Edamse schaatscoach: ‘Ik hoop dat de inwoners van de gemeente een beetje trots zijn’
De Wit brengt Japan in vervoering met olympisch succes
Hij was een veelbesproken man tijdens de Olympische Spelen in Pyeongchang. Als coach van het Japanse schaatsteam schreef Johan de Wit historie op het allerhoogste podium in de sport. De pupillen van de 38-jarige Edammer wonnen in het Zuid-Koreaanse district twee keer olympisch goud, één keer zilver en één keer brons. De verslaggever van Nieuw-Volendam schoof bij hem aan in een koffiezaak vlakbij de olympische ijsbaan. ,,Ik hoop dat de inwoners van Edam en Volendam een beetje trots zijn. Dat ze het mooi vinden wat ik doe.”
Voordat de Olympische Spelen van start gingen, was De Wit al populair in Japan. Onlangs stond zijn vrouw Paula samen met zoontje Moos ergens in een lift midden in Tokio, toen ze plots verbaasd werden aangestaard door een Aziatische vrouw. ‘Speed skating, television’, riep ze vervolgens. Na de Spelen van Pyeongchang neemt de gekte alleen maar toe. Het is ook niet heel vreemd. De Wit wordt gezien als de held die de Japanse schaatssport uit het slop heeft getrokken. Op de Olympische Spelen van Turijn in 2006 won het Land van de Rijzende Zon welgeteld nul medailles op de langebaan. Vier jaar later in Vancouver was er weliswaar een kleine opleving, met twee maal zilver en één keer brons. Maar Sotsji 2014 liep weer uit op een zware teleurstelling, zonder ook maar één olympische plak. Weinig Japanners hadden durven hopen dat de Winterspelen in Pyeongchang zo’n succes zouden worden. De Wit wel.
Imponeren
Het was in het voorjaar van 2015, toen de Noord-Hollandse schaatscoach werd uitgenodigd voor een gesprek in het immense Tokio. De Wit was in Nederland trainer geweest van een ploeg waar ook twee Japanse rijders deel van uitmaakten. Zij begonnen onder zijn hoede opeens heel veel wedstrijden te winnen in eigen land. De Aziaten dachten bij zichzelf: deze jongen moeten we binnenhalen. De Wit vond het een eer dat hij een belletje kreeg en reisde af naar Japan. Daar werd vier dagen lang alles uit de kast getrokken om de Nederlander te imponeren.
De Wit had er een goed gevoel bij, eigenlijk al vanaf het eerste telefoontje. De enige reden om het misschien niet te gaan doen, was dat zijn moeder heel ziek was. Maar juist zij overtuigde hem ervan om de uitdaging aan te gaan. En dus besloot hij ervoor te gaan. De belangrijkste opdracht die hij meekreeg: drie olympische medailles winnen in Pyeongchang. ,,Toen ik arriveerde, was het alsof de tijd twintig jaar had stilgestaan”, vertelt De Wit onder het genot van een verse Zuid-Koreaanse cappuccino. ,,Qua organisatie en structuur liep Japan erg op achter en de prestaties waren verschrikkelijk. Ik moest vanaf nul beginnen. Een van de eerste dingen die ik heb gedaan, is het schrijven van een nieuwe organisatiestructuur voor de nationale schaatsbond. Dat plan is volledig geïmplementeerd.”
Bullshit
In dat betreffende plan staat onder meer dat iedereen in de technische staf van de schaatsploeg een taak heeft en hard werkt om die uit te voeren. Verder zijn de selectiecriteria voor internationale toernooien als de World Cup op de schop gegaan. Daarnaast wordt er veel meer getest, gemeten, vergeleken én getraind. De Wit wist vanaf minuut één dat Japan alles in zich had om uit te groeien tot een succesvolle schaatsnatie, maar moest er wel bergen voor verzetten om zijn rijders terug te krijgen naar de wereldtop. De afgelopen drie jaar maakte hij onvoorstelbaar lange werkdagen. Vrije dagen had hij amper. Maar hij wist waarvoor hij het deed. De Olympische Spelen in Pyeongchang. Dáár wilde hij vriend en vijand verbazen.
De aanloop ernaartoe verliep al goed. De Japanse schaatsers begonnen steeds beter te rijden. Vooral zijn pupil Miho Takagi maakte indruk op toppers als Ireen Wüst en Jorien ter Mors. En op het onderdeel ploegachtervolging verbrak het vrouwelijke team van De Wit in één seizoen drie keer het wereldrecord. De schaatskenners wisten het zeker: Japan piekt te vroeg. De Wit ontkrachtte die uitspraak. Bullshit, zei hij. Wacht maar af. Die overtuiging hield hij vast tot aan het moment suprême. En hij kreeg gelijk. Japan won in Pyeongchang zes schaatsmedailles, waarvan er vier op naam kwamen van De Wit en zijn pupillen. De andere twee, goud op de 500 meter en zilver op de 1000 meter, werden gewonnen door sprintster Nao Kodaira. Zij trainde twee jaar lang in Nederland, maar werkt sinds twee seizoenen weer samen met een Japanse schaatscoach die haar als klein kind al begeleidde.
De Wit was na afloop tot tranen toe geroerd. ,,Als ik zie waar we vandaan komen en waar we nu staan, dan is dat echt bizar. Ik heb begrepen dat sommige schaatsers zijn uitgegroeid tot nationale bekendheden. Echt te gek. We hebben gewoon historie geschreven.”
Moeilijke momenten
Een dag na de gouden medaille op de ploegachtervolging stond De Wit samen met zijn vrouw Paula en zoontje Moos voor het eerst op Medal Plaza in Pyeongchang. Er werd weinig gesproken. Terwijl zijn pupillen op het podium stonden te stralen en de Japanse vlag omhoog werd gehesen, was de Nederlandse succescoach in alle rust aan het kijken. Gehuld in een feloranje jas, met daarop groot de vlag van Japan, genoot hij opzichtig.
Tegelijkertijd dwaalden zijn gedachten ook af naar al die moeilijke momenten die hij in de loop der jaren voor zijn kiezen kreeg. Een paar maanden voordat hij naar Japan verhuisde, overleed de man van zijn moeder na een lang ziekbed. Een half jaar later volgde zijn schoonvader en weer zes maanden later verloor zijn moeder Henny Kras de strijd tegen kanker. De Wit was in Tokio, toen hij midden in de nacht een telefoontje kreeg dat het heel slecht ging met zijn moeder. Aan hem werd gevraagd of hij wilde zeggen dat het goed was dat ze haar laatste adem zou uitblazen. Via FaceTime heeft hij haar zijn laatste woorden gezegd. Een paar uur later overleed ze, op 61-jarige leeftijd. ,,Het doet nog steeds heel veel pijn”, zegt De Wit tweeënhalf jaar later. ,,Het is een cliché, maar die gouden medailles zijn ook voor haar. Ze ging altijd overal mee naartoe en ik weet zeker dat ze ook naar Zuid-Korea zou zijn gekomen als ze nog zou hebben geleefd. Ik geloof helemaal niet in het leven na de dood, maar toch heb ik het gevoel dat ze dit heeft meegekregen. Dat maakt het wat draaglijker.”
Familie
Gelukkig heeft zijn vader Ids het succes van zijn zoon wél kunnen meemaken. Hij zat thuis in Nederland meermaals op het puntje van zijn stoel. De Wit heeft veel contact met hem. ,,Ik krijg sowieso heel veel belletjes en berichtjes uit Edam en Volendam”, glimlacht de geboren Edammer. ,,Dat vind ik ontzettend leuk. Ik ben er opgegroeid, heb er op school gezeten. Ik mis mijn vrienden en familie ook erg. Dat is wel een keerzijde van deze baan.”
Het zit vooral in de kleine dingen. ,,De klaverjasavonden op dinsdagavond met m’n vrienden. De verjaardagen. De Edammer kermis. Maar goed, dat is het leven waar wij voor gekozen hebben en dat zal niet voor altijd zijn. Ik besef ook heel goed dat ik een van de mooiste banen in het schaatsen heb. Ik heb zoveel mooie sporters en coaches om me heen. Allemaal eerlijk, allemaal gemotiveerd, niemand met kapsones. We zijn als een familie. We doen heel veel samen, lachen heel veel. Het is altijd wel gezellig bij ons. Samen met Paula en Moos heb ik hier een geweldig leven. En dit olympische succes maakt het alleen maar mooier.”
Nederland voorbij
Na een onvergetelijke huldiging in Japan reisde de Wit begin deze week terug naar Nederland, om zich samen met zijn team voor te bereiden op de WK allround in het Olympisch Stadion van Amsterdam (9-11 maart). Op naar een nieuw stukje historie. ,,Mijn contract met de Japanse schaatsbond loopt na dit seizoen af, maar we hebben allebei de intentie om langer met elkaar door te gaan. Als we daar uit komen, en dat hoop ik, dan kunnen we over vier jaar in Peking nog veel meer prijzen winnen. Daar ben ik van overtuigd.”
Dan moeten er echter wel wat zaken verbeteren, vindt De Wit. ,,Ik ben de afgelopen jaren meermaals voor grote verrassingen komen te staan. Toen we aankwamen in Zuid-Korea, bleek dat het olympisch comité een stuk of zestig journalisten had toegezegd dat ze met onze sporters mochten spreken. Eenmaal in het olympisch dorp kwamen we erachter dat er geen fietsen waren geregeld. Terwijl ik daar drie jaar lang om had gevraagd. Dat zijn kleine voorbeeldjes van dingen die heel frustrerend kunnen zijn, zeker in voorbereiding op zo’n belangrijk evenement.”
Ook wordt er door diverse partijen veel druk gelegd op de Japanse schaatsers en coaches. ,,Dat werd vooral na de olympische races zichtbaar. Sommige rijders waren de hele avond aan het huilen. Zoveel spanning voelden ze. Voor mijn technische staf was dat niet anders. De bond heeft het beste met ons voor, maar het olympisch comité wil dat we werkelijk alles verantwoorden. Een aantal begeleiders was tijdens de Winterspelen hele avonden lang rapporten aan het schrijven. Ze waren na afloop helemaal kapot. Daar heb ik het moeilijk mee, want ze willen zo ontzettend graag. Ze doen alles voor die sporters.”
De Wit wil dat er de komende jaren een goede trainersopleiding komt. Dat er geïnvesteerd gaat worden in de omgeving waarin de sporter centraal staat. En dat er een duidelijke visie komt die breed gedragen wordt. ,,Als dat lukt, dan kunnen we over een paar jaar zelfs Nederland voorbij.”
Uw reactie