran. Het grootste deel daarvan woont in de Verenigde Staten, inclusief haar moeder. Zij woont in Los Angeles, Californië. Roziks dochter trouwde met een Australische man en emigreerde naar het land van haar echtgenoot. Inmiddels hebben zij een zoon, die Rozik dagelijks ziet met behulp van FaceTime. Ook met andere familieleden onderhoudt zij goed contact via de digitale weg. ,,Mijn zoon is de enige van mijn familie die hier nog woont. Dat is soms wel moeilijk. Het lastigste vind ik dat mijn dochter zo ver weg woont. Soms zeg ik tegen Volendammers: jullie zijn gelukkige mensen. Jullie familie woont dichtbij jullie. Ik vind: daar waar je geboren wordt, moet je blijven wonen.”
Het is voor Rozik en haar man nog even wennen nu ze pasgeleden gepensioneerd zijn. Haar man Blake werkte jarenlang voor Pruvé, de Edamse bakkerij. Ze missen de sociale contacten die het werken met zich meebrengt. Om onder de mensen te blijven en iets goeds te doen voor de maatschappij, is Blake nog altijd vrijwilliger bij zwemvereniging ‘De Pinguïns’. ,,Ikzelf pas vaak op de dochter van mijn zoon die in Amsterdam woont. Dat mag ik heel graag doen. Ik wil ook weer een oude hobby van mij gaan oppakken: kunst schilderen. Dit wil ik gaan doen onder de begeleiding van een schilder uit Edam. Andere hobby’s van mij zijn: taarten bakken, popjes en kleding maken, borduren en breien. Ik hou mezelf dus wel bezig.”