Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Regionaal voetbalprogramma ‘de Aftrap’ in augustus op de bui

,,Aan de gasten zal het niet liggen”, lacht Jack Mühren terwijl hij vertelt over zijn gloednieuwe voetbalprogramma dat zowel op de L.O.V.E. als op RTV Noord-Holland te zien zal zijn. ,,De wekelijkse voetbaltalkshow zal synchroon lopen met de Eredivisie en de Keukenkampioen Divisie. Samen met Ed Guyt en Edward Dekker van NH Media neem ik de presentatie van ‘de Aftrap’ op me. De eerste uitzending – die op 6 augustus uitgezonden zal worden – is gericht op FC Volendam. We trappen af met gasten Wim Jonk en Gerald Vanenburg.”
Door Kevin Mooijer

[ads id=66]

,,Het heeft heel wat voeten in aarde gehad om dit te realiseren. Bij de lokale omroep heb ik het programma natuurlijk lange tijd gepresenteerd, maar nu ontstond de kans om het professioneler en grootser aan te pakken”, verwijst Jack naar de aanstaande samenwerking tussen de L.O.V.E. en NH Media. ,,De pilotaflevering is inmiddels goedgekeurd en dus staan we in de startblokken voor het nieuwe seizoen. We trakteren onze kijkers op nationale grootheden en hun visie op het mooiste spelletje dat er is, te beginnen met twee oud-internationals: Gerald Vanenburg en FC Volendam-trainer Wim Jonk.”

‘We gaan wekelijks
grootheden
verwelkomen’

‘De Aftrap’ wordt een wekelijks terugkerend televisieprogramma dat in de geest van Voetbal Inside gepresenteerd zal worden. ,,De opnames zullen plaatsvinden in de L.O.V.E.-studio, waar een prachtig decor gebouwd is. We beschikken zelfs over een bar, en mijn lieftallige vriendin Netty zal tijdens de uitzendingen achter de tap staan.” De organisatie van ‘de Aftrap’ wordt gesponsord door verschillende lokale ondernemingen. ,,Onze gasten mogen voor de uitzending lekker eten bij Restaurant Van den Hogen, de presentatoren worden gekleed door Charrell & Do, Fred Vilten zorgt dat we goed voor de dag komen wat haar betreft en Petra Boonstoppel verzorgt de visagie. En net als L.O.V.E.-medewerkers doen ook zij dat allemaal belangeloos. Geweldig, toch?”Jack is de jongste telg uit een voetbalfamilie van de zuiverste graad. Zijn broers Gerrie en Arnold zouden samen een pakhuis kunnen vullen met de (grote) prijzen die zij tijdens hun carrières wonnen. En Jack houdt zich sinds jaar en dag meer langs de zijlijn bezig met het spelletje. Naast de radio- en televisieprogramma’s die hij over voetbal maakte is Jack al jaren stadionspeaker bij FC Volendam. ,,In de loop der jaren heb ik een groot netwerk opgebouwd in de voetballerij. Dankzij dat netwerk ben ik in de gelegenheid dit te doen”, doelt hij op zijn nieuwe programma. ,,Ed Guyt, Edward Dekker en ik gaan wekelijks gasten verwelkomen die op het internationale podium actief zijn geweest. Afhankelijk van welke club we die periode onder de loep nemen worden de juiste voetbalkenners uitgenodigd.”

‘Het is een
voorrecht om dit
te mogen doen’

,,De première zal dus op vrijdag 6 augustus worden uitgezonden, op dezelfde dag als de openingswedstrijd van FC Volendam. ‘De Aftrap’ zal wekelijks op vrijdag te zien zijn om 17.15 uur bij de RTV Noord-Holland en om 18.00 uur bij de L.O.V.E. en uiteraard worden de uitzendingen meerdere keren worden herhaald. Onze gasten in de eerste aflevering zijn FC Volendam-trainer Wim Jonk en Gerald Vanenburg. De tweede uitzending gaan we het vooral over Telstar hebben en daarin worden we bijgestaan door Telstar-trainer Andries Jonker en scheidsrechter Bas Nijhuis. In de derde aflevering gaan we het met Barry Opdam en Gertjan Verbeek over AZ hebben en in de afsluitende aflevering van die maand spreken we Ronald de Boer en Keje Molenaar over Ajax. In september gaan we het vooral over het Nederlands elftal hebben, met in de eerste aflevering de gasten Foppe de Haan en Arnold Mühren. Het zal vanaf dat moment afhangen van de actualiteit wie de gasten worden en welke onderwerpen we bespreken.”Ed Guyt – beter bekend als de beste speler van het PX toernooi ’95 – maakt voor iedere aflevering een kleine special waarin hij samen met een speler van de desbetreffende club een potje voetgolf speelt. ,,Dat spelletje gaat natuurlijk gepaard met een leuk interview. Ik kan alvast verklappen dat Ed het in de eerste aflevering opneemt tegen niemand minder dan FC Volendam aanwinst Robert Mühren.” Nog voordat de eerste aflevering is uitgezonden glundert Jack al van trots. ,,Het is een voorrecht om dit te mogen doen. Dat we dit met zo’n kleine groep voor elkaar hebben gekregen is hartstikke mooi. Nadat ik een verhaaltje op Facebook heb gezet ontvang ik leuke reacties uit heel Noord-Holland. Mensen zijn enthousiast en willen ‘de Aftrap’ graag zien. En op onze beurt kunnen wij het ook bijna niet meer afwachten om eindelijk af te trappen!”

V.l.n.r.: Edward Dekker, Ed Guyt en Jack Mühren. Foto Johan de Wit

Fotogalerij

Drie directeuren over een halve eeuw J.F. Kennedyschool

‘Hier heerst de no-nonsense mentaliteit’

Het eerste fusie-overleg tussen de teams van de Kennedyschool en St.Nicolaas staat al gepland voor na de zomer, maar voordat beide scholen volgend jaar samengaan, kon eerstgenoemde in de afgelopen weken nog haar vijftigjarig jubileum vieren. Drie directeuren uit het (recente) verleden en heden, in chronologische volgorde Cor Nieuwboer, Henk Bond en Jan Klouwer, putten uit een halve eeuw ‘de Kennedy’. De school die in 1971 werd geopend op de plek waar nu een appartementenflat staat in de Saturnusstraat en in 2001 verkaste naar het Boelenspark.
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

Destijds werd de eerste basisschool op ’t Zand vernoemd naar de in ’63 doodgeschoten Amerikaanse president John F. Kennedy. De eerste schooldirecteur, Jaap Smit, overleed ook jong, reeds op 42-jarige leeftijd, door kanker. Cor: ,,Ik stond sinds enkele jaren voor de klas en werd directeur omdat het zo liep, toen Jaap was overleden.” Jan: ,,Over jou werd vaak gezegd dat mensen het superjammer vonden dat je later niet meer voor de klas stond.” Cor: ,,Ik heb ook lange tijd onderbuikgevoelens gehad, dat ik toch iets anders wilde doen, maar op een gegeven moment maak je die stap niet meer en blijf je directeur op diezelfde plek. Maar in je hart ben je die leerkracht voor de klas met kinderen.”
Henk herkent het. ,,Ik ben hier acht jaar directeur geweest en liep er ook mee rond, tot de kans kwam om leerkracht te worden op de Triade en ik ben heel blij dat ik die keuze vorig jaar heb gemaakt.” Cor: ,,In die zeventiger jaren hadden we nog twee leerkrachten van buiten, omdat er niet genoeg Volendamse docenten voorhanden waren. Het was de tijd dat de ouders nog geen bemoeienis hadden met de school. Een ouderraad, dat kwam rond 1978 op gang. Sommige directeuren en leerkrachten hadden daar moeite mee. Het heeft absoluut z’n goede kanten, maar het is niet altijd pais en vree. Een enkele keer sta je flink te kijken van hoe ouders reageren.”

Serieus en ontspannen
,,Als ik kijk naar de identiteit of cultuur van de Kennedy, was dat toch die van no-nonsense mentaliteit. Je komt hier op school bij elkaar om te leren, we doen niet al te gekke dingen, doen het serieus, maar ook ontspannen. Met veel mensen die hart voor de school hadden. Samen, ook met de ouderraden. Dat gaf iedereen het gevoel van ‘dit is de Kennedyschool’. Op de oude Kennedy liggen de meeste jaren van mij. Sommige zeiden: ‘een ouwe bakken zootje’, maar ik vond het geweldig. Het 25-jarig jubileum vierden we daar nog en daar hadden we nog de Zandkrant.”
Henk: ,,Toen ik het stokje overnam, ging ik door in de trant van Cor, die van ‘mensen wees welkom hier in het warme bad, zowel ouders als kinderen’. De dames in de onderbouw zaten er langer en wisten goed dat gevoel neer te leggen bij de ouders. Die trend werd in de leerjaren daarna doorgezet. En ik vond het altijd een mooi compliment als er een wisseling met leerkrachten was, iemand dan te horen kreeg dat hij of zij naar de Kennedschool ging en anderen zeiden: ‘jij hebt wel mazzel, jij mag op de Kennedyschool werken’.”
Jan: ,,Veel stagiaires willen hier ook blijven werken.” Cor: ,,Met Theo Tol en Amanda Mazereeuw hebben we twee leerkrachten die hier zelfs als leerling hebben gezeten.” Henk: ,,Amanda is echt het hart van de school, die zit er al zo lang. Elke school heeft zijn cultuurdragers en daar is zij er een van.”
Jan, sinds een jaar directeur: ,,Ik probeer ook door te geven wat Cor en Henk uitdroegen. Ten tijde van de tweede coronaperiode spraken we bijvoorbeeld af met de leerkrachten dat het weliswaar thuisonderwijs was, maar dat we dat vanuit de school zouden geven. En als kinderen het thuis niet redden, het kind toch naar school te laten komen. En ouders konden altijd bellen bij vragen, dat werd heel erg gewaardeerd.”
Cor: ,,Er was nooit afstand tussen leerkracht en ouders. Dat voelde vertrouwd, zeiden de ouders.” Henk: ,,Ze kunnen ook beter naar je toekomen, dan dat ze buiten het hek gaan klagen. Soms moet je zelfs een ouder gelijk geven in situaties, ook al is dat niet fijn voor de leerkracht. Ik heb ook aan beide kanten gestaan, die van leerkracht en van directeur. Ik heb het écht moeten leren om harde besluiten te nemen. Cor was ook geen zakelijk directeur.”

‘Reflectie en feedback
ontvangen en geven
leren de kinderen hier
ook op school,
dat was vroeger niet’

,,Maar reflectie en feedback ontvangen en geven leren de kinderen hier ook op school. Vroeger was dat er niet, na de les of aan het eind van de dag, dat zit er hier inmiddels ingebakken. Wat dat betreft is het lesgeven wel veranderd.” Cor: ,,In de beginjaren had je met dat kleine team misschien drie keer per jaar vergadering, dat waren de rapportvergaderingen. En als je vaker bij elkaar kwam, dronk je een kop koffie en legde een kaartje.” Jan: ,,En als je nu de agenda ziet van het team… Veel te vol. En daar moeten nu nog de fusie-overleggen bij komen.”
Voor Cor is het nog steeds bekend terrein. ,,Twee kleinkinderen zitten hier op school, dus ik kom hier wel eens. In het begin, na mijn uittreden, liep ik vaak binnen, maar op een gegeven moment komen er steeds meer nieuwe mensen en dan wordt dat minder.” Henk: ,,Dat is natuurlijk.” Cor: ,,Maar sindsdien, als ik langsfiets, kijk ik áltijd naar het gebouw.”
Henk glimlacht als hij aan een anekdote denkt: ,,Cor hield van sparen.” Cor: ,,Ik kon inderdaad moeilijk spullen weg doen.” Henk: ,,Ik kwam eerst hiernaast als leerkracht op de Nicolaas te werken, die hadden alles nieuw aangeschaft, tafels, stoelen, berging. Cor had alles van het oude gebouw meegenomen, echt nostalgisch. Dus toen ik hier directeur werd en Cor eruit ging, dacht ik al ‘als-ie weg is, gaat dat er allemaal uit’. Hij had z’n hielen nog niet gelicht… zag Cor na enkele weken al die oude spullen aan de kant staan en keek me verbaasd aan… wat ga je nou met al die spullen doen? Maar bij mij gebeurde dat ook. Hadden ze na mijn vertrek ook een opruimronde.”
Na het vertrek van Henk stapte Jan er in, na een jaar als adjunct-directeur: ,,Eigenlijk onvoorbereid en dat maakte het een lastig jaar, ik moest ook nog starten met een studie. Maar ik had de wil om dit te doen en vind het werk erg leuk. Ik sta nog nauwelijks voor de klas en als dat het geval is, dan zie je hoe snel het gaat als je er even uit bent.” Henk: ,,Je verliest snel je routine, maar het zit wel in je bloed, dus toen ik op de Triade voor de klas stond, had ik ‘het’ zo weer.” Jan: ,,Maar je wordt er minder vaardig in en dan voel je jezelf bewust onbekwaam. Het ging toch altijd vanzelf?” Henk: ,,Toch, de rust die over je heen komt als je voor de klas staat, de schoolmeestermaniertjes, ze waren er snel weer.”

Ontwikkeling
Jan: ,,Ik zie nu al na een jaar dat hier niemand buiten het team staat, het is één groep en superleuk. En wat die no-nonsense betreft, binnen deze muren wordt altijd gepraat over onderwijs, over ontwikkeling van kinderen. Dat viel me op vanaf het eerste moment dat ik binnenkwam.” Henk: ,,Ik moet wel zeggen dat we steeds héél veel bezig zijn met die ontwikkeling. Je mag er niet meer van genieten als het even gewoon lekker gaat. Daar deed ik ongemerkt zelf ook aan mee.” Jan: ,,Daar komt toch dat serieuze om de hoek kijken, die Volendammer drang. Zoals nu met de wereldoriëntatielessen, een methode die nog in de testfase zit, maar dan willen de teamleden het al perfect doen. Dat kan niet, want het is zo’n andere manier van vakoverstijgend thematisch werken. Gun jezelf dat je gewoon mag leren, zeg ik tegen de teamleden. Hebben ze toch dat verantwoordelijkheidsgevoel naar de kinderen toe.”
Henk: ,,We moeten als school de kinderen allerlei kennis meegeven, maar het is belangrijk om kinderen te zien. Want eigenlijk moeten we ze vooral helpen om later uit te groeien tot een goed mens. Reken- en taalles, dat is de basis, maar de levenslessen die ze van een meester of juf krijgen, onthouden ze ook voor later. We moeten vasthouden aan onze kernwaarden. Als er iets gebeurt in de klas of op het schoolplein, wat aandacht verdient, dan is dat op dat moment belangrijker en gaat de rest aan de kant. Dan maar een uur – of langer als dat nodig is – geen rekenen of taal.” Jan: ,,Daarom hebben we gekozen voor die vakoverstijgende methode. Daardoor hopen we dat er meer tijd vrij komt voor die levenslessen en de kernwaarden. Het werkt preventief en je moet het onderhouden, om te voorkomen dat het in klassen op een bepaalde leeftijd uit de hand loopt.”
Cor, decennialang de herder van de Kennedy, hoort het aan: ,,Wij hebben de SKOV als overkoepelend schoolbestuur en daar was altijd alles mogelijk. Als je dat vergelijkt met de mogelijkheden voor scholen in grotere steden bijvoorbeeld. Wat ik wel een puntje vind, is dat het schoolbestuur straks wil dat je je als school gaat profileren. Dan moet je dus richting ouders van toekomstige schoolkinderen met je uiterlijk gaan koketteren, terwijl vooral de inhoud goed moet zijn.” Jan: ,,Ik begrijp wat je bedoelt, maar 95% van de ouders kiest gewoon de dichtstbijzijnde school. En dat profileren is wel iets wat directeuren en teams een goede zaak vinden, omdat zij nu zelf mogen bepalen welke kant hun onderwijs op gaat.” Henk: ,,Cor, Jij hebt nog het gezellige en knusse meegemaakt en later ook dat de verzakelijking werd ingezet, dat het onderwijs meer een bedrijf moest worden.”
Voordat de fusie ter sprake komt, gaan Cor en Henk nog even terug in de tijd. Cor: ,,Naast de Nieuwjaarsbrand hadden we nog enkele gebeurtenissen die behoorlijk aangrijpend waren. In 2002 het feit dat meester Henri Bond uit het leven stapte, wat wij als school nooit hebben zien aankomen. En daarvoor was er niet alleen de dood op jonge leeftijd van directeur Jaap Smit, maar ook dat enkele jaren later zijn zoontje Sjaak uit de boom viel en overleed. Enorm triest.”

‘Het vieren van het
vijftigjarig bestaan
in de laatste schoolweken
was ook een beetje het
afscheidsfeestje van
de Kennedyschool’

Henk: ,,Wat mij altijd bij zal blijven is de vrijdagochtend van kermis, dé dag van het jaar. Elk jaar hadden we in de tijd van Cor en mij wel twee zelf bedachte nieuwe spellen voor de kinderen. Ik heb met het team een aantal feestmomenten gehad, die onvergetelijk waren. Op vrijdag van kermis bleven de Kennedy-teamleden ook vaak in de school, dat waren nog eens feesten, ook vóór mijn tijd. Cor waarschuwde mij dat ik me als directeur op die momenten rustig behoorde te houden. Later hoorde ik de verhalen van zijn hilarische momenten.”
Cor lacht. Hij weet dat ‘zijn’ school straks opgaat in een fusieschool met de buren: St.Nicolaasschool : ,,Ik heb het zelf in die jaren ervaren als twee verschillende scholen met ieder een eigen cultuur. Voor mijn gevoel is dat niet gemakkelijk om dat in elkaar te verweven, dat heeft dus tijd nodig. Dan komt het goed. Zoals wij ooit de stap moesten maken om de kleuterschool inpandig te krijgen, in ons geval vanuit De Blokkendoos. Maar deze krimp van het aantal basisscholen en daarbij de kans op fusies, zat er aan te komen.”
Jan: ,,Het vieren van het vijftigjarig bestaan in de laatste schoolweken was – gezien die op handen zijnde fusie – ook een beetje het afscheidsfeestje van de Kennedyschool. We hadden groot uitgepakt en er waren vele oud-collega’s. Na de zomer werken we stapsgewijs naar een mogelijke fusie toe. De waarom van de fusie weten we inmiddels wel, nu gaan beide scholen aan de slag met de ‘hoe’. En wat wij en het schoolbestuur qua onderwijsvisie willen doen met het deel van het schoolgebouw dat de komende jaren leeg komt te staan, daar hebben we zo onze gedachten over.” Henk: ,,Een Integraal KindCentrum, met alle faciliteiten, lijkt me logisch. Zo midden in je dorp.” Jan: ,,Dat is een mooi streven. We krimpen weliswaar, maar je wilt die andere faciliteiten ook graag aanbieden in dit mooie gebouw. Zo maken we samen onze school klaar voor de kinderen van nu en van de toekomst.”

 

Fotogalerij

Nieuwe aanwinsten gemeentepolitiek gaan door tijdens reces

‘Thuis volop bezig met stukken lezen’

De lokale afdeling van de PvdA heeft in Celina Buis een nieuw burgerraadslid. Zij is moeder van een gezin, woonachtig in Oosthuizen en heeft een sociaal hart. Haar jarenlange ervaring als professional in de zorg neemt ze mee in de gemeentepolitiek. Daar gaat zij niet zonder ambitie in. Na de verkiezingen zou Celina graag in de raad willen plaatsnemen. Zij is niet de enige die onlangs werd beëdigd. Berry Schilder viel deze eer eveneens ten deel en wordt volwaardig lid. Deze functie bekleedde hij al eerder. Al krijgt hij nu met andere onderwerpen te maken.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Celina Buis (40) groeide op in IJmuiden en verhuisde voor de liefde naar Oosthuizen. De keuze voor de PvdA was voor haar een logische. Celina vertelt: ,,Voor verkiezingen vul ik altijd een stemwijzer in. Daarbij kom ik toch altijd uit op de PvdA. Daar stem ik dan ook op en wat dat betreft ben ik dus heel trouw. Op een gegeven moment had ik zoiets: als je er nou iets voor wilt betekenen, dan moet je er lid van worden. Dan moet je er ook voor gaan staan.”
De lokale PvdA-politici waren al snel op de hoogte van Celina’s lidmaatschap. Het duurde daarna niet lang voordat een van hen haar benaderde. ,,Pim Bliek zocht contact en zei: ‘Kom eens langs om te praten’. Hij vroeg zich af of ik misschien iets zou willen betekenen voor de partij in de gemeente. Ik moest er even over nadenken, want ik heb een gezin en dat is een bedrijvig gebeuren natuurlijk. Daarnaast heb ik nog mijn werk in de zorg. Om dan ook nog politiek actief te worden, daar twijfelde ik wel over.”

‘Mijn motto is: ik heb
het nog nooit gedaan,
dus ik denk dat
ik het wel kan’

Celina’s persoonlijke overtuigingen en dingen die ze om zich heen zag gebeuren, gaven de doorslag om als burgerraadslid mee te gaan doen met de lokale PvdA. Al vijfentwintig jaar werkt ze in de zorg. Ze zag die sector veranderen, uitgekleed worden. Met lede ogen keek ze toe. ,,Verzorgingshuizen verdwenen bijvoorbeeld, waardoor sommige ouderen alleen thuis kwamen te zitten. De zorg wordt daar dan wel geleverd, maar er komt wel een stuk eenzaamheid voor in de plaats. Als je dit soort dingen wilt veranderen, dan moet je iets gaan doen. Daarom dacht ik dus: kom maar op.”
Partijgenoten van de inwoner van Oosthuizen gaven meteen aan blij te zijn met haar. ,,Zeker omdat de PvdA graag wil uitbreiden en in aanloop naar de verkiezingen op zoek is naar nieuwe leden en ondersteuning van de fractie. De partij vindt het daarbij fijn dat er iemand uit de voormalige Zeevang is bijgekomen. Buiten Pim Bliek had ze nog geen actieve leden uit dat gebied. Het is mooi om te zien dat de Zeevang langzaam steeds meer vertegenwoordigd wordt. Dat is ook wel nodig, want we zijn één gemeente natuurlijk. Iedereen moet daarin gehoord en gezien worden.”
Zeker in het begin zal het burgerraadslidschap Celina een hoop tijd gaan kosten. Ze is al bezig om zich in te lezen om zo zoveel mogelijk te weten te komen over de lokale politiek. In haar leerproces zullen de ervaren partijleden Pim Bliek en Max Slotboom haar aan de hand meenemen. ,,Het zal moeten groeien. Gelukkig leer ik snel, dus dat scheelt. Misschien maakt dat wel dat je zo’n uitdaging aanpakt. Ik heb er dus alle vertrouwen in.”

Manager
In de zorg bekleedde Celina verschillende functies. Ze begon ‘aan het bed’ en is tegenwoordig leidinggevende. Intussen verlangt ze weer meer naar het werk in de praktijk, het werk met mensen die zorg nodig hebben. ,,Ik heb altijd tussen opleidende, managende en uitvoerende functies gehopt. Als ik aan het managen ben, dan mis ik altijd het uitvoerende. Dat komt, omdat ik ervan hou om met mensen te werken. Juist in de zorg is het gesprek zo belangrijk. Als manager sta je daar toch wat meer vanaf. Ik ben echt ‘onderaan’ begonnen met huizen schoonmaken. Daardoor weet ik nu bij elke stap van de zorg wat er nodig is. Ik wilde alles geleerd hebben.”
Celina is voor samenwerken, voor oplossingen zoeken. Dit in plaats van hindernissen en obstakels opwerpen. In de lokale politiek wil ze deze mentaliteit meenemen. ,,Ik denk dat je samen tot goede compromissen kunt komen. De hardheid mag er daarbij wat mij betreft wel uit. Ik ben hier niet ingestapt om het hobbymatig te doen. Als je het doet dan moet je het goed doen, vind ik. Mijn ambitie is dus wel om volwaardig raadslid te worden. Ik kom op een verkiesbare plek te staan bij de komende verkiezingen. Het is best wel spannend allemaal. Maar mijn motto is: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.”
Waar Celina nieuw is in de gemeentepolitiek, is Berry Schilder een oude bekende. Vóór de fusie met de gemeente Zeevang was hij al raadslid namens Lijst Kras. Daarna moest hij plaatsmaken voor Wim Rijkenberg, die sinds kort weer wethouder is. Ineens werd hij weer gevraagd om nog ongeveer een halfjaar in de gemeenteraad plaats te nemen.

‘Als je over een
paadje ergens in
Warder gaat praten,
dan moet je wel
weten waar het
over gaat’

Berry: ,,Ik had dit niet verwacht, dit verzoek kwam echt als een verrassing. Het is maar voor een korte periode, dus van echt inspringen is geen sprake. Jan Veerman ging weg uit de raad en ik kwam voor hem in de plaats. Mijn tweede beëdiging was minder spannend dan de eerste. Ik had het al eens meegemaakt en daarom was het nu meer een formaliteit. Omdat ik nog niet beëdigd was, kon ik bij het raadsplein nog niet meepraten. Daardoor zat ik er in de gemeenteraad bij, maar kon ik nog niet actief deelnemen. Ik heb nu vakantie en daarin ben ik thuis al volop bezig met het lezen van stukken, zodat ik helemaal weer op de hoogte kom van wat er allemaal speelt.”
Hij is van plan om een aantal regionale zaken op te pakken. Steeds meer kwesties overstijgen het belang van de gemeente Edam-Volendam. ,,In mijn vorige termijn ging het vooral over zaken die zich alleen in de gemeente afspelen. Intussen blijkt er veel veranderd te zijn. Je hebt steeds meer te maken met de hele omgeving. Met de gezondheidszorg, de jeugdzorg, afvalverwerking, drugsproblematiek en woningbouw. Je moet in toenemende mate kijken naar wat je samen met omliggende gemeentes kunt doen. Doe je dat niet, dan worden dingen voor je beslist zonder dat je meepraat en dat wil je niet. Ik wil mij in dit soort zaken gaan verdiepen.”
Het raadslid van Lijst Kras merkte dat de fusie met Zeevang veel teweeg heeft gebracht voor de lokale politiek. Niet alle kwesties spelen dichtbij huis en daarom is nog meer verdieping nodig. ,,Als je over een paadje ergens in Warder gaat praten, dan moet je wel weten waar het over gaat. Wij hebben als grotere partij de luxe dat raadsleden zich op één of een paar onderwerpen kunnen focussen. Als je kleiner bent, dan is het nauwelijks mogelijk om je overal mee bezig te houden. Buiten mijn raadslidschap werk ik in de automatisering. Wat dat betreft speelt er veel in de gemeente en misschien kan ik helpen om wat dit betreft een en ander vooruit te helpen.”
Berry weet nog niet of hij na deze termijn opnieuw verkozen wil worden in de gemeenteraad. Binnen de partij moet men nog overleggen over de samenstelling van de lijst. Die heeft gevolgen voor hoe groot de kans is dat iemand raadslid wordt. ,,Iedereen moet een plaats krijgen waarmee hij of zij zich goed voelt. Voor mij staat mijn baan voorop en raadslid zijn is toch een pittige taak. Het zou kunnen dat ik dus weer vier jaar in de raad ga zitten, maar daar ben ik nog niet zeker van. In ieder geval zal ik mij de komende tijd volledig voor de lokale politiek gaan inzetten.”

 

Fotogalerij

De jongens van toen doen iets terug voor hun club

Gouden generatie zet zich in voor toekomst

Ze deden wel iets – versnipperd – voor de club waarmee ze zoveel moois beleefden, maar nog niet met de intentie en intensiteit zoals na de vakantie gaat gebeuren. Aan tafel zitten behoorlijk wat handen die namens HV Kras/Volendam kampioensschalen omhoog hielden, interlands en Europa Cup-wedstrijden speelden en een rits seizoenen in de Duitse Bundesliga. Joey Duin, Dirk Tuip, Tom Schilder en Gerrie Eijlers vormen een deel van de Gouden Generatie van het Volendamse handbal en starten vanaf 30 augustus met de ‘Tom Schilder Handbalskoal’. ,,Naast het bestaande aanbod van de HV Kras/Volendam-trainingen kunnen kinderen die graag willen leren, bij ons aansluiten voor extra -veelal individuele – training”, zegt Dirk Tuip, als midopbouwer architect van enkele landstitels zoals die vanaf 2005 werden veroverd.
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

De jongens van toen zitten weer aan tafel. Kletsend, geinend, alsof de tijd heeft stilgestaan. Tuurlijk voelden zij zich, eenmaal gestopt als actief handballer, schatplichtig. Maar het feit dat hun eigen kinderen verknocht zijn of raken aan de sport, zorgt pas echt dat zij hun handbalhart ook weer op willen halen en geeft net dat zetje om weer iets terug te geven aan de club waarmee ze eeuwige lokale roem vergaarden.
Eijlers, jarenlang ook doelman van het nationaal team, was de laatste van die generatie die, ruim een jaar geleden, stopte. En in zijn laatste periode bij zijn oude club Volendam nauwelijks omringd werd door spelers uit eigen opleiding, laat staan uit eigen dorp. Dat zette hem aan het denken. ,,Het is onherkenbaar geworden. Dan kun je misschien beter een stapje terugdoen, om daarna weer met meer eigen mensen de stap omhoog te maken. Over een paar jaar moeten daar weer meer van onze eigen jongens en meiden staan.”
,,Tijden zijn wel veranderd”, zegt Tom Schilder, die achterin de dertig ook nog een keer zijn kniebeschermers weer aantrok om zijn club in een noodsituatie te helpen. Destijds was de instap wat lager, het is moeilijker geworden om in het eerste te komen. Op mijn zestiende werd ik al ingezet, maar toen speelde Volendam nog eerste divisie. Inmiddels is het niveau veel hoger. Toen zei trainer Jaap Tol ‘al doe je de hele wedstrijd alles fout, daar leer je van’. Dan ga je veel vrijer spelen.” Ger: ,,Wij stroomden steeds samen door, naar de volgende selectie. Nu, als je iets beter bent, ga je naar een team van een jaar ouder. Daar kleeft een risico aan dat als ze het dan minder leuk vinden, kinderen gaan stoppen.”

‘Ik bleef toen direct
betroken bij de club,
eerst als technisch manager
en later met een stuk innovatie’

Dirk Tuip was de eerste die, al op jonge leeftijd, zijn loopbaan moest beëindigen vanwege een onwillige schouder. ,, Ik bleef toen direct betroken bij de club, eerst als technisch manager en later met een stuk innovatie. Toen Mark Schmetz als fulltimer kwam, ben ik er uit gestapt en er een tijdje tussenuit gebleven. Heb ook aangegeven dat ik onder het huidige beleid rondom het eerste team niet betrokken wilde zijn. De kinderen zijn aanleiding geweest om meer te gaan doen. Vorig jaar pas ben ik samen met Ger een jeugdploegje gaan trainen geven, het team waar onze dochters in speelden. We hebben allebei het HandbalTrainer 4-diploma en dan zitten we allebei werkloos aan de kant te kijken, dat is wel gek.”
Tom gaf als assistent en specialist wat jaren training aan het tweede en de A-jeugd. Maar op een enkeling na werd er verder weinig door oud-spelers gedaan en dat is zó zonde, want wij brengen zoveel ervaring en kennis mee.” Ondertussen kwam Dirk her en der in het land in aanraking met handbalscholen. ,,Er zijn handbalscholen maar die hebben een andere status en vallen onder het Nederlands HandbalVerbond. Dat kan met deze ook. Daarom hebben we het ook apart van de club Kras/Volendam gepositioneerd.”
,,Die betrokkenheid heeft ook te maken met je leeftijd, je werk en je gezinssituatie. Onze eigen kinderen zitten ook bij de club: die van Ger, van mij, van Joey en die van Tom komt er ook aan.” Ger: ,,Onze kinderen handballen en als je dan gaat kijken, zie je dat bepaalde dingen beter kunnen.” Tom: ,,Maar het handbal en deze club zitten gewoon in je. Als je weer binnenstapt, lijkt het net alsof je niet weg bent geweest. Daar ben je voor altijd mee verbonden.”
Joey: ,,In de jongste jeugd lopen kinderen bij trainster Maart Admiraal rond en dat is zoals het hoort, maar in de leeftijdsgroep daarna gaat het meer om handbalinhoud en dat is een belangrijke periode. In Duitsland zag ik – en dat zal Ger ook hebben gezien – dat de clubs jongetjes vanaf negen, tien jaar, al een handbalidee aanreikten, er was een opleiding. Die kinderen lieten ze niet aanmodderen, dan kun je ze inhoudelijk ook meer gaan leren.”

‘Het is een extra
mogelijkheid voor
de kinderen. Het moet
een eerste stap worden
om de jeugdopleiding
nóg beter te maken’

Dirk: ,,We zagen ook dat het op andere plekken in Nederland goed geregeld was. Daar moeten we niet alleen vanaf de zijkant iets van vinden, dan moeten we ook zelf iets gaan doen. Dit is een nieuwe vorm, die naast de club opereert. Het is een extra mogelijkheid voor de kinderen. Het moet een eerste stap worden om de jeugdopleiding nóg beter te maken. Ger komt bijvoorbeeld enkele keren in de week als trainer bij de Handbalacademie en daar ligt kennis.” Ger: ,,Onlangs was ik in Callantsoog, waar een tweedaagse clinic werd gegeven. Negentig kinderen waren er.” Joey: ,,Terwijl we hier in het handbalmekka zitten.”
Ger: ,,Hier is vorig seizoen wel een speedhandbalcompetitie georganiseerd en dat groeide uit naar wel honderd kinderen. Met het eerste en tweede team hebben we toen ook een clinic gegeven. Superleuk en dat moet je dan ook een vervolg kunnen geven.”
Dirk: ,,We hebben het voorgelegd aan een groep oud-handballers en handbalsters, echte clubmensen, waarbij we ook merkten dat er veel eigenlijk niks meer deden voor de club. Ze raakten enthousiast van ons verhaal en dan is dit een mooie manier om die betrokkenheid weer op gang te brengen. Zij willen meedenken en meedoen.” Joey: ,,Dat zijn ook mensen die hunkeren naar het oude clubgevoel. Die grote familie. Wij zijn rond de veertig en toch kom je hier weer terug. We waren druk met een baan, kinderen, maar wat ik heb gemist, is dit. Met handbalmensen vanuit het verenigingsgevoel iets doen, dat gevoel is er nog steeds bij mensen.” Dirk: ,,Op een nieuwe manier, want de thuissituaties zijn anders dan toen wij bij onze ouders opgroeiden.”

‘We mogen best de
hand in eigen boezem
steken. Een oud-speler
als Claus Veerman is al
jaren onvermoeibaar bezig
met de handbaljeugd en
net als enkele andere
mensen klopte hij
regelmatig bij ons
aan of we iets wilden
doen voor de vereniging’

Ger: ,,We moeten laag, bij de eigen jeugd beginnen.” Joey: ,,Wij waren al wat ouder toen we bepaalde spelers in het eerste zagen spelen, de rolmodellen zagen. Daar kunnen we nu op vroegere leeftijd mee beginnen. De insteek moet zijn om de jeugd spelender wijs beter te maken.”
,,We mogen best de hand in eigen boezem steken. Een oud-speler als Claus Veerman is al jaren onvermoeibaar bezig met de handbaljeugd en net als enkele andere mensen klopte hij regelmatig bij ons aan of we iets wilden doen voor de vereniging. Maar dan moesten we toch telkens ‘nee’ als antwoord geven, omdat we druk met andere dingen waren en de tijd van training geven ook niet paste in het schema. We willen straks een bijdrage gaan leveren aan de ontwikkeling van de handbalkinderen, in een stramien en structuur waarin íedereen een bijdrage kán leveren.”
Dirk: ,,Ook al beginnen we met een kleine groepjes, het groeit vanzelf. Om een goede eerste stap te zetten, moet je kijken wat realistisch is. Het moet leuk zijn, maar ook hoge kwaliteit bieden. Ik heb het op meerdere plekken in het land gezien en dacht steeds ‘wat raar dat we dat hier niet hebben’. We willen aan de gang met de leeftijdscategorie – de elfjarigen tot zeventienjarigen – handballers en handbalsters, dat ze echt klaar voor zijn om met tips en feedback om te gaan. Veel individueel trainen, met hoge intensiteit en kwaliteit. In die leeftijdsgroep kunnen ze veel leren en kunnen wij het trainbaar maken.”
Ger: ,,En het gaat niet alleen om de kinderen, op deze manier ga je weer mensen betrekken die zijn of hebben losgelaten. Zo groeit de achterban weer.” Joey: ,,Je krijgt sowieso meer betrokkenheid.” Dirk: ,,We kijken naar welke trainers dat kunnen en kijken naar de leerlijnen, naar wat je op welke leeftijd zou moeten beheersen.” Ger: ,,Als we die oefeningen delen met de huidige trainers van de club, gaat dat kaderniveau ook omhoog.”
Dirk: ,,Het is voor ons ook best spannend. Want wij kunnen vooral bogen op veel praktijkervaring en een beetje bagage qua opleiden. Dus wij moeten ook maar laten zien dat we dat kunnen vertalen naar kinderen.” Tom: ,,Ik heb training gegeven aan A-jeugd, maar ik vond het best moeilijk om bepaalde bewegingen op een goede manier aan te leren; iets wat voor ons zo logisch is als een broodje snijden.” Joey: ,,Als we dat op jongere leeftijd inslijpen, wordt het versmolten in hun opleiding.” Tom: ,,Die fundering, de basisbeginselen, moet je inderdaad al op jeugdigere leeftijd neerleggen.”
Joey: ,,Als je dan vijf jaar verder bent, ga je verrassende dingen zien.” Ger: ,,We moeten ook zorgen dat we het leuk houden voor jeugd, zodat ze blijven op het moment dat andere interesses een rol kunnen gaan spelen.” Dirk: ,,Prachtig als we dat zo een eerste aanzet kunnen geven. En dat Tom met zijn schildersbedrijf zijn naam aan de Handbalskoal heeft verbonden, symbolischer kan niet.” Tom knikt: ,,De jeugd heeft nog steeds de toekomt.”

Foto’s:
Joey Duin, Dirk Tuip, Tom Schilder en Gerrie Eijlers: vier mannen met een rijk handbalverleden richten een Handbalskoal op.

Eerste landstitel in 2005; Gerrie was dat seizoen al naar de Tweede Bundesliga vertrokken.

Fotogalerij

Kapelaan Goos slaagt voor motorrijbewijs: ‘Hij haalde alles in één keer’

Scheuren onder de blauwe hemel

Volendam heeft er een motorrijder bij, en niet zomaar één. Kapelaan Anton Goos (36) slaagde onlangs namelijk in één keer voor zijn motorrijbewijs. Daarmee gaat voor hem een langgekoesterde wens in vervulling. Als kind droomde hij er al van om ooit op een dergelijke tweewieler te kunnen rijden. Nu kan hij zijn ouders in het Limburgse Weert bezoeken met zijn eigen racemachine. Verder is het zijn plan om een toer door Engeland te gaan maken. Een priester die motorrijdt, het lijkt uniek. Toch maakt Goos deel uit van een groter gezelschap van geestelijken die dezelfde passie voor het voertuig koesteren.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

In het Volendamse Doolhof blikt de kapelaan in het bijzijn van zijn instructeur Jan Schilder (Vik) terug op zijn leerproces. Jan hoefde Goos tijdens de lessen nooit aan te moedigen, want zijn voormalige leerling is een liefhebber pur sang. ,,Dat gaat al heel lang terug”, vertelt Goos. ,,Ik keek vroeger naar de Amerikaanse televisieserie ‘The CHiPs’. Die ging over twee motoragenten die in Californië op de ‘highway’ de boel een beetje in de gaten hielden. Toen had ik zoiets van: wauw, dat wil ik ook later. Jaren daarna, toen ik 15 was, ging ik nog eens een motorwinkel in. Gewoon omdat ik dat leuk vond. Toen dacht ik weer: dit is zo gaaf. Het idee was om op mijn 18e eerst een motorrijbewijs te halen en daarna mijn autorijbewijs. Dat liep anders, want ik haalde eerst mijn autopapieren en het kwam nog niet van motorrijden. Vorig jaar wilde ik het nog steeds en toen besloot ik een goede rijschool te zoeken.”

‘Ik heb geen zin om
in het ziekenhuis
terecht te komen,
of erger nog, nu al
bij de bovenste man’

Goos had zoals gezegd slechts één rijexamen nodig om zijn missie te voltooien. Dat wil niet zeggen dat hij een makkelijke weg heeft afgelegd. De oorzaak daarvan lag niet bij hemzelf. ,,We hadden eerst al te maken met de beperkingen vanwege het coronavirus. Daarna viel de eerste afspraak die we maakten letterlijk in het water. Toen het wel kon doorgaan, gingen we naar een plek waar je altijd begint met rijden. Ik ging een rondje maken en toen had ik meteen zoiets van: dit moet volgens mij best wel te doen zijn.”
Later in het leertraject merkte hij dat hij de moeilijkheid van het rijden ietwat had onderschat. ,,Je gaat aan de slag met de zogenoemde bijzondere verrichtingen. Je moet dan bijvoorbeeld tussen paaltjes door rijden, een cirkel maken en om kunnen keren. Dat is best wel pittig, eigenlijk pittiger dan ik had verwacht. Toen ik dat deel had gehaald, ben ik de weg op gegaan en mijn verdere lessen gaan volgen. Een paar weken terug haalde ik dus mijn rijbewijs. Daar was ik heel blij mee.”

Veiligheid
Motorrijders, ze hebben niet bij iedereen een goed imago. Enerzijds natuurlijk vanwege de criminele activiteiten waarmee een selecte groep in verband wordt gebracht. Anderzijds zal de symbolische uitstraling van sommige rijders – met de welbekende tatoeages, zware leren jassen en lange haren – daarin ook een rol spelen. Bovendien klagen geledingen van de bevolking over het vele geluid dat bepaalde voertuigen produceren. Goos is als geestelijke niet bang om geassocieerd te worden met de uitwassen van het motorrijden.

’Door het goede voorbeeld
te geven kan ik laten zien
aan de mensen hoe het ook kan’

Veiligheid staat bij hem hoog in het vaandel. ,,Het is belangrijk dat je je veilig gedraagt op de weg. Als motorrijder ben je kwetsbaar, vandaar ook de speciale kleding die ik draag. Een goede helm is daarnaast belangrijk. Ik heb er een die de politie ook gebruikt. Dit doe ik, omdat ik er geen zin in heb om na een val in het ziekenhuis terecht te komen. Of erger nog, nu al bij de ‘bovenste man’. Dat zie ik niet echt zitten. Door het goede voorbeeld te geven, kan ik bovendien laten zien aan de mensen hoe het ook kan.”
Jan Schilder (Vik) geeft al tientallen jaren motorrijles. Veel priesters had hij in die periode echter nog niet onder zijn hoede. Hij was dan ook vereerd toen Goos hem benaderde. Jan: ,,De kapelaan was heel gemotiveerd. Dit was natuurlijk ook een jeugddroom van hem. Hij is niet zo groot en zwaar en een motor weegt al gauw 230 kilo. Wat ik daarover zeg is: je moet gewoon echt goed naar mij luisteren. Dan blijf je heel. Je plaats op de weg en je snelheid zijn belangrijk en dat heb ik bij hem aangegeven. Dat deed hij allemaal heel goed en hij reed een hartstikke mooi examen. Uiteraard heeft hij net als iedereen z’n zenuwen, maar hij haalde alles in één keer. Chapeau.”
Terwijl het gesprek gaande is, loopt Klaas Tol (Foe) langs. Hij wijst erop dat Goos niet de eerste priester in Volendam is die motorrijdt. Ook wijlen kapelaan De Boer was een fervent motorrijder. Naar overlevering reed hij met zijn groene voertuig vanuit München in een dag naar Volendam. Goos wijst erop dat motorrijden onder priesters in met name Noord-Holland geen ongebruikelijke gewoonte is. Wellicht gaat hij binnenkort met één of meerderen van hen een ritje rijden.
In zomerperiodes als de huidige zoekt Goos altijd zijn ouders op in Weert. Die bezoeken kan hij nu afleggen met zijn eigen Kawasaki, daarmee files ontwijkend. Voor in de toekomst is een rondrit over een van de Britse eilanden voor hem een wens. Goos: ,,Ik wil graag met mijn motor naar Engeland. Die neem ik dan mee op de boot. Het lijkt mij echt geweldig om daar een keer rond te rijden.”

 

Fotogalerij

Tentoonstelling ‘Als beelden gaan spreken’ brengt beeldende kunst en poëzie samen n n

‘Een uitnodiging om anders naar kunst te kijken’

Kunst kijken is geen kwestie van ‘mooi of lelijk’, zeggen Jannig Kwakman en Philine van der Vegte van de Waterlandse Kunstkring. ,,Het gaat om de emoties en gevoelens die een kunst-werk kan overbrengen”, legt Jannig uit. Philine knikt: ,,Zelfs door naar een kunstwerk te kij-ken dat je in eerste instantie spuuglelijk vindt, gebeurt er iets met je van binnen. En juist die nieuwe gevoelens en inzichten die worden opgeroepen maken kunst zo waardevol en in-drukwekkend.”
Aanstaande zaterdag 24 juli vindt de opening plaats van de nieuwe tentoonstelling ‘Als beel-den gaan spreken’, die de Waterlandse Kunstkring in samenwerking met de Dichterskring Waterland organiseert. In de Grote Kerk van Oosthuizen zullen tot en met 15 augustus in to-taal zeventien beeldende kunstwerken te bezichtigen zijn, elk vergezeld van tenminste twee gedichten.
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Deze bijzondere kruisbestuiving van kunst en gedichten uit de regio komt voort uit een bijzondere ontmoeting tussen de Waterlandse Kunstkring en de Dichterskring Waterland. Toen de dichteres Nelleke Vermeulen vorig jaar een expositie van de kunstkring bezocht in de Grote Kerk in Monnickendam, begon zij spontaan diverse gedichten te schrijven over de werken die zij daar zag. ,,Op dat moment had de Dichterskring Waterland net haar 40 jaar bestaan gevierd”, vertelt Nelleke. ,,Daarvoor waren we een samenwerking aangegaan met een groep amateurfotografen. Ik liet mij dus al inspireren door beelden en toen ik bij de tentoonstelling was dacht ik, wat let mij, laat ik ook gedichten maken bij de werken die mij hier aanspreken. Daar had ik echt lol in.”
Philine: ,,Nelleke heeft toen handgeschreven briefjes met gedichten bij diverse kunstwerken achtergelaten, met daaronder ook een schilderij van mij. Onderaan stond haar e-mailadres, en zo zijn wij met haar in contact gekomen. Tot die tijd wist ik eigenlijk niet eens van het bestaan van de Dichterskring Waterland af.”

Creatievelingen verenigd
Misschien zullen de meeste mensen in Volendam ook nog nooit van de Waterlandse Kunstkring ge-hoord hebben. ,,Waarschijnlijk doet de naam vermoeden dat er in dit kunstenaarscollectief alleen kunstenaars uit Waterland zitten, maar niets is minder waar”, zegt Jannig. ,,Naast mijzelf zijn ook de beeldhouwster Jans van Baarsen en fotografe Christine Mooijer uit Volendam lid van de Waterlandse Kunstkring. Daarnaast hebben we ook kunstenaars uit Edam en zelfs Purmerend, het is een collectief dat kunstenaars uit de hele regio met elkaar verbindt.

‘We inspireren
elkaar en dagen
elkaar uit, en streven
er naar om samen een
optimaal kunstzinnig klimaat in
Waterland te creëren’

Als voorzitter van de Waterlandse Kunstkring legt Philine uit dat zo’n samenwerking tussen professionele kunstenaars meerdere voordelen heeft. ,,We inspireren elkaar en dagen elkaar uit, en streven er naar om samen een optimaal kunstzinnig klimaat in Waterland te creëren. Daarnaast zijn we als kunstenaars natuurlijk ook gewoon ondernemers, en ook als zakelijk netwerk heeft zo’n collectief natuurlijk vele voordelen.”
De 51-jarige kunstschilder Philine maakte zelf pas later in haar leven de overstap naar het kunste-naarsbestaan. ,,Tot zo’n jaar of tien geleden werkte ik als ingenieur in de autoindustrie. Een hectische baan waarin ik veel in België en Duitsland verbleef. Ik pakte het schilderen in eerste instantie op als hobby, maar heb hierin echt mijn passie gevonden en inmiddels is het al een aantal jaar mijn beroep geworden. Ik woon nu in Katwoude en daar schilder ik elke dag in mijn studio. Ik schilder voornamelijk dieren, mensen en landschappen. Op dit moment werk ik aan een heel groot project over melkveehouderijen voor het museum van Monnickendam. Boerderijdieren zijn sindsdien een beetje mijn handelsmerk geworden, en dan het liefst hele grote, soms wel op doeken van 7 bij 2 meter.”
,,Voor mij is de Kunstkring een ontzettend fijne manier om met collega kunstenaars uit de omgeving in aanraking te komen. Samen sta je tenslotte toch sterker. Het is echt niet zo dat je als kunstenaar alleen maar Absint ligt te drinken op de bank. Het is gewoon werk, en je bent zelfstandig ondernemer, dus het is fijn als je een netwerk hebt dat je op de hoogte houdt en waarmee je samen ook exposities kunt organiseren.”
Ook de 71-jarige keramist Jannig Kwakman is ontzettend blij dat zich heeft aangesloten bij de Kunstkring Waterland. Ze leed een tumultueus leven. Ze kon goed leren, en als een van de eerste meisjes uit het dorp mocht zij naar de middelbare school, om uiteindelijk als docent handenarbeid en later docent keramiek aan de slag te gaan. Al sinds 1988 geeft ze boetseerlessen in Volendam, ze stond samen met Jans van Baarsen aan de basis van de Kunstroute en werkte ook jarenlang als conservator van de schilderijencollectie in Spaander.
Jannig wijst erop dat veel mensen haar waarschijnlijk nog kennen als Joke Kwakman. ,,Ik ben geboren als Jannetje, maar omdat de oppernon van mijn school vond dat ik die naam niet kon houden als ik naar Amsterdam zou gaan, kon ik kiezen tussen Joke en Jeanet. Ik koos voor Joke, maar heb mezelf nooit helemaal op mijn gemak gevoeld bij die naam. Pas jaren later, toen ik op een MBO-opleiding in Leiden kwam werken, en zij daar klaagden dat zij al zoveel werknemers met de naam Joke hadden, heb ik besloten mijn naam terug te laten veranderen naar Jannig.”

‘De klei heeft
voor mij altijd
een speciale plek
ingenomen, eigenlijk
ben ik altijd
blijven boetseren’

Jannig werkt nog altijd vol overgave aan haar keramiek kunst ,,Mijn oom werkte vroeger in een pottenbakkerij, en daar mocht ik als kind altijd al spelen met klei. Als handenarbeid docent heb ik met alle verschillende materialen leren werken, maar de klei heeft voor mij altijd een speciale plek inge-nomen, eigenlijk ben ik altijd blijven boetseren. Eerst als hobbyist aan de keukentafel, maar na verloop van tijd stroomden de uitnodigingen binnen voor exposities en galerieën.” Voor Jannig spelen de connecties die zij binnen de Kunstkring heeft een belangrijke rol in haar leven. ,,Het zijn stuk voor stuk actieve en inspirerende kunstenaars, die mij ook steeds weer stimuleren om out of the box te denken.”
De Dichterskring Waterland is een vergelijkbaar collectief. Dit gezelschap van dichters komt maandelijks bijeen om gedichten voor te dragen en te bespreken, en elkaar zo van waardevolle feedback en tips te voorzien. Waar de Waterlandse Kunstkring zich echt beperkt tot professionele kunstenaars, verwelkomt de dichterskring nieuwe leden van verschillende niveau’s.
Nelleke geeft aan dat de dichterskring haar actief houdt: ,,De verschillende opdrachten helpen mij steeds herinneren hoe fijn dichten is, als de woorden eenmaal stromen. Bovendien organiseren we gezamenlijk allerlei exposities, onder meer in de Dijklander ziekenhuizen, en de Zorgcirkel Waterland. In mijn eentje zou ik de drempel waarschijnlijk niet hebben genomen om mijn gedichten in het openbaar te publiceren of voor te dragen, maar samen met de dichterskring voelt het fijn om ons werk soms ook te delen met een groter publiek.”

Woord en beeld
Sinds de dichters en beeldend kunstenaars uit de Dichterskring Waterland en Waterlandse kunstkring elkaar hebben leren kennen, is er een bijzondere samenwerking tussen deze twee disciplines ontstaan. ,,Er is een hele mooie wisselwerking tot stand gekomen, waarbij de dichters een gedicht maken bij een kunstwerk, en kunstenaars een kunstwerk maken bij een gedicht”, vertelt Philine. ,,Tijdens de komende tentoonstelling worden deze werken samen geëxposeerd.”
,,Op deze manier willen we de bezoekers echt uitnodigen om de tijd te nemen om bij de kunstwerken stil te staan”, zegt Jannig. ,,Om deze eerst rustig te bekijken, vervolgens de bijhorende gedichten te lezen, en dan nog eens een tweede keer te kijken naar het kunstwerk, om na te gaan of er iets veranderd is in de manier waarop je het kunstwerk ervaart.”
,,We leren je als het ware reflecteren. In de gedichten vind je heel mooi de verschillende emoties en gevoelens terug die de dichters hebben bij een werk, of andersom, de kunstenaar bij een gedicht. En die kunnen bij hetzelfde kunstwerk al ontzettend uiteen lopen. De een voelt bijvoorbeeld blijdschap, terwijl een ander verdriet kan voelen, allemaal van het zelfde kunstwerk. In essentie is kunst een expressie van hoe je het leven beleeft.”
Philine vertelt dat ze daarom ook bewust slechts zeventien kunstwerken exposeren. ,,Normaal gesp-roken zie je tijdens zo’n expositie meerdere werken van verschillende kunstenaars, maar juist omdat we de nadruk willen leggen op de gevoelens en emoties die de werken oproepen, hebben we het erg ingetogen en simpel gehouden.”
,,Het is echt de bedoeling dat bezoekers de tijd nemen per kunstwerk en de bijhorende gedichten om deze echt volledig tot zich te nemen. Een prachtige locatie als de grote Kerk in Oosthuizen leent zich uitstekend voor een dergelijke vorm van bezinning.”

Een schat aan diversiteit
Naast een schilderij van Philine en een keramiek kunstwerk van Jannig zijn er tijdens de expositie zeer diverse kunstwerken te vinden uit uiteenlopende disciplines. ,,We hebben fotografie, keramiek, beeldhouwers, vilt, schilderskunst, houtbewerking, assemblages en druktechnieken”, vertel Jannig, ,,dus ook voor mensen die eigenlijk niet zoveel met kunst hebben is dit een zeer interessante manier om eens kennis te maken met het brede aanbod van kunst uit de regio.”
,,De entree is gratis en deze locatie in Oosthuizen is bovendien een ideaal rustpunt voor een mooie fietsroute”, zegt Philine. ,,Er is ook een mogelijkheid om rustig een kopje koffie te drinken, en voor wie de kunstwerken en poëzie thuis rustig wil bekijken en lezen is er een boekje van de expositie te koop. Een dichtbundel met beeld als het ware.”
,,Of je nu een doorgewinterde kunstkenner of poëziefan bent, of eigenlijk helemaal niets met kunst of gedichten hebt, de expositie biedt voor iedereen een rijkdom aan bijzondere nieuwe indrukken”, zegt Jannig. ,,En daarvan wordt je eigenlijk alleen maar rijker.”

Zaterdag 24 juli wordt de expositie ‘Als beelden gaan spreken’ op feestelijke wijze geopend. Deze opening is vrij toegankelijk en ook alle kunstenaars zullen aanwezig zijn.
Vervolgens is de expositie tot en met 15 augustus te zien in de kerk van Oosthuizen, Raadhuisstraat 61: elke donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag van 14.00 tot 17.00 uur. Entree is gratis.
Er is iedere dag altijd ten minste een kunstenaar aanwezig, en in het weekend ook een dichter.
Deelnemende kunstenaars:
Vera Schoone, Henny Herfst, Jans van Baarsen, Fred Roskam, Joke Trim, Elize van Sonderen, Emmy Buys, Anja Teunisse, Marian van Ewijk, Ashti Schuit, Jannig Kwakman, Anneke Mulder, Carolien Broersen, Christine Mooijer, Mieke Werners, Anneke Peerenboom en Philine van der Vegte.
Deelnemende dichters:
Thea de Hilster, Gerda Hooijberg, Hennie Pen-Dijkema, Pieter van der Kooij, Michiel de Jong, Bianca Vernout, Rina Kwee-Brouwer, Marcella Boomsma, Sebastiaan Stroosnijder, Nelleke Vermeulen

 

Fotogalerij

Liefde is…

Jan en Nel waren al snel gewend

,,Dat was in de Joppekop. Direct vlinders, vuurwerk en de hele reutemeteut. Net als in de film”, begint Nel Schilder. ,,De vonken spatten er nu nog steeds vanaf.” Manlief Jan Molenaar (Poep) begint al te lachen. ,,De bloedspetters ook wel eens, hoor. We zijn het namelijk niet altijd met elkaar eens, haha!”
Door Jan Koning

[ads id=66]

De Joppekop, Carnaval in 1974. ,,Dik vorige eeuw dus”, aldus Jan. Nel was net op vakantie geweest in Duitsland. ,,Daar had ik een man gezien met borsthaar en die zag er wel appetijtelijk uit. Dus toen Jan erin met kwam een borst vol met haar en ik viel als een blok voor hem.” Jan: ,,Ze was stomdronken, dus dat hielp ook wel een beetje. Het was zelfs zo erg dat ze de dag erna – toen ik weer in de Joppekop naar haar op zoek ging – niet meer wist dat we gezoend hadden.”

Gewend
Jan woonde op de Edammerweg en Nel in de Sijmen Molstraat. Tot de ontmoeting in de Joppekop hadden ze elkaar echter nog nooit gezien. Nel: ,,We schelen elkaar vijf jaar, dus dan loop je elkaar toch steeds mis. Ik ontmoette Jan voor het eerst toen ik 17 was en hij 22. Hij kwam net uit dienst vandaan. Hoe bedoel je sexy, haha. Ik had voor hem ook wel vriendjes gehad, maar met die jongens was het anders. Als die kwamen, was ik altijd een beetje zenuwachtig. Met Jan had ik dat niet. Dat voelde gewoon goed. Het was meteen gewend.”

‘We dachten
nog wel eens
dat we
onzichtbaar waren’

Jan: ,,We hadden ook aan een woord genoeg. Als ik zei: ‘zullen we’, dan had Nel haar jas al aan. Dat hadden we al heel erg snel.” Nel: ,,Voor onze vrienden en familie was het eigenlijk ook vanaf het begin logisch dat wij samen waren. Alsof het nooit anders geweest was. Hij kwam voor het eerst bij mijn vader binnen en noemde hem direct oud lijk. Dus daarna kon hij niets meer verkeerd doen. Die lag helemaal dood van de lach.”

Appartement
Nadat ze drie maanden verkering hebben, besluiten ze samen een huis te kopen. Jan: ,,Een huis dat we samen binnen een jaar hebben afgelost door keihard te werken. Dat is in deze tijd ondenkbaar, maar wij deden het.” Nel: ,,Daarnaast gingen we nog op vakantie. Naar Torremolinos. We hebben daar ‘op ze Volledams’ elke dag in hetzelfde cafeetje gezeten. De Valkenburger heette die tent.” Jan: ,,Wat ook wel grappig was, was dat mijn schoonvader er heilig van overtuigd was dat wij in twee verschillende huizen sliepen. Die was nog redelijk naïef en een vriend van hem moest hem subtiel uitleggen dat appartement toch echt een andere betekenis had dan apart van elkaar slapen, haha. We zijn sowieso opgegroeid in de hippietijd. De tijd van de vrije seks. Er zijn dan ook weinig plekken waar we het niet hebben gedaan. We deden het op de meest bizarre plekken. Probleem was alleen dat je ook wel eens dacht dat je onzichtbaar was. Dus dan stond je met je broek op half elf op de Julianaweg en tja, dan kwam er wel eens iemand voorbijlopen, haha!”

‘Ik heb echt
niets meer
te wensen’

Nel: ,,We hebben gewoon echt een waanzinnige tijd gehad. Dat kan de jeugd van nu zich niet eens meer voorstellen. Er was onbeperkt geld. Daar werkten we wel keihard voor, maar het was anders dan nu. Veel goedkoper ook. Een biertje kostte 50 cent. In de guldentijd, hè? Wij gingen dan ook iedere avond naar De Molen. Niet vol, maar dan dronken we toch wel wat biertjes. Dat is nu onmogelijk. Alles is zoveel duurder geworden.” Jan: ,,De meeste vrienden van ons hadden in die tijd ook al huizen en dan was het iedere zondag vanaf ’s ochtends vroeg feest. Met een geweldige vriendengroep met onder anderen Jaap Dibbes, Henk Guyt, Jan Kester, Willem Wijn, Jaap de Knoest en Jan en Willem van Albert Jonk, die helaas veel te vroeg is overleden. We hadden een groep van zo’n twintig man en het was zo ongelooflijk gezellig. Een gouwe tijd!” Nel: ,,Die sfeer die daar hing, was ongekend. Het gebeurde ook wel eens dat ze op zondagochtend vanuit het niets zeiden: ‘stap in de auto’. En dan in de bus van Jan Jonk, met veel meer mensen dan er eigenlijk in mochten, op naar Bergen. Jan reed ook een keertje slingerend over de weg. Dus ik zeg: ‘wat doe jij nou, Jan?’ Toen bleek Annie Bakker de verkering uitgemaakt te hebben en had meneer geen zin meer in het leven. ‘Maar wij zitten ook in die bus!’ riep ik hem toe. ‘Wij willen nog niet dood.’ Gelukkig heeft-ie geluisterd en hebben we nog honderd van die geweldige dagen beleefd.”
Behalve snel een huis waren er ook al snel kinderen. ,,Binnen een jaar was ik zwanger van de eerste”, gaat Nel verder. ,,Dat was in die tijd heel bijzonder. Normaal gesproken ging je eerst werken, sparen, trouwen en dan pas kinderen. Bij ons liep het dus allemaal iets anders.” Uiteindelijk krijgt het stel drie kinderen en die verblijdden Jan en Nel met liefst negen kleinkinderen. Nel: ,,Jan heeft nog wel een grote droom, maar met de kinderen en de kleinkinderen in goede gezondheid heb ik verder niets meer te wensen.” Jan: ,,Mijn grote wens is om nog eens met mijn oudste kleindochter naar Egypte te gaan. Ik heb altijd gezegd dat ik die piramides nog in het echt wil zien voor ik dood ga. Ik wil met eigen ogen zien hoe ze dat gebouwd hebben. Dat vind ik zo fascinerend. Nel houdt niet van vliegen, maar gelukkig is mijn kleindochter net zo avontuurlijk als ik, dus gaan we samen. Als die droom is uitgekomen kan ik gelukkig sterven. Als jullie het goed vinden wacht ik wel nog effe, haha!”

 

Fotogalerij

Debbie: “Eerste stap in olympisch dorp heel speciaal”

Het is iets om als dorp enorm trots op te zijn. Met Debbie Bont en Jessica Schilder heeft onze gemeente twee fantastische deelnemers aan de Olympische Spelen, die vrijdag in Tokio beginnen. Dit duo treedt in de voetsporen van Carla Braan, die in 1976 met de turnploeg als enige Volendamse in de historie deelnam aan het grootste sportevenement ter wereld.
Door Ringen om Volendam

[ads id=66]

Terwijl Debbie al een week in Japan verblijft, zaten er bij Jessica wat hobbels op de weg. De dag voordat ze vorige week naar Tokio zou vertrekken werd de kogelstootster bij de dagelijkse coronatest positief bevonden. Daarna volgden twee keer negatief en weer een positief, wat duidt op een zeer lichte besmetting. Volgens de medische staf is het een kwestie van dagen dat Jessica alsnog kan afreizen, om op vrijdag 30 juli in actie te komen in het Olympisch Stadion van de Japanse metropool.
Voor Debbie begint het komende zondag al. Met het handbalteam komt ze om 9 uur in de ochtend (2 uur ’s nachts in Nederland) in actie tegen gastland Japan. Daarna volgen Zuid-Korea (dinsdag 27 juli om 02.15 uur Nederlandse tijd), Angola (donderdag 29 juli om 02.00 uur), Noorwegen (zaterdag 31 juli om 07.30 uur) en Montenegro (maandag 2 augustus 05.30 uur). De eerste vier van de poule plaatsen zich voor de kwartfinales.
Debbie Bont: “Het is met twaalf teams een heel klein toernooi, met een hele sterke deelnemers. De krachtsverschillen zijn soms zo klein, dat het echt een kwestie van de vorm van de dag gaat worden. Daarom focussen we ons eerst op het halen van de kwartfinales en dan zien we wel verder.”
Over haar eerste week in Tokio is Debbie heel enthousiast. “Zondag waren we al even kort in het olympisch dorp om onze accreditatie aan te maken (zie foto) en konden we een paar uur over het complex lopen. Vooral het moment dat we het dorp binnenliepen was heel speciaal en indrukwekkend. Dan is, waar je het al die jaren voor gedaan hebt, ineens realiteit.”
Ze vervolgt: “We hebben in het dorp meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om een hersteltraining te doen en te eten in de mega grote dining hall. Dat laatste was niet normaal, zo groot. Daarna zijn we weer naar ons verblijf in Shiba gegaan, een buitenwijk van Tokio. Na nog een oefenwedstrijd tegen Rusland vertrekken we woensdag (vandaag red.) naar het olympisch dorp, waar we blijven tot we zijn uitgespeeld. Dus hopelijk tot de laatste dag van de Spelen, hahaha.”

 

Fotogalerij

We hebben een simpele en betaalbare kaart samengesteld voor Volendammers

Restaurant de Koe heropent na verbouwing voor lokaal publiek

,,Veel mensen in Volendam kennen Restaurant de Koe wel van de buitenkant, maar zelden komt er een dorpsgenoot bij ons naar binnen. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de toeristische doelgroep waar wij doorgaans op focussen, maar de komende periode richten we ons op een lokaal publiek”, begint de eigenaar van het net verbouwde restaurant. ,,We hebben een speciale menukaart samengesteld voor onze nieuwe klanten. Naast lokale gerechten als bijvoorbeeld een broodje bal van Jan Tuf en een sateetje van Arnold, bieden we ook heerlijke broodjes hamburgers aan – goedgekeurd door local BBQ-held Henny Sier (Jappa) – en serveren we verschillende soorten pannenkoeken. En om onze nieuwe opening te vieren zullen we de hele maand augustus onbeperkt pannenkoeken serveren voor maar € 15,- per persoon“
Door Kevin Mooijer

[ads id=66]

,,Een geluk bij een ongeluk wil ik het niet noemen”, reageert eigenaar Pieter Jonk op de recente verbouwing waar wegens de pandemie eindelijk tijd voor ontstond. ,,Maar het feit is dat we de noodzakelijke verbouwing zonder deze crisis voor ons uit hadden geschoven, en dat zou in de toekomst waarschijnlijk een hoop problemen opgeleverd hebben.” Het pand van Restaurant de Koe viert volgend jaar haar honderdste verjaardag. ,,De laatste jaren ontstonden er scheuren in zowel de binnen- als buitenmuren. Vandaar dat we de afgelopen periode een funderingsherstel hebben toegepast en de complete kelder hebben vernieuwd. We zijn ontzettend trots op het resultaat en we kunnen niet wachten het te laten zien aan Volendam.”
Ondanks dat Restaurant de Koe sinds maart 2020 is gesloten, blijft Pieter positief. ,,Ik verwacht dat het uiteindelijk allemaal weer als vanouds wordt. De toeristen uit Azië en Amerika zullen de weg naar de dijk en ons gerenoveerde pand weer terugvinden. Ik kan me niet voorstellen dat dit niet het geval zal zijn, maar tegelijkertijd blijf ik realistisch: Als wij aan het einde van dit jaar weer wat toeristen kunnen ontvangen, dan mogen we onze handen stijf dichtknijpen.” Momenteel is de Koe – net als tal van andere bedrijven – afhankelijk van steun van de overheid. ,,Helaas konden we er ondanks de steun niet omheen mensen te ontslaan. Je probeert dat zo lang mogelijk uit te stellen, maar de continuïteit van de onderneming staat voorop. Naast de onzekerheid over de toekomst is dat een van de ergste dingen die je als ondernemer kan overkomen.”
,,Aangezien de toeristen van buitenlandse komaf voorlopig nog niet naar Volendam komen, moeten wij toch proberen in te springen op de lokale en nationale markt. Als je niets doet, gebeurt er ook niets. Vandaar dat we voor deze omslag kiezen en een nieuwe, tijdelijke menukaart hebben samengesteld. Voorheen wisten wij dagelijks hoeveel gasten we konden verwelkomen. Dat is nu wel even anders. We hebben geen idee wat te verwachten van het aantal gasten en wat de vraag naar onze gerechten zal zijn, het is dus moeilijk inschatten. Vandaar dat wij voor een eenvoudige menukaart hebben gekozen, welke vervolgens uitgebreid kan worden aan de hand van tips en feedback van de gasten.”
,,We zullen ons moeten aanpassen aan de huidige omstandigheden. De afgelopen periode hebben we hard gewerkt om ons restaurant aantrekkelijk te maken voor de lokale bevolking. We hopen dat u een keer bij ons naar binnen komt voor een heerlijk gerechtje. Een broodje bal van Jan Tuf, een sateetje van Arnold, een hemels broodje hamburger of bijvoorbeeld één van onze verschillende soorten pannenkoeken. En uiteraard hebben we ook aan de kinderen gedacht. Om onze nieuwe opening in te luiden zullen we de gehele maand augustus onbeperkt pannenkoeken serveren voor maar € 15,- per persoon. Kom een keer gezellig langs en maak kennis met Restaurant de Koe!”

Restaurant De Koe
Haven 26
1131 ER Volendam
tel. 0299 363 405

Fotogalerij

Willem Bond: ‘complete dorpen verdwenen in het water’

‘Mensen moesten halsoverkop hun woning verlaten’

Waar het journaal al dagenlang verslag doet van overstromingen en waterschade in het zuiden van het land, ontspringt Noord-Holland de (regen)dans. Volendammers Willem Bond en Debby Jonker wonen met hun kinderen in het Limburgse Lomm en hebben direct met de gevolgen van het noodweer te maken. Willem is voor de gelegenheid in de pen geklommen om zijn thuishaven te informeren over de schrijnende situatie.
Door Willem Bond

,,De afgelopen dagen hebben wij in grote spanning het waterpeil van de Maas gadegeslagen. Een heuse zondvloed zorgde eerder al voor ongekende schade en menselijk leed in Duitsland, België en delen van Zuid-Limburg. Een aanzienlijk deel van die onophoudelijke stortregens viel in het stroomgebied van de Maas. De mensen in de heuvelachtige gedeelten van dit stroomgebied hadden amper tijd om zich te verdedigen tegen de enorme watermassa die vanaf de heuveltoppen het laagste punt opzocht. Pittoreske straten veranderden in mum van tijd in kolkende wildwaterbanen en hele dorpen verdwenen in het water. Als docent Aardrijkskunde snapte ik dat al dit water op een zeker moment ook ons deel van de Maas zou gaan passeren.”
,,De volgende dagen bereikte ook ons het nieuws dat wij ons moesten gaan voorbereiden op een hoogwaterscenario, met alle gevolgen van dien. De prognoses voor de verwachte hoogte waren niet gunstig en voor de noordelijker gelegen Maasdorpen was het alle hens aan dek om te voorkomen in een soortgelijke situatie te belanden als bijvoorbeeld Valkenburg, waar de schade in de honderden miljoenen loopt. Zaterdag werd dan ook besloten dat ook de regio waar wij wonen (deels) geëvacueerd moest worden wegens overstromingsgevaar. Ons huis ligt ongeveer 18 meter boven de zeespiegel en het te verwachten waterpeil zou in de eerste instantie op 18,4 meter uit gaan komen.”
,,Vanwege de in de loop der jaren genomen maatregelen voor ‘ruimte voor de rivier’ en onze relatief hoge ligging konden wij uiteindelijk in ons huis blijven en van het beste uitgaan. In de omliggende plaatsen Arcen en Velden was het andere koek, daar moesten honderden mensen halsoverkop hun woning verlaten en het hogerop zoeken, geëscorteerd door de autoriteiten. Maar men gaf zich niet zomaar gewonnen aan het water en zette een verdedigingsoperatie van formaat op. Van dichtbij heb ik gezien hoe het hele dorp Arcen, jong en oud, de schep ter handen nam om de bestaande dijken zo snel mogelijk te verhogen. Als je tussen het scheppen door een blik op de rivier wierp, moest je er niet gek van opkijken als je een weggespoelde caravan zag langsdrijven. Ondertussen bleef het peil stijgen en in de avond stond het water zo’n twee meter hoger dan Arcen zelf, dat op slechts 16 meter hoogte ligt. De spanning was om te snijden.”
,,Tot eenieders grote opluchting kwam het water uiteindelijk iets lager (18,1) uit dan vooraf voorzien. God was dit keer een Noord Limburger, concludeerde ik. Had het waterpeil 20 á 30 centimeter hoger uitgekomen, dan waren grote delen van Arcen, Velden en Lomm genadeloos onder water gelopen. Dom geluk en de gezamenlijke slagkracht van vele mensen hebben het verschil gemaakt tussen droge voeten en een catastrofe.”

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?