Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Pastoor Stomph vertelt openhartig over zijn zorgen, onzekerheden, druk en ongeboren kindjes n n

‘Af en toe denk ik: ik red dit niet’

Weinig mensen beoefenen hun vak met zoveel bezieling als pastoor Paul Stomph (68). Maar juist dat, die drang naar perfectionisme en het goed willen doen voor anderen, kan leiden tot flinke onzekerheden, veel stress en druk. Verslaggever Nick Tol ging op bezoek bij de katholieke geestelijke. Het resulteerde in een openhartig en bij vlagen emotioneel gesprek in de Mariaparochie, waar pastoor Stomph sinds eind vorig jaar woont.

Hoe kijkt u terug op het afgelopen jaar?
,,Het was een bewogen jaar. In december 2016 gaf kapelaan Piets aan dat hij ziek was. Hij sprak de verwachting uit dat hij maanden weg zou zijn. Dat leidde binnen de parochie tot grote schrik. En zijn woorden kwamen ook uit. Pastoor Eric van Teijlingen heeft ons toen gered. Daar zijn wij ontzettend blij mee. Wij hebben vanuit het verleden een speciale band met elkaar, mede doordat pastoor Van Teijlingen mij ooit heeft gemotiveerd om weer voor priester te gaan studeren. We zijn wel twee totaal verschillende mensen. Hij is een levendig, creatief en impulsief persoon. Ik ben van binnen niet eens zo zwaar op de hand, maar zie wel vaak de ernstige kanten van bepaalde zaken. We moeten maar zien hoe dat gaat samenwerken. We zijn aan het vergaderen over de taakverdeling.”
Hoe gaat het met u persoonlijk?
,,Ik ben een heel zorgelijk type aan het worden. Ik denk alsmaar aan wat nog niet goed is. Aan waar ik nog niet aan toe kom. En ik vraag me ook voortdurend af hoe we het voor elkaar kunnen krijgen om beide kerkgebouwen open te houden. Als er niet meer Volendammers gaan bijdragen aan de actie Kerkbalans, dan kunnen we over een jaar of tien tot vijftien zo ernstig in de financiële problemen komen dat we waarschijnlijk de Mariakerk moeten sluiten. Dat zou een ramp zijn. De Mariakerk is een geweldige, stille plek. En het gebouw is open, de hele dag. Daar wordt gebruik van gemaakt. Vrouwen, mannen, jong en oud komen hier langs.”
Ligt deze situatie u na aan het hart?
,,Dat kun je wel zeggen, ja. Het is begrijpelijk dat de lokale bevolking hier heel economisch en praktisch naar kijkt. En ja, dan zou je kunnen zeggen: een van beide kerken kan gesloten worden. Maar het geloof is niet alleen maar economisch en praktisch. God heeft de wereld niet alleen daarvoor geschapen. De kerk heeft ook een emotionele, sociale en historische waarde. En het hoeft helemaal niet moeilijk te zijn. Als ieder huishouden gemiddeld één euro per week aan de Kerkbalans zou doneren, zouden we de begroting fluitend rondkrijgen. Maar meer dan de helft denkt daar niet aan. Sommigen worden er zelfs boos over, als wij zeggen dat veel mensen wel gebruik maken van de kerk en niet bijdragen aan de Kerkbalans. Dat begrijp ik ook wel een beetje. En natuurlijk is iedereen welkom bij God. Zelfs de grootste zondaar. Maar Jezus liet wel duidelijk merken dat God verwachtingen heeft van hoe wij leven. Daarbij is vijftig euro per jaar echt niet het belangrijkste, maar het hoort er wel bij. Ik hoop dat men beseft dat het veel geld kost om de kerk te onderhouden. Ook de Mariakerk moet binnenkort gerenoveerd worden. Ik wil er als pastoor alles aan doen om beide kerken nog zeker vijftig jaar open te houden. Maar dat kunnen we niet zonder hulp van de medemens.”

Het voelt alsof het zwaard
van Damocles me
boven het hoofd hangt’

Kunt u al deze bijkomende zorgen wel handelen, naast uw andere werk?
,,Ik ervaar het wel als heel veel. Af en toe denk ik: ik red dit niet, ik moet stoppen. Dan vind ik mezelf ook niet geschikt voor deze rol. Dan denk ik: we hebben hier een daadkrachtiger persoon nodig die beter knopen kan doorhakken dan ik. Het botert over het algemeen erg goed tussen de Volendammers en mij. Ik voel me hier heel welkom en thuis. Maar als manager vind ik mezelf niet altijd even geschikt. Daar ben ik heel eerlijk in.”

‘Als ik mijn kleinkinderen
één keer per maand kan bezoeken,
dan ben ik al heel blij’

Een korte stilte. Dan: ,,Het is ook allemaal heel snel gegaan. Kort na mijn priesterwijding ben ik gevraagd om kapelaan te worden in Bennebroek. Na drie jaar kwam het verzoek om kapelaan te worden in de Vincentiusparochie en ben ik verhuisd. De bisschop zou dan na vijf jaar kijken of ik daarna eventueel een volgende stap zou kunnen maken. En dat zou dan binnen de Vincentiusparochie zijn. Maar binnen twee maanden werd ik gevraagd om pastoor te worden van heel Volendam. Dat is een jaar uitgesteld, maar vervolgens is het alsnog gebeurd. Dat is nu bijna zes jaar geleden. Ik heb in die tijd een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. En voor mijn gevoel doe ik vreselijk mijn best. Maar ik weet niet of ik momenteel met twee benen op de grond sta. Dat is een vervelend gevoel. Dat geeft stress. Ik heb thuis een enorme lijst liggen, met daarop misschien wel 25 namen van mensen die ik graag wil bezoeken. Maar ik heb er gewoon geen tijd voor. Er komt voortdurend iets tussendoor. En dat zijn allemaal prachtige, eervolle dingen. Maar ik wil zoveel meer. Het voelt alsof het zwaard van Damocles me boven het hoofd hangt. Dat roep ik ook vaak in mijn gebeden. Dan zeg ik: jeetje, Heer, het gaat een keer fout.”
Het is ook al een keer fout gegaan, toen u twee jaar terug vlak voor Pasen met gezondheidsproblemen kampte.
,,Dat was een combinatie van factoren. Ik was aan het vasten en kreeg daarnaast griep. In die week had ik drie uitvaarten en die wilde ik ook graag voor mijn rekening nemen. Tegelijkertijd at ik bijna niks, in die dagen vooral omdat ik geen trek had. Dat was verkeerd. Aan het einde van het eucharistisch gebed ging ik onderuit. Maar toen ik bijkwam, voelde ik me zo vreselijk lekker. Mijn lichaam nam even de regie over. En na een controle bij de dokter bleek er verder gelukkig niets aan de hand te zijn. Ik ben ook zelden ziek en probeer gezond te leven. Ik mis wel het sporten. Ik was altijd een schaatser. Maar daar heb ik geen tijd meer voor. Mijn vrije tijd gebruik ik om naar mijn familie te gaan. Als ik mijn kleinkinderen één keer per maand kan zien, dan ben ik al heel blij.”
Vindt u niet dat er in een normaal bestaan voldoende ruimte hoort te zijn voor dat soort privézaken? Sporten is toch juist goed om fit te blijven en helder te kunnen blijven denken?
,,Ja, maar dit is geen normaal bestaan. Ik ken geen priesters die het heel rustig aan doen. Je wilt ook beschikbaar zijn, dat mensen een beroep op je kunnen doen.”
Kunt u ’s nachts wel in slaap komen?
,,Ik dwing mezelf om minstens zeven uur per nacht te slapen. En als ik wakker lig, plak ik er nog een uurtje aan vast. Ik hecht veel waarde aan slaap, gebed en niet te weinig eten. Ik heb wel zeer chaotische dromen. Ik moet er weleens om lachen. Dan denk ik: hoe is het mogelijk? Vannacht moest ik twaalf gigantische banketstaven bezorgen. Er zijn veel parochianen die met minder slaap kunnen functioneren en geen last hebben van gekke dromen. Dat vind ik heel bijzonder en zou ik ook vreselijk graag willen. Maar ja, ik ben ook al 68 jaar.”
U vertelde zojuist in het voorgesprek dat u het gevoel heeft dat u mensen heeft gekwetst als het gaat om uw uitspraken rond het ongeboren leven. Wat bedoelde u daarmee?

‘Pas als ik onze
ongeboren kindjes mag zien
in de hemel,
zal ik helemaal gelukkig zijn’

,,Ook in Volendam zijn er problemen op dat gebied. Je kunt als kerk niet zomaar zeggen dat je een kind niet mag laten weghalen, vind ik. Wat ik wel belangrijk vind, is dat er meer steun komt voor vaders en moeders die twijfelen over abortus, bijvoorbeeld als ze weten dat er een kind met handicap op komst is. Ik zou het goed vinden als er een opvangcentrum komt waar ouders op een eerlijke manier kunnen worden begeleid bij het maken van hun keuze en waar kinderen met een handicap uiteindelijk kunnen worden opgevangen. Nederland stevent volgens de vorige regering af op een samenleving zonder kinderen met het Syndroom van Down. Dat vind ik afschuwelijk. Natuurlijk zijn het niet alleen maar schattige mensen, maar zijn wij dat wel altijd? Ik vind het geen goede ontwikkeling en het druist bovendien in tegen het geloof. Doordat ik zelf zo uitgesproken ben over dit onderwerp, zouden er mensen gekwetst kunnen zijn. Het is immers een gevoelig gebied. Maar ik wil alleen maar het beste voor iedereen, dat vaders en moeders na afloop geen spijt krijgen van hun beslissing. Daarom zou het zo mooi zijn als er een opvangcentrum komt. Wat dat betreft vind ik de Nederlandse samenleving trouwens heel tegenstrijdig in haar visie. Je mag wel abortus plegen. Maar als je een opvangcentrum wilt voor ouders die twijfelen en kinderen met een handicap, dan moet het aan zóveel eisen voldoen. Je moet eerst de Staatsloterij winnen, voordat je dat kan realiseren. Ik vind dat een kwalijke zaak.”
Waarom houdt deze discussie u zo erg bezig?
,,Ik spreek uit ervaring. Ik heb zelf meegemaakt welke impact abortus kan hebben op je leven en relatie met je echtgenote. Het is heel privé en ik wil het niet zo gauw kwijt, maar ik heb geen geheimen. Mensen worden vaak door schade en schande wijs. Mijn vrouw Willemijn en ik hebben uiteindelijk twee dochters en één zoon mogen krijgen, maar zijn ook twee keer in de fout gegaan. Bij de eerste keer was ik een hippie van negentien jaar. Ik was niet gelovig en wist nergens van. Een dombo, eigenlijk. Later hebben we drie prachtige kinderen gekregen. Daarna raakte mijn vrouw weer zwanger en bleken we er niet hetzelfde over te denken. Ik heb mijn vrouw nooit iets verweten , maar voor mij was en is het een nachtmerrie. Ik ben meegegaan naar de abortuskliniek. Verschrikkelijk. Ik zal daar tot aan mijn dood mee blijven worstelen. Pas als ik onze ongeboren kindjes mag zien in de hemel, zal ik helemaal gelukkig zijn. Ik dagdroom er weleens over. Mijn vrouw is overleden toen ze 44 jaar was. Ik hoop dat ze onze kindjes nu iedere dag om de nek kan vliegen. Ik ben wat dat betreft ook weleens ongeduldig en verlang ernaar om ze te zien. Al wil ik daar ook niet te veel over zwijmelen, daar heb ik geen zin in. Ik moet aan het werk. En mijn drie kinderen ondersteunen. Opa zijn.”
Wat een heftig verhaal…
,,Ik heb dit ook niet van tevoren bedacht. Maar het kwam ter sprake en ik heb geen dubbele bodem. Als er door deze bekentenis mensen zijn die me niet meer willen, dan vind ik dat ontzettend erg. Ik weet dat ik een bekeerde zondaar ben en heb niet heel veel eerbied voor mezelf. Ik heb ook vaak gezegd: moet ik wel priester worden? Maar er is gelukkig een belangrijke kracht in de boodschap van Jezus Christus en dat is dat hij zonden wil vergeven. God houdt van ons en hij is degene bij wie je altijd hulp kunt vinden. En misschien dat er nu ook mensen zijn die beter snappen waarom ik zo uitgesproken ben over het ongeboren leven. En wie weet helpt het sommige vaders en moeders. Denk er heel goed over na, wil ik alleen maar aangeven. En als je spijt hebt, durf te geloven dat God van je houdt, op je zit te wachten en alles goed wil maken.”
Ter afsluiting nog even heel wat anders. Hoe gaat u Kerstmis vieren?
,,Mijn focus ligt op wat er hier allemaal gebeurt. Verder komen mijn kinderen langs en mag ik Jozef spelen bij een mooi middeleeuws kerstspel op de school van een van mijn kleinkinderen. Dat vind ik heel leuk en bijzonder om te doen.”

‘Ik weet dat ik een
bekeerde zondaar ben
en heb niet heel veel
eerbied voor mezelf’

Kerstmis is ook een feest waarbij de kerken in Volendam vol zitten. Vindt u het hypocriet dat veel mensen alleen rond Kerstmis naar de kerk gaan en verder weinig van zich laten horen? Of is het juist een mooie gedachte dat er nog steeds geloof aanwezig is in ons dorp?
,,Om nou te zeggen dat het hypocriet is, vind ik te veel een veroordeling. Ik weet niet waarom sommigen maar één keer per jaar komen. Ik weet niet wat er in ze leeft. Het kan komen door een teleurstelling. Of misschien wel door mij. In dat geval hoop ik dat God een weg vindt om hen weer te ‘genezen’. Dat er met Kerstmis veel mensen langs komen, is voor mij wel een bevestiging dat er ergens nog een vlammetje brandt. Het is de kunst om dat verder aan te wakkeren. En dat is makkelijker gezegd dan gedaan…”
Hoe ziet u uw eigen toekomst?
,,Ondanks alles heb ik nog steeds een grote drive om mijn werk als pastoor met hart en ziel uit te voeren. Als mijn onzekerheden en zorgen ten koste gaan van de parochie, dan hoop ik dat ik dat meteen in de gaten heb. En dan moet ik stoppen. Dan moet ik veel spullen weg doen en bij mijn dochter gaan wonen. Dan ben ik een oude man. Dan kan ik de rozenkrans nog bidden en de Mis vieren. Daar denk ik weleens over na. Dat is misschien niet goed, maar ik ben er heel eerlijk in. Misschien ben ik te onzeker, dat kan. En misschien schiet ik helemaal niet zoveel tekort als ik denk, dat kan ook. Maar het is mijn gevoel. Ik ben ervan overtuigd dat God me de juiste kant op stuurt. En ik hoop van harte dat ik nog een tijdje in Volendam mag blijven. Ik denk dat meer rust en overzicht in mijn leven al een groot verschil kunnen maken.”

 

Fotogalerij

Kerstdiner voor 100 ouderen in Van der Valk Motel

Woensdag van 17.00 tot 20.00 uur beleefden honderd ouderen uit Edam een gezellig samenzijn met een heerlijk driegangendiner in het Van der Valk Hotel Volendam in Katwoude. Dit werd hen aangeboden door het Nationaal Ouderenfonds in samenwerking met Van der Valk.

Al vele jaren wordt dit diner voor de kerstdagen aangeboden. Om beurten is het voor de senioren uit Edam en Volendam. De organisatie was in handen van Els Knook, die dit samen met 8 medewerksters opzette.
In de mooi in kerstsfeer versierde zaal beleefden de gasten een gezellige en smakelijke avond. Aan Michel de Haan was gevraagd op te treden. Aan dit verzoek gaf de zanger/gitarist graag gehoor en zo was er live muziek tijdens dit kerstdiner.

Fotogalerij

Zieken-Kerstviering donderdag in de Mariakerk

In de Mariakerk vond donderdagmiddag om 15.00 uur een Ziekenviering plaats. Voorganger was kapelaan Goos en door het voltallige Parochiekoor werd de zang verzorgd. Dit stond onder leiding van dirigent/organist Guillermo Brachetta.

De viering werd druk bezocht en mooie kerstliederen werden door het koor gezongen, dat uitgebreid was met de sopraan Lida Hoekstra, voor het zingen van de solopartijen. Een bemoedigende preek was er van kapelaan Goos en Ria Knook las twee gedichten voor.
Na de mooie en inspirerende viering was er achterin de kerk gelegenheid om een kopje koffie/thee met wat lekker erbij te nuttigen. Hier werd door veel kerkgangers gebruik van gemaakt.

Fotogalerij

Schietsport Vereniging “De Vrijheid” nu gecertificeerd met een KNSA-Kroontje

Afgelopen weekeinde (16 en 17 december) was er een drukte van belang bij Schietsport Vereniging “De Vrijheid” Edam. Het was voor de negende maal dat het ‘Zooitje schieten’ georganiseerd werd onder de bezielende leiding van Ron Kamst en Frans Aan.

Buiten het wedstrijdgebeuren om was er nog een reden tot feest want de schietvereniging, en vooral het bestuur, had zich in het afgelopen jaar ingezet om de hoogst mogelijke waardering van de sportbond KNSA (Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie) te mogen ontvangen namelijk de certificering met een Kroontje.
Zaterdagmiddag werd door Gerda Lejeune (van de KNSA) aan voorzitter Harry Hasert, in het bijzijn van de bestuursleden van Schietsport Vereniging “De Vrijheid”, de oorkonde en het wandbordje behorende bij deze certificering, overhandigd.

Fotogalerij

Voorlichting over vuurwerk op de Spinmolen

Albert Jonk en zijn dochter Margriet, van de souvenir- en vuurwerkwinkel aan de Haven 138, boden de basisscholen aan om voorlichting over het veilig afsteken van vuurwerk te geven aan de leerlingen.

De meesters Hein en Klaas Kwakman, van de groepen 7 en 8 van de Spinmolen nodigden de vuurwerverkopers uit. Dinsdagmorgen om 9 uur waren Albert en Margriet in de school present om voorlichting te geven over vuurwerk.
Daarbij werden de verkoopdagen vermeld, namelijk 28, 29 en 30 december en dat er op 31 december Oudejaarsdag géén vuurwerk verkocht mag worden. Wat wèl en niet mag werd uitgelegd. Ook werd voorlichting gegeven over het veilig afsteken van vuurwerk en de leerlingen konden vragen stellen.

 

Fotogalerij

Daphne de Baat verwezenlijkt haar droom als model in Amerikaanse wereldstad n n

Een vleugje Volendam in hartje New York

Wonen en werken in het bruisende hart van New York. Veel jonge meiden dromen ervan, slechts weinigen maken het ook echt waar. Daphne de Baat (21) is zo’n uitzondering. Ze werd geboren in Volendam, verhuisde op zevenjarige leeftijd met haar ouders en broers naar Canada en werkt nu al bijna drie jaar als succesvol model in The Big Apple.

Een paar weken geleden maakte Daphne nog deel uit van een wel héél bijzonder onderonsje. Demi Jonk, ook een model uit Volendam, woonde tijdelijk in New York. Daphne kende haar aanvankelijk niet, totdat ze een berichtje ontving van haar voormalige dorpsgenootje. ,,Daarin schreef ze dat wij in New York bij dezelfde agency zijn aangesloten en of ik zin had om een keer koffie te drinken”, vertelt Daphne. ,,Dat leek me leuk, dus we spraken af. En wat denk je? Pas toen ontdekten we dat we allebei in Volendam zijn geboren. Nog toevalliger: de vader van Demi woont al tien jaar in de straat waar ik een jaartje heb gewoond: de Tjalk. En Demi’s moeder en mijn moeder hebben in hun jeugdjaren ook lang naast elkaar gewoond. Ongelooflijk, hè?”
Modellenappartement
Daphne huurt sinds enkele maanden haar eigen appartement, midden in Manhattan. Ze woont op vijftien minuten lopen van Union Square en vlakbij hotspots als Times Square en Central Park. ,,Het is echt ideaal”, verzekert ze. ,,Ik kan overal naartoe lopen, waardoor ik bijna nooit de metro hoef te nemen. Bovendien voel ik me op deze plek thuis, kan ik er lekker mijn werk doen en ik hoef geen rekening te houden met anderen. Dat is heel fijn.”
Voordat Daphne haar eigen paleisje op de kop tikte, woonde ze twee jaar lang samen met zeven andere meiden in een modellenappartement. En daar had ze ietwat minder privacy dan ze nu heeft. ,,Toen ik in New York arriveerde, dacht ik dat ik een woonruimte zou gaan delen met één ander meisje. Totdat ik dus het appartement binnenliep en daar zeven meiden op de bank zag zitten. Ik ben sinds een paar maanden aan het vloggen, maar ik zou willen dat ik in die periode ook wat meer had gefilmd. Je weet namelijk niet wat je ziet in zo’n modellenappartement. Ik sliep op een stapelbed, de keuken was constant vies en er lag overal kleding van andere meiden. Ik ben zelf heel schoon opgevoed, mijn moeder stofzuigt twee keer per dag. Maar zo zijn duidelijk niet alle modellen…”
Volendamse roots
Daphne heeft op YouTube een eigen kanaal waarop ze vlogs plaatst over haar leven in New York. Als je haar persoonlijke video’s bekijkt, valt al snel op dat ze nog beter Engels spreekt dan Nederlands. In haar vlogs merk je aan niets dat ze een link heeft met Volendam. Maar ze zag 21 jaar geleden toch echt het levenslicht in de Roerdompstraat. Ze lacht: ,,Mijn moeder heet Sandra en is een ras-Volendamse. Mijn vader Bas de Baat komt uit Edam.”

‘Ik sliep op een stapelbed,
de keuken was constant vies
en er lag overal kleding
van andere meiden’

Daphne was zeven jaar en zat op de Sint-Petrusschool toen haar vader een baan in Calgary kreeg aangeboden. ,,Hij werkte toen voor IBM als projectmanager en dat bedrijf had in Canada een Nederlander nodig voor een bepaalde klus. Daar werd mijn vader voor gevraagd, waarna we met z’n allen zijn verhuisd. Dat was heel wat, weet ik nog.”
Daphne sprak op dat moment geen woord Engels. ,,Maar als je jong bent, pak je dat snel op. Na een week of tien in Canada sprak ik de taal al vrij goed en ging ik mijn eigen weg. Ik miste mijn familie en vriendinnetjes in Nederland wel, maar uiteindelijk was ik ook best snel gewend aan een nieuwe omgeving. Calgary is een leuke, gemoedelijke stad.”
Libelle
Na drie jaar in Calgary verhuisde de familie De Baat naar Aruba, voor weer een ander project van vader Bas bij IBM. Twaalf maanden later keerde het gezin om dezelfde reden terug naar Canada. Toronto werd de nieuwe uitvalsbasis. En daar werd Daphne op twaalfjarige leeftijd voor het eerst vastgelegd door een modellenbureau. ,,Dat kwam niet helemaal uit de lucht vallen. Ik was vier jaar toen ik in Nederland mijn eerste fotoshoot voltooide, voor de Libelle. Dat vond ik zo leuk dat ik dacht: dit wil ik op latere leeftijd vaker meemaken.”

‘Ik heb in Tokio
elke dag lopen huilen,
maar ik had het
niet willen missen’

Kansen daarvoor kreeg ze genoeg. Ze koos uiteindelijk voor het modellenbureau in Toronto. In haar eerste twee jaar bij die agency werd Daphne echter alleen geselecteerd voor wat kleine klusjes. ,,Ik had in die periode een beugel en dat vinden ze bij een modellenbureau niet zo heel schattig”, verklaart ze lachend.
Maar ondertussen werkte ze zichzelf wel in de kijker. Er kwam onder meer interesse vanuit Azië. Een modellenbureau uit Tokio had foto’s van Daphne gezien en vond haar geschikt voor de Japanse markt. ,,Ze vonden me alleen iets te klein, dus ze wilden nog even wachten. Zo duurde dat een paar jaar voort. Ze vroegen heel vaak om nieuwe foto’s van me. Dat voelde vrij bijzonder. Ik wist dat ik op een dag naar Tokio zou gaan als model.”
Niet bang
Zo geschiedde. Toen Daphne de lengte van 1.72 meter bereikte, wilde het Aziatische modellenbureau haar naar Tokio laten komen. Het was augustus 2012 toen ze in het vliegtuig naar de Japanse metropool stapte. Ze was op dat moment pas vijftien jaar en zou na ruim twee maanden weer terugkeren naar Canada. ,,Het was best heftig. Ik heb elke dag lopen huilen daar. Ik zat in m’n eentje in een hotelkamer en het is een totaal andere wereld dan ik gewend was. Hier in Amerika hechten ze veel waarde aan hoe je je voelt en zijn ze best flexibel. In Japan hebben ze dat niet. Ze hebben daar een idee in hun hoofd en stoppen pas als ze dat hebben waargemaakt. Ik was een keer zes uur later dan gepland klaar, om twee uur ’s nachts. Daar word je niet heel blij van, als meisje van vijftien.”
Ook de taalbarrière maakte het lastig. ,,Er waren amper mensen die Engels spraken. Ik heb zelf wat simpele zinnetjes in het Japans geleerd. Kan ik wat water krijgen? Hoe lang gaat het nog duren? Dat soort dingen. Het was best pittig, maar aan de andere kant heb ik er ook heel veel van geleerd. Je bent daar op jezelf aangewezen en moet alles eigenhandig oplossen. Daar word je zelfstandig van, je ontwikkelt jezelf razendsnel. En ik ben niet snel meer bang, na alles wat ik daar heb meegemaakt. Achteraf gezien had ik het dan ook niet willen missen.”
Wilhelmina
Na twee enerverende maanden in Tokio reisde ze met een opgelucht gevoel terug naar Toronto. Daar is ze gebleven totdat ze haar highschool-periode had afgerond. Intussen bleef ze werken voor haar toenmalige agency. ,,Toen ik klaar was met highschool, hebben zij mij in contact gebracht met Wilhelmina Models; een toonaangevend bureau in de Verenigde Staten. Dat was best grappig, want toen ik als twaalfjarig meisje mijn eerste agencies ontmoette, had Wilhelmina al interesse in mij. Ze vonden me destijds nog te jong, maar vijf jaar later zeiden ze: we willen Daphne naar New York halen.”
In oktober 2014 is ze voor het eerst twee maanden die kant op gegaan. Ze was nog steeds maar zeventien. ,,Daarna heb ik ook nog twee maanden in Milaan gewoond, maar New York beviel me veel beter. Ik ben opgegroeid met die Western-achtige sfeer en voel me er thuis. Bovendien heb je in Milaan vooral high-fashion-werk en ik ben meer van beauty- en lifestyleklussen. In juli 2015 ben ik daarom permanent naar New York verhuisd. Langzaamaan begon mijn meisjesdroom werkelijkheid te worden.”
Maybelline
Ze woonde eerst twee jaar in een modellenappartement, daarna nog een paar maanden samen met één ander model en sinds kort heeft ze dus haar eigen onderkomen in Manhattan. ,,In zo’n modellenappartement heb je altijd te maken met de energie van anderen. Als jij een goede dag hebt, zijn er altijd wel drie met een rotdag. Het is wel prijzig om een appartement voor jezelf te huren, zeker in New York. Maar ik heb het er voor over.”

‘Ik hou er niet van
om stil te zitten
en ben hier niet
om vakantie te vieren’

Daphne is een gewild model in The City That Never Sleeps. Ze heeft elke week wel een aantal castings en fotoshoots en werkt geregeld samen met een grote partij als Maybelline, een bekend beauty-merk. ,,Het is een apart vak. De ene week ben je van maandag tot en met donderdag vrij en zit je in het weekend helemaal volgepland. De andere week is het precies andersom. Als ik vrij ben, probeer ik meestal zelf een shoot in te plannen. Ik hou er niet van om stil te zitten en ben hier niet om vakantie te vieren. En Instagram is heel groot nu, dus ik werk hard om steeds meer volgers te krijgen. Daarbij zijn goede foto’s belangrijk.”
Tussen de bedrijven door vindt ze voldoende tijd voor ontspanning. Soms gaat ze uit, soms bezoekt ze een mooie basketbalwedstrijd in Madison Square Garden. ,,Maar ik kom nooit op een punt waarop ik zó dronken ben dat ik de volgende dag urenlang in bed lig.”
Voeding
Het is absoluut niet zo dat de mooie opdrachten haar komen aanwaaien. Daphne heeft er veel voor moeten doen en laten om zo succesvol te worden. En dat doet ze nog steeds. ,,Ik heb in het verleden best problemen met mijn gewicht gehad”, bekent ze. ,,Er zijn momenten geweest waarop ik veel moest verliezen. Inmiddels ben ik erachter dat ik niet alles kan eten en heb ik een modus gevonden waarin ik me comfortabel voel. Sommige dingen eet ik nog zelden. Brood, bijvoorbeeld. Dat vind ik heerlijk, maar als ik het eet, voel ik me daarna gewoon shit. Ik heb nu een voedingsprogramma met veel proteïnes, groenten en dat soort dingen. Tot twee jaar geleden had ik echt weleens medelijden met mezelf, als ik zag dat andere modellen wél gewoon alles konden eten. Maar ik heb die knop omgezet. Ik wil me goed voelen en presteren. Dit is m’n carrière en daar wil ik alles uithalen. Stel dat ik er over een jaar of tien mee stop, kan ik zoveel brood eten als ik wil. Maar nu gewoon even niet.”
Victoria’s Secret
Los van het voedingsprogramma heeft ze een personal trainer in de sportschool, met wie ze drie of vier keer per week aan fitness doet. Daarnaast volgt ze zelf nog cardiotrainingen. ,,Het is hard werken, maar er zitten gelukkig meer leuke dan minder leuke kanten aan het leven als model. Het geeft mij iedere keer weer een voldaan gevoel als ik na een shoot het eindresultaat zie. Wat ik verder zo mooi vind aan dit vak, is dat je oneindig veel verschillende kanten op kunt. Het is nooit saai. En je hebt als model geen punt waarop je kunt zeggen: nu ben ik aan de top.”

‘Tot twee jaar geleden
had ik echt weleens
medelijden met mezelf’

Al komt een contract bij Victoria’s Secret wel in de buurt van het allerhoogste wat je als ambitieus model kunt bereiken. Volgend jaar wil Daphne gaan meedoen aan de casting voor de wereldberoemde show van het populaire damesmerk. ,,Dat staat al heel lang op mijn verlanglijstje. De meeste meiden doen twee of drie castings voordat ze eenmaal de show krijgen. Maar ik wil sowieso kunnen zeggen dat ik de casting heb gedaan. Daarvoor doe ik nu specifieke trainingen, om mijn spieren nog iets kleiner te laten worden. Overigens heb ik ook de droom om ooit een tv-programma te presenteren, in combinatie met het modellenwerk. En ik weet nu: als je ergens echt vól voor gaat, dan kán het.”
Kerstmis in Toronto
Maar eerst gaat ze de komende dagen heerlijk genieten van een samenzijn met familie. Een paar dagen geleden is Daphne teruggevlogen naar Toronto, waar het hele gezin gezamenlijk Kerstmis gaat vieren in het ouderlijk huis. Even tijd om uit te blussen. ,,Ik ga meestal drie keer per jaar terug naar Canada en daarnaast komen mijn ouders, broers en schoonzus ook af en toe deze kant op. Het is immers maar een uurtje vliegen van Toronto naar New York.”
Ze beschouwt Toronto nog steeds als haar thuis. ,,Vooral met Kerstmis. Dat is toch de afsluiting van het jaar, met iedereen samen bij elkaar. Lekker Nederlands praten. Heerlijk.”

‘Meedoen aan de casting
voor de Victoria’s Secret-show
staat al heel lang
op mijn verlanglijstje’

Ook haar geboorteland bezoekt ze nog af en toe. ,,In mei ben ik er nog geweest. De zus van mijn moeder heeft een kindje van twee jaar. Dat is wel een van de redenen om de komende tijd vaker naar Nederland te gaan. Een groot deel van onze familie woont nog steeds in Volendam en we houden echt van dat dorp. Ik voel mezelf ook nog altijd meer Nederlands dan Canadees. Maar voor mijn vaders werk was er meer te doen in deze omgeving en voor mij liggen hier ook veel meer kansen. Ik sluit niet uit dat ik ooit voor lange tijd terugkeer naar Nederland. Maar voorlopig is er hier nog genoeg werk aan de winkel.”

Foto’s: Instagram Daphne de Baat & Wilhelmina Models.

Fotogalerij

Liza Veerman moet door meningokokken-bacterie haar twee geamputeerde voeten missen n

Sterke geest vecht voor gesloopt lichaam

Haar ‘nieuwe ik’ was juist af. Ze was volslank, de afvalrace leek voltooid. Liza Veerman straalde en voelde zich onverwoestbaar. En met de manier waarop ze die gedaanteverwisseling had gerealiseerd – door elke dag te sporten en gezond te eten – vormde zij een voorbeeldfunctie, getuige haar filmpje op youtube. In ruim een jaar tijd verloor ze bijna vijftig kilogram. De sport en haar doorzettingsvermogen bleken vervolgens levensreddend tijdens een nieuw, totaal onverwachts, gevecht: dat met de allesverwoestende meningobacterie. Want de dood bedreigde de 23-jarige Volendamse. Om de sluipmoordenaar een halt toe te roepen, moesten haar voeten worden geamputeerd. En moest ze in het brandwondencentrum van Beverwijk dagelijks worden verzorgd voor tweede- en zelfs derdegraadswonden. Haar ‘nieuwste ik’ gaat straks op twee protheses door het leven. Op wilskracht en vastberadenheid. Want ze mag dan wel twee voeten missen; dat leven heeft ze gelukkig nog.

In de gastruimte van revalidatiecentrum Reade in Amsterdam vertelt ze rustig vanuit haar rolstoel haar verhaal, met ma Hennie en vader Klaas naast zich. Anderhalf jaar terug begint het. Het leven was letterlijk en figuurlijk zwaar geworden voor Liza Veerman, die als 21-jarige liefst 111 kilo woog. ,,Als ik de trap opliep, was ik al buiten adem. Ik hield van snoep en lekkernij. Dan sluipt het er in. En ik deed helemaal niks aan sport. Zat niet lekker in mijn vel en ik had nauwelijks conditie. Dat ging eigenlijk zo, gewoon, vanzelf. De mensen kenden me niet anders dan hoe ik toen was. Ik wilde wel wat veranderen, maar ik deed het niet. Had kennelijk iemand nodig die tegen me zou zeggen: ‘dit kan gewoon niet zo door gaan’.”
,,Een vriendin van me zei wel eens wat tegen mij, gaf voorzichtig wat hints, maar ik deed er niks mee. Mijn uiterlijk maakte me wel onzeker. Ik was al nooit iemand die op de voorgrond trad, dat zit in m’n karakter.” Haar ouders ondernamen ook pogingen de levensstijl van hun dochter te veranderen. Moeder Hennie: ,,Wij zeiden ook wel eens wat. Liza werkte veel, deed nog een opleiding. In ons huis heeft de ziekte van Pfeiffer rondgewaard en ik zei wel eens tegen Liza: ‘Bij jou is het nooit weggegaan’. Ze had de ‘slaapziekte’. Als ze van haar werk terugkwam, was ze uitgeteld. Ik was vroeger ook niet de magerste, maar werkte ook heel veel en dan moest je daarna weer door. Zij kon dan niet meer, ze gaf zich over en gaf steeds toe aan de vermoeidheid. Op een gegeven moment ging de knop opeens om.”

Jaloers
,,Anderhalf jaar geleden besloot mijn vriendin opeens te gaan sporten. Ik was een beetje jaloers op haar, dat zij die stap kon zetten. Ik wilde dat ook wel en toen ben ik toch een keer naar een introductieles gegaan bij Fit4Lady. Daar lag wel een drempel, ik vond het best spannend. De instructrice ging meteen van ‘bam’, ik werd meteen aangepakt en kwam gesloopt in huis.” Maar dat schrok haar niet af. ,,Ik wilde er mee verder. In het begin was het zwaar, maar ik ging al snel drie keer per week en dan bouw je al snel wat uithoudingsvermogen op en tegelijkertijd begon ik kilo’s kwijt te raken.”
Haar vriendin moest na een maand afhaken, want zij werd zwanger. Het bracht Liza niet van haar plan. Hennie: ,,Al het lekkers moest het huis uit en daar kwamen de paprika’s en andere groenten het huis in. We moesten allemaal meedoen. Ik heb diabetes en moest mijn tekorten wel eens aanvullen met een suikerproduct. ‘Neem maar een broodje met jam’, zei Liza dan. ‘Da’s beter’.”
Liza: ,,We hadden bij Fit4Lady een doel gesteld: eerst zetten we dat op 90 kilo en toen op 80. Met kleine stapjes, die eigenlijk wel gemakkelijk gingen. Ik wilde er gewoon voor gaan. Vond het ook niet erg om alleen te gaan. Ik begon het leuk te vinden, het kostte me steeds minder moeite. Op een gegeven moment sportte ik elke dag. En toen andere vriendinnen groepslessen namen bij BasicFit, wilde ik dat ook doen en besloot ik op sommige dagen twee keer te trainen.”

‘Ik woog 111 kilo
en het streefgewicht was 65 kilo;
ik sportte elke dag’

,,Het werd een verslaving”, zegt haar moeder. Liza moet lachen. Hennie: ,,Het sporten ging vóór alles. Ook als we zouden gaan winkelen, moest ze eerst sporten.” Extreem in het één, extreem in het ander. ,,Klopt”, zegt Liza. ,,Maar ik at ook heel normaal en gezond, heel veel groenten. Elke dag een bord vol.”
,,Het streefgewicht was 65 kilo. En vlak voor deze kermis was ik 65,6. Dan zou ik na kermis weer verder gaan. Ik was net op vakantie geweest en daar wilde ik niet oppassen met wat ik aan het eten was. Dat had ik verdiend. Tuurlijk had ik wel moeite om ineens vet te gaan eten, maar dan nam ik er maar een bord sla bij. Van een vakantie moet je echter ook genieten.’
De metamorfose die ze had ondergaan, viel uiteraard ook haar omgeving op. ,,Bij het uitgaan voelde ik me zekerder, ik heb ook heel veel complimenten gehad. Ook door het filmpje dat ik had gemaakt voor Fit4Lady.” Met kermis stond ze met haar handen in de lucht. ,,Na kermis voelde ik me niet zo lekker, ik dacht eerst dat het griepklachten waren. Op het werk wilde ik echter niet verstek laten gaan, anders zou je zo’n opmerking kunnen krijgen dat het nog met de kermis te maken had.’
Ze werkte in de zorg, bij Novawhere in Purmerend. ,,Ik begeleidde er als verzorgster mensen met lichamelijke klachten, dementie, mensen die komen te overlijden. Je verzorgt die mensen en je begeleidt ook de familie als zij het moeilijk hebben.’
Engelenwerk. ,,Maar dat was soms best zwaar. Dan nam ik het werk mee naar huis en kon ik het gelukkig met mijn moeder bespreken.” Hennie: ,,Ik heb ook in de ‘zorg’ gewerkt, dus dan konden we daarover praten en vroeg ze hoe wij dingen aanpakten.”

Tweede plaats
,,In die week na kermis had ik avonddienst op donderdag en wilde ook niet eerder naar huis gaan, want we waren maar met z’n tweeën. Ik was echt ziek, maar bleef. Moest na elke geholpen patiënt even zitten. Ik zette mezelf op de tweede plaats, want die mensen moesten toch worden verzorgd. Er zou immers geen poppetje bij komen.”
,,Ik was op de afdeling waar mensen met dementie werden gescreend. Die mensen begeleid je als ze naar toilet moeten, je helpt met eten, medicijnen en je legt ze te bed. Normaal gesproken, als ik dan thuis kwam, ging ik nog even met m’n moeder zitten, praatten we wat. Maar nu ging ik meteen door naar boven om naar bed te gaan. ’s Nachts rond een uur of twee werd ik wakker, had ik het gevoel dat mijn hele lijf in de brand stond, terwijl ik wel koude handen had en mijn voeten waren ook ijskoud. Ik maakte m’n moeder wakker en ik probeerde toch verder te slapen, ook beneden in de bank. Maar dat ging ook niet. Ben ik onder de douche gaan staan, maar mijn voeten werden niet warm. Ondertussen maakte m’n moeder een warme kruik voor me klaar, masseerde mijn voeten, maar ik had er geen gevoel in. Het lopen ging ook steeds moeilijker. Toen mijn lip en tong begonnen te tintelen en de temperatuur 40,9 graden koorts aangaf, heb ik zelf de huisartsenpost gebeld.”
,,Werd me gezegd om een allergietablet in te nemen. Dat gaf niet. M’n moeder vroeg me om toch te proberen te gaan slapen.” Precies op dat moment gebeurde iets, wat eigenlijk van levensbelang is geweest. ,,Toevallig ging mijn pyjama een beetje omhoog. Zag m’n moeder allerlei vlekken op mijn buik. Ik keek en zei: dit is een sepsis, ma! Ik kende het. Dat betekende bloedvergiftiging.’ In veel gevallen heeft het binnen enkele uren een fatale – dodelijke – afloop.

‘Ze had tweedegraads brandwonden,
terwijl ze niet eens in de vlammen had gestaan’

Hennie: ,,Een leek zou dit niet weten. Liza vroeg meteen de telefoon.” Liza: ,,Ik ging in de overlevingsstand. Dacht: ik moet zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. In Purmerend aangekomen, kon ik al niet meer lopen, mijn moeder pakte een rolstoel voor me. Ik moest nog wel een kwartier wachten voor er een dokter kwam. Hij zag dat het geen allergie was en verwees me naar de spoedeisende hulp. Daar werd alles uit de kast getrokken. De gebelde internist bleek nog aan het ontbijten met de kinderen, maar kwam meteen toen ze hoorde van de vlekken. Zij gaf meteen antibiotica en stelde de juiste diagnose: meningokokken. Ben ik naar intensive care gebracht.”
Hennie: ,,Ik ging snel naar huis om kleding te halen. Toen ik terugkwam, waren haar neus en lippen zwart, ik schrok me dood. De artsen zeiden dat ze niks meer konden doen en ze werd met de ambulance naar het OLVG in Amsterdam vervoerd. Er kwamen steeds meer plekken bij. Ze leek echt een giraf. Achteraf gezien waren haar voeten op dat moment al aan het afsterven.’
,,Na een week kwamen we er achter ook dat het variant W was van de meningokokkenbacterie, want de C-variant is hersenvliesontsteking. Die bacterie is al zeven dagen bezig bij jou, voordat-ie zijn genadeklap geeft. Wij kregen als gezin in Amsterdam meteen een kuur, want het is besmettelijk. Er was ook angst dat andere jongeren en mensen uit haar omgeving misschien besmet konden zijn, maar dat was gelukkig niet het geval.’
Liza was op dat moment heel ver weg. Want op de avond van de morgen dat ze werd opgenomen, werd zij onder zeil gebracht. Ze moest aan de beademing. Hennie: ,,Liza vroeg, toen ze in slaap werd gebracht, of ze een pen en papier klaar wilden leggen. Liza: ,,Ik kreeg een tube in m’n mond en dacht: als ik morgenochtend niet kan praten, kan ik tenminste zo communiceren. Ik dacht ook dat ik de volgende ochtend gewoon weer wakker zou worden, zag de ernst van de situatie nog niet in.” Dat werd ze niet.

78 uur
Hennie: ,,Het is gebruikelijk dat er wondjes ontstaan van binnenuit, maar bij Liza waren het tweedegraads brandwonden, terwijl ze niet in de vlammen had gestaan. Er stond een team van jonge en meer ervaren artsen om haar bed, om te kijken wie dit ooit al eens had gezien, maar niemand herkende het.”
,,Terwijl zij in kunstmatig slaapcoma was, zaten wij aan haar bed en kregen te horen van de artsen dat ze verwachtten dat het hele lichaam als het ware één grote blaar zou worden en ze ook verwachtten dat allerlei delen van het lichaam geamputeerd zouden moeten worden.” Klaas: ,,Er werd gezegd dat de bacterie door het lichaam aan het razen was en het 78 uur nodig om te worden vernietigd. In de tussentijd zou ‘hij’ verdere schade kunnen aanrichten.” Hennie: ,,Dan pas zouden ze kunnen zeggen wat moest worden geamputeerd.”
,,Er werd op dat moment vooral gevreesd voor haar leven. Op die zondag was de dokter bij binnenkomst recht voor z’n raap: ‘Onbegrijpelijk dat zij nog leeft’. Al haar organen functioneerden niet meer, behalve haar hart. Ze zat onder meer al aan de nierdialyse. Haar hart deed verschrikkelijk veel werk. Ze had veel open wonden en daarop hebben ze contact gezocht met het Brandwondencentrum in Beverwijk. Op dinsdagavond werd ze daar naar toe vervoerd met de ambulance. Ze kreeg ontzettend veel vocht toegediend om door te spoelen, ze leek wel een Michelin-poppetje. Zo ver als Liza was gekomen door het sporten en afvallen, was ze nu helemaal terug bij af. Zo opgezet was het lichaam. Ze heeft tevens in een delier gezeten, was totaal verward, door de morfine. Heeft ze haar maagsonde eruit getrokken.”
,,Haar longen pakten het gelukkig vrij snel weer op, en haar darmen begonnen te grommen. Pas na weken zouden zowel de lever als de nieren ook weer aansluiten. Het is heel belangrijk geweest dat haar hart in zo’n goede conditie is geweest. Ze is in totaal acht weken in levensgevaar geweest.”
Al snel kwam echter de boodschap dat er ledematen geofferd moesten worden, om in leven te kunnen blijven. ,,Op de vrijdag kwam de mededeling dat haar voeten na het weekeinde moesten worden geamputeerd. Het was een enorme infectiebron en aan de uiteinden van je lichaam is de doorbloeding het minst en wat ze ook deden, bij haar voeten herstelde dat niet meer. In die dagen zaten wij als ouders eigenlijk te wachten op het telefoontje dat het helemaal over zou zijn, want je zag het kaarsje gewoon uit gaan. Ze werd al steeds geopereerd, om het dooie weefsel weg te halen en het infectiegevaar te minimaliseren.’
,,Dat weekeinde werd ze weer zieker, nam de koorts weer toe en vrat de bacterie weer om zich heen. En als je het opzoekt op internet, lijkt het zo’n mooi beestje… Dat het dan zo’n vernietigende kracht heeft. Het is sowieso moeilijk te begrijpen dat een bacterie die in jou woont, dat-ie z’n eigen huis zo vernietigt. Je zorgt toch goed voor je eigen huis? Van de week was het bericht dat een vrouw in Nieuw-Zeeland trouwde en drie uur later overleden was, vanwege deze meningo-kokken bacterie. Als ik haar die bewuste donderdagavond na kermis had laten slapen, hadden we haar al zeker eerder moeten begraven.”
Zo ziek als ze was, Liza was helder genoeg om het besef door te laten dringen dat haar geen keuze werd gelaten en het moeten missen van haar voeten bittere noodzaak was, om te kunnen overleven.
,,Ik zag dat mijn voeten steeds zwarter werden. Dat kon zo niet langer, die voeten moesten er gewoon af. De arts vertelde me het eerst persoonlijk. Dat kwam hard aan. Ik wist dat het er aan zat te komen, maar toen was het definitief… Ik hoefde niet meer te rekenen op een wonder. Ben eigenlijk ook niet boos geweest. Het moest, anders kon ik niet verder leven.”
Hennie: ,,’s Middags ontwaakte ze, na een operatie van vijf uur, maar ze was nauwelijks aanspreekbaar, dus ’s avonds zijn we naar huis gegaan. Ging opeens de telefoon. Was dat Liza. ‘Ik ben er weer. Het gaat wel goed, hoor. En wat ga je morgen ook alweer eten?’ Toen viel ik achterover. Dit kon niet! Van bijna dood naar wat gaan we morgen eten…?”
Liza lacht: ,,De verpleegster vroeg of ik m’n moeder zelf wilde bellen en hield de telefoon bij m’n mond, want in de zenuwen van mijn handen zat op dat moment ook geen gevoel. Ik werd ook geholpen met eten en met bijvoorbeeld tanden poetsen. Kreeg steeds morfine, want als ze de stomp aanraakten, dat gaf al ondraaglijke pijn. Het pijnteam bracht me dan telkens onder narcose, wanneer de wonden moesten worden verzorgd.’
,,Die ochtend daarna, tijdens het verzorgen van de wonden, zag ik voor het eerst mijn benen zonder voeten. Ik was nieuwsgierig. En ik had er eigenlijk geen moeite mee.” Hennie: ,,Ze vroeg of wij het ook al wilden zien, maar ik was nog niet benieuwd, totdat het per ongeluk gebeurde. Ik schrok behoorlijk. Maar wist ook dat het niet anders kon. Anders zou ze sterven. Dus er was geen andere keuze.”

Onbezorgd
,,Ik heb wel enkele keren gehuild. Wilde dat niemand het zag, deed het als er niemand in de kamer was. Als ik dan foto’s bekeek van mijn vakantie in Torremolinos en tijdens de kermis, daar was ik nog onbezorgd en zaten mijn benen er nog aan. Ik sportte, had een goede baan, deed een opleiding tot verpleegkundige, alles ging me eigenlijk voor de zon. Dat was dan wel confronterend. Dan had ik het af en toe moeilijk.”
Voor de tweedegraads brandwonden op haar arm kreeg ze van haar benen afgeschaafde huid opgelegd. ,,Ik verging van de pijn, had een extra dosis morfine nodig.’ Hennie: ,,Daarnaast kreeg ze bestrijdingsmiddelen tegen de fantoompijn, van de geamputeerde benen.’ Ondertussen bekommerde ze zich, als collega’s op bezoek kwamen, ‘gewoon’ over het wel en wee van de patiënten in Novawhere. ,,Sommige van hen waren inmiddels overleden.’

‘Als dit me anderhalf jaar geleden was
overkomen, had ik het niet overleefd’

Én ondertussen kwam landelijk in het nieuws dat de minister van Volksgezondheid de wens uitsprak om alle brugklasleerlingen in 2018 op te roepen om zich in te laten enten tegen meningokokken w. Omdat het aantal getroffenen stijgt. Liza: ,,Ik heb in Beverwijk een vrouw ontmoet die vanwege dezelfde bacterie haar hand moet missen’ Hennie: ,,In Beverwijk hadden ze er geen verklaring waarom het bij Liza’s benen is gestopt en het gevoel in haar handen toch langzaam terugkomt. Dat komt natuurlijk ook door alle kaarten die mensen hebben gestuurd, kaarsen die mensen hebben gebrand voor haar, in binnen- en buitenland. Dat was niet normaal, zoveel steunbetuigingen hebben we gekregen.”
Ook dát deed Liza gaandeweg opknappen, gaf haar kracht. Klaas: ,,Daarbij at zij in het ziekenhuis veel vis, groenten en eiwitten, wat wij dan meenamen. Goed voor het herstel van de wonden. Wat bijzonder was, dat we werden begeleid door de dokter die zeventien jaar geleden ook bij de jongeren en ouders van de Nieuwjaarsbrand betrokken was, dokter Jos Vloemans en Kitty Klomp. Er ontstond een bijzondere band. Er kwamen veel herinneringen boven bij al die verplegende mensen die die nacht van 1 januari in de chaos en ook de maanden daarna Volendamse jongeren hebben verzorgd.’
Hennie: ,,Ze hadden er geen woorden voor hoe sterk en positief Liza er onder was. We zijn allemaal nuchter, maar we praten er ook goed over. Voortdurend, want ze is veel momenten kwijtgeraakt.’ Haar vader heeft een dagboek bijgehouden. ,,Goed voor het verwerken, voor later. En haar zus Caroline heeft overal foto’s van gemaakt.’ Liza: ,,Dat is wel heftig, om dat terug te zien. Mensen uit mijn omgeving waren bang om op bezoek te komen, omdat ik er zo erg uit zag. Daarom heb ik later een foto op Facebook geplaatst (ook bij dit verhaal, red.) zodat iedereen kon zien dat ik er inmiddels weer ‘gewoon’ uit zag.’
Sinds twee weken verblijft Liza in revalidatiecentrum Reade op de Amsterdamse Overtoom. Liza: ,,De fysiotherapeut in Reade was verbaasd dat ik zo snel weer bepaalde dingen kon. De transfer van mijn rolstoel naar het bed lukte me al snel. Komt ook door dat ‘sportjaar’. Als dit me was overkomen in de toestand van anderhalf jaar geleden, toen ik zo zwaar woog, dan had ik het niet overleefd. Als dat wel het geval was geweest, had de revalidatie veel langer geduurd, was ik mentaal niet zo sterk geweest als ik me nu voel. Na een week kon ik me hier al zelf redden. Ik ben sterker geworden, zelfverzekerder, ik ben écht blij dat ik toen die stap heb genomen om te gaan sporten.”
De knop is om. ,,Ik wil er niet in blijven hangen, was en ben positief en ik wil weer leren lopen, maar dan op protheses. Er is nu overleg tussen Beverwijk en het revalidatiecentrum, of ik nog eens geopereerd moet worden aan beide stompen. Tot die tijd probeer ik met fysio- en ergotherapie het lichaam te trainen. Ik moet mezelf eerst zien te redden zonder protheses, dat oefen ik nu. Drie vingers van mijn rechterhand zijn nog gevoelloos, dus ik heb geleerd alles met links te doen.’
,,Mijn doel is lopend op protheses het revalidatiecentrum uit te gaan en bij Novawhere het werk op te pakken en mijn opleiding ook af te ronden. Ik weet niet hoe lang je per dag kunt staan en lopen op protheses, maar we gaan gewoon kijken wat er kan. Voor mij is de therapie hier niet zwaar, omdat ik gewend was elke dag te sporten. Ik wil hier ook weer gaan sporten. Kijken wat er kan. Vrijdag heb ik een intakegeprek gehad. Misschien dat ik met rolstoelbadminton en yoga begin. En later met zwemmen, maar dan moeten eerst de wonden dicht zijn.”
Hennie: ,,We zijn nu bezig om in gang te zetten dat ze met Kerstmis een paar uur naar huis kan en misschien met Oud & Nieuw thuis kan slapen en ik haar wonden verzorg. We hadden het graag anders gezien, maar we moeten er samen het beste van maken in de nieuwe situatie. Het is zoals het is. We zien dat Liza krachtig is en ze trekt ons mee. Zoals wij ook sterk voor haar willen zijn. Ze moet verder en zo stel je met elkaar steeds weer een nieuw doel. Dat begint met het thuis vieren van Kerstmis, samen.’

Foto: Liza Veerman, op haar ziekenhuisbed geflankeerd door haar vriendinnen Caroline Zwarthoed en Laura de Boer-Molenaar.

Fotogalerij

Dit keer een tandem als versierfiets

Ze blijven maar creatief in Edam. De ‘versierfiets’, die al vele jaren in diverse uitdossingen op de brug tussen de Spuistraat en de Prinsenstraat staat te pronken, heeft in elk jaargetijde en met feestdagen een andere versiering.

Na Halloween, Sint Maarten en Sinterklaas is er nu een tandemfiets geplaatst die in Kerstsfeer is opgetuigd. De fiets is volgehangen met mos, kersttakken, hertjes en kerstboompjes. Het ziet er weer heel mooi uit.
Ongetwijfeld zullen de vele bezoekers die het historische centrum van Edam aandoen, er weer talloze foto’s van maken.

 

Fotogalerij

Voorlichting gokverslavingservaringsdeskundigen na nieuwe schrijnende gevallen n n

‘Kijk mee met wat je kind doet’

In het recente verleden werd onze gemeente al eens opgeschrikt omdat een jong iemand een einde aan zijn leven maakte, waar gokschulden – door het wedden op voetbalwedstrijden – mede aan ten grondslag lagen. De schrik zat er flink in. Hoe kon dit gebeuren? Hoe kon dit worden voorkomen? Maar in de jaren daarna bemerkten talrijke ouders dat het ook hun huis was binnengedrongen. Recentelijk kwam het weer in het openbaar. Ouders, in totale onwetendheid verkerend, werden met duizenden euro’s schuld geconfronteerd van hun tieners. Het Don Bosco College waarschuwde daarop ouders van leerlingen in een email. Of het nou onlinegokken is, (il)legaal, of het op de pof (deelnemers hoeven inleg niet meteen te betalen, gokken met lucht, maar de schuld loopt ondertussen wel op) gokken bij lopers, de excessen blijven zich voordoen en verscheuren ondertussen gezinnen.

Moedige Moeders nodigde naar aanleiding van de gebeurtenissen de gokverslavingservaringsdeskundigen Feite Hofman en Marcel van Koppenhagen uit. Zo’n veertig oudrs en meer dan zestig jongeren van groepen 8 en brugklassers kwamen er op af. En luisterden aandachtig naar het duo. Naar de mannen van de PoGG (Pas op Gamen en Gokken), die jarenlang zelf gokverslaafd waren, maar hun ervaringen inmiddels omzetten in het voorlichten van ouders en kinderen, door middel van workshops. De mannen schrikken niet zo snel, weten wat er in den lande speelt. ,,Maar de verhalen die we onlangs in Volendam kregen te horen, waren zeker tragisch te noemen. Het gaat om jonge mensen. Heel schrijnend”, zegt Feite Hofman.
Schuldgevoel
,,Of het nou het legale of illegale circuit betreft, in Volendam treffen gokaanbieders de juiste omstandigheden dat mensen ook gewoon betalen. En het niet aan de grote klok hangen. Dat heeft toch met schaamte te maken. En misschien angst. Ik verbaasde me daarover en vroeg me af of het in grotere plekken ook zo zou gebeuren? Wat herkenbaar is in de verhalen, is hoe jongens de mist in gaan: een beetje winnen en dan verliezen, dat wil je terughebben en dan loopt het hard op. Elke keer opnieuw zijn jouw kansen kleiner dan die van de aanbieder, dus op lange termijn ga je altijd verliezen.”
,,De meeste ouders hebben een schuldgevoel, als blijkt dat hun kinderen aan het gokken zijn geslagen. Maar het is niet hun eigen keuze, pubers zijn nou eenmaal ontvankelijk voor experimenteren. Het zijn verleidingen die bij het jong zijn horen. En bij het puberbrein hoort ook het magisch denken: ik kan winnen en ik weet ook wanneer ik moet stoppen. Helaas pindakaas. Voor 90 tot 95 procent van de mensen lukt het om er mee om te gaan, de rest raakt er in verstrikt en verslaafd. En dat is een hard gelag.”
Verslaafden kunnen niet meer rationeel denken, maar zijn wel slim genoeg in het bedenken van nieuwe wegen om aan geld te komen. ,,Maak het daarom bespreekbaar, thuis aan tafel. Houd het open. Wij waren blij dat we de presentatie mochten geven, maar gaven ook aan dat wij het probleem niet gaan oplossen op die avond. We kunnen dingen aanreiken en als mensen erover praten is dat al een groot goed.”
‘Als ouder leer je het kind toch ook niet het oversteken van de straat alleen in theorie?’
,,Tijdens de twee voorlichtingsavonden hebben we ons verhaal verteld. We lieten zien hoe het werkt in het brein, de fases die worden doorlopen, dat de uitweggetjes steeds smaller worden. Het is niet aan ons om te oordelen, maar we zijn in een tijd aangeland dat er van alles op de mobieltjes gebeurt, buiten het zicht van de ouders. Pak een willekeurige ouder van de straat en die vertelt over het kind: ‘hij of zij computert graag, dus ze zitten vaak boven’. Dat houdt in dat de kinderen op hun eigen kamer op internet zitten. En het internet is heel groot. Kijk daarom alsjeblieft mee met je kind, net als dat je bij een voetbalwedstrijd of voorstelling van je kind gaat kijken. Laat hem of haar erover vertellen wat ze doen, zonder het meteen te verbieden. Als ouder leer je het kind toch ook niet het oversteken van de straat alleen in theorie? Dan ga je in de praktijk toch ook mee.”
,,Als kinderen zich vervelen, willen ouders nog wel eens roepen: ‘pak de iPad maar effe’. dan zijn ze even zoet. Het is niet aan mij om over te oordelen en je leert er ook van bepaalde dingen op de iPad, maar het heeft ook zijn valkuilen. Het is de tijd waarin we zitten.” Bij binnenkomst van de jongeren schudde Hofman zowat alle kinderen de hand. ,,Wat heel opvallend was, als ze binnen druppelen, dan komen meteen de telefoontjes tevoorschijn. Dat is heel normaal geworden. Sommigen berichten of snapchatten, anderen gaan meteen gamen. We gaven acht titels van bekende games en je merkte meteen dat dat de jongeren aansprak. Ze kennen die games allemaal. En we moeten niet vergeten dat de games ook iets opleveren, zoals plezier.”
Duivel
,,Maar een deel slaat aan het experimenteren en wat nu helemaal hot is, zijn de boxen in games. We laten zien in onze workshops dat dat gewoon gokken is. Dat heeft de Kansspel Autoriteit nu ook opgepikt en de game-aanbieders bezinnen zich op dat element. Want het is hetzelfde principe. Er zitten vaak slimmigheidjes achter. Kijk naar de krasloten. Of de duivel er mee speelt, je krast altijd eerst twee bedragen van de hoofdprijs open en zo wordt die ‘ik kan winnen-gedachte’ weer getriggerd. Er zitten psychologen achter die dat verzinnen en dat dat zo werkt, dat kun je kinderen goed leren.”
,,Wat veel mensen niet weten, is dat het internetgokken in ons land nog illegaal is. Er staat niet zomaar .com achter Unibet. Er ligt nu een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer om dat legaal te maken. Het gekke is wel dat je bij sportwedstrijden de uitingen van die dus nog hier illegale gokaanbieders op de reclameborden ziet en dat Ajax en PSV met grote Chinese aanbieders van kansspelen in zee is gegaan.”
Dat blijft moeilijk te rijmen, als je weet dat het fenomeen zoveel slachtoffers maakt en gezinnen in ellende dompelt. Dat gebeurde ook bij het gezin van Hofman. ,,Ik heb ook in Volendam verteld hoe het mij vanaf mijn zestiende verging. En hoe het door bleef gaan, ook toen ik een gezin had. Er mochten uiteraard vragen worden versteld en vanuit de Volendamse jongeren kwam de vraag wat mijn vrouw en kinderen er van vonden. Ik vertelde dat zij mij wel leuk vonden, maar mijn verslaving niet. Tuurlijk was ik er zelf verantwoordelijk voor. Maar je staat ’s morgens echt niet op om ’s avonds gokverslaafd te zijn. En als je verslaafd bent, in hoeverre kun je dan nog zelf beslissingen nemen.”
Voor één groot helder moment is hij eeuwig dankbaar. Er zaten meer dan zestig jongeren en het werd opeens muisstil toen Hofman vertelde dat hij aan de rand van het treinspoor heeft gestaan. ,,Ik ben nog elke dag blij dat ik niet gesprongen ben. Het is heftig. Maar je laat de jongeren de andere kant zien, hoe ver het kan komen. Je hoopt met je verhaal voor awareness te zorgen, dat ze nu en in de toekomst bij de stappen en consequenties nadenken. Dat wil je overal wel uitdragen, om drama’s in gezinnen te voorkomen. Daarom zijn zulke avonden als in Volendam belangrijk en gaan we naar veel scholen.”

Foto: De door Moedige Moeders georganiseerde voorlichtingsavond van ‘Pas op Gamen en Gokken’ werd door meer dan zestig jongeren bezocht.

Fotogalerij

“Als ik terugkijk” debuutroman van Ber Runderkamp

Van de oud-dorpsgenoot Ber Runderkamp (zoon van Ben en Gerda Runderkamp), die nu in Velsen-Noord woont, is op 17 november jl. zijn eerste boek verschenen. Deze roman is uitgegeven door Uitgeverij Boekscout en is ook verkrijgbaar in de boekwinkel van Jan Cas Sombroek. Ber Runderkamp schreef al jaren gedichten en verzen. Deze werden o.a. gebruikt in de Engelstalige nummers, die hij samen met zijn broer Michael vertolkte. Het duo Still Minors trad talloze malen in Volendam en Edam op. Dit duo werd ook wel de nieuwe Simon & Garfunkel genoemd.

Toen Ber Runderkamp naar Velsen-Noord verhuisde zijn het gitaarspel en de optredens met Still Minors op een laag pitje komen te staan. Ber is zich toen gaan leggen op het schrijven van lange verhalen. Doordat hij in april getroffen werd door de ziekte van Lyme, is hij (tijdelijk) uit zijn werk geraakt. Niets doen zit niet in zijn aard en zo kreeg hij alle tijd om zich op het schrijven van zijn debuutroman te richten. Op 17 november was de releasedatum van het boek “Als ik terugkijk”. Het is een fictief verhaal. Het schrijven heeft Ber Runderkamp altijd als zijn hobby gezien. Het boek “Als ik terugkijk” wordt op demand gedrukt. “Wie weet wat hiervan terecht komt en als het aan mij ligt zal er nog een vervolg op deze eerste roman komen”, vertelde de auteur.
Samenvatting
Het verhaal van “Als ik terugkijk” hier kort samengevat: Eenzame Becky van Loef leeft in het verleden. Als haar vader overlijdt voelt ze weinig; een leegte en de drang om te weten wie hij écht was. Ze gaat in op de uitnodiging die ze erft, reist af naar Spanje en ontmoet zijn vrienden. Terugkijkend op haar leven leert ze haar vader beter kennen. De keuzes die hij maakte in het vaderschap en in het huwelijk met Becky’s moeder lijken allemaal verbonden met de leer die hij aanhing. Keuzes die het leven van Becky en haar zus dusdanig vormden dat een bittere smaak haar tong blijvend teistert.
Over de auteur
Ber Runderkamp (1987) woont in Velsen-Noord. In de buurt van industrie en strand. Contrast dat hem vormt. Hij schrijft en speelt gitaar. In het dagelijkse leven geeft hij leiding aan een groep mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Veel van zijn inspiratie haalt hij uit de worstelingen die deze mensen ondervinden. Sinds 2006 schrijft hij gedichten en sinds 2010 is hij zich gaan richten op verhalen. ‘Als ik terugkijk’ is zijn debuutroman.
Fragment uit het boek
‘Heb je alles? Paspoort, handbagage?’
Koenraad knikte en stapte uit de auto.
Terwijl ik een bagagekarretje haalde, leegde hij de kofferbak. Ik liep met hem mee tot de vertrekhal. Om ons heen liepen mensen voorbij. Veelal enthousiast en opgewonden.
‘Tot over een week’, zei Koenraad droog en draaide zich om. Ik keek hem op zijn rug en voelde een verlangen. Contact. ‘Pa?’ Vragend keek hij over zijn schouder.
‘Wat ga je in hemelsnaam doen in Spanje? Ik heb het je al eerder gevraagd. Waarom blijf je niet bij mam? Ze heeft je nodig.’ Even keek ik naar mijn voeten. ‘Je weet dat het morgen de sterfdag is van haar zus.’ Koenraad liet zijn karretje staan en kwam terug. ‘Je tante is dood en blijft dood, of ik nou bij je moeder ben of niet.’
Ik voelde mijn bloed borrelen. ‘Daar gaat het niet om. Je rent maar weg van je verantwoordelijkheden. Ma heeft je nodig. En,’ wild gebarend opende ik mijn mond, ‘ik heb je nodig. Maar ik weet niet wie je bent. Ik ken je niet.’
Hij legde zijn handen op mijn schouders. ‘Jullie zijn sterke vrouwen. Zonder mij redden jullie het ook wel.’ Hij draaide weer om. Ik zwaaide met een slappe hand maar hij zag het niet. Het was de laatste keer dat hij naar Spanje afreisde.
Boekgegevens: Titel: Als ik terugkijk
Auteur: Ber Runderkamp
Aantal pagina’s: 194
ISBN: 9789402240740

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?