Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by René Schilder

WEL HELEMAAL LEKKER MENEER VAN DER LINDEN?

VANAF 3 MAART ZIJN ONZE VESTIGINGEN WEER OPEN OP AFSPRAAK!

BEREKEN UW PERSOONLIJKE VOORDEEL: LVS.NL/BLITZ

ENKHUIZEN
Dolfijn 6
1601 MG Enkhuizen
0228 870 035

HOORN
Berkhouterweg 11
1624 NS Hoorn
0229 870 015

PURMEREND
Component 74
1446 WP Purmerend
0299 870 055

Fotogalerij

Visserijvereniging in actie tegen uitbreiding Marker Wadden

‘Ze passen vaak list en bedrog toe’

IJsselmeer Visserijvereniging Sint Petrus tekent bezwaar aan tegen de uitbreiding van de Marker Wadden. Het is de eerste concrete actie die zij onderneemt na het uitkomen van het boek van jurist Martin Schilder. In deze publicatie ‘Visrechten en verhandelbaarheid in Nederland en Europa’ maakt hij duidelijk dat het overheidsbeleid is doorgeschoten naar natuurbescherming. Dit gaat ten koste van de visserij. In de plannen voor nieuwe inpoldering mist de vissersvereniging inhoud over de borging van visserijrechten. Haar conclusie is dat de uitbreiding van de Marker Wadden ‘zowel onrechtmatig als onwettig is’.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Volgens secretaris-penningmeester Hein Koning van Sint Petrus, was een krantenartikel de aanleiding om in actie te komen tegen de uitbreiding van de natuureilanden. Men stelde een bezwaarschrift op dat werd verstuurd naar het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij.
,,Dit is in principe de eerste concrete stap die we nemen na het verschijnen van het boek van jurist Martin Schilder. Wij hoorden al dat ons bezwaar in goede orde is ontvangen. Waarschijnlijk duurt het nog wel dertig dagen voordat men hier inhoudelijk op terugkomt. Mochten we hier geen antwoord op ontvangen of een afwijzing krijgen, dan overwegen wij om juridische stappen te ondernemen”, vertelt Hein.
In het bezwaarschrift komt tevens naar voren dat men vindt dat de beroepsvisserij ‘wordt doodgezwegen’ in de uitbreidingsplannen van de Marker Wadden. ‘Betrokken partijen zijn al geheel van mening dat er geen beroepsvisserij meer bestaat, zo blijkt uit een toelichting van betrokken partijen in diverse media’, vermeldt het stuk. De vissersvereniging stelt verder dat een ‘adequate belangenafweging ontbreekt, tussen de uitbreiding van de Marker Wadden en de juridische en maatschappelijke positie van de beroepsvisserij’.

‘Bezwaarschrift is eerste
concrete stap die we nemen
na het verschijnen van
het boek van jurist Martin Schilder’

Sint Petrus verklaart dat er ‘wederom volledig voorbij gegaan is’ aan de belangen van de vissers. ‘Er wordt geen uitbreiding van de Marker Wadden meer gedoogd’. Verderop in het bezwaarschrift heeft de vereniging het over de eventuele gerechtelijke procedure die zij zal aanspannen als de uitbreidingsplannen toch doorgaan. Daarbij zullen ‘de vissers worden geruggesteund met wetenschappelijk en gepubliceerd onderzoek’. Men doelt hierbij op het verschenen boek van Martin Schilder.
Hein Koning hoopt ook dat de politiek in actie zal komen voor de visserij. Deze wordt volgens hen nu onrechtvaardig behandeld door de overheid. ,,Het zijn zware woorden, maar ze passen vaak list en bedrog toe. Wij als vereniging willen ervoor vechten om de vissers die er nog zijn te behouden. Het zou eeuwig zonde zijn als de laatste actieve botter de haven uitvaart. Dit bezwaar is erop gericht om zoiets te voorkomen. We hopen ditmaal gehoor te krijgen bij het ministerie.”

Fotogalerij

Claudia ruilt zekerheid in voor maatschappelijke droom in Uganda

Roer gaat volledig om

Met een lange loopbaan als kinderopvang locatiemanager in haar rugzak, nam Claudia Ros (50) eind 2018 een rigoureus besluit dat haar leven compleet op de kop zette. ,,De westerse manier van leven ging me steeds meer tegenstaan”, vertelt de Edamse. ,,Ik verloor de passie in mijn werk en begon me af te vragen of ik dit nog twintig jaar vol zou moeten houden, of dat ik mijn hart zou moeten volgen.” Bij de afweging zou zij niet over een nacht ijs gaan, maar uiteindelijk nam Claudia afscheid van haar vaste baan en inkomen, en besloot een eigen stichting op te richten om de mensen in het Ugandese Masaka te helpen. Ze ondersteunt de lokale bevolking volledig met haar eigen filosofie. ,,Ik vind mensen niet zo snel zielig en ik geloof niet in het principe om gewoon blind grote geldbedragen over te maken naar de behoeftige mensen. Met mijn stichting – Make the Next Step – help ik mensen in Uganda die mij weten te overtuigen met een goed plan om zelfvoorzienend te worden.”
Door Kevin Mooijer

[ads id=66]

,,Tijdens mijn carrière in de kinderopvang heb ik een hoop relevante werkervaring opgedaan”, begint Claudia haar indrukwekkende verhaal. ,,Als er ergens een locatie niet lekker liep, dan werd ik gevraagd om de afdeling weer naar behoren te laten functioneren. Eigenlijk doe ik nu datzelfde met de stichting in Uganda”, doelt ze op de educatieve werkmethode van Make the Next Step.
Wanneer ze vertelt over haar verleden, blijkt Claudia een geboren weldoenster. ,,Ik heb mijn werk de laatste tien jaar altijd gecombineerd met een maand vrijwilligerswerk per jaar. Ik nam vier weken vakantie, kocht een ticket naar een land in Afrika, regelde daar een onderkomen en dan lekker met de voeten in de klei zorgen dat ik iets kon betekenen voor de lokale bevolking. In mijn beleving is er geen mooiere weg om een land te leren kennen. Omdat je met goede intenties naar een gebied komt, word je opgenomen in de gemeenschap. Je voelt je echt one of the guys. Tijdens mijn periodes in Uganda werd ik op verjaardagen, bruiloften en zelfs begrafenissen uitgenodigd. Je bouwt banden op met mensen en je komt op plaatsen waar toeristen niet komen.”

‘In een opwelling zei
ik dat ik de bevolking
dan zelf wel zou helpen
een school van niets
af aan op te bouwen’

,,Ik ben aangesloten geweest bij een stichting die in Uganda actief was om onder meer een kleine school te realiseren in een bestaand pand. Het project bleek een gebed zonder eind. Iedere keer als het gebouwtje opgeknapt en klaar voor gebruik was, werden we er door de verhuurder uitgegooid. Toen dat voor de zoveelste keer gebeurde heb ik in een opwelling gezegd dat ik de bevolking dan zelf wel zou helpen een school van niets af aan op te bouwen.”
Claudia voegde de daad bij het woord en vertrok in 2017 voor zeven weken naar Uganda. ,,Ik kwam daar aan en de daaropvolgende maandag stond de eerste meeting gepland met mijn lokale contactpersonen. Tijdens die meeting vroeg ik: ‘hoe willen jullie het gaan aanpakken?’ Daar hadden ze geen antwoord op. Dus ik heb gezegd dat we dan een korte meeting hadden en dat ze de volgende ochtend maar met ideeën moesten komen. De volgende dag had iemand bedacht dat er geschilderd zou moeten worden. Ik zei: ‘dat is inderdaad waar, maar dat is niet de eerste stap. Denk nog maar even verder na. Wat is ervoor nodig om een school op te kunnen bouwen?’ Na een dag of vijf – ik denk dat ze inmiddels een beetje een hekel aan me hadden – stelde iemand voor om bij de fundering te beginnen. Vanaf dat moment zijn we stappen gaan ondernemen.”
,,De mensen daar leven van dag tot dag. Ze zijn niet gewend om alles te plannen, ze hebben geen goed overzicht en ze hebben geen ervaring met financiën. Dat is ze simpelweg nooit bijgebracht. Je moet ze dus echt bij de hand nemen en ze gedurende het complete proces begeleiden. Een leerkracht verdient in dat gebied omgerekend gemiddeld vijftig euro per maand. Wanneer je als stichting dus voor een aanpak zou kiezen om gewoon blind de tienduizenden euro’s over te maken die nodig zijn om een school te bouwen, dan kun je erop wachten dat het geld niet goed besteed wordt. Van onze methode leren de mensen. Die kennis nemen ze mee in de rest van hun leven en daardoor komen ze ook in de positie om anderen weer te helpen. Het Pay it forward-principe zit diepgeworteld in de filosofie van onze stichting.”

Diepgeworteld
Na haar verblijf van zeven weken in Uganda keerde Claudia huiswaarts. ,,Ik kwam thuis, zette mijn koffer neer en dacht: ‘en nu?’ Ik had geen stip meer op de horizon. Geen uitdaging. Niks. Van mijn werk werd ik niet vrolijk meer, maar van mijn vrijwilligerswerk in Uganda juist wel. Moest ik dan nog tot mijn pensioen blijven doen waar ik goed in was geworden? Of zou ik het roer volledig omgooien en mijn leven rigoureus veranderen?” Onbewust stond Claudia aan de vooravond van de oprichting van haar eigen stichting. ,,Mijn opvatting van hoe een stichting lokaal moest opereren kwam niet overeen met die van het nieuwe management van de stichting waar ik bij aangesloten zat, dus besloot ik – met mijn tien jaar ervaring in deze wereld – Stichting Make the Next Step op te richten. Het is natuurlijk best eng om afscheid te nemen van je vaste baan en het daarbij behorende inkomen, maar ik kan nogal eigenwijs zijn: het zou het allemaal waard worden.”
Voordat ze haar visie en doelstellingen op papier had staan waren een aantal zaken bij voorbaat al uitgemaakt: ,,Vaak zie je bij stichtingen dat ze huizen in gigantische, monumentale panden en dat de directeur in de nieuwe Mercedes rijdt. Ik kan me daar zo ontzettend over verbazen. Daarom heb ik ervoor gekozen om vanuit huis te werken en geen betaald personeel aan te nemen. Het bestuur bestaat uit drie mensen die de functies ook belangeloos bekleden.”
Sindsdien zet Claudia zich fulltime in voor de stichting en leeft ze van haar spaargeld. ,,Dat is natuurlijk niet ideaal, maar het is niet anders”, klinkt ze onzelfzuchtig. ,,Het oprichten van Make the Next Step ging redelijk voorspoedig, tot ik bij het punt kwam om een zakelijke rekening te openen. Dat had nogal wat voeten in aarde. Het heeft tien maanden geduurd voordat het rond was. Wat me gedurende die wachttijd op de been heeft gehouden was de gedachte om te voorkomen dat ik ooit in mijn leven een ‘had ik maar…’ momentje zou ervaren. De stichting oprichten moest en zou lukken.”

‘Ik zie dat de
levensomstandigheden
niet ideaal zijn,
maar ik ga niet meehuilen.
Ik ga ze helpen.
Ik stel vragen als:
‘wat is jouw idee om
een inkomen te realiseren?’’

Met veel geduld en wilskracht kreeg de Edamse uiteindelijk wat ze wilde. ,,De werkwijze van de stichting is gebaseerd op een tweeledig principe. Allereerst vind ik dat alleen geld overmaken naar de behoeftigen geen zin heeft. Ten tweede ben ik van mening dat het niet werkt als iemand anders jou gaat vertellen wat je moet doen om gelukkig te worden. Dus wat ik wel doe is het gesprek aangaan met lokale mensen. Ik zie dat de levensomstandigheden niet ideaal zijn, maar ik ga niet meehuilen. Ik ga ze helpen. Ik stel vragen als: ‘wat is jouw idee om een inkomen te realiseren?’ en ‘wat is ervoor nodig om tot die situatie te komen?’ Het mooiste voorbeeld van deze werkwijze vond plaats in 2019.”
,,Tijdens mijn voorlaatste trip naar Uganda sprak ik een vrouw, Mama Florence. Ik werd specifiek geraakt door haar verhaal omdat zij ervoor koos om naast haar biologische kinderen nog 23 straatkinderen in haar gezin op te nemen. Ze stelde haar hart en huis open voor die kansarme kinderen. Ik raakte met haar aan de praat en ik ontdekte dat ze meer dan genoeg liefde had, maar niet de middelen om al haar kinderen van voldoende voedsel te voorzien en naar school te kunnen laten gaan. Ik vroeg of ze een idee had, een ideaalbeeld, om tot een oplossing voor haar problemen te komen. Ze vertelde me dat het haar droom was om een kippenboerderij op te bouwen.”
,,Vervolgens stelde ik tientallen vervelende vragen, maar ze wist me te overtuigen. Ze had het plan al goed uitgedacht. Mama Florence kwam met een verhaal dat ik hier in Nederland onder de aandacht kon brengen bij sponsoren en donateurs van de stichting. Inmiddels draait haar kippenboerderij fantastisch en als gevolg daarvan zijn haar kinderen van één naar twee maaltijden per dag gegaan en gaan ze – met uitzondering van drie kinderen – allemaal naar een basisschool.”
,,De instelling die Ugandezen er op nahouden is heel indrukwekkend. Toen ik Mama Florence bijvoorbeeld hielp met de oprichting van haar kippenboerderij, kwam haar buurman naar me toe om me te bedanken dat ik zijn buurvrouw hielp. Hij vroeg niet ‘en ik dan?’ – zoals je misschien zou verwachten als westerling die Afrika als één land ziet vanwege de invloed van reclames – maar hij bedankte me dat ik zijn buurvrouw hielp.”

Hand op houden
Uit ervaring weet Claudia te vertellen dat de doorsnee instelling in Ethiopië heel anders gevormd is. ,,Ethiopië is een land waar continu geld naartoe wordt gestuurd door verschillende goede doelen. De mensen daar zijn eraan gewend geraakt om hun hand op te houden. In Uganda is dat zeker niet zo. Ik heb tijdens mijn zeven verblijven in Uganda één keer meegemaakt dat er een kind om mijn been kwam hangen om te bedelen. Hij werd gelijk gecorrigeerd door drie volwassenen die het zagen gebeuren: ‘bedelen doen we hier niet’, werd er direct duidelijk gemaakt. De mensen zijn leergierig en trots. Het is geen misplaatst narcisme waar ik het over heb, maar ze voelen juist een collectief trots vanwege hun prachtige land. Ze zijn trots op de adembenemende landschappen, op de imposante dieren die in Uganda hun thuis vinden en op de mentaliteit en cultuur die door de eeuwen heen vorm hebben gekregen.”
,,Ik heb bewondering voor de mensen in Uganda. Ik geloof in Uganda. Ik ben ervan overtuigd dat de levens van Ugandezen verbeterd kunnen worden, en om mijn steentje bij te dragen ben ik daarmee begonnen in het plaatsje Masaka. Het is een redelijk ontwikkeld stadje, maar ik focus me op de plattelandsgebieden rond Masaka. Als ik ernaartoe ga, dan verblijf ik in een gezellige bed & breakfast en ik word steevast gereden door dezelfde Zundapp brommertaxi – onmiskenbaar het nationale vervoersmiddel van Uganda. Het is heerlijk om even back to basic te gaan. Doorgaans heb ik wel beschikking over stromend water en wifi, maar het komt ook voor dat je een paar dagen geen stroom en stromend water hebt.”
,,Als je dan thuiskomt, waardeer je alles dat je hebt weer. Dat gevoel is altijd van korte duur, maar het zet je wel weer even met je twee benen op de grond. Ik kan het iedereen aanraden om eens mee te gaan naar Uganda. Iedereen die interesse heeft is natuurlijk van harte welkom”, spreekt Claudia de Nivo-lezers toe. ,,Ik help graag met de voorziening van accommodaties en gidsen. Wie weet zijn we straks samen een prachtig project aan het coördineren!”

‘Mocht het dubbeltje
de goede kant op vallen,
dan heb ik binnenkort
heel leuk nieuws…’

Aan het einde van deze maand vertrekt Claudia voor een nieuw avontuur naar Uganda. ,,Ik heb onlangs de AFAS Foundation aangeschreven met het verzoek om de vijftien gezinnen die vanuit Make the Next Step voedselpakketten ontvangen, op te schalen naar 75 voedselpakketten voor een periode van zes maanden. Na het verzenden van mijn brief werd ik gebeld dat ik aan de slag kon. Vanwege de corona gevolgen heb ik er lang op moeten wachten, maar ik kan eindelijk weer van betekenis zijn in Uganda.”
De goedlachse weldoener vliegt in eerste instantie richting Afrika om te helpen met het faciliteren van de nieuwe voedselpakketten, maar op de achtergrond speelt een potentieel levensveranderend project. Vanwege de onzekere aard van het plan kan ze er nog niets over zeggen, maar als de goden haar goed gezind zijn, is Claudia Ros straks een gigantische mijlpaal en een onvergetelijke levenservaring rijker. ,,Het plan ligt nu bij een aantal specialisten die de stichting van advies moeten voorzien”, klinkt ze enthousiast. ,,Mocht het dubbeltje de goede kant op vallen, dan heb ik binnenkort heel leuk nieuws…”

Wil je meer informatie over Claudia en de stichting Make the Next Step? Ga dan naar www.makethenextstep.nl of mail naar mailclaudia@makethenextstep.nl. Wil je Claudia steunen in haar avontuur om een beter leven voor Ugandezen te realiseren? Doneer dan op: NL68ABNA0877786577. Vanwege de ANBI-status zijn donaties fiscaal aftrekbaar. ,,Heb je ideeën om te helpen? Wil je me iets bijbrengen dat de stichting kan helpen? Neem dan zeker contact met me op! De meest stoere stap die je kunt nemen, is een keer met me meegaan!”

Fotogalerij

Don Bosco College kijkt uit naar ontvangen meer scholieren

‘Verantwoordelijk voor leerling, maar ook voor docent’

Het Don Bosco College mag binnenkort weer meer leerlingen ontvangen. Onder de voorwaarde dat het aantal besmettingen niet verder stijgt. De beslissing van het kabinet zal een welkome zijn voor jongeren die lijden onder de coronabeperkingen. Zij mogen echter nog niet de hele week naar school. De school staat voor logistieke uitdagingen om het allemaal te organiseren. Daarbij denkt men niet alleen aan de veiligheid van leerlingen, maar ook van docenten. De schoolleiding deed de afgelopen tijd alles dat in haar mogelijkheden ligt om de gevolgen van de pandemie zoveel mogelijk te beperken. Daar zegt men in te slagen, mede door het succes van online onderwijs en extra begeleiding.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Het is rustig in de doorgaans drukke gangen van het Don Bosco College. Op de begane grond is alleen bedrijvigheid bij de administratie, keuken en mediatheek. In de kamer van de rector aan de Kathammerzeedijk-zijde, zitten afdelingsleiders Dick Kwakman en Chantal Rückert al klaar voor het gesprek. Zij leiden de bovenbouw van respectievelijk havo/vwo en vmbo. Schooldirecteur Kees Laan is ook bij het gesprek aanwezig.
Afgelopen week kwam in het nieuws dat het Ministerie van Onderwijs 8,5 miljard euro beschikbaar gaat stellen aan scholen. Daarvan gaat 6 miljard naar het basis- en voortgezet onderwijs. Ook het Don Bosco College kan hierdoor een aanzienlijk bedrag tegemoet zien. Volgens de rector is dit geld welbesteed.
Kees: ,,Dit is een bedrag dat je bovenop je normale budget kunt uitgeven. Het is de bedoeling dat je dit investeert in extra ondersteuning voor leerlingen. Dit betekent dat je hen extra lessen kunt geven op gebieden waar ze eventueel een achterstand hebben. Dat kost natuurlijk geld. Dit is het vakinhoudelijke aspect, er is zit ook een sociaal onderdeel aan vast. Sommige leerlingen krijgen namelijk klappen in hun ontwikkeling, omdat thuis zitten niet goed voor ze is.”

‘Sommige leerlingen krijgen
namelijk klappen in
hun ontwikkeling,
omdat thuis zitten
niet goed voor ze is’

,,Met extra budget kunnen wij hen sociaal-emotioneel beter begeleiden. Hiervoor kun je bijvoorbeeld mensen inhuren, maar het kan ook met onze eigen mensen. Aan het begin en eind van de dag kunnen we hier ruimte voor gaan inruimen in het rooster. Het is een fors bedrag dat we krijgen, maar je moet wel verantwoorden wat je er mee doet. Ik kan wel zeggen dat het extra geld goed besteed gaat worden door onze school. Het gaat gemiddeld om 1,3 miljoen per onderwijsinstelling. Hoeveel wij precies krijgen, is nog niet duidelijk. Dit kun je in tweeënhalf jaar besteden aan extra ondersteuning.”
Een slordige driehonderd leerlingen kwam al naar school voor fysiek onderwijs in de aanloop naar hun examens. Of om beroepsgericht onderwijs te volgen. Dit is ongeveer een kwart van het totale aantal scholieren van het Don Bosco. De Volendamse middelbare school kiest voor een combinatie van online en op locatie lesgeven.
Chantal: ,,Wij kiezen ervoor om examenleerlingen ’s ochtends toch online les te geven. Dit is nodig, omdat het een relatief grote groep is naast de leerlingen die praktijklessen volgen of gebruikmaken van de opvang die de meest kwetsbare van hen wordt geboden. Het past simpelweg niet om zoveel mensen op afstand te ontvangen. ’s Middags komen de scholieren naar school om met hun docenten te overleggen en voor extra ondersteuning. Presentaties voor profielwerkstukken vinden ook hier in het gebouw plaats.”
Kees: ,,Wij vinden het een meerwaarde om meer online les te geven. Als je namelijk kiest voor de ene helft van de klas in het lokaal en de andere helft thuis, dan zijn er alleen maar verliezers. Of je nu thuis zit of op school, je krijgt dan eigenlijk nooit de volledige aandacht.”
Dick: ,,Daarbij is het tempo en daarmee het rendement van deze lessen lager. Online gaat het dan toch een stuk sneller. In de middag kunnen de examenkandidaten vervolgens heel gericht met de docenten aan de slag om zich voor te bereiden op de tentamens en examens. Het systeem dat wij hier nu hanteren werkt heel goed.”

Mondkapjes
Het is voor de school een uitdaging om de anderhalve meter afstand tussen leerlingen te handhaven. Dit is een gezamenlijke taak van docenten en schoolmedewerkers. Soms is het voor hen noodzakelijk om corrigerend op te treden. ,,Het blijven natuurlijk pubers. We spreken ze er wel op aan en dat doen we met z’n allen.” Kees vult aan: ,,Het is gewoon een uitdaging. Wij willen graag die afstand bewaken. Maar als je daar niet continu achteraan loopt, dan gaan ze al snel bij elkaar zitten. En als ze de deur uitlopen, dan doen ze dat zowat gearmd. In de lokalen kun je het goed in de hand houden, op de gangen en buiten is dat lastiger. Hetzelfde geldt voor de mondkapjes.”
Voor leerlingen is het verplicht om mondkapjes te dragen op de gangen. Pas op hun plaats in het lokaal mogen deze af. De leidinggevenden merken dat de animo voor de maskers onder leerlingen niet groot is. Daarom dacht men na over manieren om hen hier op een positieve manier voor te stimuleren. Chantal: ,,Je kunt vervallen in constant straffen en discussies. Wij kozen ervoor om het anders te benaderen. In gesprekken wijzen we de scholieren op hun verantwoordelijkheid. En we namen een video op met alle docenten en leerlingen om ze op het belang van de mondkapjes te wijzen. Op die manier proberen we het leuk te houden voor ons allemaal. Niemand wordt er blij van als wij als politieagenten door de gangen lopen.”
Het aantal coronabesmettingen valt mee bij het Don Bosco College. Er is slechts af en toe een leerling die positief test op het virus. Dat wil niet zeggen dat de schoolleiders niks van de ziekte merken. ,,Wij zijn weer gestart met praktijklessen in leerjaar 3 en 4. Daarbij werken onze leerlingen in kleine groepen in een zorg en welzijn, technologie- of horecalokaal. De laatste weken kregen we daarbij wel te maken met enkele positieve testen. We handelen dan direct en gelukkig besmetten zij geen anderen. Daardoor merk je wel dat het virus er nog is. Dit soort situaties maakt wel dat je nog meer nadenkt over hoe we het straks gaan doen als we weer open mogen.”

‘Situaties als enkele
positieve testen maken
dat je nog meer nadenkt
over hoe we het straks
gaan doen als we
weer open mogen’

Chantal, Kees en Dick kijken er uiteraard naar uit om meer op locatie aan de slag te kunnen met de leerlingen. En toch zal het een dubbel gevoel opleveren als men meer scholieren mag ontvangen, terwijl het coronavirus nog rondwaart. Kees: ,,Er zit natuurlijk een belangrijk risico aan vast. Als school hebben wij ook de verantwoordelijkheid voor onze medewerkers. In de krant las ik laatst een ingezonden stuk van een docent. Die zei: ‘Ik mag ’s avonds na negenen niet meer naar buiten. Daarbij mag ik maar één gast thuis ontvangen. Maar ik moet wel naar school en zit daar dan met dertig leerlingen in een lokaal’. De gevolgen van een virusbesmetting zijn voor scholieren niet groot, maar zij kunnen wel anderen besmetten.”
,,Sommige docenten lopen een hoger risico. Daarbij kwam Volendam de laatste weken een paar keer negatief in het nieuws. Dat ging over ‘zitjes’ waarbij een stuk of zeven leerlingen samenkomen. Daarom zitten wij soms te dubben over hoe wij het allemaal moeten gaan vormgeven de komende tijd. Het moet zo veilig mogelijk zijn. Zowel voor de leerlingen als voor de docenten.”
Het is de leidinggevenden van de Volendamse middelbare school niet ontgaan dat veel jongeren te lijden hebben onder de coronamaatregelen. De afdelingsleider van havo/vwo bespreekt dit regelmatig met zijn leerlingen. Dick: ,,Ik voel met ze mee. Via Microsoft Teams deel ik artikelen over dit onderwerp met de leerlingen. Daar ontstaan dan weleens gesprekken over. De reacties lopen daarbij uiteen. Sommigen zitten met de ziel onder hun arm thuis. Anderen zeggen: ‘Meneer, dit is top!’. Die houden er meer van om het zelfstandig te doen en dat lukt ze ook nog als je naar hun resultaten kijkt.”
Chantal merkt dat sommige leerlingen tijdelijk uitvallen door moeilijkheden die het gevolg zijn van de heersende pandemie. In dit soort gevallen treedt de school direct handelend op. Chantal: ,,We zoeken dan meteen contact met de ouders en externe hulpverlening. We proberen dan gezamenlijk tot een plan te komen. Dat gaat allemaal iets moeizamer in deze tijd. Sommige ouders zijn nu eenmaal niet elke dag thuis om toezicht te houden op hun kinderen. In deze tijd waarin zij thuis onderwijs moeten volgen, kan dit tot problemen lijden. Het is wat dit betreft gewoon een heel lastige tijd voor iedereen.”

 

Het is duidelijk dat het Don Bosco College met uitdagingen te maken heeft in de huidige coronatijd. Ondanks de bovengenoemde moeilijkheden, blijven de schoolresultaten van leerlingen toch op peil. Dit is volgens Kees, Chantal en Dick mede het gevolg van de extra begeleiding die de school al aanbiedt in de vorm van bijvoorbeeld bijlessen. Daarbij kwam een aantal kwetsbare leerlingen al gewoon naar het gebouw om onderwijs te volgen.
Het afgelopen jaar was voor de Volendamse onderwijsinstelling niet louter kommer en kwel. Dick haalt als opgeleid docent Engels daarvoor een gevleugelde uitspraak van Winston Churchill aan: ‘Never waste a good crisis’. Het Don Bosco zal geleerde aspecten uit deze tijd gaan meenemen naar de toekomst, wil hij daarmee zeggen. Dick: ,,Ik kan eerlijk gezegd niet wachten om de lessen die we geleerd hebben straks te kunnen toepassen in de fysieke lessen. We gaan zeker dingen meenemen. Onze school is digitaal gezien helemaal in 2021 door corona. Op afstand communiceren is een voorbeeld van iets dat nu zoveel beter gaat dan vroeger. Wat dat betreft, denk ik dat we beter uit deze moeilijke periode gaan komen.”

 

Fotogalerij

Nieuwe rector Don Bosco College gaat grote uitdaging aan

Bezuinigen en vernieuwen

Een organisatie die weelde gewend was, door een bezuinigingsoperatie loodsen: Kees Laan (61) had voor een relaxtere job kunnen kiezen, maar zocht de uitdaging op. De broekriem van het Don Bosco College moet flink worden aangetrokken en door de dialoog aan te gaan, hoopt de Purmerender draagvlak te creëren. En parallel lopend aan dat proces de school een nieuwetijds gezicht te geven. ,,Die bezuinigingsslag geeft reuring. Als het stof volgend schooljaar is neergedaald, kunnen we verder bouwen. Aan bijvoorbeeld flexibeler onderwijs.” Dat is niet zijn enige stip aan de horizon. ,,Wat zou het mooi zijn als de Triade en het Don Bosco College samen breed en compleet onderwijs neerzetten voor onze gemeenschap, binnen een campus”, filosofeert hij hardop.
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

Nu het voortgezet onderwijs weer meer ‘mag’, wordt gekeken naar hoe. Het gesprek komt al gauw op de doelgroep: jeugd. Op de onbegrensde mogelijkheden die zij voelden – mede door sociale media – én daartegenover de begrenzingen vanwege de coronamaatregelen. En onderwerpen die beide kanten van het spectrum raken. De voor- en nadelen van sociale media, groepsdruk, uitspattingen.
Kees Laan volgt met interesse hoe het er hier aan toe gaat, sinds zijn entree. ,,Ik lees en hoor de verhalen, spreek mensen. En hoor ook dat het soms lastig is om anders te zijn tussen de Volendammers. Ik kom zelf uit West-Friesland en daar was het zeker in mijn tijd niet anders. Dan begon je op dertienjarige leeftijd aan je eerste biertje en ik hoor dat dat er hier nog steeds ‘bij hoort’. Mijn vrouw en ik deden dat met onze kinderen anders. De tijden zijn simpelweg veranderd en je weet wat het doet en wat er kán gebeuren. Toen was dat heel normaal, had je ook al groepsdruk en dat is hier nog steeds enorm.”
,,In het onderwijs wordt verlangd meer tijd te besteden aan Burgerschap, maar Burgerschapsvorming moet je samen doen. Dat kun je niet alleen bij scholen neerleggen, dat moet mét de jongeren en de ouders. Op school moet iemand vorm geven aan Burgerschap, maar daar heb je ook de buitenwereld voor nodig. Dan moet je organisaties binnenhalen die expertise hebben. Zoals bijvoorbeeld de Moedige Moeders, als het gaat om alcohol en drugs. Je moet er gevoel voor kweken. Hoe ga je bijvoorbeeld om met een hulpverlener? Waarom zou je iets gooien naar een ambulancemedewerker of politieagent, zoals recentelijk gebeurde. Dat moet je helder krijgen en dat is best moeilijk. Maar je moet het niet uit de weg gaan. Het is dus ook goed mensen in school te halen zoals een agent, een ambulancemedewerker of iemand die iets vertelt over smartphonegebruik.”

‘Mensen klimmen tegenwoordig
gemakkelijker in de pen,
door een email te sturen.
Dan krijg je soms best
heftige teksten binnen’

,,Het is altijd goed om de dialoog aan te gaan. Dat heb ik hier ook gemerkt tijdens mijn kennismaking met de gemeenschap. Mensen klimmen tegenwoordig gemakkelijker in de pen, door een email te sturen. Dan krijg je soms best heftige teksten binnen. Als je dan belt en het uitlegt, is er meestal begrip. En ik vraag dan of de mensen de inhoud van dat laatste gesprek ook met de gemeenschap delen. Niet alleen de negatieve kant.”
,,Toen we aankondigden dat we de pauzetijden hier op het DBC zouden verkorten, kregen we veel reacties. Ik had in een reactie op de ontstane commotie – dat kinderen dan in de pauze zouden moeten staan in de aula – iets gezegd als dat ‘kinderen de hele dag moeten zitten, dus even staan is goed voor ze’. Nou, dat vonden sommige mensen schandalig. Hoe ik dat durfde te zeggen. ‘Die directeur gaat zelf zeker ook staan’. Ik vind een beetje beweging inderdaad prettig. Ik nodigde een moeder uit, om hier te komen kijken. We liepen door de aula en toen zij zag hoe rustig het was en hoe goed het verliep, kreeg zij het schaamrood op de kaken. Ze zag dat er meer dan genoeg zitplekken waren. En dat er een kleine rij bij de balie stond. Maar het was relaxt. Ze begreep zelf ook niet waar de klachten vandaan kwamen. Misschien was dat naar aanleiding van de eerste dag, toen het nog even wennen was voor de leerlingen.”
,,Dat persoonlijke contact is dus belangrijk. In Krommenie ben ik vijf jaar rector geweest, wat ik daar in die tijd kreeg aan mails, heb ik hier in twee maanden tijd gehad. Dat komt ook door de speciale coronatijd en die verandering van de pauzetijd. We kregen ook vragen of we wel genoeg controleren op het handen wassen van de leerlingen. En een andere ouder zei juist ‘hoe durf je tegen mijn kind te zeggen dat hij of zij een mondkapje op moet’. Het varieert dus.”

Brede schoolgemeenschap
Kees Laan, die zelf voor de (Natuurkunde-)klas stond in Purmerend en daarna een managementbaan accepteerde in Amsterdam en Krommenie, is blij met zijn keuze om in Volendam neer te strijken. ,,Afgelopen zomer ben ik 61 geworden. Ik vind dat wanneer je als leidinggevende vijf tot zeven jaar een functie bekleedt, dat lang genoeg is. Dan ga je tegen dingen aanlopen, waarvan het misschien beter is dat mensen met nieuwe ideeën dat gaan aanpakken. De leeftijd zei ook dat als ik nog een stap wilde maken, het daar nu de juiste tijd voor was.”
,,Ik had nog nooit voor een type ‘brede schoolgemeenschap’ gewerkt. Op het moment dat ik in de jaren zeventig voor onderwijs koos, bestond de middenschool nog. Dat lijkt een beetje op het DBC: een brede schoolgemeenschap van alle niveaus, waarop je zolang mogelijk bij elkaar blijft en dan de definitieve keuze maakt tussen VMBO, HAVO en VWO. Of alle kinderen bij elkaar in de klas moeten blijven zitten, dat moet je afwegen. Als ze op een bepaald moment uit elkaar gaan, is dat prima. Maar dat ze elkaar blijven tegenkomen in zo’n gemeenschap, is belangrijk. Ik ben vóór zo’n brede scholgemeenschap, dus dit was een unieke kans. Én er ligt hier een fikse uitdaging. Ik heb een stevige opdracht mee gekregen.”
In zijn omgeving lokte zijn besluit naar Volendam te gaan uiteenlopende reacties uit. ,,Best veel mensen zeiden ‘weet je wel waar je aan begint?’ Ik weet heus wat hier speelt, maar ik heb zeker een positief beeld van Volendam. Als het gaat om arbeidsethiek, als ik een stucadoor nodig heb, dan bel ik een Volendammer. En ik vind het altijd prettig mensen, dus ik zag het wel zitten. Daarom vind ik het ook een prachtige baan.”
Inclusief de uitdaging waar hij voor staat. ,,We zitten in financieel zwaar weer. Schoolbestuur SKOV beschikt over voldoende financiële middelen, maar je moet qua vermogen een scheiding aanbrengen tussen primair en voortgezet onderwijs. Bij het Don Bosco College was ‘the sky the limit’, alles kon. Dat kon ook, omdat er vermogen was en het rendement daarop hoog was. Die tijd hebben we gehad, dat geldt voor ons allemaal.”

‘Het DBC heeft
zo’n ruime jas
aangetrokken,
dat we het met
25% minder mensen
moeten gaan doen’

,,Naast het gegeven dat het aantal leerlingen dat zich aanmeldt krimpt, is er een te ruime jas aangetrokken. Op allerlei gebied. Als je tien procent minder leerlingen hebt, krijg je tien procent minder geld binnen en zou je met tien procent minder mensen toe moeten kunnen,. Maar het jasje is zo ruim geweest, dat we het met 25% minder mensen moeten gaan doen.”
,,We moeten de lessentabel onder de loep nemen en zijn bezig met het taakbeleid. Binnen dat taakbeleid wordt bepaald hoe de CAO-vastgestelde uren worden verdeeld. Een bepaald percentage daarvan wordt bijvoorbeeld besteed aan lestaken, voorbereiding, het nawerk en ook aan deskundigheidsbevordering. We willen wat dat betreft naar het landelijke gemiddelde toe, dat is anders dan wat men hier gewend is geweest. Dat geeft minder tijd voor voorbereiding en nawerk”.
,,Er zijn twee terreinen waar we kunnen snijden en dat doet ontzettend veel pijn. Docenten geven aan dat ze al veel werkdruk hebben en nu moeten ze hetzelfde of meer gaan doen, met minder tijd.”
,,Tegelijkertijd wil je meebewegen met vernieuwend onderwijs. Minder klassikaal lesgeven is bijvoorbeeld ook een uitdaging. Mensen roepen hier ‘we zijn een traditionele school’. Dat is ook zo en daar kun je heel veel mee bereiken. Ik ben er wel heilig van overtuigd, dat als je bijvoorbeeld drie uur Nederlands in je lessentabel hebt staan, dan denk ik dat enkele leerlingen zo goed gaan, dat zij die drie uur niet nodig hebben. We hebben allemaal verschillende niveaus en dat proberen we te differentiëren in de klas, met extra opdrachten voor sommige leerlingen. Dat is intensief werk voor de docent, terwijl ik denk dat je beter het onderwijs kunt richten op de gemiddelde groep. Dat betekent dat je minder met groepslessen kunt werken en dat je leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, op een ander moment in een wat homogenere groep weer bij elkaar krijgt, zodat je hen kan helpen En de groep die dat niet nodig heeft, kan wat betreft het vak Nederlands bijvoorbeeld eens gaan kijken bij een journalist, of zelf iets schrijven.”

Flexsysteem
,,Dat maakt het voor iedereen interessanter. Voor de docent is het prettig als hij of zij een homogene groep bij zich krijgt en voor de leerling die extra uitdaging behoeft, is het ook prettig. Misschien is die leerling heel goed in wiskunde, dan zou hij daar extra tijd aan kunnen besteden.”
,,In Krommenie hadden we een flexsysteem uitgewerkt en dat is nu ingevoerd. Alle lessen duren tien minuten korter en die overgebleven tijd krijg je als sectie en docent weer terug en kun je aan het eind van de dag anders inzetten. Dan kunnen jongeren in dat middaguur uit allerlei activiteiten kiezen: journalistiek, yoga, andere vakgebieden of extra lessen wiskunde volgen.”
,,Ik krijg van veel mensen terug dat het DBC heel erg naar binnen gekeerd is geweest. Daarom ben ik bezig met het opzetten van een veldadviesraad: mensen van buiten die mee willen denken. Conrector Henk Rollingswier en ik zijn laatst bijvoorbeeld aangeschoven bij het Toeristisch Platform. Zij hebben bijvoorbeeld behoefte aan stagiaires uit onze school. In mijn ideale school gaan leerlingen op bepaalde middagen op projectbasis stagelopen bij een restaurant. Dan leren kinderen die middag veel meer dan hier in de klas door te brengen. Maar om dat te realiseren, is een proces van de lange adem.”
,,Waarbij ik tevens besef dat de docent het moeilijk vindt om zijn of haar leerling los te laten. Zeker als kinderen minder uur les zouden krijgen. Dat komt voort uit hun zorg van de leerlingen Halen ze dan nog wel dat goede resultaat? Ik denk: laat ze los en geef ze verantwoordelijkheid.”
,,We moeten bezuinigen, maar we willen ook een slag slaan in de flexibilisering. Net zoals in Krommenie werken met een zogeheten flexband. Dat kan in het eerste en laatste uur zijn. Voor dat uur kun je bijvoorbeeld een huiswerkklas inrichten, of zorgen dat er docenten beschikbaar zijn om extra begeleiding te geven. Zo kun je maatwerk bieden voor de kinderen die dat nodig hebben.”

‘Ik zou het mooi
vinden als je hier
een campus krijgt,
met de Triade en het
Don Bosco College samen’

,,Kinderen van de VMBO-onderbouw moeten niet de hele tijd in de klas zitten, die kun je op twee dagen keuzemodules bieden. Dat kan sport zijn of cultuur. Zodat ze leuke dingen gaan doen die leerzaam zijn. Zo dwing je leerlingen minder om alle lessen te volgen, maar het eigenaarschap juist te stimuleren. Dat kinderen uit zichzelf denken: ik ben niet goed in wiskunde, dus ik ga zorgen dat ik bij die les van extra ondersteuning zit. Daarvoor moet je ze wel de gelegenheid bieden. Op dit moment zijn er genoeg leerlingen die na schooltijd met een groepje leerlingen dingen doornemen, maar dat willen we meer structureren. Dat is het eerste stapje naar flexibeler onderwijs.”
,,Het DBC is naar mijn mening niet goed geweest in het zichzelf te promoten en het is belangrijk regelmatig na te denken over hoe we onszelf willen profileren? Wat kun en ga je als kind doen als je op het DBC komt? Op het VMBO is heel sterk gekozen voor diensten, producten, zorg, welzijn, horeca sport & bewegen, technologie. Niet de ‘harde’ techniek, dat zit heel duidelijk bij de Triade.”
,,Op de HAVO gaat het om de technologische kant en de economische kant. Bij het VWO zitten we strak op het voorbereiden op het academisch onderwijs. Daar moet de leerling bezig zijn om allerlei onderzoeksvaardigheden onder de knie te krijgen, zodat je, als je op de Universiteit komt, weet wat onderzoek doen is. Dat gaat vorm krijgen met de lessentabel, die is bedoeld om meer duidelijk te maken aan de omgeving dat als je hier komt, welke dingen je kunt gaan doen.”
,,Ik zou het mooi vinden als je hier in Edam-Volendam in de toekomst een campus krijgt. Dat de Triade en het Don Bosco College samen breed en compleet onderwijs neerzetten voor onze gemeenschap. Nu is er sprake van concurrentie. Het is goed om samen op te trekken. De scholen zijn er immers voor de leerlingen. Wij zouden hier geen leerlingen moeten hebben die qua interesse en aanleg eigenlijk op de Triade horen. En andersom.”

Componenten
,,Ik hoop dat gemeente zegt ‘wij stellen geld beschikbaar voor nieuwbouw, gaan jullie met elkaar in gesprek’. Dat hoeft niet een gigantisch groot gebouw te worden, maar één met een paar componenten. Dan hebben we – op Gymnasium na – alles wat er in Nederland te bieden is. Dat zou voor de gemeenschap fantastisch zijn. Dan doe je voor de leerling het beste.”
,,Ik zou bijvoorbeeld graag willen dat onze HAVO-leerlingen iets meer met de harde techniek zouden doen. In dat ideaalbeeld zou dat binnen de campus kunnen. Dan kan een leerling na enkele jaren nóg beter de richting kiezen die bij hem of haar past.”
Nadenken over en werken in het onderwijs blijft hem boeien. ,,In de tijd dat ik zelf Natuurkundeles gaf, vroeg ik de klas wel eens wie er over dacht om in het onderwijs te gaan. ‘Nou, nee hoor’, was vaak het antwoord. Ze moesten er niet aan denken. ‘Kijk naar mij, zei ik dan. ‘Ik zit hier heerlijk samen met jullie, ik leg wat uit, we praten er over, jullie worden wat wijzer en we hebben het toch ook gezellig?’ Dan moet je wel wat langer docent zijn, om dat te bereiken met een klas, dat je wederzijds weet hoe met elkaar om te gaan. Samen lol maken, is fantastisch. Maar als je geen orde kunt houden, is het een hel. Dan is lesgeven én les krijgen niet leuk.”
Het feit dat hij zelf voor de klas heeft gestaan moet hem in zijn huidige functie en binnen de huidige operatie helpen. Qua inlevingsvermogen richting collega’s en andersom. ,,We moeten bezuinigen, maar men wil zo weinig mogelijk veranderen, dus dat is een vervelende combinatie. Ik probeer uit te stralen dat ik ervaring heb met ‘hoe een school financieel gezond te laten leven’ We zijn samen op de goede weg.”

 

Fotogalerij

Klanten en medewerkers reageren op het einde van Deen supermarkten

‘We gaan DEEN ontzettend missen’

Het nieuws kwam voor veel mensen totaal onverwacht: Deen Supermarkten stopt ermee. Omdat het Noord-Hollandse familiebedrijf geen mogelijkheid ziet om in de toekomst nog te concurreren met grotere supermarktketens, verkoopt Deen nog dit jaar al haar winkels aan Albert Heijn, Vomar en DekaMarkt. Om toonaangevend te blijven in de snel veranderende en competitieve markt zijn de komende jaren namelijk forse inspanningen nodig. Deen zou met het oog op de toekomst flink moeten investeren in de mechanisatie van de logistiek en e-commerce. De omvang van de nodige investeringen heeft de familie doen besluiten om het bedrijf te verkopen. De reacties van klanten en medewerkers in Volendam variëren van droevig tot overwegend positief.
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Deen, Burg. van Baarstraat
(wordt Vomar)

,,Ik moest het nieuws eerst nog wel even een tijdje laten bezinken”, zegt Stefan Lodewijks, assistent bedrijfsleider van het Deen filiaal in de Burgemeester van Baarstraat. ,,Het is natuurlijk een ontzettend droevig bericht.” Stefan werkt al 5,5 jaar voor Deen, waarvan het laatste anderhalf jaar in dit filiaal. ,,Voor mij voelt Deen echt als familie, en ik heb mijn werk hier altijd met erg veel plezier gedaan. Ik vind het dan ook erg jammer dat Deen niet verder gaat, maar begrijp de achterliggende redenen.”
Toen duidelijk werd dat het personeel in deze winkel wordt overgenomen door de Vomar was dat voor Stefan een grote opluchting. ,,Het zal een nieuwe uitdaging worden voor ons team, maar ik ben ervan overtuigd dat we de overstap naar Vomar tot een succes kunnen maken. We zijn namelijk een ontzettend hecht team, en met name na het afgelopen bijzondere jaar weten we wat we samen kunnen bereiken.”

Centraal
Stefan benadrukt dat er in ieder geval een ding hetzelfde zal blijven in de nieuwe Vomar: ,,De klant zal voor ons centraal blijven staan. Die klantvriendelijkheid is een belangrijke kernwaarde van Deen, en die zullen we gewoon met ons meenemen in de nieuwe formule. Zo zorgen we er voor dat onze vaste klanten nog altijd met plezier naar onze winkel kunnen komen voor hun dagelijkse boodschappen.”
Voor de 77-jarige mevrouw Molenaar hakte het nieuws dat Deen stopt er flink in. ,,Ik vind het echt heel erg, zegt ze terwijl ze haar eerste boodschappen in haar kar legt. ,,Ik ben al een jaar of veertig vaste klant en ik vind Deen een erge fijne winkel. Je vindt hier nog van die vertrouwde ouderwetse merken. Ik vind het jammer als ik die straks moet missen. Verder weet ik hier nu alles goed te vinden. In de nieuwe winkel zal het wel weer even flink zoeken worden.” Ze zucht: ,,Maar ja, als je honger hebt, ga je straks toch wel gewoon weer naar die nieuwe winkel.”
Bij de afdeling groente en fruit staan meneer en mevrouw Eijlander. Ook zij geven aan het ontzettend jammer te vinden dat Deen verdwijnt. ,,Er zijn een hoop specifieke Deen-artikelen die ik ontzettend ga missen”, vertelt de 70-jarige mevrouw Eijlander. ,,En dan vooral de bloemen. Ik neem hier iedere week bij het boodschappen doen altijd een bos bloemen mee. Ik ben namelijk niet zo van een ‘rokertje’, maar meer van een ruikertje. Bij de Vomar is het aanbod planten en bloemen zeer beperkt, dus dat ga ik wel erg missen.” Meneer Eijlander knikt. ,,Maar we wonen hier vlakbij, dus we zullen het gewoon met de Vomar moeten doen straks.”

Deen De Stient
(wordt Albert Heijn)

Bij kassamedewerkster Thea Kuil kwam het nieuws dat Deen stopte als een bom binnen. ,,Ik werk al zo’n dertig jaar in dit filiaal in de Stient, dus het was eerlijk gezegd wel even heftig toen ik het hoorde. En dat geldt ook voor veel van mijn collega’s. De meeste vrouwen die hier werken zijn ook al op hun zestiende begonnen. We zijn samen echt met Deen meegegroeid, eerst nog onder Koos Deen, later onder Fons Deen en nu onder leiding van Annemieke.”

‘Deen voelde echt
als een hecht
familiebedrijf en zorgde
altijd goed voor het personeel’

Voor Thea heeft Deen vanaf het begin als een hecht familiebedrijf gevoeld. ,,Er is altijd erg goed voor het personeel gezorgd. Dat mag best even gezegd worden, want dat deden ze helemaal top. Bij Deen waren wij bijvoorbeeld ook bij de eerste supermarktmedewerkers die een coronabonus kregen. Na zo’n heftig jaar was dat natuurlijk erg fijn. We moeten nog maar afwachten of ze bij Albert Heijn ook zo goed voor hun personeel zorgen, maar ik heb daar wel positieve verhalen over gehoord.”
,,We zijn erg blij dat we niet op straat komen te staan”, vervolgt Thea. ,,Het is namelijk de bedoeling dat Albert Heijn al het personeel in ons filiaal overneemt, dus we kunnen positief vooruit blijven kijken. Al blijft het natuurlijk wel spannend, zo’n nieuwe werkgever. We zullen onszelf opnieuw moeten bewijzen, en het zal nog wel even wennen worden aan het nieuwe concept, al zal het werk voor ons in de basis hetzelfde blijven.”
Volgens Thea lopen de reacties van de klanten erg uiteen. ,,Van alle mensen die ik hier aan mijn kassa spreek, reageert grofweg de helft erg geschrokken. Veel van hen vrezen namelijk dat de boodschappen bij de Albert Heijn duurder zullen zijn. Ik denk zelf eigenlijk dat dit wel meevalt, want Albert Heijn heeft namelijk ook gewoon koekjes van # 1,-. Ze hebben echter een groter assortiment, dus er liggen dan ook zes andere soorten koekjes naast die duurder zijn. Maar uiteindelijk ligt het er aan welke producten je kiest.”
Zeer geliefd
Thea merkt dat er ook veel mensen juist erg enthousiast zijn over de komst van Albert Heijn. ,,En dan vooral vanwege het bredere assortiment, want in de schappen van Albert Heijn vind je toch vaak net even meer speciale producten.”
,,Qua assortiment kan Albert Heijn echter niet tippen aan onze planten en bloemen afdeling”, vervolgt Thea. ,,Op dat gebied is het aanbod van Deen bijzonder ruim en bovendien zeer geliefd onder de klanten. We hopen dan ook dat deze afdeling in haar huidige vorm blijft bestaan.” Thea vermoedt dat Albert Heijn zal overwegen om de planten en bloemenafdeling over te nemen, met name omdat de omzet daar ook erg groot is. ,,Maar zeker weten doen we dat nog niet”, zegt ze.
De 38-jarige Melanie Lautenschutz is een van de klanten die uitkijkt naar de komst van Albert Heijn. ,,In eerste instantie schrok ik wel even toen ik het nieuws hoorde dat Deen verdwijnt, maar ik ben eigenlijk ook wel blij met de komst van Albert Heijn. Vooral omdat zij aanzienlijk meer vegetarische producten in hun assortiment hebben. Wij zijn thuis namelijk ‘flexitariërs’ en wisselen vlees en vis graag af met vleesvervangers. De laatste tijd bak ik ook geregeld wat lekkers, dus ik ben ook benieuwd naar de soorten meel die Albert Heijn allemaal verkoopt.”

‘We gaan de
knoflooksaus van
Deen zeker missen’

Melanie is wel bang dat het straks allemaal wat duurder wordt dan bij Deen en tevens geeft ze aan dat ze één specifiek Deen-product wel ontzettend zal missen. ,,De knoflooksaus van Deen is bij ons thuis een grote hit. Vooral mijn man is gek op die knoflooksaus. We raken straks aan de knoflooksaus van Albert Heijn. Het is niet anders.”
Melanie vind het erg positief dat al het personeel wordt overgenomen: ,,Er werken hier namelijk ontzettend leuke mensen, en de meeste medewerkers werken hier al jaren, dus het zijn bekende gezichten. Ze zijn stuk voor stuk erg klantvriendelijk ik vind het daarom altijd wel ff gezellig om mijn boodschappen hier te doen. Ik ben ervan overtuigd dat dat straks ook zo zal blijven.”

Deen Edam
(wordt Albert Heijn)

Peter Rosner, de bedrijfsleider van het Deen filiaal in Edam, zag het einde van Deen niet aankomen. ,,Het nieuws kwam bij mij binnen als een donderslag bij heldere hemel”, zegt Peter. ,,Ik moet het eigenlijk nog steeds een plekje te geven. Ik werk namelijk al meer dan tweeëndertig jaar met heel veel plezier voor dit bedrijf. Dat daar nu een einde aan komt, vind ik persoonlijk erg jammer.”
Hoewel Peter ervan uitgaat dat de overgang naar zijn nieuwe werkgever Albert Heijn goed geregeld wordt, speelt er natuurlijk een hoop onzekerheid bij zowel hem als zijn team. ,,Je vraagt jezelf natuurlijk toch af hoe de toekomst eruit gaat zien”, zegt Peter. ,,Als leidinggevende vond ik de korte lijnen hier bijvoorbeeld erg prettig. Deen is in de afgelopen jaren enorm gegroeid, maar de sfeer in het bedrijf is nog altijd erg familiair en gemoedelijk. Het contacten tussen de directie en de filiaalleiders is erg goed en ik kan de mensen van het hoofdkantoor nog altijd erg makkelijk benaderen. Of dat zo ook zo zal zijn bij Albert Heijn is natuurlijk nog maar de vraag.”
Christa van Meer haalt haar boodschappen al jaren bij de Deen in Edam en vind het erg jammer dat haar vertrouwde supermarkt straks verdwijnt. ,,Ik snap niet dat ze stoppen, want ik vind het een erg goede winkel. Mijn ouders wonen in Rotterdam en doen hier elke week steevast hun boodschappen als ze op bezoek komen. Bij Deen heb je namelijk een flink aantal producten die je nergens anders kan vinden. Zo ben ik zelf bijvoorbeeld gek op de scharrelkipfilet en hier hebben ze een zeer ruim assortiment scharrelvlees. De Albert Heijn staat natuurlijk niet zo goed bekend om de kip die ze verkopen.”
Christa kiest graag voor biologische producten, en geeft aan ze deze bij Deen nog voor een zeer goede prijs kan vinden. ,,Die prijs/kwaliteit verhouding heb je bij de Albert Heijn niet, daar kost de scharrelkipfilet al snel het dubbele”, zegt Christa. ,,In mijn omgeving hoor ik ook van veel mensen dat zij er niet blij mee zijn dat hier straks een Albert Heijn komt, met name om die reden dat het allemaal mogelijk flink duurder zal worden. Ik denk zelfs dat veel mensen voor hun boodschappen straks zullen uitwijken naar de Vomar of zelfs de Lidl in Purmerend.”

‘Met de Deen-
sponsoractie haalde
onze vereniging altijd
een mooi bedrag op’

Als enthousiast lid van judovereniging Budocentrum Fun & Fit geeft Christa aan dat ze ook de jaarlijkse sponsoractie van Deen ontzettend zal missen. ,,Wij doen elk jaar mee met de Deen sponsoractie en zijn daar altijd super blij mee. Tot nu toe hebben we elk jaar een mooi bedrag opgehaald en voor een vereniging als ons komt dat geld ontzettend goed van pas. Voor alle sportverenigingen in de omgeving zal het verdwijnen van Deen denk ik ook als een flinke klap komen.” Met het einde van Deen Supermarkten verdwijnen binnenkort ook alle producten die onder het huismerk van Deen verkocht werden. Geen van deze producten heeft de gemoederen afgelopen week echter zo druk beziggehouden als de Deen knoflooksaus.
In de reacties die kort na de bekendmaking van het nieuws op social media verschenen werd de knoflooksaus meerdere malen bij naam genoemd. Niet veel later werd er zelfs een heuse petitie opgezet voor het behoud van de saus, die inmiddels al ruim tweeduizend keer ondertekend is.
,,De saus ligt veel mensen duidelijk dicht bij het hart”, zegt Quinten Warner, de 25-jarige Purmerender die de petitie opzette. ,,Ik sta zelf bekend als een groot shoarma liefhebber en bij mij staan dan ook standaard zo’n drie a vier flessen Deen knoflooksaus in de ijskast. Ik denk dat er hier wel ongeveer een halve fles per avond doorheen gaat, dus toen ik het nieuws hoorde dat Deen zou verdwijnen, schoten mijn gedachten eigenlijk gelijk naar de knoflooksaus. Ik dacht shit, dan zit ik straks dus zonder!”
Een andere knoflooksaus gaat er bij Quinten namelijk niet in: ,,De Deen knoflooksaus is een echte smaakexplosie. Hij is minder zuur en heeft een betere structuur dan al die andere knoflooksauzen.”
Voor Quinten begon de petitie in eerste instantie als grap, maar toen hij het aantal handtekeningen in rap tempo zag groeien besefte hij dat de knoflooksaus voor meer mensen een belangrijke plek in hun ijskast innam. Quinten: ,,Dat was het moment dat ik besloot de klantenservice van Deen te bellen. Ik heb de petitie inmiddels ook doorgestuurd naar Albert Heijn. Wie weet kan er een manier gevonden worden om de knoflooksaus te behouden.”
Om zichzelf toch op het ergste voor te bereiden, wil Quinten de knoflooksauzen van andere supermarkten binnenkort blind testen met een vriend van hem. ,,We hebben gehoord dat de knoflooksauzen van de Dekamarkt, Dirk van den Broek en Poiesz (een supermarktketen uit Friesland) erg op die van Deen lijken.” Quinten hoopt zo een degelijke vervanger voor zijn geliefde saus te vinden, al heeft hij er een hard hoofd in: ,,Je hoort nooit iemand over de knoflooksaus van Dirk. Als die echt net zo lekker is als die van Deen had ik dat waarschijnlijk al wel geweten.”

Fotogalerij

‘Sta ik daar straks tussen de grote vrouwen’

Ze kreeg met het winnen van het NK de bevestiging van haar goede ontwikkeling en mag daardoor volgende week woensdag afreizen naar het Poolse Torun, waar Jessica Schilder voor het eerst aan het EK Senioren mee mag doen. ,,Dat is super, maar tegelijkertijd ook een beetje eng”, zegt ze. ,,Sta ik daar straks tussen de grote vrouwen, zoals de Duitse Christina Schwanitz.”
Door Ringen om Volendam

 

[ads id=66]

Jessica nam al wel deel aan het WK voor junioren, in datzelfde Polen. ,,Maar dat is toch anders. Hier zijn vrouwen van achterin de twintig en boven de dertig jaar, die, zoals Christina, verder dan 20 meter stoten (20,77 meter, red.). Daar kijk ik echt wel tegenop. Maar zij is heel aardig. Als je haar gezicht ziet, moet je al lachen.”

Of zij afgelopen zaterdag extra spanning voelde? ,,Er was meer verwachting dan voorheen, aangezien ik mijn nationale titel verdedigde. We spraken voorafgaand de bondscoach en die zei tussen neus en lippen door dat de nummer één al bekend was en de strijd om plek twee meer spannend zou worden. Hij doelde op mij, daar keek ik wel enigszins van op. Ik hoopte uiteraard ook eerste te worden en zou teleurgesteld zijn als het niet zou gebeuren. Maar als het begint, heeft iedereen kansen en moet je gewoon je uiterste best doen.”

Ze was gefixeerd om boven de achttien meter te stoten. ,,Sowieso omdat dat punten voor de mondiale ranglijst oplevert, maar 18.20 meter was de officiële limiet voor het EK Senioren. De AtletiekUnie had aangegeven dat ze mij hoe dan ook zouden inschrijven met de 18.14 meter die ik als pr had staan, want ik sta tenslotte zevende op de Europese ranglijst. Maar dan wil je het ook zo graag laten zien dat je die limiet in een wedstrijd kan stoten.”

,,Ik mocht telkens als laatste stoten en toen ik zag dat de anderen onder mij bleven, gaf dat rust. Bij de vierde stoot was het raak. Nee, zoiets voel je nog niet als de kogel van je hand vertrekt. Dat is door mijn draaitechniek moeilijk in te schatten, Je weet niet of-ie wel of niet in de bak komt, maar ook daarna weet je nooit wat de kogel qua afstand gaat doen.”
,,Ik zag wel dat-ie ruim voorbij de 17 meter ging en wilde er naar toe lopen, maar dat mag niet. Toen er 18.19 meter op het scorebord verscheen, was ik wel een beetje gefrustreerd. Die ene centimeter…”

,,Maar ik had wel mijn Nederlandse titel veilig gesteld.” Dat kon zij aanvankelijk niet met haar familie vieren, want alleen haar coach mocht vanwege de maatregelen het Omnisport binnen. ,,Maar mijn vader stond buiten, bij de hal in Apeldoorn. Hij was er wel, maar op een afstandje. Dus die gezamenlijke blijdschap was er toen ik daarna buiten kwam.”
,,Die limiet van 18.20 meter is trouwens nog nooit zo hoog geweest voor het EK-indoor. Een jaar geleden dachten we nog: wow, dat is ver. Dan ga je anders trainen en het is alleen maar positief geweest.” Het heeft haar letterlijk en figuurlijk verder gebracht.”

,,Ik ben volgende week de jongste deelnemer in Polen. Het is niet erg als er wat mis gaat en ik wil gewoon de finale de halen, dus bij de beste acht komen.” Woensdag vertrekt zij en donderdag stoot zij in de kwalificatie.

Fotogalerij

Raamdecoratie tips voor in de keuken

Buiten de deur eten is een stuk lastiger geworden dankzij de maatregelen rondom het Coronavirus. Dit betekent dat je waarschijnlijk een stuk vaker gebruik maakt van de keuken. Dit kan ook betekenen dat je gemerkt hebt dat de raambekleding van je keuken wel wat nieuws kan gebruiken. Bij het kiezen van raamdecoratie in de keuken moet je wel met een aantal dingen rekening houden. Bijvoorbeeld waar het keukenraam is geplaatst, wanneer dit dicht bij het fornuis of de gootsteen is moet je rekening houden met vet- en vochtspetters. Daarnaast moet je natuurlijk ook rekening houden met de functionaliteit en interieurstijl. In dit blog geven we een aantal tips die helpen bij het maken van de beste keuze in raamdecoratie voor de keuken.

Plisségordijnen, perfect voor privacy en lichtinval

Een optie voor ieder raam, maar ook die van de keuken zijn plisségordijnen. Plisségordijnen zijn verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen zoals enkele of dubbele plissé. Dubbele plissé is een goede optie wanneer je gaat voor een strakke en schone uitstraling. Omdat de touwtjes bij deze variant niet zichtbaar zijn oogt het een stuk strakker. Daarnaast kan je met een top down – bottom up systeem het gordijn zowel van boven als onder openen. Hierdoor kan je de perfecte mate van privacy en lichtinval bepalen. Het schoonmaken van plisségordijnen is wel lastig, dit omdat ze gemaakt zijn van stof en dus minder geschikt zijn in de buurt van water- en vetbronnen.

Shutters, makkelijk in onderhoud en mooie uitstraling

Shutters zijn houten binnen luiken die beschikken over verstelbare, horizontale lamellen. De lamellen zijn naar wens te kantelen waardoor je zelf de mate van lichtinval en privacy kan bepalen. Dankzij het feit dat je shutters op maat kan laten maken zijn ze geschikt voor ieder soort raam en zijn het sfeermakers voor ieder interieur. Shutters zijn in vele uitvoeringen te verkrijgen, je kan kiezen voor kleur en materiaal en zelfs voor de breedte van de lamellen. In de keuken is het handig om voor kunststoffen of aluminium shutters te kiezen. Deze zijn vocht- en vetbestendig en super makkelijk in onderhoud en om schoon te maken.

Vouwgordijnen voor een warme sfeer

De meeste typen raamdecoratie voor in de keuken zijn gebaseerd op een strakke en schone sfeer. Wanneer je juist voor een meer landelijke uitstraling en warme sfeer gaat zijn vouwgordijnen ene goede optie. Ze zijn in veel vormen uitvoerbaar waardoor er voor ieder interieur wel iets passends te vinden is. Vouwgordijnen zijn wel gemaakt van stof waardoor de kans op vlekken er wel is. Gelukkig kan je vouwgordijnen makkelijk uitwassen en voor hardnekkige vlekken kunnen ze naar de stomerij worden gebracht.

De keus is aan jou

Dit waren onze tips op het gebied van raamdecoratie voor in de keuken. We hopen dat het je kan helpen met het maken van de juiste keuze!

Fotogalerij

Dit zijn de drie beste compound oefeningen

Compound oefeningen zijn specifieke oefeningen waarbij er beweging zal plaatsvinden in meerdere gewrichten. Dit zorgt er meestal voor dat er hierdoor meerdere spieren op hetzelfde moment getraind worden. Ook kan er daarom gebruikt worden gemaakt van zwaardere gewichten dan bij de isolatie oefeningen, waarbij de beweging plaatsvindt in één gewricht. Compound oefeningen zijn dan ook een efficiëntere wijze om te trainen, wat het geval is aangezien je hiermee meerdere spieren tegelijk kunt trainen met relatief zware gewichten. De onderstaande compound oefeningen kun je dan ook zeker gebruik maken om gespierder en sterker te worden.
Partner content

Squat
Bij de squat zul je een Olympische halterstang nodig hebben. Hier kun je ook 50mm halterschijven bij gebruiken. Je houdt de stand vast op je rug en met dit gewicht zak je omlaag totdat je in een hurkzit terecht bent gekomen. Vervolgens sta je weer op. Tijdens de volledige beweging moet je ervoor zorgen dat je rug recht blijft. De squat is een zeer goede compound oefening omdat je met deze beweging veel spieren op hetzelfde moment traint. Sterker nog, je train zo goed als het hele lichaam. In drie gewrichten vindt tijdens de squat beweging plaats: in de enkels, de knie en het heupgewricht. De bilspieren en hamstrings moeten immers kracht zetten om de heupt vanuit de onderste positie te strekken. De strekking van het kniegewricht wordt juist gedaan door de quadriceps. Er wordt weinig kracht gebruikt voor de beweging in de enkel.

Deadlift
Ook bij de deadlift moet je een halterstang met gewichten gebruiken. Dit keer til je het van de vloer tot je met je knieën en heupen gestrekt staat. Bij deze beweging moet je je rug opnieuw zo recht mogelijk houden. De deadlift is een compound oefening aangezien er beweging plaatsvindt in zowel je knieën als je heupen. De strekking in het kniegewricht zal gedaan worden door de quadriceps, wat natuurlijk de beenspieren aan de voorzijde van het been zijn. De hamstrings en bilspieren zorgen juist voor het strekken van je heupgewricht. De spieren die voor de beweging zorgen worden natuurlijk zwaar belast, maar dit geldt ook voor andere spieren. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de erector spinae, deze spieren wordt namelijk zwaar belast om je rug recht te houden.

Bankdrukken
Je zult bij het bankdrukken met je rug op een fitnessbank liggen. Je zult eerst een halterstang met gewicht boven je borst houden met gestrekte armen. Dit is de beginpositie. Tijdens de oefening laat je de stang zakken tot het je borst aanraakt. Vervolgens druk je het weer omhoog tot je armen opnieuw volledig gestrekt zijn, net zoals bij de beginpositie dus. Het bankdrukken wordt gezien als een compound oefening aangezien er in twee gewrichten beweging zal plaatsvinden: de elleboog en de schouder. De beweging in de ellebogen zal verzorgd worden door de triceps, terwijl je schouders en borstspieren zorgen voor het bewegen van je schoudergewrichten. Het bankdrukken is dan ook een goede compound oefening als je graag je bovenlichaam goed wilt trainen.

Fotogalerij

Het verschil tussen een URL en een domeinnaam

Partner content

Raak je soms in de war van verschillende termen over een website of weet je niet precies wat alles betekent? Veel termen lijken op elkaar of de betekenis van verschillende termen liggen niet ver uit elkaar. In dit artikel behandelen we een aantal termen die belangrijk zijn als jij een eigen website wilt. Een eigen website met eigen domeinnaam en misschien wel een eigen server zijn bijvoorbeeld belangrijk als je een eigen bedrijf hebt of gaat starten, maar kan ook voor veel andere dingen van belang zijn (denk aan een blog of schoolproject). Het is daarom handig als jij het verschil tussen verschillende termen weet en weet waar je op moet letten bij het opzetten van een website. Wij leggen het je uit. Lees snel verder!

Wat is een webadres?
De eerste term: een webadres. De naam zegt het misschien al. Een webadres is een soort adres op het internet. Zo’n webadres bestaat eigenlijk uit twee delen: de URL met daarin de domeinnaam. Een kort voorbeeld: https://www.wieringernieuws.nl/?pagina=Contact. Hierin www.wieringernieuws.nl de domeinnaam en https://www.wieringernieuws.nl/?pagina=Contact de URL.
We leggen het nog uitgebreider uit.

De URL
URL staat voor ‘Uniform Resource Locator’ en is het adres van een bestand op internet. Dit zijn webpagina’s of afbeeldingen. Ieder bestand krijgt een eigen unieke URL. Zo kan een server onderscheid maken tussen bijvoorbeeld verschillende pagina’s of websites.

De domeinnaam
Een domeinnaam is een unieke aanduiding voor een internetadres. Een domeinnaam kan worden gebruikt voor alle internetdiensten. Hieronder valt natuurlijk de URL van een website, maar bijvoorbeeld ook voor een e-mailadres.

Een domeinnaam is een naam in het zogeheten ‘Domain Name System’. Het DNS is een naamgevingssysteem waarmee computers bepaalde diensten en toepassingen kunnen identificeren.
Het is dus kort gezegd een soort persoonlijk telefoonnummer die de computer of server herkent als ‘jou’.
Een domeinnaam wordt verkregen bij een nationale organisatie (b.v. .nl, .be, .de) of bij een internationale organisatie (b.v. voor een .com, .edu).

Hoe werkt een domeinnaam?
Iedere website heeft een eigen IP-adres. Maar omdat dit IP-adres lastig te onthouden is wordt hier een domeinnaam aan gekoppeld. Wanneer je een domeinnaam in de adresbalk van je browser typt, gaat je browser op zoek naar de website van het bijbehorende IP-adres. Het toewijzen van de domeinnaam aan een IP-adres is de taak van het Domain Name System (DNS). Het zet de domeinnaam om in een adres dat de browser begrijpt, waardoor je op de juiste website terecht komt.
Een domeinnaam hebben is belangrijk, want zonder een domeinnaam kun je eigenlijk geen eigen website hebben. Ook kun je met een domeinnaam een bijbehorende e-mailadres verkrijgen. We vertellen daarom meer over de domeinnaam.

Hoe koop ik een domeinnaam?
Een domeinnaam is dus eigenlijk de start van je website. Hoe krijg je nu een domeinnaam? Dit koop je bij een registrar. Deze kijkt of de domeinnaam die je wilt nog beschikbaar is. Wanneer er een gewenste domeinnaam beschikbaar is, kun je beginnen aan je website bouwen en maken. Maar let op: eerst moet je nog een geschikte server vinden.

Webhosting
Je weet nu wat een URL is en wat een domeinnaam is en wat het allemaal voor je (bedrijf) kan betekenen. Echter ben je er nog niet. Eerst leggen we de term webhosting uit en waarom dit belangrijk is als je een eigen website wilt.

Webhosting is eigenlijk een stukje huisvesting voor je website. Het is een stukje server die je kan huren of zelf kopen, waar jouw website op draait en waar hij op gevonden kan worden door bezoekers.
Een geschikte webhosting vinden is belangrijk. De meeste particulieren of mkb’s delen of huren een stukje server om zo hoge kosten van een eigen server te besparen. Voor grotere bedrijven is het handiger om een eigen server aan te schaffen.

HTML
De afkorting HTML staat voor Hyper Text Markup Language. Dit is een verzameling van opmaakcodes waarmee een webpagina’s gemaakt worden. Wil je een HTML zien? Kies dan in je browser de optie ‘View’ en dan ‘Document Source’. Je zult de HTML codes van deze pagina zien.

HTTP
De afkorting HTTP staat voor Hyper Text Transfer Protocol. Dit is het protocol dat gebruikt wordt om webpagina’s op te halen. Een webbrowser ‘spreekt’ als het ware het HTTP protocol.

Dit zijn een aantal belangrijke termen die je moet weten als je een eigen website wilt maken of iemand spreekt die er een voor jou gaat maken. Door deze termen te kennen en te weten wat ze betekenen, weet je ook in een gesprek waar het over gaat. Dat is natuurlijk wel zo fijn als je een website helemaal op je eigen manier wilt creëren.

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?