Na zeer bewogen jaar schittert Gré Hoogland weer bij Ons Pogen
Overwinning na de angst
Na afloop van de première van het Ons Pogen-toneelstuk ‘Chemie’ stormde Johan ‘Boetie’ het Jozef-podium op met een bos bloemen en een speciale dankbetuiging voor regisseuse Gré Hoogland. Ook namens de toneelgroep werd Gré in het zonnetje gezet.
Door Leonie Veerman
Vol lof spraken zij hun dankbaarheid uit voor het doorzettingsvermogen, de inzet én de aanwezigheid van Gré, die precies een jaar geleden te horen kreeg dat zij ernstig ziek was. Na een heftige periode van zware behandelingen en langzaam herstel heeft ze dit weekend gezond en pijnvrij kunnen genieten van de geweldige voorstelling die ze regisseerde.
Gré, die al zo’n dertig jaar actief betrokken is bij de toneelgroep, was zichtbaar aangedaan: „Ja, het raakte me heel erg. Het was een bijzonder moment voor me, echt een moment van overwinning. Ik besefte me dat ik vanaf nu gewoon weer verder kan met mijn leven”. Na de voorstelling van zondagavond, komt Gré achter de schermen vandaan. Ze neemt plaats aan een lege tafel om terug te blikken op het bewogen jaar dat ze achter de rug heeft.
Op een vrijdag in maart van vorig jaar werd ze wakker en voelde een bobbel aan de zijkant van haar borst zitten. „Dezelfde seconde wist ik dat het niet goed was.” Even later zat ze bij de huisarts, de maandag erop in het ziekenhuis. „Ik had een afspraak om tien uur ’s ochtends en om elf uur wist ik dat ik kanker had. Dinsdag volgde de officiële uitslag. Foute boel, fase 3, oftewel snel groeiende kanker.”
Gré herinnert zich die dag nog goed. „Het was zoiets absurds, ik kan me de autorit terug met mijn man Thom nog helemaal voor me halen, we zijn toen ook gewoon nog even langs Deen geweest. Pas toen ik thuis was, drong het echt tot me door. Toen heb ik keihard gehuild en geschreeuwd.”
Gré neemt rustig een slok van haar rode wijn. Om ons heen is het personeel van De Jozef druk bezig met het opruimen van de zaal. Stoelen worden op elkaar gestapeld en tafels aan de kant geschoven. Ze lijkt zich er niks van aan te trekken. Wil ze het gesprek niet liever op een ander tijdstip of locatie voortzetten? Gré haalt haar schouders op. „Hoezo? Dit is toch helemaal goed?” En kalm vervolgt ze haar verhaal. „Het was vooral ook erg moeilijk voor me om het tegen m’n kinderen te vertellen.”
‘Ik dacht niet,
waarom nou ik?
Ik dacht: Ik dus óók’
„Verder overviel het me enorm hoeveel impact zo’n ziekte op je heeft. Van het ene op het andere moment staat je hele leven stil. Dat besef: ‘Ik heb kanker’ is zo overheersend. Als ik wakker werd, was het alsof er een mannetje naast mijn bed stond dat met z’n vinger in m’n zij begon te prikken om me er weer even aan te herinneren: ‘Jij hebt kanker, jij hebt kanker.’ En dat mannetje was er dan de hele dag, om me er constant aan te herinneren dat er iets mis was met me.”
Na de diagnose volgde een operatie. Daarop volgde bestraling en chemo. „Ik had niks te kiezen, ik moest door de hele mallemolen. Na de operatie ben ik 21 dagen achter elkaar bestraald. Daardoor was een groot gedeelte van mijn huid flink verbrand. Dit moest eerst genezen voordat ik kon beginnen met chemo. Uiteindelijk heb ik zestien chemokuren gehad.”
Gré is even stil. Ze lijkt weg te zakken in herinneringen aan deze zware behandelingen. „Het was erg veel.” Ze zucht, maar even later herpakt ze zich weer. „Gelukkig ben ik erg nuchter, ik heb eigenlijk nooit gedacht: waarom nou ik? Ik dacht juist: Ik dus óók. En zo zit het ook echt in elkaar, want één op de zeven vrouwen krijgt borstkanker. Ik ben niet de eerste en zal ook niet de laatste wezen.”
Onderschat
‘Een sterke vrouw’, dat is misschien nog zwak uitgedrukt als je het over Gré Hoogland hebt. Maar met haar nuchtere woorden en kalme houding kan ze niet verbloemen hoe groot en verwoestend een ziekte als kanker is, en wat een onthutsend en overweldigend effect het afgelopen jaar op haar heeft gehad. „Borstkanker is tegenwoordig erg goed te behandelen. Je gaat er bijna nooit meer aan dood”, zegt ze. ,,Maar ik heb het erg onderschat. Toen ik de ziektewet in moest dacht ik, dan ga ik die vrije tijd maar gebruiken om een nieuw toneelstuk te schrijven. Nou, dat had ik dus goed mis.”
„Je wordt compleet uit je leven getrokken, de ziekte beheerst je hele gedachtewereld en je kan nergens anders meer aan denken, alsof je in een rouwproces zit.” De emotie in Gré’s stem is bijna voelbaar. „Ik heb zoveel slechte momenten gehad.. Je bent natuurlijk al zwak, maar alle behandelingen en medicijnen gooien daar nog een schepje bovenop. Ik leefde constant in angst. Zonder mijn man Thom had ik het niet gered. Zijn steun is echt verschrikkelijk belangrijk voor me geweest. Als je zo ziek bent, hebt je echt een erge goede partner nodig aan je zijde.”
In september kreeg Gré een extra klap te verduren. „Ik werd wakker met extreme pijn in mijn rug. Dat moment schoot ik helemaal in de paniek. Ik zei tegen Tom, ‘nu heb ik overal kanker.’ Het bleek een ingezakte ruggenwervel. Waarschijnlijk als gevolg van alle chemokuren en prednison die ik slikte, daar is m’n lichaam erg zwak van geworden.”
Gré was opgelucht dat het geen kanker was, maar helaas bleek deze kwaal vele malen pijnlijker. „Deze periode was verschrikkelijk, het was nog zwaarder dan alle ellende die eraan vooraf is gegaan. Alles deed zeer: lopen; zitten; eten; praten, ik moest constant door de pijn heen, maar deze was zo intens dat ik het amper kon behappen.”
‘Ik nam een handje
pijnstillers en dan
kon ik de avond
net overbruggen’
Ondanks dat, begon Gré haar leven weer op te pakken. In december begonnen de repetities van Ons Pogen en hier wou Gré koste wat kost bij zijn. „Het ging nog lang niet goed met me, maar dan nam ik een handje pijnstillers en dan kon ik de avond net overbruggen. Ik was erg blij dat ik weer met toneel bezig kon zijn, het is de mooiste hobby ter wereld. En ook het contact met de spelers deed me goed. De repetitie periode was zo fijn, en gek genoeg heel relaxed, eigenlijk alleen maar gezellig.”
Niet veel later begon Gré ook weer met haar werk bij Pneuman - ,,Daar was ik zo blij om, eindelijk weer in m’n ritme” - en dit weekend kon ze deze zware periode uit haar leven symbolisch eindelijk afsluiten. „Tot drie weken geleden had ik nog pijn, om nu weer helemaal pijnvrij met Ons Pogen op de planken te staan voelt echt als een overwinning. Mijn leven is weer van helemaal van mij.”
„Het is natuurlijk nog wel even spannend, zo’n optreden. Na zoveel repetities kennen wij het hele stuk op een gegeven moment uit je hoofd. Dan vragen we ons wel eens af, ‘zou het nou wel leuk zijn?’ Het is dan ook fantastisch als je merkt dat de zaal ervan geniet. Inmiddels hebben we ook erg veel positieve reacties gehad. Dat doet echt wat met je.”
Na het daverende succes van Kraamkoppie vorig jaar moest Ons Pogen het dit jaar doen met een bestaand stuk. Gré kon tenslotte niet schrijven. „We hebben het stuk gelukkig wel kunnen aanpassen; ‘verVolendamiseerd’ zeg maar.” Er verschijnt een glimlach op Gré’s gezicht. „Het verhaal speelt zich af in een buurthuis, daar hebben we toen natuurlijk De Jozef van gemaakt. Van wat zich in dit gebouw allemaal heeft afgespeeld kun je op zich al een compleet boek schrijven.”
Gré geniet met volle teugen van deze periode. Ondertussen kijkt ze ook al volop vooruit. Binnenkort geeft ze met Ons Pogen een aantal workshops waarop geïnteresseerden kennis kunnen maken met alle vlakken van het toneelspelen. Ook is ze al begonnen met het schrijven van een nieuw toneelstuk voor volgend jaar. „Dat doe ik het liefst: schrijven. Ik weet nog niet precies waar het verhaal naartoe gaat, maar ik heb weer een erg herkenbaar Volendams thema gekozen.”
Herkenbare scenes
Het schrijfproces verloopt voor Gré meestal zeer ongedwongen. Overal doet ze inspiratie op. „Vooral van die typische Volendamse uitspraken of gebruiken, die verzamel ik dan. Als ik ergens op visite ben zijn mensen tegenwoordig zelfs op hun hoede. ‘Hou stil hoor’ , zeggen ze dan, ‘want ze schrijft alles op’. Langzaam maar zeker vullen m’n pagina’s zich dan met herkenbare scenes en zo komt het verhaal vanzelf tot stand.”
Op een bepaalde manier heeft haar schrijfwijze veel raakvlakken met haar levenshouding. Op de vraag of er voor komend weekend ook al veel kaarten zijn verkocht haalt Gré haar schouders op. „Nee, of ja, euhm, geen idee eigenlijk. Ik hoorde vandaag dat er dit weekend weer veel kaarten zijn verkocht. Maar zou niet weten hoeveel. Het maakt mij ook niet zoveel uit hoor, desnoods spelen we gewoon voor een halfvolle zaal. Ik heb er net zoveel plezier in.”
Het afgelopen jaar was een gitzwart hoofdstuk in het leven van Gré, maar haar verhaal is nog lang niet afgelopen. Het is nog niet duidelijk waar haar verhaal naartoe gaat, maar op haar onbevangen manier kan ze de nieuwe lege bladzijdes weer opvullen.
Uw reactie