Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

AFGESTUDEERD

‘Bijna niets is zo zwart wit als het in eerste instantie lijkt’

In deze rubriek gaat de Nivo het gesprek aan met mensen die zojuist een studie hebben afgerond. Waarom kozen zij voor deze specifieke opleiding? Wat zijn de bijzonderheden van hun vakgebied? Hoe hebben zij hun studietijd ervaren en wat zijn hun vervolgstappen? Achter elk van deze pas afgestudeerden gaat een uniek verhaal schuil. Deze week Diana Kwakman, Bachelor Interdisciplinaire sociale wetenschap.
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Diana Kwakman liep al een tijdje met het idee in haar hoofd dat ze Psychologie wilde studeren. In het laatste jaar van het VWO besloot ze voor alle zekerheid toch ook eens naar andere studies te kijken, toen haar oog op de Bachelor Interdisciplinaire sociale wetenschap (voorheen Algemene Sociale Wetenschappen) viel. Een relatief nieuwe opleiding aan de Universiteit van Amsterdam, waarin vakken als Psychologie gecombineerd worden met Sociologie, Antropologie, Planologie, Sociale geografie en Politicologie. Die brede aanpak sprak haar direct aan. Inmiddels heeft de 21-jarige Diana de opleiding met succes afgerond. En over enkele weken stroomt ze door naar de Master Sociale psychologie.
,,Achteraf ben ik blij dat ik deze Bachelor heb gekozen”, zegt Diana. ,,Het leek me altijd al leuk om psychologie te studeren, maar ik zag mezelf later eigenlijk niet als psycholoog in een klinische omgeving werken. Tijdens de opleiding Interdisciplinaire sociale wetenschap leer je om op een brede en veelzijdige manier naar maatschappelijke vraagstukken te kijken, en zo leer je dus ook verschillende vakgebieden kennen. Juist door al deze nieuwe inzichten kwam ik er steeds meer achter dat ik psychologie uiteindelijk toch het leukste vind. Ook ontdekte ik welke specifieke richting binnen de psychologie mij het meeste aansprak: Sociale psychologie.”
Overigens wil Diana daarmee niet zeggen dat de afgelopen drie jaar altijd even leuk en makkelijk voor haar waren. ,,Al in het eerste jaar kwam er gelijk heel veel op me af. Meteen al volgden we de meest uiteenlopende vakken, en zoals je je kunt voorstellen ligt lang niet elk vak je even goed. In dat eerste jaar volg je ook het vak Academische Vaardigheden, een ontzettend droog en theoretisch vak waar ik echt geen enkele inspiratie uit haalde. Ook kregen we bij bijna alle vakken elke week een nieuwe opdracht mee als huiswerk, dus vooruitwerken of een rustig weekje tussendoor zat er niet in. Zolang je alles gewoon bijhield was het allemaal gelukkig wel te doen.”
Samen met twee andere Volendammers begon Diana aan de opleiding, maar al in het eerste jaar haakten zij allebei af. ,,Achteraf had ik mazzel dat zij allebei in een andere groep zaten dan ik. Eerst vond ik dat natuurlijk jammer, maar als ik bij hen had gezeten had ik waarschijnlijk niet zoveel met andere studiegenoten opgetrokken. En wanneer ik dan alleen was overgebleven, had het waarschijnlijk moeilijk voor me geweest om weer nieuwe contacten te leggen.”
Gelukkig kwam Diana al op de eerste dag in contact met een aardige klasgenoot. ,,Bij de lift kwam er opeens een meid op me af lopen die vroeg of ik mijn lokaal wel kon vinden, en ze bleek op zoek naar hetzelfde lokaal als ik. Vanaf dat moment zijn we eigenlijk altijd met elkaar blijven optrekken. In de opleiding moesten we ook veel opdrachten in groepsverband maken, en omdat we bij de eerste groepsopdracht al een hele fijne groep hadden, zijn we altijd bij elkaar gebleven. Dat vond ik echt erg fijn, want als je elkaar eenmaal wat beter kent, werk je ook beter samen en voel je je meer op je gemak.”

‘Gelukkig ben ik
best wel nuchter,
dus als ik dan
tijdens zo’n
mental breakdown
in de spiegel keek,
kon ik er nog
wel om lachen’

Een nadeel van zo’n interdisciplinaire studie is volgens Diana de vakken die je helemaal niet leuk vindt. ,,,Voor mij was dat bijvoorbeeld Culturele antropologie. Voor dat vak moesten we onder andere een praktijkopdracht doen, waarbij ik met mijn groep onderzoek deed naar een zelfvoorzienend ecodorp in de buurt van Alkmaar. Het was een bijzondere ervaring om te zien hoe deze mensen leefden, maar persoonlijk vond ik het echt ongemakkelijk. We deden ons onderzoek aan de hand van zogenaamde participerende observaties, wat in deze situatie inhield dat we hielpen op het terrein en meededen aan gekke rituelen en gebruiken, waarbij we ondertussen aantekeningen maakten.”
Diana legt uit dat je in dit soort maatschappelijke onderzoeken vaak kwalitatief onderzoek doet. ,,Dat wil zeggen dat je vanuit een globale vraagstelling op zoek gaat naar nieuwe kennis, je observeert, interviewt mensen en bestudeert de literatuur rondom een bepaald concept of idee om tot nieuwe inzichten te komen.” Diana kwam er al snel achter dat ze zelf veel liever kwantitatief onderzoek doet. ,,In tegenstelling tot kwalitatief onderzoek, richt kwantitatief onderzoek zich echt op het bevestigen of verwerpen van een duidelijke hypothese. Aan de hand van experimenten, gerichte observaties en enquêtes met gesloten vragen kom je tot meetbare resultaten die je kunt uitdrukken in getallen, tabellen, grafieken en diagrammen. Dat vind ik persoonlijk een veel fijnere manier van onderzoek doen. In deze opleiding heb ik echter heel veel kwalitatief onderzoek moeten doen en op den duur voelde dat als een zware opgave voor me. Gelukkig ontdekte ik dat kwantitatief onderzoek in de psychologie hoek vaker voorkomt, en daar heb ik me dan ook in gespecialiseerd.”
Hoewel Diana voor de komst van het coronavirus al regelmatig veel moeite moest doen voor bepaalde vakken, kwam daar halverwege haar opleiding nog eens een extra obstakel bij. ,,Met de invoering van de coronamaatregelen ging opeens alles online, en dat maakte het bijna onmogelijk om vragen te stellen over de stof. Ook viel alle structuur weg die ik daarvoor nog had. Ik speel saxofoon, en normaal gesproken had ik het naast mijn opleiding ook altijd druk met repetities, maar dat soort dingen vielen allemaal weg. In het begin vond ik het nog wel relaxed, al die extra tijd, maar na een maand of drie viel ik echt in een zwart gat. Gelukkig ging mijn werk als huishoudelijke hulp bij de Zorgcirkel nog wel gewoon door. Dat begon ik op den duur echt als fijn uitstapje te zien.”
Mijn moeder en zus werkten vanuit huis, en zaten vaak samen aan de eettafel achter hun laptop, maar omdat ik alleen moet zijn om me goed te kunnen concentreren, kwam ik bijna mijn kamer niet meer uit. Soms waren er dagen waarin ik veel te lang door ging met studeren, andere dagen kon ik mezelf nergens toe zetten. Omdat bij de digitale colleges alleen je bovenkleding zichtbaar was, liep ik bijna constant in mijn pyjamabroek. Uiteindelijk begon ik veel studiewerk vanuit bed te doen, totdat mijn rug het compleet begaf. Er waren toen wel wat momenten waarop ik er helemaal doorheen zat. Gelukkig ben ik best wel nuchter, dus als ik dan tijdens zo’n mental breakdown in de spiegel keek, kon ik er nog wel om lachen.”

‘De praktische
toepasbaarheid is één
van de dingen die me
zo erg aanspreekt
aan sociale psychologie’

Ondanks alles heeft Diana al haar vakken in één keer gehaald, zonder ooit een herkansing te hoeven doen. Van haar vaste studiegroepje was ze zelfs de enige die geen studievertraging heeft opgelopen. ,,Maar het laatste jaar ging niet vanzelf”, vertelt ze. ,,Daarbij heb ik de opleiding voor mijn gevoel ook met een anticlimax afgesloten. Omdat de minor die ik wou doen (Sociale Psychologie) grotendeels in het tweede semester werd gegeven, zat er namelijk niets anders op dan mijn scriptie al in het eerste semester te schrijven. Het afgelopen half jaar heb ik dus alleen nog wat laatste vakken gevolgd. Dat voldane en feestelijke gevoel van afstuderen mis ik dus wel een beetje, maar hopelijk kan ik dat alsnog ervaren als ik volgend jaar mijn Master afrond.”
Ondanks alles kijkt Diana toch tevreden terug op haar Bacheloropleiding. ,,Het was niet altijd even leuk of makkelijk, maar juist door breder te kijken en nieuwe dingen te ontdekken, heb ik kunnen vaststellen wat ik echt leuk vind, namelijk sociale psychologie. Ik geloof ook dat de interdisciplinaire kennis die ik tijdens mijn Bacheloropleiding heb opgedaan erg waardevol is in dit vakgebied. Door problemen vanuit meerdere invalshoeken te bestuderen, kom je er namelijk snel achter dat niets zo zwart wit is dan het in eerste instantie lijkt. En bij sociale psychologie, dat zich voornamelijk richt op het beïnvloeden van het menselijk gedrag, heb je het ten slotte over bijzonder complexe materie.”
De nuchtere Diana kijkt er enorm naar uit om aan haar Master te beginnen, om vervolgens ook zo snel mogelijk aan het werk te gaan. ,,De praktische toepasbaarheid is één van de dingen die me zo erg aanspreekt aan sociale psychologie. Je kunt er echt alle kanten mee uit. Je kunt bijvoorbeeld gaan werken als gedragswetenschapper bij een bedrijf, adviseur bij een reclamebureau of beleidsmedewerker voor de overheid. Persoonlijk lijkt het me erg fijn om een positieve impact te kunnen maken in mijn werk, dus dat laatste spreekt me erg aan. Ik ben benieuwd naar wat de toekomst zal brengen, maar hoop nu eerst op een zo normaal mogelijke studiejaar tijdens mijn Master.

 

Fotogalerij

Liefde is…

Jan en Anita zijn als Yin en Yang

,,In de Pius X”, vertelt Anita Moormann over waar ze haar man heeft ontmoet. ,,Ik wilde daar eigenlijk nooit heen, maar mijn vriendinnen kwamen er wel eens. Toen ben ik een keertje meegegaan in het weekend en daar zat hij ook. Een grote, donkere, mooie man. Ja, ik kan wel spreken van verliefdheid op het eerste gezicht.”
Door Jan Koning

[ads id=66]

De grote, donkere, mooie man waar Anita op doelt, is Jan ‘Balbo’ Zwarthoed. Voor Jan was de Pius X een beetje zijn tweede thuis. ,,Wij zaten er altijd. Ook doordeweeks. Beetje kaarten, muziekje luisteren bij ‘de Moon’ en gewoon gezellig zitten. Deze bewuste zaterdag zat ik er ook toen zij er plotseling inkwam. Ze was anders, had niet echt zo’n Volendammer uitstraling en daar viel ik wel op. Ik ging even bij haar zitten – ze was samen met haar vriendinnen Gina Butter en Gina Piet – en toen hoorde ik dat ze op zaterdagavond bij Café Binken zaten. ‘Dan kom ik wel even langs’, zei ik nog.”
Anita: ,,Die zaterdagavond kwam hij inderdaad, maar zoals altijd veel te laat. Ik dacht allang dat hij niet meer zou komen, maar tegen een uur of twaalf kwam hij met een halve draai erin lopen. Het was in die tijd nog echt Frans feest in het oude Café Binken. Zo gezellig altijd. Eigenlijk vanaf het moment dat we daar in gesprek raakten, was het aan.”
Jan: ,,Anita was 16 en ik was 21 op dat moment. Het leeftijdsverschil is eigenlijk nooit echt een issue geweest. Dat was vrij normaal in die tijd. Gebeurde wel vaker. Dus aan het einde van de avond gingen we samen lopend naar de Leliestraat. Daar woonde Anita. Vervolgens moest ik terug naar de Boegstraat, dus dat was ook nog wel te doen.”

‘Hij is de
rust zelve,
ik iets minder’

In het steegje achter de Leliestraat kussen de twee tortelduifjes elkaar voor het eerst. Daar blijft het voorlopig dan ook even bij. Anita: ,,In dat steegje stond mijn beste vriendin Monique ‘Kriek’ ook altijd en de kinderen van Neel ‘Bol’ en Klaas ‘de Kuiter’. Niet denken dat wij in huis mochten rommelen, hoor. Gewoon in het steegje. Jan kwam wel eens bij ons thuis, dan was het even gezellig, maar vervolgens gingen we weer het steegje in.”
Jan: ,,Ze hadden daar ook nog een halletje achter het huis. Daar mochten we bij noodweer ook nog wel even staan zoenen, maar dat was ver genoeg.”
Anita: ,,Ik was natuurlijk nog hartstikke jong, dus deed in het begin wel voorzichtig. We rommelden wel een beetje, maar geen seks. Jan was de enige nog thuis en zijn vader was al overleden. Zijn moeder lag wel eens in het ziekenhuis en dan ging ik ‘s avonds naar hem toe. Mijn moeder zei op een gegeven moment: ‘moet jij niet eens aan de pil.’ Ik schrok een beetje: ‘welnee, effe wachten hoor, met dat.’ Waarop ze zei: ‘Ja, ja. Zo’n grote, knappe vent. Je kunt mij niet vertellen dat jullie alleen kijken naar elkaar.”
,,Mijn vader en moeder gingen ook zes tot zeven keer per jaar naar Cochem, Duitsland. Ze waren daar zelfs ereburgers. Als ze weg waren, was het natuurlijk feest in huis. Dan sliep mijn oudste broer Johan er met zijn verkering en Jan sliep ook bij ons. Ik heb nog een jongere broer, Kees. Die was toen twaalf en mocht dat natuurlijk nooit weten. Want mijn vader zei altijd: ‘niet dat gekloot in mijn huis.’ Kees zag Jan op een gegeven moment een keer liggen en dat zou hij wel even tegen mijn vader zeggen. Dus zegt Jan: ‘dan vertel ik tegen je vader dat je stiekem rookt.’ Nou, ik kan je vertellen, Kees heeft nooit iets gezegd, haha.”

‘Die zou het
wel even tegen
mijn schoonvader zeggen’

38 Jaar zijn ze inmiddels al samen en volgens Jan zijn ze Yin en Yang. ,,Het is eigenlijk gewoon vanzelf gegaan. Na de eerste keer zoenen, zei ik ‘zie ik je volgende week weer?’ ‘Graag’, zei ze en zo kregen we verkering. We hadden het vanaf het begin gewoon goed samen. Anita is heel erg druk en wat in haar hoofd zit, wil ze direct doen. Ik ben erg rustig, gewoon makkelijk. We zijn eigenlijk het typische potje en dekseltje. Yin en Yang.”
Anita: ,,Hij is zeker mijn rots in de branding. Aan de andere kant drijft dat rustige me ook tot waanzin. Daar hebben we namelijk nog wel eens bonje over. Zo is hij schilder en mijn bovenverdieping heeft vijftien jaar in de grondverf gestaan. Dat weet iedereen.” Jan: ,,Het stond er dan ook wel zo mooi in. In de voorlak.”
Anita: ,,Dat soort dingen. Ik word niet goed als ik erover praat. Mijn vriendin heeft een tijdje bij ons in de huishouding gewerkt en die zei na een tijdje tegen me. ‘Ik snap precies wat je bedoelt. Alles zit los hier en het blijft los zitten.’ Jan lost het niet op en ja, daar kunnen we nog wel eens om botsen.”
Het hoort er allemaal bij en ondanks dat ze wel eens lekker botsen, hebben ze het naar eigen zeggen gewoon heel goed samen. Anita: ,,We hebben twee wondertjes op deze wereld gezet samen. Echte wondertjes, want daar kwam nog wel wat bij kijken. Zijn ook pas laat ouders geworden, maar uiteindelijk ben ik daar wel blij mee. Je bent een stuk kalmer en relaxter als je wat ouder bent.” Jan: ,,We raken inderdaad niet zo snel in paniek om de kleine dingetjes. Het voordeel van laat kinderen krijgen, is ook dat we samen nog prachtige reizen hebben kunnen maken. Nadeel is dat we nu nog midden in de pubers zitten. En tja, dat weet ook nog wel wat zo af en toe”, lacht hij tot besluit.

Fotogalerij

Beleggingscolumn

ZZP’ers en ondernemers: denk nu aan je pensioen

Als ZZP’er of ondernemer bouw je geen pensioen op bij een werkgever. Daarnaast ben je niet altijd verplicht om je aan te sluiten bij een collectieve pensioenregeling. Natuurlijk wil je ook als zelfstandige een goed pensioen opbouwen. Daarom is het noodzakelijk om zelf aan de slag te gaan en bij voorkeur zo vroeg mogelijk te beginnen.

[ads id=66]

Waarom beleggen voor je pensioen?
De spaarrentes staan momenteel zo laag dat je inteert op je vermogen wanneer je spaart. Door inflatie en vermogensbelasting wordt je spaargeld steeds minder waard. Voor het stukje spaargeld dat je aanhoudt als buffer voor onvoorziene uitgaven of een vakantie is dat geen probleem. Wil je echter op lange termijn vermogen opbouwen voor je pensioen, dan is sparen simpelweg geen geschikte oplossing. Net zoals pensioenfondsen moet je aan de slag met beleggen. Natuurlijk loop je hiermee ook risico’s, maar het verwachte rendement ligt een stuk hoger. Zeker op lange termijn kun je profiteren van de groeiende wereldeconomie en hogere rendementen bij beleggen.

Begin zo vroeg mogelijk
Hoe eerder je start met geld opzij zetten, hoe beter! Een simpel voorbeeld maakt dit duidelijk. Stel dat je periodiek gaat beleggen voor je pensioen door elke maand # 250,- in te leggen. We rekenen in dit voorbeeld met een rendement van 5% per jaar. Als je hiermee begint als je 50 jaar oud bent, heb je op je pensioenleeftijd (67 jaar) een verwacht eindbedrag van ongeveer # 79.000 opgebouwd. Begin je hiermee op je 40ste, dan heb je naar verwachting # 167.000 opgebouwd. Maar als je hier al op je 20ste mee begint, dan is je verwachte eindbedrag bijna # 550.000. Zo zie je dus dat vroeg beginnen met pensioen opbouwen loont. Natuurlijk heb je ook zelf meer geld ingelegd als je vroeg begint, maar een groot gedeelte van het bedrag bestaat uit behaald rendement.

Je zit nergens aan vast
Een veel gehoorde misvatting is dat je met beleggen ergens aan vast zit. Dit is bij Axento niet het geval. Hoewel een lange beleggingshorizon verstandig is, kunnen de beleggingen elke dag verkocht worden. Ook ben je niet verplicht om elke maand in te leggen. Vooral voor zelfstandigen is deze flexibiliteit belangrijk. Omdat je inkomen als ZZP’er van tijd tot tijd kan verschillen, is het prettig als je je inleg tijdelijk stop kan zetten of kunt verlagen. Bovendien beleggen we bij Axento op een beleggingsrekening op je eigen naam. Het blijft dus gewoon je eigen geld.

Hoe werkt het?
Bij Axento vermogensbeheer kun je je geld laten beleggen vanaf # 7.500. Wij nemen het beleggen volledig voor je uit handen. Je hebt dus zelf geen kennis of ervaring nodig. Net zoals met een bankrekening heb je bij Axento een eigen inlogomgeving waarin je 24 uur per dag de stand van zaken kunt bekijken. Daarnaast kun je eenvoudig periodiek beleggen. Via een automatische overboeking kun je maandelijks geld inleggen.
Interesse?
Kijk ook www.axento.nl of neem contact op met Ronald Schut via 0299-796061.

Care-is
Mgr. C. Veermanlaan 1G – Volendam
Tel.: +31 (0)299 720 961 www.care-is.nl

Fotogalerij

In de Nivo van vandaag, 25 augustus 2021

Wij wensen iedereen veel leesplezier met onder andere de volgende onderwerpen:

• Annie Konings poseert met 76 jaar jongere versie van zichzelf
• Lezers die schrijven: Knetterend Nederlands
• Burgemeester Sievers over schrappen van kermis
• Liefde is… Jan en Anita zijn als Yin en Yang
• Finalisten Miss Nederland 2021 oefenen in Volendam
• Beleggingscolumn: ZZP’ers en ondernemers: denk nu aan je pensioen
• AFGESTUDEERD | Diana Kwakman, Bachelor Interdisciplinaire sociale wetenschap
• PX en Volendams Museum vinden cultuur ‘ondergeschoven kindje’ in Volendam
• Zaalvoetballers zien stijgende lijn
• Elf Volendammers beklimmen zeven etappes Tour-cols

Fotogalerij

Piet Karregat debuteert met folkplaat ten behoeve van PCD-onderzoek

Ziekte omzetten naar (muzikale) bijdrage

Piet Karregat (41) bracht onlangs een eerste album uit onder zijn eigen naam. ‘Bijna Alles Goed’ heet het werk waar ‘New Folk Sounds’ al positief over schreef. Voor het eerst trok de Volendammer zelf de kar bij een opnameproces. Daarbij nam hij ook het leeuwendeel van de vocale en instrumentale partijen voor zijn rekening. Het resultaat is een folkplaat met muziek die slechts spaarzaam is bewerkt. Volgens de artiest – die in het dagelijks leven boekhouder is – is dit het beste werk dat hij tot nu toe maakte.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Piets LP bevat dertien klassiekers die hij in een nieuw jasje stak. Hierbij beperkte hij zich niet tot het Nederlands of het Engels. ‘Das Weiche Wasser’ is een Duitstalig nummer en hij vertolkte twee liedjes van Griekse origine. De in Volendam opgegroeide muzikant werkte eerder al mee aan de totstandkoming van een aantal albums. ‘Bijna Alles Goed’ is het eerste waarbij hij zelf de regie had en het grootste gedeelte zelf inspeelde.
,,Die vorige platen maakte ik allemaal in groepen. Bij deze nieuwe nam ik 80 procent van de instrumenten zelf op”, begint Piet. ,,Ik speelde onder meer banjo, mandoline, bouzouki, fluit, gitaar en ik zong. Niet alles deed ik zelf, want ik riep ook de hulp in van andere gitaristen, andere zangers. En van een pedal steel- en cajonspeler. De Volendammers Kees Plat (Skien) en Jaap Tol (De Bok) maakten onderdeel uit van dit gezelschap.”
Het idee voor een eigen LP ontstond al lang geleden bij Piet. Het draaien van dergelijke geluidsdragers hoort bij een groot deel van de bevolking al een tijd tot het verleden. De in Amsterdam-Zuidoost woonachtige Volendammer blijft zweren bij de langspeelplaat.

‘Je kunt wel zeggen
dat ik dertig jaar
te laat geboren ben,
dat kun je ook horen
aan de muziek’

,,Je kunt wel zeggen dat ik dertig jaar te laat geboren ben. Dat kun je ook horen aan de muziek. Sommige mensen grappen weleens tegen mij: ‘Piet, dit is maar vijfentwintig jaar oud, dus dan vind jij het niet leuk’. Cd’s heb ik ook nog wel en zelfs cassettebandjes.”
Piet wijst op zijn smartphone die op tafel ligt. ,,Ik heb nu deze, maar eigenlijk gebruik ik liever rooksignalen”, vertelt hij met een glimlach.
De multi-instrumentalist stelt de verkoopopbrengst van zijn muzikale werk beschikbaar voor onderzoek naar de longziekte PCD. Landelijk komt deze erfelijkheidsaandoening zeldzaam voor onder de bevolking, maar in Volendam relatief veel vaker. Piet is er zelf mee begaan en wil graag helpen om onderzoek ernaar te stimuleren. De leefomstandigheden van lotgenoten zouden daardoor kunnen worden verbeterd.
,,PCD loopt als een rode draad door mijn familie heen. Ik ben er een van de Sombroeken, van de ‘Cassen’ en daar leeft het erg. Ook aan de andere kant van mijn familie – de Karregatten – zit het in de genen. In Volendam komt PCD sowieso heel vaak voor en in de rest van Nederland gek genoeg bijna niet. Daarom is er in het AMC een aparte afdeling die Volendamse ziektes onderzoekt. Ik dacht eerst dat het een grapje was, maar het is echt zo. Ze zijn daar gespecialiseerd in PCD.”
De hoofdoorzaak van deze ziekte is dat de trilharen in de longen bij de dragers ervan niet werken. Het is een zogeheten taaislijmziekte die zorgt voor taai en verdikt slijm bij patiënten. PCD heeft veel verschillende uitingsvormen. In welke mate iemand er last van ondervindt, verschilt per persoon. Piets broer leed aan een variant die hem zelfs fataal werd. De aandoening zorgde er bij zijn tante voor dat zij geboren werd met haar hart aan de rechterkant van haar lichaam. Bij Piet uit PCD zich in verschijnselen die in de huidige pandemie bij sommigen tot argwaan kunnen leiden.
,,Naast dat ik niet kan ruiken, ben ik constant verkouden. Voor de buitenwereld althans, want als ik echt verkouden ben, dan ben ik ook echt ziek. Met rennen heb ik waarschijnlijk meer moeite dan andere mensen, al liep ik een paar keer de Dam tot Damloop. Mijn vader en moeder hebben erg ‘bedakt’ met me, om het maar op z’n Volendams te zeggen. Een hartoperatie hielp mij erg, want sindsdien is mijn toestand met sprongen vooruit gegaan.”

‘Alle producers
waarmee ik werkte,
gingen er echt
voor zitten’

Piet heeft contact met Erik Haarman, een belangrijke PCD-onderzoeker. Hij praat deze arts en wetenschapper regelmatig bij over hoe het met hem gaat. Voor onderzoek is budget nodig, een aanzienlijk budget. Piet wil hier met zijn muzikale talent graag een bijdrage aan leveren, al beseft hij dat die een druppel op de gloeiende plaat zal zijn. Toch voelt het voor hem goed dat hij op deze manier het wetenschappelijke werk ondersteunt.
‘Bijna Alles Goed’ kwam tot stand in de periode tussen mei 2020 en februari 2021. Dat is een vrij korte tijd voor een muzikaal project en daar is een reden voor. ,,Dat komt door corona. Er was meer focus om op te nemen en met muziek bezig te zijn. Daarbij had iedereen overal tijd voor. Daardoor gingen alle producers waarmee ik werkte er echt voor zitten. Het was mooi om dat te merken. Er zat geen druk achter dit project en ik gaf mezelf er meer tijd voor. Mijn doel was eigenlijk om het komende december af te ronden, maar het werd eerder.”
Piet nam de kosten voor zijn nieuwe plaat volledig voor eigen rekening. Van meet af aan was het steunen van onderzoek zijn doel, dus eraan verdienen is niet zijn bedoeling. Nu het werk er ligt, is hij er trots op. ,,Als je hoort met wat voor bezieling mensen eraan gewerkt hebben om het zo goed mogelijk te laten klinken, dan krijg je kippenvel. Soms komt er iets uit waarvan je denkt: ben ík dit? Het was mijn doel om het zo puur en ‘folk’ mogelijk te laten overkomen. Niet al te veel effecten dus. Van alles wat ik eerder maakte, ben ik met deze plaat het meest blij. Ik zou zeggen: luister het en oordeel er zelf over.”
De LP Bijna Alles Goed is verkrijgbaar bij Jan Cas Sombroek in Volendam. Bij de fysieke exemplaren zit tevens een link om het werk te downloaden, voor luisteraars die geen platenspeler bezitten.

 

Fotogalerij

Jan Smit lanceert nieuwe single ‘Zolang Je Bij Me Bent’

Na een afwezigheid van bijna 3 jaar komt Jan Smit vandaag met een gloednieuwe single getiteld ‘ Zolang Je Bij Me Bent’. De voorloper van een nieuw album dat later dit jaar zal verschijnen.

Zolang Je Bij Me Bent is geschreven door Jan Smit samen met Alain Clark. Productie en de compositie lag in handen van Thomas Tol en de mastering en mix is gemaakt door Matt Butler in Abbey Road Studio’s.

3 jaar geleden bracht Jan zijn platina-album Met Andere Woorden uit. Een project waarbij gerespecteerde collega’s uit het vak voor hem gingen schrijven. O.a Bløf en Miss Montreal behoorden bij de line-up. Een bijzonder album, maar zonder eigen geschreven liedjes. Daar komt nu verandering in. Deze track is herkenbaar Jan Smit met een frisse en zomerse sound.

De clip is opgenomen in de mooie omgeving van Hoenderloo, om het ‘ vakantie in eigen land ‘ gevoel te kunnen overbrengen.

‘Ik vind het enorm spannend om na meer dan 3 jaar weer met eigen geschreven muziek te komen, ik hoop dat de fans het leuk vinden, ik ben in ieder geval heel erg trots op het resultaat’ aldus Jan Smit.

De single is te besluisteren op Spotify.

Fotogalerij

Liefde is...

Albert en Aagt, een leven lang liefde in de vis

Albert Jonk – oprichter van de bekende viswinkel Sier & Jonk op de Koemarkt in Purmerend – werkt van kleins af aan al in de vis. Het mag dan ook geen wonder heten dat hij zijn Aagt ontmoette in: ,,Dat was toch op een dansavond, Aagt?”, klinkt het door huize Jonk.
Door Jan Koning

[ads id=66]

Naast dat Aagt, zoals Albert het aangeeft, de rechter- en linkerhand van haar man is, is ze kennelijk ook zijn geheugen. ,,Natuurlijk niet. Denk eens even goed na”, dient Aagt Sier haar man van repliek. Dan valt het kwartje. ,,Jezus, natuurlijk niet. Ik weet het weer. Ben natuurlijk ook geen achttien meer. Het was in de viswinkel.”
In de viswinkel van Jaap Zwarthoed in de Kinkerstraat in Amsterdam om precies te zijn. Albert: ,,Ik was een jaar of zeventien en Aagt was vijftien. Kun je nagaan hoe lang ze het al met me volhoudt. Ik werkte daar al sinds mijn dertiende vast en Aagt kwam alleen op vrijdag werken. ” Aagt (67): ,,Wij gingen dan ’s ochtends met nog een stuk of tien meiden uit Volendam met de bus naar Amsterdam-Noord. Met het bootje over naar de stad en dan stapten we op de tram en gingen we ieder een andere kant op naar onze eigen baas.” ,,Weet je nog welke tramlijn je nam?”, memoreert Albert. ,,Jazeker, lijn 17.”

‘De eerste kus?
Echt romantisch
kun je het niet noemen’

Het was volgens Aagt geen liefde op het eerste gezicht, maar Albert heeft een andere versie. ,,Natuurlijk wel. Ik was een filmster in die tijd. Ik zal je binnenkort eens wat foto’s laten zien.” Over de locatie van de eerste kus is het echtpaar – dat inmiddels al ruim vijftig jaar getrouwd is – het wel eens. ,,Dat was op de terugweg van het werk”, gaat Aagt verder. ,,Achterin het visbusje. We zaten niet op een bankje hoor, maar gewoon met een mannetje of vier à vijf achterin waar de motor zat. Echt romantisch kun je het dus niet noemen”
Na veertien jaar lang in Amsterdam gewerkt te hebben, opent Albert zijn eigen zaak – Sier & Jonk – op de Koemarkt. Toen nog samen met zijn zwager. Albert: ,,Aagt kreeg drie kinderen binnen een jaar, dus in het begin bleef ze thuis. Ze maakte vanuit huis veel visschotels en salades en zo. Toen de kinderen wat ouder werden, ging ze steeds vaker mee naar de winkel. We hebben dus heel wat uurtjes samen doorgebracht in de viswinkel.”
Aagt: ,,We staan er af en toe nog steeds als de jongens (de zoons van het stel, de tweeling Robert Jonk & Albert Jonk jr., het nodig vinden.” Albert (lachend) ,,Als het aan de jongens ligt, zullen we namelijk sterven in het harnas.”
,,Ach, het houdt ons van de straat”, gaat Aagt verder. ,,Ik hou het al zo lang met hem vol, die laatste paar jaar kunnen er ook nog wel bij. Het geheim? Ik moet hem gewoon af en toe slaan”, lacht ze. ,,En omdat ik gewoon zo ontzettend lief ben. Albert? Nou, oké, die ook wel een beetje, haha.”
Dat zijn Aagt lief is, bevestigt Albert direct. ,,Ik ben laatst heel erg ziek geweest. Het was op het nippertje of ik was echt in het harnas gestorven. Het ging echt effe bijna mis. Wat ik dan het meeste aan Aagt zou missen, is dat ze zo ongelooflijk goed voor me is geweest. Altijd. Ik heb natuurlijk altijd hard gewerkt, maar door Aagt heb ik een onbezorgd leven gehad. Ze doet ontzettend veel voor me. Nu nog steeds.”
Waarom hij vroeger op Aagt is gevallen, weet Ab ook nog steeds ontzettend goed. ,,Het was een ontzettend knappe meid. Ik had in militaire dienst een foto van haar in mijn kast hangen. Dan kwamen al mijn medesoldaten altijd kijken en vroegen ze: ‘hoe kom je nou aan zo’n knappe vrouw, Jonk?’ Echt waar.” Aagt: ,,Jammer dat ik die knappe knullen nooit heb gezien, haha.”

‘Ik had in militaire
dienst een foto van
haar in mijn kast hangen’

De twee hebben het mooi gehad vroeger. ,,Zeker weten. Mooie dingen gedaan – zoals met een haringkar in Parijs gestaan tijdens de grote vliegshow van Fokker – en altijd gelachen. Ik las het verhaal van Sijmen (Worst, red.) vorige week over dat hij in zijn verkeringstijd acht jaar geen seks had gehad. Tja… Ik ben net een paar jaar jonger dan Sijmen. Dat maakt dan toch wel het verschil.”
Aagt: ,,Ab was ondeugend. Hij zei altijd; ‘ik moet toch weten of ik geen kat in de zak heb gekocht. Nee, dat ‘geen seks voor het huwelijk’ ging niet zo goed.” Albert: ,,Wel als het aan haar vader had gelegen, hoor. Die was altijd zo streng. Ze moest om klokslag 22.00 uur in huis zijn. Vijf minuten later en ze kreeg twee weken straf. Mijn ouders waren al veel moderner. Die wisten wel dat als we op vakantie gingen in een appartement, dat dit niet betekende dat we apart zouden slapen.”
Het zorgt voor voldoende oefening om uiteindelijk drie kinderen op de wereld te brengen. Na dochter Pauline volgt de tweeling Robert & Albert. ,,Ze hebben ons gezegend met zes bloedjes van kleinkinderen”, gaat Aagt verder. ,,We zijn stapelgek op ze. Op wie onze kinderen lijken? Ik denk dat Albert meer op zijn vader lijkt. Robert heeft dat ondeugende meer van mij.” Albert: ,,Onze kleinzoon Niels heeft inmiddels ook een eigen zaak in Zaandam. Apetrots ben ik op hem. Voor ik ziek werd, hielp ik hem wel eens een handje en het is zeker de bedoeling dat ik dat straks als het kan weer ga doen. Dan trek ik toch maar weer het ‘harnas’ aan.”

 

Fotogalerij

Jan Akkerman: van Amsterdamse straatjongen tot beste gitarist ter wereld

Spelen in New York of in Uden, het is de gitaarlegende om het even

,,Die accordeon en de harmonieën die ik daarop leerde spelen, hebben een enorme invloed gehad op mijn latere gitaarspel”, constateert Jan Akkerman. Als jong knaapje uit de Amsterdamse Jodenbuurt kreeg hij een knoppenaccordeon van zijn vader. Zijn eerste klanken speelde Jan op de muziek van Johnny Jordaan. Een aantal jaar later werd hij in Engeland – de thuishaven van wereldsterren als Eric Clapton, Mick Taylor en Jimmy Page – uitgeroepen tot beste gitarist op aarde. Akkerman heeft een veelbewogen leven achter de rug, maar van stoppen is nog geen sprake. ,,Later dit jaar word ik 75 en om dat jubileum te vieren, komt mijn biografie uit én volgt er een bijzondere tournee…”
Door Kevin Mooijer

[ads id=66]

Als zoon van een metaalhandelaar werd Jan geboren in het hart van Amsterdam. ,,We woonden op het Waterlooplein, dan kan je zelf wel invullen wie je eerste muzikale invloeden zijn”, lacht Jan. ,,Johnny Jordaan en Tante Leen om er even twee uit te pikken, dat waren mijn eerste klanken. Maar ik ben niet op de gitaar begonnen.” Op driejarige leeftijd kreeg Jan een kinderpianootje van zijn vader. ,,Daar begin je dan tot in den treure liedjes als ‘Vader Jacob’ op te spelen. Ik denk dat mijn vader na een jaar of twee helemaal klaar was met het geluid uit dat ding. Toen ik vijf werd kwam hij namelijk thuis met een prachtige knoppenaccordeon. Knoppen vond hij mooier klinken dan toetsen, en daar moet ik hem gelijk in geven.”
Niet geheel onverwachts bleek Jan talent te hebben. ,,Ik kreeg klassieke les van accordeonist Fred Roosendaal, ik leerde zogenaamde straatmuziek spelen van meneer Blijleven en verder kreeg ik les in zigeunermuziek van een virtuoos in een woonwagenkamp, net buiten de stad. Van huis uit kreeg ik allerlei stijlen mee. Mijn grootouders draaiden bijvoorbeeld veel Argentijnse tango’s, mijn moeder luisterde graag naar Franse chansons en op school kreeg ik weer kerkmelodieën mee. Al die invloeden hebben uiteindelijk een grote rol gespeeld in mijn latere gitaarspel.”
Accordeonleraar Fred Roosendaal beschikte over zijn eigen accordeonorkest, genaamd Helikon. ,,Dat orkest bestond echt uit een man of veertig. Het duurde niet lang voordat ik ook meespeelde in het orkest. Daar zit je dan als pikkie van vijf jaar operamelodieën tussen te spelen. Ik herinner me nog goed dat het Slavenkoor op ons repertoire stond. Prachtig om daar deel van uit te maken, helemaal op zo’n jonge leeftijd.”

Een IKEA-modelletje
Op tienjarige leeftijd maakte Jan kennis met het virtuoze gitaarspel van Django Reinhardt. ,,Oorstrelend vond ik het. Ik was er zó van onder de indruk dat ik gelijk ben overgestapt op de gitaar. Die switch ging alleen gepaard met een probleempje; mijn vader had nét een nieuwe accordeon van veertien ‘meier’ voor me gekocht. Dat ik nu gitaar wilde spelen, was dus een schop tegen het zere been.” Maar Jan was vastberaden. ,,In een winkeltje op het Waterlooplein lag een oude gitaar voor vijf gulden. Van mijn eigen zakgeld kocht ik het instrument om het vervolgens flink onder handen te nemen. Ik schuurde de laklaag eraf, spoot hem helemaal geel en met een kaars maakte ik er vlammen in. Zo had ik mijn eigen sunburst gitaar van Japans waaibomenhout. Hij zag er leuk uit, maar het was een IKEA-modelletje.”
Niet veel later nam Jan zijn eerste plaatje op als gitarist. ,,Op mijn twaalfde speelde ik samen met mijn jongere broer Jacob in Johnny and his Cellar Rockers. Het was een band geïnspireerd door the Shadows. De eerste single die we maakten was ‘Exodus’, met op de B-kant de cover ‘Melody in F’ van Anton Rubinstein. Dat werk werd de basis voor mijn latere fusieverwerking van klassiek tot blues.”
Als tiener groeide Jans bekendheid niet alleen vanwege zijn muzikale aanleg, maar bij de leerkrachten op de ULO (middelbare school, red.) maakte hij naam vanwege een andere reden. Naar eigen zeggen was Akkerman een straatschoffie. De strikte schoolmeesters uit die tijd konden weinig begrip opbrengen voor Jan en zijn soortgenoten. ,,Mijn leraar vroeg me ooit om eens iets te vertellen over de oude Grieken. Ik zei bijdehand dat ze allemaal dood waren. Als reactie kreeg ik een harde klap voor mijn ‘harses’. Ja, en dan komt dat straatschoffie in me naar boven. Ondanks dat die kerel twee meter was, heb ik geprobeerd hem te grazen te nemen. Tevergeefs, uiteraard.”
School en Jan Akkerman, het zou nooit een gelukkig huwelijk worden. ,,Na dat geintje werd ik van school gestuurd. Ik was geloof ik veertien jaar oud. Dat vechten zat in mijn aard. Op straat knokte ik vaak, in december hielden we de zogenaamde kerstboomgevechten en het ging zelfs zo ver dat we met volksbuurten georganiseerd tegen elkaar vochten.”
Op aandringen van zijn vader zette Jan zijn educatie voort op Instituut Schreuder, een privéschool aan de Jan Luijkenstraat. ,,Na vier jaar op die school te hebben gezeten brak de tijd voor de volgende stap. Er was maar één ding dat ik wilde en dat was gitaarspelen. Zo kwam ik uit bij het toelatingsexamen voor het conservatorium. De toenmalig directeur van het Conservatorium van Amsterdam testte mij. Aan het einde van de sessie bood hij me een studiebeurs aan en ik kreeg een privéleraar aangewezen om te helpen bepalen welke stroming ik zou moeten gaan volgen. Die man – Gerard Gest – ben ik eeuwig dankbaar. Vijf jaar lang heb ik gitaarles van hem. Ik heb ontzettend veel van hem opgestoken.”

‘Vanaf mijn
veertiende speelde
ik al muziek in
voor onder meer
the Blue Diamonds,
Rob de Nijs, André Hazes,
Willeke Alberti,
Anneke Grönloh
en the Cats’

Ondanks de veelbelovende start op het conservatorium, heeft Jan zijn diploma nooit gehaald. ,,Dat ik het nooit afgemaakt heb, heeft denk ik te maken met twee oorzaken. Ten eerste zag ik mezelf niet in zo’n pinguïnjasje en een klassieke gitaar in een concertzaal zitten – ik hou van rock ’n roll, zolang er een randje aan zit vind ik het goed – en ten tweede heb ik last van dyslexie.” Jan lacht: ,,Terugkijkend vind ik het een wonder dat ik het überhaupt zo lang heb volgehouden op die studie. Enfin, ik ben daarna maar bij mijn vader aan het werk gegaan in het ijzer. En in de tussentijd had ik de nodige studioklusjes en richtte ik Brainbox op.”
Naast zijn onmiskenbare talent beschikt Jan over nog een groot voordeel als gitarist, namelijk zijn achtergrond als accordeonist. ,,Jarenlang speelde ik harmonieën en de meest uiteenlopende muziekstijlen op de knoppenaccordeon. Dat heeft later een flinke invloed gehad op mijn gitaarspel. Je kunt die roots bijvoorbeeld goed terug horen in mijn solo’s uit de Focus-tijd.”
Maar ook in bijvoorbeeld het nummer ‘Blue Tango’ uit 1962 van Jans eerste bandje Johnny and his Cellar Rockers zijn duidelijk de Argentijnse invloeden te horen, die hij als knaapje meekreeg van zijn grootouders. ,,Die verschillende invloeden en mijn voorkeur voor timen, exact spelen, maar wél swingen, zijn samen bepalend voor mijn stijl. Exact op de tel spelen is niet het makkelijkste. Je ziet wel eens beelden van een man of twintig die ergens in een arm land een grote boot het strand op moeten trekken met het handje. Daar kan je exact spelen mee vergelijken: als één van die twintig kerels niet swingt, dan komt die boot het land niet op.”
Eén van zijn grootste muzikale successen boekte Jan met the Hunters. Het nummer ‘Russian Spy and I’ bereikte niet alleen de hitlijsten in Nederland, maar deed het buiten de landsgrenzen ook goed. En terwijl de virtuoze gitarist langzaam maar zeker naam maakte met zijn bands, was hij achter de schermen al jaren actief als begenadigd sessiemuzikant. ,,Vanaf mijn veertiende speelde ik al muziek in voor onder meer the Blue Diamonds, Karin Kent, Rob de Nijs, André Hazes, Willeke Alberti, Anneke Grönloh en the Cats.”
,,Ik herinner me nog een dag in 1967 of ’68 waarop ik voor the Cats in de studio zat. Ik had net een nieuw versterkertje gekocht met daarin één speaker. En ik had ontdekt dat naast die speaker precies genoeg ruimte was voor een fles yoghurt. ’s Ochtends kwam ik met mijn gitaar en mijn nieuwe versterkertje de studio inlopen. Ik installeerde mijn materiaal, maakte nog een praatje met andere muzikanten en we begonnen met opnemen. Op een gegeven moment zette de producer alles stil. Ze hoorden ergens een rateltje door de muziek heen. De oorzaak van het probleem werd niet zomaar gevonden. Het duurde en het duurde maar. De speakers werden van de muur gehaald en de mengtafel werd opengeschroefd, maar tevergeefs. Ik zat een beetje om me heen te kijken, en toen mijn blik ging langs mijn nieuwe versterker ging, besefte ik waar het geratel vandaan kwam. Vliegensvlug haalde ik mijn fles yoghurt uit de versterker en zette hem uit het zicht. De complete studio had ruim een uur stilgelegen vanwege mijn yoghurt. Ik heb maar niks gezegd…”
De Amsterdammer zou uiteindelijk verscheidene grote hits van the Cats op zijn cv mogen bijschrijven. ,,Ik weet niet meer welke nummers ik precies ingespeeld heb, ik kan wat dat betreft mijn eigen paaseieren verstoppen, maar als ik het goed heb speelde ik gitaarpartijen op onder meer ‘Vaya Con Dios’, ‘Lea’, ‘Marian’, ‘Scarlet Ribbons’ en ‘One Way Wind’. Op het laatste nummer speelde ik alleen rhythm, Piet speelt daar zelf het solowerk.”

‘De dollartekens in
de ogen van de
mensen om je heen
komen in zo’n
situatie tevoorschijn.
Als vredelievend mens
had ik daar veel moeite mee’

In 1973 werd Jan Akkerman door het Britse magazine Melody Maker uitgeroepen tot beste gitarist ter wereld. Een eer waar Akkerman niet veel mee heeft. ,,Als je je in Nederland zo gaat profileren, dan word je ook zo bejegend. Ik heb geen zin om tegen tekortkomingen van anderen aan te kijken. En ook van mezelf niet. Het is een twijfelachtige eer. Ik denk dat die uitverkiezing me meer belemmerd heeft dan dat het me gestimuleerd heeft. De dollartekens in de ogen van de mensen om je heen komen in zo’n situatie tevoorschijn. Als vredelievend mens had ik daar veel moeite mee. Pas nadat ik het punt bereikte waarop ik alle poen en bijzaken naast me neer wist te leggen, pas toen voelde ik me uitstekend. Vanaf dat moment kwam er weer af en toe wat uit mijn handen waar ik van dacht: ‘nou, dat heb ik niet verkeerd gedaan’.”
Als populair en veelgevraagd gitarist kreeg Jan onvermijdelijk ook met de duistere kant van de rock ’n roll te maken. ,,Mijn broer Jacob was een goede drummer. Ondanks dat hij ook actief was in het muziekwereldje, had ik altijd het idee dat hij zijn plek niet kon vinden. Jacob is niet oud geworden. Op zijn 43e kwam hij te overlijden aan een overdosis. Hij wilde altijd dat ik wat zou doen met Herman Brood. In 1977 kwam het ervan. Tijdens een studiosessie kwam Hermans hoofd opeens om de hoek kijken. Of ik een liedje wilde inspelen voor zijn album ‘Street’. Zijn gitarist was al drie dagen bezig geweest met een stukje solo van drie minuten. Een periode nadat ik dat stukje muziek inspeelde voor Herman Brood, werd ik uitgenodigd om wat optredens met hem te doen. Hij had een goede band samengesteld met onder meer Hans Dulfer en Jeff Reynolds. We hebben een aantal mooie optredens neergezet, maar na afloop ging het helaas vaak mis. Achter de coulissen vroeg Herman me of ik ook een beetje bruin wilde. Dat is de rockscene van Nederland. Hopelijk wordt het tegenwoordig niet meer als normaal ervaren dat mensen na een optreden een zak heroïne opentrekken…”
Zo’n dertig jaar terug streek Jan neer in Volendam. De liefde bracht hem naar de dijk. ,,Net als zoveel Amsterdammers dat hebben, heb ook ik altijd wat met Volendam gehad”, lacht hij terwijl hij nadenkt over zijn antwoord op de vraag of het nog altijd zijn passie is om muziek te maken. ,,Enerzijds zal het altijd mijn passie blijven, maar anderzijds geloof ik het eigenlijk ook wel. Ik maak me niet druk meer en doe alleen nog wat ik leuk vind. Zoveel spelen als vroeger gaat lichamelijk ook niet meer. Aan beide handen ben ik inmiddels geopereerd vanwege Carpaal Tunnelsyndroom. Ergens mag ik blij zijn dat ik überhaupt nog kán spelen. En ik mag niet alleen van geluk spreken wat betreft mijn succesvol geopereerde handen, maar ik heb ook twee herseninfarcten gehad. Eén links en één rechts. Daar ben ik wonderbaarlijk genoeg ook goed uit vandaan gekomen, en dan heb ik het nog niet over het auto-ongeluk waarbij ik zwaargewond naar het ziekenhuis werd afgevoerd.”

‘Na operaties aan
mijn handen,
twee herseninfarcten
en een auto-ongeluk
kies ik er bewust voor
om alleen nog te doen
wat ik leuk vind’

,,Ik kies er dus bewust voor om alleen nog te doen wat ik leuk vind en op dit moment zijn dat drie dingen. Allereerst werk ik aan een tournee ter ere van mijn 75e verjaardag, waarin ik een soort tijdlijn van mijn muziek wil spelen. Van Johnny and his Cellar Rockers, the Hunters, Focus, Brainbox tot mijn solowerk; alles komt voorbij. Daarnaast – en dat vind ik echt te gek – treed ik met mijn dochter Laurie op. Samen maken we deel uit van de ‘Knight of the Guitar’-theatershow. En het derde project waar ik me mee bezig houd, is een soort heroprichting van Brainbox. Een aantal jaar terug ontdekte ik dat Vandenberg-zanger Bert Heerink al die stukken in de originele toonsoort bleek te kunnen zingen. Ik heb toen direct een fantastische band samengesteld om het land mee in te gaan en ik kan de liefhebber beloven dat het muzikaler is dan de originele muziek. My Brainbox heet de band. We hebben de sound én de sfeer.”
Jan Akkerman schopte het als Amsterdams straatjochie tot beste gitarist ter wereld. Een gitarist die alleen als soloartiest al 35 albums uitbracht. Een gitarist die ridder werd in de orde van Oranje Nassau. Een gitarist die de grootste podia betrad van Europa tot Azië en van Amerika tot Australië. Met Focus speelde hij in de hoogtijdagen in het gigantische Central Park, waar alle verlichting georganiseerd uitviel om de aandacht op één wolkenkrabber te focussen. Terwijl Jan de tienduizenden bezoekers op één van zijn kenmerkende gitaarsolo’s trakteerde, prijkte op de nog enige verlichte wolkenkrabber het woord ‘FOCUS’. ,,Dat was best heftig”, mompelt de gitaarlegende bescheiden als hij terugdenkt aan het bijzondere moment. Laatst stond Jan in Uden voor vijftig man publiek te spelen. Dat doet hij net zo lief als voor tienduizenden mensen in New York spelen. ,,Het maakt mij eerlijk gezegd niet uit voor hoeveel man ik speel. Als die vijftig mensen het naar hun zin hebben, dan is het optreden toch geslaagd?”

Fotogalerij

In de Nivo van vandaag, 18 augustus 2021

Wij wensen iedereen veel leesplezier met onder andere de volgende onderwerpen:

• Kermissen door maatregelen in samenhang met openbare orde dit jaar niet haalbaar
• Ongeregeldheden rondom eerste thuiswedstrijd FC Volendam
• Volendammer vissers demonstreerden tegen beperkingen
• Piet Karregat debuteert met folkplaat ten behoeve van PCD-onderzoek
• Liefde is… Albert en Aagt, een leven lang liefde in de vis
• Beste palingjaar ooit voor Loeges
• Bekende kermisexploitant ziet vrachtwagen met botsauto’s kantelen
• Indrapoera heropent prachtig restaurant met eigentijds concept
• Prachtige padelpartijen van Nederlandse top

Fotogalerij

Rob Braan wint Edwin Bond Memorial Footgolf Toernooi

Afgelopen zaterdag werd het jaarlijkse Edwin Bond Memorial Footgolf Toernooi georganiseerd op de golfbaan in Spaarnewoude. Edwin overleed begin 2018 plotseling en was een actief lid van de Palingprofs. Een groep zakelijke professionals die leuke netwerkevenementen organiseren. Een van die evenementen was een footgolf toernooi. Na zijn overlijden wordt dit toernooi nog ieder jaar in zijn nagedachtenis georganiseerd. Eerder werd in deze krant ruim aandacht besteed aan zijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostela.

Ook dit jaar was de animo weer groot en onder ideale omstandigheden hadden de deelnemers een prachtige dag. Zoals ieder jaar waren er ook weer familieleden van Edwin aanwezig.
De deelnemers werden ingedeeld in groepen van 6 en er werd gestreden om meerdere prijzen.

Rob Braan, Tom Koning en Ed Guyt werden respectievelijk 1e, 2e en 3e. De beste ploeg was die van Johan Keizer en Crelis Schilder ging er vandoor met de poedelprijs.
Na afloop bedankten de winnaars Corn Veerman voor de organisatie en werd er nog even stil gestaan bij de nagedachtenis aan Edwin.
Een mooie dag die zeker weer een vervolg zal krijgen.

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?