Vandaag zijn we gesloten.

Sjakie Knakie al 50 jaar het boegbeeld van Volendammer markt

Hij zou zichzelf nooit op een voetstuk zetten. Sjaak Oud houdt niet van show. Hij wil er gewoon staan. Op de markt, voor dag en dauw, het hele jaar door en dat al 50 jaar. Hoewel zijn zoons steeds meer overnemen, kan ‘ie het niet laten. En wie in West-Friesland kent Sjakie Knakie niet? Al is het maar van de ‘arebaaie’.

,,Mijn vader was een keuterboertje”, begint Sjaak. ,,Wat koeien, klein tuintje, wat bollen. Het was eigenlijk net niks. En ik vond het ook niks. Zo alleen achter op het land. Toen ik een jaar of achttien was, was ik een tijdje campingbeheerder. In die periode ben ik verslaafd geraakt aan de mensen. Die wilde ik om me heen hebben. We hadden natuurlijk een fruittuintje en dan bracht je eens een kistje naar de veiling, op hoop van zegen in Blokker toen nog. Dan kreeg je daar twee kwartjes voor of nog minder. En dan zagen we de handel langs de weg liggen en dan vroegen ze het twee-, drievoudige. Daar zag ik wel markt in. Dus zo ben ik begonnen te venten in Medemblik. Daar zag ik ook marktkooplui. Die reden in een knappe vrachtwagen, hadden een vaste knecht en reden privé ook nog een Mercedesje. Dat leverde blijkbaar meer op. Dus kocht ik ook een vrachtwagen. Zo makkelijk ging het natuurlijk allemaal niet, maar we hebben het altijd gered.”

,,Zo werkten we een tijdje door en ik schreef me in voor markten in de omgeving. Nu waren alle markten meer dan bezet door groenteboeren. Uiteindelijk, bijna 49 jaar geleden, kregen we de eerste echte plek in Volendam. Maar ook daar liepen ze te venten. Iedere straat had zijn eigen groenteboer. Veel van hen gingen echter op vakantie in de bouwvak. Ik zorgde ervoor dat ik er wél was, zodat de mensen bij mij terecht konden. Zo bleven er iedere bouwvak wat mensen bij me hangen. Maar dat had tijd nodig hoor. De eerste dag had ik 73 gulden omzet. Na een paar maanden had ik eindelijk echt een kist leeg aan het einde van de dag. Maar de voldoening is niet in geld uit te drukken. Inmiddels sta ik al zó lang op de markt in Volendam, dat ik heel veel bekende gezichten aan mijn kraam heb. Naast Volendam staan we ook al jaren op de weekmarkten van Medemblik, Spanbroek, Avenhorn, Stede Broec, Wognum en Hoorn. Zelf doe ik langzaam een stapje terug. De jongens redden het prima, maar ik kan het natuurlijk niet laten om me ermee te bemoeien.”

Van Sjaak naar Sjakie

De naam Sjakie Knakie is bekender dan de naam Sjaak Oud. ,,In de periode dat ik net begon op de markt, had ik ook een paar staanplaatsen in de buurt, zoals bij de Boet, dat toen nog een klein Boetje was. Daar moest wel een naam op. Sjaak werd al snel Sjakie en toen was Knakie al gauw toegevoegd. Daar hebben we nooit meer wat aan veranderd. De naam Oud en kwaliteit gingen natuurlijk al helemaal niet samen.”

De markt is teamwerk

In 50 jaar heeft Sjaak heel wat personeel voorbij zien komen. Sommigen van hen zijn jarenlang blijven hangen. ,,Ik kan er een paar noemen hoor, zoals Rina, Piet Leeuw of Klaas Som die het allemaal decennialang deden of zelfs nog doen. Maar de belangrijkste kracht binnen het bedrijf is toch wel Bep.” Sjaak stond al een paar jaar op de markt toen hij verkering kreeg met Bep en sinds ze in beeld kwam, heeft ze geholpen waar ze kon. Al was ze, toen hun vijf kinderen klein waren, vooral de spil die het gezin draaiende hield. Naarmate de kinderen groter werden, gingen ze meer in het bedrijf werken. ,,Bep is verantwoordelijk voor de inkoop. Zij zit achter de klok bij de veiling en daar heeft ze heel veel plezier in. Zo kopen we rechtstreeks bij de teler vandaan. Eigenlijk regelt zij alles. Ons bedrijf is 90% haar en de rest doe ik”, zegt Sjaak bescheiden. ,,In de coronatijd was zij ook degene die de boel draaiende hield. Ze bedacht gewoon dat we thuis in de schuur konden verkopen. Mensen hadden niets te doen en waren blij dat ze verse groenten en fruit konden kopen om mee te koken.”

De toekomst van de markt

De wereld verandert, maar de markt zal niet zomaar verdwijnen. ,,Mensen moeten en zullen blijven eten. De markt is wat dat betreft een uniek concept. Het is persoonlijker dan in de supermarkt. Daar vind ik echt niets aan. Alles voelt zo gemaakt. Op de markt koop je je spullen bij iemand met verstand van zaken. Er is echte interactie. Op de markt moeten klanten zich prettig voelen. Dat is in al die jaren niet veranderd. Ze moeten ‘blijd’ komen en nog veel blijer weggaan met een tas vol spullen en een portemonnee die wat lichter is.” Dat beperkt zich niet tot de weekmarkten in Noord-Holland. ,,Ik vind alle markten prachtig. We staan ook weleens op kofferbakmarkten in het Nesbos. Daar komt echt íedereen. Alle soorten mensen. Dat maakt het juist zo leuk. Dat is de magie van de markt. De vrijmarkten op Koningsdag zie ik dan ook als een eerbetoon aan de marktkooplui. Persoonlijk contact en goede producten voor een goede prijs, dat blijven mensen waarderen. En ‘arebaaie’, daar komen ze ook graag voor!”