Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

‘Mensen achter Nicodemus’ nemen belang in Het Mirakel

‘De ruimtes worden ingericht als huiskamers’

Uitvaartcentrum Het Mirakel wordt binnenkort grondig aangepakt. Na de bouwvak wordt begonnen met de verbouwing en inrichting van drie nieuwe familiekamers. Daarnaast maakte begrafenisfonds Jozef van Arimathea, met toestemming van het kerkbestuur en de raad van toezicht en met instemming van de klankbordgroep, afspraken met de mensen achter uitvaartonderneming Nicodemus. Zij worden mede-eigenaar van Het Mirakel. Het fonds hoopt door dit akkoord een vaste inkomstenstroom te creëren, in het belang van de deelnemers van het begrafenisfonds en de Volendamse (geloofs)gemeenschap. Met de verbouwing speelt het fonds in op de ontwikkelingen in de uitvaartbranche, die vragen om meer familieruimtes.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Drie-eenheid
Nicodemus Uitvaartverzorging, begrafenisfonds Jozef van Arimathea en de parochie zijn al tientallen jaren een soort van drie-eenheid, zo maakt Nico Karhof duidelijk. ,,Deze verhouding is niet officieel beschreven”, vertelt de begrafenisfonds-voorzitter. ,,Maar we weten van elkaar dat het van belang is om deze eenheid te bewaren. Voor de gemeenschap is dit een groot goed. De samenwerking die we al lang hebben met elkaar, gaan we nu op een andere manier voortzetten. Op een zodanige wijze dat we voor een lange reeks van jaren onze Volendamse begraafcultuur kunnen voortzetten.”

Begraafplaats naar gemeente
Onlangs zette het kerkbestuur en Jozef van Arimathea, samen met de gemeente, al stappen om de toekomst van het graf voor Volendam te waarborgen. Ontwikkelingen in de wensen van nabestaanden, beduidend meer crematies en wettelijke eisen maakten het noodzakelijk om in te grijpen. ,,We beseften dat het eigenlijk niet meer te doen is voor een organisatie gebaseerd op vrijwilligers. Daarom besloten we te gaan samenwerken met een partij die altijd blijft en dat is onze gemeente. Gesprekken leidden ertoe dat deze het beheer van het gemeentelijke deel van de begraafplaats vanaf 1 januari overnam. Dat nam voor het fonds een belangrijk risico weg.”
De Volendamse begraafplaats is ogenschijnlijk één geheel, maar bestaat op papier uit een deel dat eigendom is van de gemeente en een deel dat eigendom is van de parochie. Het eerstgenoemde terrein ligt achter het Noordeinde en zal, volgens verwachting van de gemeente, voldoende zijn voor alle begravingen in de toekomst. De parochiebegraafplaats zal, behoudens voor jong geborenen, jeugdigen en priesters, niet meer gebruikt worden voor nieuwe begravingen. De oorzaak daarvan is het toenemende aantal mensen dat kiest voor crematie. Zes jaar geleden koos 25,4% van de Volendammers nog hiervoor, inmiddels is dit percentage opgelopen tot 48,6%. Landelijk ligt het aandeel dat aan crematie de voorkeur geeft al op 65%. Volendam is bezig aan een inhaalslag die nog niet ten einde lijkt. Deze snelle verandering zette het begrafenisfonds ertoe aan om bepaalde risico’s te willen afdekken. Kerkbestuur en begrafenisfonds willen daarom in overleg met de gemeente en het bisdom onderzoeken of het wenselijk is om ook de parochiebegraafplaats aan de gemeente over te dragen.

Wensen van nabestaanden veranderen
Eind jaren negentig stichtte Jozef van Arimathea nabij de begraafplaats ‘Uitvaartcentrum Het Mirakel’. Dit gebeurde met het geld van haar leden. ,,Het doel van dit gebouw was het geven van gelegenheid aan nabestaanden om hun dierbaren te kunnen opbaren in een mooi gebouw, met twee aparte zalen. Nu zijn we inmiddels twintig jaar verder en zie je dat de wensen van nabestaanden veranderen. Een steeds kleiner deel daarvan maakt nog gebruik van Het Mirakel. Vanaf de bouw van Het Mirakel heeft Nicodemus voor het fonds de verzorgende taak op zich genomen om het uitvaartcentrum te beheren. Nicodemus is nog steeds marktleider op het gebied van uitvaartverzorging in Volendam. Met het oog op de toekomst zijn we daarom enkele jaren geleden al in gesprek gegaan met de mensen achter deze onderneming, met als streven dat Nicodemus van het pand gebruik zou gaan maken, op basis van een vaste huurovereenkomst. Dit in plaats van een bedrag per opgebaarde overledene, zoals altijd gebruikelijk was. Op die manier zou er dan voor het begrafenisfonds voor de toekomst een vaste stroom van financiële middelen ontstaan.”

‘Alles wordt eruit
gesloopt, vernieuwd
en krijgt een heel
andere indeling’

Dit plan werd niet door iedereen met gejuich ontvangen. Binnen het bestuur van het begrafenisfonds waren er verschillen van inzicht en ook Nicodemus had zijn bedenkingen. Veranderingen op het wereldtoneel zorgden ervoor dat de ontwikkelingen op dit gebied in een stroomversnelling kwamen. ,,Door het coronavirus ging de wereld er anders uitzien dan voorheen. Nicodemus twijfelde vanaf het begin van de pandemie nog meer over het sluiten van een huurcontract. Daarbij zag de uitvaartorganisatie een verandering in de manier van opbaren van overledenen. Als zij al tot huur van Het Mirakel zou overgaan, dan zou een verbouwing en herinrichting ervan noodzakelijk zijn.”
Johan Schokker is al sinds jaar en dag het gezicht van Nicodemus. Door zijn functie van uitvaartverzorger is hij een dorpsfiguur geworden. De laatste jaren zag hij in de uitvaartwereld ontwikkelingen optreden waar de onderneming niet meer omheen kon.

Familiekamers in plaats van zalen
Johan: ,,Wij komen natuurlijk in allerlei uitvaartcentra. Daar kom je vaak familiekamers tegen, ongeveer ter grootte van een niet al te groot kantoor. Het zijn plekken waar je met drie of vier mensen even naartoe kunt, om daarna weer te vertrekken. Daarom besloten we de gok te nemen om van onze voormalige showroom voor grafmonumenten een familiekamer te maken. We dachten: we zien wel of het aanslaat. Nu kunnen we zeggen dat hier veel vraag naar is en dat nabestaanden de huiskamer als zeer prettig ervaren. Zij krijgen de sleutel en kunnen bezoeken plannen wanneer zij dat willen. Als uitvaartonderneming hebben wij er eigenlijk niks mee te maken.”
De nieuwe familiekamer ‘De Thuiskomst’ bleek in een grote behoefte te voorzien. Daardoor begon Nicodemus na te denken over hoe meer van dit soort plekken zouden kunnen worden ingericht. Daarnaast ving men van nabestaanden op dat zij Het Mirakel als gedateerd begonnen te zien.
,,Het gebouw is natuurlijk ook al meer dan twintig jaar oud. Daarbij willen mensen af van de condoleancevorm zoals die er altijd was. Ze willen er langer bij zijn en als je één ruimte hebt, dan kan dat gewoon niet. Je zit altijd vast aan anderhalf, twee uur en dan houdt het op. Daarom vroegen wij in de gesprekken over de mogelijke huur van Het Mirakel of we daar misschien dezelfde invulling aan zouden kunnen geven als die van de familiekamer. Daarna kwamen we in een heel traject van: hoe moet je daar gestalte aan geven en gaan het begrafenisfonds, het kerkbestuur en haar adviseurs daarin mee? We vroegen aan een specialist om een voorbeeld te maken van hoe de nieuwe situatie eruit zou kunnen komen te zien. De uitkomst daarvan was voor ons een schot in de roos.”

‘Met dit alles
kunnen we de
toekomst van de
Volendammer
begraafcultuur
in eigen hand
houden’

Het begrafenisfonds wist niet meteen wat ze met dit voorstel aan moest. De moeilijkheid is dat Het bestuur behartigt de belangen van circa 12.000 deelnemers van begrafenisfonds Jozef van Arimathea. Het bestuur neemt daarvoor de besluiten en begrijpt dat het daar niet lichtzinnig mee moet omgaan. Het besef dat het fonds, de uitvaartonderneming en de kerk uiteindelijk van elkaar afhankelijk zijn, opende uiteindelijk de deur voor het plan.
Nico: ,,Wij zijn er ook bij gebaat dat de samenwerking met Nicodemus blijft bestaan. Als zij dan komen met zo’n vraag, dan is het dus niet meteen zo van: dat doen we niet. Dan ga je kijken hoe je tot elkaar kunt komen. We zijn tot een constructie gekomen waarbij de mensen achter Nicodemus het pand voor de helft kopen. Daarna verhuren het begrafenisfonds en de investeerders het uitvaartcentrum aan Nicodemus, dat het dagelijkse beheer gaat uitvoeren. Het zijn mensen waarvan we weten dat we ze kunnen vertrouwen. We weten dat zij achter onze filosofie staan, achter de manier waarop wij al tientallen jaren samenwerken. Daarnaast is er voor het fonds ook nog een financieel belang om dit te doen. En Nicodemus is nodig om het uitvaartverzorgingswerk uit te voeren.”
Een andere optie kwam ook ter sprake, namelijk een volledige koop van Het Mirakel door de investeerders. Het bestuur van het begrafenisfonds zag daar geen heil in. ,,Onze deelnemers zijn niet gebaat bij een groot geldbedrag dat we op een rekening zetten. Ik vertrouw het kerkbestuur dat er nu zit volledig. Alleen weet je niet wat er daar de komende tijd gaat gebeuren. We weten dat het steeds moeilijker is om de kerken open te houden. Fuseren met andere parochies, het zou zomaar kunnen gebeuren. Wij vinden dus een doorlopende stroom van inkomsten beter dan één grote som geld. Die inkomsten kunnen we gebruiken om ook in de verdere toekomst korting te geven aan onze deelnemers voor bijvoorbeeld het gebruik van Het Mirakel.”
De mensen achter Nicodemus willen de benedenverdieping van Het Mirakel ingrijpend laten verbouwen. Johan: ,,We kunnen wel zeggen dat alleen de vier muren blijven staan. Alles wordt eruit gesloopt, vernieuwd en krijgt een heel andere indeling. Er komen vier verschillende ruimtes waar condoleances en bijeenkomsten na afloop van de uitvaart kunnen plaatsvinden. De ruimtes worden ingericht als huiskamers in verschillende stijlen. Indien gewenst kunnen meerdere kamers tegelijk worden gehuurd.”
Door deze inrichting zullen meer mensen gebruik kunnen maken van Het Mirakel. De nieuwe situatie wordt zo ingericht dat nabestaanden van de verschillende overledenen elkaar niet tegenkomen. Bijvoorbeeld looprichtingen en nieuwe uitgangen gaan daarvoor zorgen. Het idee om te zorgen voor meer capaciteit komt niet uit de lucht vallen. De betrokkenen gaan ervan uit dat die in de toekomst nodig zal zijn.

‘Door de familie-
kamers van Sereen
en Nicodemus
zagen we onze
inkomsten teruglopen’

Nico: ,,We gaan op een gegeven moment zien dat de grote groep die na de oorlog geboren is zal overlijden. Dus we weten dat het aantal overledenen toe zal nemen. Misschien kunnen de nieuwe voorzieningen er ook voor zorgen dat nabestaanden deze optie verkiezen boven het thuis opbaren. De bedoeling is dat Het Mirakel voor de gemeenschap weer een eigentijdse plaats wordt om overledenen op te baren en familie en condoleance-bezoekers te ontvangen. Als het met de voorbereidingen volgens plan verloopt, dan zal de verbouwing na de bouwvak gaan beginnen.”
Het begrafenisfonds wil een zo gedragen mogelijk besluit nemen en heeft daarom uitvoerig overleg gepleegd met alle ‘stakeholders’. Het bestuur heeft inmiddels toestemming gekregen van het kerkbestuur en de raad van toezicht. Ook de klankbordgroep, die is ingesteld als vertegenwoordiging van de Volendammer gemeenschap, heeft ingestemd met de plannen.
,,Wij willen onszelf in de spiegel kunnen aankijken en kunnen zeggen dat we dit op een goede manier hebben gedaan. Wat wij willen is de belangen van onze deelnemers zo goed mogelijk behartigen en hen korting kunnen geven door de vaste inkomstenstroom die er zal ontstaan. Die komt voort uit de kosten die nabestaanden betalen om van de voorzieningen gebruik te maken. Daarnaast kunnen niet-deelnemers van de faciliteiten gebruikmaken. Met dit alles kunnen we de toekomst van de Volendammer begraafcultuur in eigen hand houden. Alles wordt daarom ook officieel op papier gezet.”
Het Mirakel zou mogelijk ook een interessante plek voor niet-Volendamse uitvaartondernemingen kunnen zijn. Nico stelt dat bewust niet is gesproken met andere partijen dan de mensen achter Nicodemus. ,,Na de realisatie van familiekamers door Sereen en Nicodemus zagen we onze inkomsten teruglopen. Wij zijn er als fonds bij gebaat dat nabestaanden gebruik blijven maken van Het Mirakel en moesten daarom iets doen met deze ontwikkeling. Wij werken al vijfentwintig jaar uitstekend samen met de mensen achter Nicodemus en zij verzorgen ook de meeste uitvaarten. Het lag daarom voor de hand om daarmee iets soortgelijks in gang te zetten.”
,,Wij schieten er niets mee op als we zoiets door grote bedrijven als Dela en Yarden laten regelen. Er zit dan altijd een andere manier van werken achter die niet in het belang is van onze drie-eenheid. De gemeenschap wordt daar niet beter van. Dat zou niet slim zijn. Kennelijk zijn wij in het dorp tevreden over de manier waarop Nicodemus werkt.”
Een belangrijke vraag die bij de verbouwplannen kan worden gesteld is: waar kunnen mensen die normaal gesproken gebruik willen maken van Het Mirakel terecht tijdens de verbouwing? Guido Woerlee van Nicodemus ligt toe welke plaatsen mogelijk als alternatieve locatie worden ingericht. Guido: ,,We hebben plannen om van de Mariakerk en Vincentiuskerk een uitvalsbasis te maken. Verder zou de ontvangkamer van de pastorie daarvoor een mogelijkheid zijn. Daarover zijn we nog in overleg. Dit gaat dan alleen over een bepaald tijdstip, bijvoorbeeld voor de avondgebeden uit. We zouden dan drie uitvalplekken hebben totdat de nieuwe opzet klaar is. Hopelijk zijn het maar drie maanden die we moeten overbruggen. Daarna kunnen we met de nieuwe faciliteiten op een betere manier de toekomst in.”

 

Fotogalerij

Streven De Vooruitgang is om appartementen ‘Oude Seinpaal’ in mei 2023 op te leveren

,,Er staan ruim 1200 mensen op de woningzoekendenlijst in Volendam. Uit onderzoek blijkt dat er momenteel meer behoefte is onder de jongere doelgroep. Daarom wordt het nieuwe appartementencomplex – bestaande uit 54 huurappartementen van verschillende afmetingen – toebedeeld onder de leeftijdscategorie tussen achttien en 55 jaar”, verklaart Fred de Boer, directeur-bestuurder van De Vooruitgang. ,,We hebben nog een lange weg te gaan, maar we hopen de appartementen in de zomer van 2023 op te kunnen leveren.”
Door Kevin Mooijer

[ads id=66]

Fred de Boer en manager vastgoed Bernard Eeltink van Stichting Woningbeheer De Vooruitgang zagen in 2015 dat het bod dat De Vooruitgang op de grond van de ‘oude Seinpaal’ deed geaccepteerd werd. ,,Nadat het bod van de Vooruitgang ook door het college en de raad bekrachtigd werd, kwam het project een tijdje in de wachtkamer te staan”, herinnert Fred. ,,Vanwege een aantal gerelateerde zaken – waaronder de bouw van de nieuwe Seinpaal – hebben we een tijdje geduld moeten hebben.” Die wachttijd hebben Fred en Bernard optimaal benut door een uitgebreid participatietraject op te zetten met de omwonenden van de ‘oude Seinpaal’.
Bernard: ,,Het eerste idee was om een kopie te bouwen van het appartementencomplex dat al op de Wester Ven staat. Het enige verschil zou zijn dat het bestaande gebouw voor senioren is en het nieuwe gebouw voor starters. Maar omdat we benieuwd waren naar de ideeën en suggesties van buurtbewoners hebben we voor een andere aanpak gekozen.” De omwonenden van de Wester Ven werden uitgenodigd in de kantine van de tennisvereniging. ,,We hadden drie tafels klaarstaan met piepschuimblokken. De bewoners mochten aan de hand van de blokken zelf aangeven hoe ze het appartementencomplex het liefste zouden zien. Onze enige vereiste was dat we de 54 benodigde appartementen wel zouden moeten kunnen realiseren. We hebben echt ontzettend goede input van de buurtbewoners ontvangen. Uiteindelijk hebben we drie ontwerpen gekozen om verder uit te werken en aan de gemeente te presenteren.”

‘We hebben echt
ontzettend goede
input van de
buurtbewoners ontvangen’

,,Normaal gesproken wordt de omgevingsvergunning pas aangevraagd nádat het bestemmingsplan is goedgekeurd, maar omdat het participatietraject zó goed verliep, hebben we er voor gekozen om de twee gelijktijdig aan te vliegen. Op 16 juli aanstaande wordt de vergunning verleend, daarna is het nog gedurende acht weken mogelijk om te reageren. Als na die periode de vergunning onherroepelijk is, starten wij pas met slopen. We hopen dus begin oktober te kunnen starten met de sloop. Daarbij verwachten we binnenkort de gegevens klaar te hebben om naar de aannemers te versturen voor de aanbesteding. Als alles volgens plan verloopt zullen de appartementen in mei 2023 opgeleverd kunnen worden.”
,,De sloop is inmiddels al aanbesteed aan M. Havik B.V. Zij zullen volgens het zogenaamde circulair slopen principe te werk gaan. Als gevolg van de historisch hoge staal- en houtprijzen heeft Havik het pand beoordeeld op recyclebare materialen. Alle nog bruikbare materialen die het pand te bieden heeft zullen worden hergebruikt. De werkzaamheden die de slooppartner zal gaan verrichten zullen dus meer weghebben van demonteren dan van slopen.”
Woningzoekenden die geïnteresseerd zijn in een huurappartement in het nog naamloze complex zullen nog even geduld moeten hebben. ,,Men moet hoe dan ook ingeschreven staan als woningzoekende bij De Vooruitgang”, verklaart Fred de Boer. ,,Ongeveer drie maanden voor oplevering zullen wij alle ingeschreven woningzoekenden in de doelgroep van achttien tot en met 55 jaar via de mail informeren over de toewijzingsprocedure.”

Fotogalerij

Slechtzienden hopen op spoedige komst meer ‘geleidelijnen en tikkers’

‘Vier jaar wachten is veel te lang’

Volendam telt meer dan honderdvijftig slechtziende mensen. Het is voor hen niet altijd makkelijk om te navigeren door het dorp. Zo oogt het nieuwe Europaplein bijvoorbeeld voor velen mooi, maar voor slechtzienden is het er niet makkelijker op geworden. Het ontbreekt er aan herkenningspunten en er zijn geen stoepen die aangeven waar de rijweg begint. Enkele eenvoudige voorzieningen zouden voor blinden en ouderen een grote verbetering betekenen. Namelijk het aanleggen van geleidelijnen bij oversteekplaatsen en het installeren van ‘tikkers’ bij stoplichten. Wellicht zal de nieuwe Julianaweg hierin voorzien.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Wat kan er beter voor slechtziende mensen in de gemeente? Charles Steijger weet er antwoorden op. Om te beginnen zijn bepaalde vernieuwingen niet altijd een verbetering gebleken.
Charles: ,,Ik snap uiteraard dat van alles vernieuwd moet worden. Maar vaak veranderen situaties niet ten goede voor blinde mensen en ouderen. Kijk maar naar het nieuwe Europaplein. Dat is voor ons dramatisch. Er is daar nu sprake van ‘shared space’. Dat betekent dat alle herkenningspunten en drempels zijn weggehaald. Maar als je met een stok loopt, dan leef je bij herkenningspunten. Dit herkenningspunt betekent dat ik hier ben, dit betekent dat ik dáár ben. Hier is het een stoepje, daar is het een lantaarnpaal, daar een bankje, enzovoorts. Mijn geleidehond leidt mij overal langs en zorgt ervoor dat ik nergens tegenaan loop. Doordat ik nu minder ankerpunten heb, kan hij alle kanten opgaan terwijl ik het niet voel.”
De situatie op het Europaplein staat niet op zichzelf. Voor de PX loopt alles in een kromming, zoals Charles het zegt. Niets is voor hem moeilijker om door te navigeren dan dat. Daarbij mag zijn geleidehond niet in de buurt komen van de nabijgelegen glasbak. Die zou zijn poten daar kunnen bezeren. Het zijn deze vernieuwde plekken in Volendam waar mensen als Charles moeite mee hebben. Geleidelijnen kunnen hier een oplossing bieden.

‘Rond de zeven doe
ik mijn stok naar
voren en dan ga ik
er blind voor. Dit
is best wel beangstigend,
zeker in het begin’

Hij woont al zevenendertig jaar in de gemeente en is als belangenbehartiger gewend om te praten met overheidsinstanties. Toen de constructie van het nieuwe Europaplein gaande was, sprak Charles een aannemer aan over wat hij signaleerde. ,,Hij zei: ‘dit is shared space, dus dat is geen enkel probleem’. ‘Maar hoe kom ik dan van A naar B?’ vroeg ik hem. ‘Je kan overal lopen’, zei hij. ‘Maar zijn er dan geen auto’s?’, reageerde ik. ‘Ja, tot 11.00 uur zijn hier auto’s. En tot dat tijdstip kun je hier dus beter niet komen’, was zijn reactie. Dat vond ik dus al gek en ‘geleidelijnen’ kwamen er ook niet, omdat die niet nodig waren. Dit zijn bijvoorbeeld ribbeltegels die je bij bushaltes ziet. Deze kunnen een belangrijk herkenningspunt zijn en ervoor zorgen dat je van A naar B kunt komen.”
Dan de situatie bij de Julianaweg. Deze weg wordt in de komende jaren vernieuwd en het betrokken bouwteam informeerde hiervoor bij bijvoorbeeld bewoners en bedrijven om hun wensen kenbaar te maken. Zo ook bij Charles. Hij stipte verbeterpunten aan die men vervolgens noteerde. Als ze worden doorgevoerd, dan gebeurt dit pas bij de wegvernieuwing. De bestaande situatie blijft dus nog jaren voortduren, terwijl eenvoudige aanpassingen volgens Charles voor velen al een hoop kunnen uitmaken. Hij licht de situatie rond Volendams belangrijkste verkeersader toe.
,,Bij de meeste oversteekplaatsen ervan staan stoplichten. Sommige hebben een tikker die aanslaat als het groen is. Die bij de Mariakerk heeft er bijvoorbeeld een en die bij de Meergracht. In totaal zijn er in Volendam ongeveer zes met zo’n geluidsignaal. Voor slechtzienden is dat gewoon weinig. Als er geen tikker is, dan weet je als blinde na het indrukken van de knop niet wanneer het groen is. Ik heb dus maar geleerd om te tellen. Rond de zeven doe ik mijn stok naar voren en dan ga ik er blind voor. Dit is best wel beangstigend, zeker in het begin.”

Trilsignaal
Daarom is het Charles’ wens dat bij elk stoplicht in Volendam een akoestisch signaal te horen moet zijn. Het installeren van zo’n tikker is niet zomaar voor iedereen een uitkomst. Omwonenden klagen over het geluid ervan. Vanwege die reden wordt de installatie soms ’s avonds uitgezet.
,,Bij de Meergracht wordt hij bijvoorbeeld om 20.00 uur uitgeschakeld. Alsof blinden dan niet meer op straat komen. ‘Dan is het donker’, zeggen ze dan. Normaal is het bij mij ook al donker, reageer ik dan gekscherend. Dan moet ik dus maar blind gokken en de Julianaweg is nou niet een weg waar je dat graag doet. Een trilsignaal aanbrengen zou wat dit betreft de oplossing kunnen zijn. Ook voor de mensen die daarbij nog slechthorend zijn. Als dan het akoestische signaal uit is, kun je het toch nog voelen. Soms kun je overdag het geluid ook al niet horen vanwege de verkeersdrukte. Heel duur hoeft dit niet te zijn. En vier jaar wachten is veel te lang voor blinden en slechtzienden.”
Niet alleen dergelijke technische oplossingen zouden voor Charles veel kunnen betekenen. Wellicht zou er ook wat meer bewustzijn mogen komen bij de bevolking dat er mensen zijn zoals hij, die meer moeite hebben met bijvoorbeeld oversteken. Het verkeersgedrag van sommigen maakt het in zijn dagelijks leven soms lastig. ,,Bijvoorbeeld bij de Edammerweg is het heel moeilijk om over te steken. Het is nog wel te doen. Maar sommige mensen zetten ook rustig hun auto midden op de weg als ze iets bij Foe moeten halen. Laatst stak ik over bij het zebrapad bij de Amvo. Stond daar aan de overkant op het pad keurig een bestelbusje geparkeerd. Dat gebeurt dus wel gewoon.”
Charles werd pas op latere leeftijd blind. Hij lijdt aan de aandoening Retinitis pigmentosa (RP). Deze ziekte komt voor bij 1 op de 4000 mensen. Dat zou betekenen dat ongeveer zes Volendammers ermee zijn behept. Volgens Charles ligt dit getal veel hoger, het zijn er namelijk rond de honderdvijftig.

‘Slechtziende mensen
willen ook graag als
volwaardige burgers
kunnen functioneren’

,,Het is een erfelijke aandoening en toevallig zijn er in Volendam een aantal families waar de ziekte in voorkomt. Daardoor zitten op de basis- en middelbare scholen ook kinderen met RP. Maar een beperkt aantal mensen loopt met een hond, een aantal met een stok. Daarnaast zijn er nog mensen die daarbij nog een gehoorprobleem hebben. Dit heet het ‘Usher syndroom’. In Volendam komt een RP-variant voor waarbij het centrum van het gezichtsveld wordt aangetast. Daar merken kinderen dus snel wat van als ze eraan lijden. Bij mij ging eerst de buitenkant weg. Het stond jaren ogenschijnlijk stil, totdat ook in het midden mijn zicht minder werd. Nu zie ik meestal niks. Soms wel iets, in de schemering ’s ochtends en ’s avonds. Bij mij werd het laat ontdekt. Het begon achteraf als nachtblindheid. Maar ja, iedereen ziet ’s nachts slecht, denk je dan.”
Op zijn negentiende zei Charles zonder aanleiding: het zou zomaar eens kunnen zijn dat ik later blind word. Soms weet je lichaam meer dan je hersenen, zegt hij daarover. Een jaar of tien daarna werd zijn vrees helaas bewaarheid. Daardoor werd Charles meer afhankelijk van anderen en dat was wennen. Hij waakte ervoor om in isolement te belanden en bleef zelfstandig. Met zijn stok reisde hij de hele wereld over, zijn toenmalige partner drong daar ook op aan. Als voorzitter van de RP-vereniging Nederland was een reis naar bijvoorbeeld Turijn voor hem geen uitzondering. ,,Dat doe je dan gewoon.” Met het ouder worden, wordt die hoge mate van zelfstandigheid lastiger vol te houden. Al bieden de vele moderne technische snufjes hem uitkomst. Een afstandsbediening waartegen je kunt praten bijvoorbeeld. De inhoud van e-mails kan ook worden voorgelezen.
Er is dus daarnaast nog een wereld te winnen voor slechtzienden en ouderen in de gemeente. ,,Slechtziende mensen willen ook graag als volwaardige burgers kunnen functioneren. Ze willen ook graag meedoen, maar moeten daar wel de kans voor krijgen. Ik vrees dat velen van hen nu veelal thuisblijven en dat is natuurlijk jammer. Als we die voorzieningen realiseren, dan wordt het voor veel mensen makkelijker om deel te nemen aan de wereld van alledag.”

Werkgroep Mobiliteit valt slechtzienden bij:
‘Het excuus is dat er wordt gewacht op de nieuwe Julianaweg’

Volendammer Thoom Steur bekommert zich al jaren om het lot van ouderen en slechtzienden in de gemeente. Dit doet hij als voorzitter van de ‘Werkgroep Mobiliteit’. Het is een kwestie van een lange adem hebben om dingen voor elkaar te krijgen, zegt hij erover. Intussen kreeg de werkgroep al enkele kleine zaken voor elkaar, zoals een verbetering voor rolstoelgebruikers.

Thoom vertelt: ,,Lang waren we hierover aan het steggelen met de gemeente. Meestal hebben we rechtstreeks contact met de wethouder om de situatie voor slechtzienden te verbeteren. Er wordt altijd netjes geluisterd. En door steeds een druppel op de gloeiende plaat aan te brengen, worden dingen toch langzaamaan beter. Vaak worden punten die je aandraagt niet meteen opgelost, maar dat is ook wel te begrijpen. Als werkgroep kiezen wij ervoor om niet steeds naar de media te stappen. Het lijkt ons het beste om bijvoorbeeld brieven te sturen naar de gemeente, die we niet publiceren. Het is een kwestie van een lange adem hebben.”
Thoom was samen met Charles Steijger bij het overleg met het bouwteam van de Julianaweg. Hij vertelt dat er eerder al een afspraak werd gemaakt over het installeren van meer ‘tikkers’ bij stoplichten. ,,Het was de bedoeling dat er bij alle oversteekplaatsen in en rond de Oude Kom van die ratels zouden komen. Ook voor slechthorenden zouden ze een apart signaal maken. Daar werd over gezegd dat deze te duur zijn. Terwijl de pot voor dit soort voorzieningen is opgelopen tot 60.000 euro. Dat is trouwens alsnog niet veel voor het aantal mensen dat hier baat bij kan hebben. Ze installeerden het dus tot nog toe niet. Het excuus is nu dus dat er wordt gewacht op de nieuwe Julianaweg. Maar op andere plekken in het dorp zijn de ratels er ook nog niet.”

‘Door steeds een
druppel op de
gloeiende plaat
aan te brengen,
worden dingen toch beter’

De werkgroep van Thoom hamerde eveneens op de komst van een andere soort lantaarnpalen. Deze zouden voor een bepaalde groep slechtzienden uitkomst kunnen bieden. ,,We zouden graag palen willen met een grijs-zwarte tint. Sommige mensen zien namelijk toch nog een beetje licht. De stoep is grijs en als de lantaarnpalen zwartig zijn, dan zijn ze beter zichtbaar. Dan hebben deze mensen meer oriëntatie. Voor degenen die niks meer zien, zijn de geleidelijnen natuurlijk een oplossing. Bij de Van Baarstraat kregen we voor elkaar dat deze er kwamen. Deze zijn alleen helaas niet helemaal naar de zin van slechtzienden, omdat ze op een gegeven moment schuins aflopen. Daardoor raken ze in de war. Dat zijn vreemde dingen die moeilijk te begrijpen zijn voor zienden.”
Thoom ziet dat er steeds meer slechtzienden bijkomen in het dorp, ook onder de jongeren. Hij vindt het goed dat er nu al meer mogelijkheden voor hen zijn dan vroeger. Toch is het voor hem teleurstellend dat er bij het Europaplein niks gedaan is met de aangedragen punten. ,,Toen het plein en de hele Zeestraat openlagen, zeiden we steeds: leg nu gelijk die lijnen neer. Je bent nu toch bezig. Vier keer werd daarna nog de straat opengehaald. Dan vroegen we steeds: is dit voor de lijnen? ‘Nee’, was het antwoord steevast. Er werden bij het plein ook opstapjes gemaakt. De eerste de beste slechtziende die daar langskwam, viel eroverheen. Dan is het gewoon niet voor elkaar, terwijl het wel in orde zou komen.”
Het is volgens Thoom niet zo dat de voorzieningen voor slechtzienden in Edam-Volendam minder goed zijn dan in andere regio’s. Alleen maakt het verschil dat er hier naar verhouding een groter aantal mensen ze nodig heeft. De werkgroep van Thoom is van plan om door te gaan met het aankaarten voor de bovengenoemde punten. Een van de successen die ze bereikten, laat zien dat geduld en volharding dingen kunnen bewerkstelligen. Men kreeg het voor elkaar dat stoepen in de toekomst beter begaanbaar worden gemaakt voor rolstoelgebruikers. Ondertussen blijft de werkgroep meedenken over verbeteringen van de openbare ruimte voor onder meer ouderen, invaliden, slechthorenden en slechtzienden.

 

 

Fotogalerij

FC Volendam wint ook van Heracles

Een goed spelend FC Volendam heeft ook de oefenwedstrijd tegen eredivisionist Heracles gewonnen. De Volendammers zetten gelijk druk, het spel was enthousiast en Heracles had eigenlijk niets in te brengen.

 

In de 18e minuut werd een prima aanval in tweede instantie afgerond door Van Mieghem; nadat de keeper de inzet had gestopt kon Daryl de bal alsnog van dichtbij binnenschieten.

Volendam bleef de bovenliggende partij en dat resulteerde in de extra tijd van de eerste helft voor de tweede treffer. Boy Deul speelde zich schitterend vrij op de rand strafschopgebied en met zijn linker zag hij de bal in de kruising verdwijnen. Heracles maakte in de 82e minuut nog de aansluittreffer maar verder kwamen zij niet.

 

Fotogalerij

AFGESTUDEERD | Jeroen Springer Master of Education

Toen de 28-jarige Jeroen Springer onlangs een van zijn oude leraren van de middelbare school tegenkwam, kon deze het bijna niet geloven dat Jeroen zelf ook docent is geworden, en naast zijn werk op een basisschool in Amsterdam-Noord zelfs de tweejarige Master of Education volgde. ,,Ik was als scholier vroeger geen hoogvlieger, en vanwege mijn matige resultaten was ik ook niet bepaald gemotiveerd”, vertelt Jeroen. ,,Pas later ontdekte ik dat ik meer in mijn mars had en in staat was om mezelf verder te ontwikkelen. Als basisschoolleraar wil ik nu andere kinderen van jongs af aan overtuigen van hun waarde en hen met positieve psychologie stimuleren om het beste uit zichzelf te halen. Tijdens mijn Master of Education heb ik daar enorm veel handvatten voor gekregen.”
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Op de basisschool en middelbare school heeft Jeroen het erg moeilijk gehad om mee te komen met de rest van de klas. ,,Ik was bijvoorbeeld zo slecht in spelling dat ze me meerdere keren hebben laten testen op dyslexie, maar daar kwam telkens niets uit. Ik liep de hele tijd rond met het gevoel gefaald te hebben en op den duur begon ik te geloven dat ik dom was en school voor mij gewoon niet was weggelegd.”
Na het behalen van zijn VMBO-diploma richtte Jeroen zich op hetgeen waar hij in zijn ogen wél goed in was: Sport. ,,Ik volgde een sportopleiding op het MBO en werd personal trainer. Dat ging me verrassend goed af. Ik merkte tijdens die opleiding dat ik de stof goed in me opnam en dat het lesgeven me bovengemiddeld goed af ging. Ik genoot ook van het contact met de mensen en was goed in staat hen te begeleiden en te motiveren.”
Uiteindelijk was het zijn vriendin, Irene Schut, die hem overtuigde om door te leren. ,,Destijds keek ik erg naar Irene op. Ze haalde altijd goede cijfers, studeerde econometrie en had een goed betaalde bijbaan. In mijn ogen was ze altijd veel slimmer dan ik, maar in gesprekken gaf ze me nooit het ge-voel dat ik dom was. Ze hamerde er zelfs op dat ik veel slimmer was dan ik zelf dacht, en uiteindelijk gaf ze mij het zelfvertrouwen om toch in mezelf te geloven.’

‘Mijn vriendin hamerde
er zelfs op dat ik
veel slimmer was dan
ik zelf dacht,
en uiteindelijk gaf ze
mij het zelfvertrouwen
om toch in mezelf te geloven’

Jeroen schreef zich in voor de HBO-opleiding iPABO. ,,Een keuze waar ik het samen met Irene uitgebreid over heb gehad. Toen ik nog in de sportschool werkte, werkte ik vooral ’s avonds en in het weekend, maar in de toekomst wilden we graag meer samen zijn. Een baan als leraar gaf mij de structuur die ik zocht en had daarnaast ook veel raakvlakken met het werk dat ik al deed als trainer: het begeleiden groepen, kennisoverdracht over en het motiveren van leerlingen.”
Met zijn hernieuwde gevoel van zelfvertrouwen voelde Jeroen zich op de iPABO helemaal op zijn gemak. ,,Tijdens de stages wist ik dat ik de juiste keuze had gemaakt, en dat ik een goede leraar kon worden. Ik kan goed met kinderen overweg, en haalde er heel veel voldoening uit om hen nieuwe kennis bij te brengen. Omdat ik nu duidelijk voor ogen had wat ik kon bereiken, ging het studeren mij ook zó goed af, dat ik na het behalen van mijn iPABO voelde dat ik nog niet uitgeleerd was. Daarom koos ik ervoor om gelijk door te stromen naar de Master of Education.”
Al in het vierde jaar van de iPABO opleiding vond Jeroen een baan als leraar op een basisschool in Amsterdam-Noord. ,,Veel mensen verklaarden mij voor gek. Amsterdam-Noord staat namelijk niet bepaald bekend vanwege het goede onderwijs.” Jeroen vertelt dat veel van zijn studiegenoten die er stage hadden gelopen het erg zwaar en hectisch vonden, omdat er in dat stadsdeel ook relatief veel sprake is van ongelijkheid, leerachterstanden en gedragsproblematiek. ,,Mensen snapten niet dat ik uitgerekend daar ben gaan werken, juist ook omdat mannelijke leraren in het basisschool onderwijs nog altijd erg schaars zijn en de banen voor ons bij wijze van spreken voor het oprapen liggen. Maar ik heb nog geen moment spijt gehad van mijn keuze.”
Een belangrijke reden voor Jeroen zijn keuze was het vertrouwen dat deze school hem gaf: ,,Het komt niet vaak voor dat je als vierdejaars iPABO leerling al een baan aangeboden krijgt, en dankzij het vaste contract dat zij mij aanboden hebben mijn vriendin en ik onze droom kunnen verwezenlijken om samen een huis te kopen op de Broeckgouw.” Ook toen Jeroen na het behalen van zijn iPABO diploma aangaf dat hij nog graag gelijk door wilde stromen in de Master of Education, steunde zijn werkgever deze beslissing. ,,In eerste instantie hebben ze nog wel gevraagd of ik niet liever eerst wat jaren ervaring wilde opdoen voordat ik aan de Master zou beginnen, maar toen ze merkten dat ik echt gedreven was om mezelf nog verder te ontwikkelen in mijn aanpak als leraar, hebben ze mijn Master zelfs volledig betaald.”
Ook nu Jeroen zijn Master of Education succesvol heeft afgerond staat hij nog steeds voor de klas op deze school. ,,Ik heb het hier nog steeds erg naar mijn zin, en na alle steun die ze mij hebben gegeven, vind ik het fijn om nu al mijn kennis en ervaring hier in te zetten en een positieve impact te maken op deze school.”

Praktisch en positief
De basisschool waar Jeroen werkt is een Jenaplanschool. ,,Jenaplan is een onderwijssysteem dat de maatschappij in het leslokaal betrekt”, legt Jeroen uit. ,,Verschillende jaargangen worden aan elkaar gekoppeld, zodat jongere en oudere leerlingen ook van elkaar kunnen leren. Ik heb bijvoorbeeld groep 4 en 5 in mijn klas. Tijdens het eerste jaar krijgen de kinderen in groep 4 extra hulp en steun van de kinderen uit groep 5. Een jaar later nemen zij zelf die rol over en helpen zij de kinderen die een jaar jonger zijn.”
,,Daarnaast ligt er een grote nadruk op samenwerken en presenteren”, vervolgt Jeroen. ,,Een belangrijk onderdeel van het lesprogramma zijn de zogenaamde ‘vieringen’, zoals de weekopening en weeksluiting. Tijdens deze momenten staan we gezamenlijk stil bij wat we geleerd hebben en bereidt elke groep ook iets voor, voor de rest van de school, zoals een presentatie, een voorstelling of een gezamenlijk lied.”
De vernieuwende aanpak van het Jenaplanconcept sprak Jeroen direct erg aan, ,,Ik vind het erg positief dat de kinderen hier bepaalde zaken meekrijgen die in het reguliere onderwijs eigenlijk helemaal niet aan bod komen, zoals samenwerken, evalueren, presenteren en verantwoordelijkheids-gevoel. Nu zie je regelmatig dat schoolverlaters er bij hun eerste werkgever achter komen dat ze deze kwaliteiten eigenlijk nog niet ontwikkeld hebben. Ook merk ik dat er binnen het Jenaplan concept meer ruimte is voor kinderen om zichzelf op een bredere manier te ontwikkelen.”
Tijdens zijn Master of Education specialiseerde Jeroen zich in gedragswetenschap en positieve psychologie. ,,Het mooie aan deze opleiding is dat de focus echt op de praktijk ligt”, zegt Jeroen. ,,Ik heb me bijvoorbeeld specifiek verdiept in de relatie tussen kinderen en leerkrachten. Wat hebben kinderen nodig? Hoe kan het dat het contact met sommige leerlingen soepel verloopt terwijl de leer-kracht met andere leerlingen veel spanning ervaart? Waar liggen de onderliggende redenen en grondslagen voor veelvoorkomende valkuilen en irritaties in het onderwijs? Op dat soort vragen heb ik gericht een antwoord proberen te vinden.”
Wat Jeroen zo aansprak in het implementeren van positieve psychologie was de nadruk op preven-tie in het onderwijs: ,,Nu zie je vaak dat een leraar pas ingrijpt als iets uit de hand loopt”, zegt Jeroen. ,,Pas als er onrust ontstaat in de klas maant de leraar de klas tot stilte, of wanneer een kind zich niet gedraagt verheft de leraar zijn stem. Vanuit het gedachtegoed van positieve psychologie kijk je veel meer naar hoe je dergelijke situaties kunt voorkomen. De oplossing daarvoor ligt grotendeels in het bieden van voldoende aandacht en structuur.”

‘Ik ben het levende
voorbeeld van wat
zelfvertrouwen en een
duidelijk gevoel van
richting en zingeving
in je leven voor
verschil kan maken’

Jeroen legt uit dat ieder kind gezien en gehoord wil worden. ,,Als dat niet lukt, proberen ze dat op een negatieve manier alsnog te bereiken. Juist door alle kinderen het gevoel te geven dat zij een waardevol onderdeel uitmaken van de groep kun je dit voorkomen. Bijvoorbeeld door gezamenlijk de regels op te stellen en hen daarop aan te spreken, maar ook door de behoeften van het kind voorop te stellen als deze toch boos is of vervelend doet. Dan vraag ik als leraar bijvoorbeeld altijd wat ik er aan kan doen om het kind te helpen zich beter te laten voelen. Zo creëer je een win-win situatie waarin het kind ook sneller bereid is om zijn of haar gedrag aan te passen.”
Juist omdat Jeroen die positieve aanpak vroeger zelf als scholier heeft moeten missen, is hij nu zo gedreven om als leraar altijd het beste uit zijn leerlingen te halen. ,,Ik ben het levende voorbeeld van wat zelfvertrouwen en een duidelijk gevoel van richting en zingeving in je leven voor verschil kan maken.”
Jeroen benadrukt dat hij er wel keihard voor heeft moeten werken. ,,De afgelopen twee jaar waren een enorme uitdaging voor me. Het werk voor de klas is enorm intensief, en toen een collega van me op een bepaald moment vanwege burn-out klachten thuis kwam te zitten, kreeg ik nog meer taken op mijn bordje. Naast die vier werkdagen was ik ’s avonds en in het weekend voortdurend druk met studeren. En dan werd ons huis vorig jaar ook nog eens opgeleverd. Gelukkig heeft mijn vriendin me enorm goed ondersteund. Met name wat betreft de inrichting van ons huis heeft ze bijna alle voorbereidingen en het regelwerk op zich genomen, zodat ik me kon blijven focussen op mijn studie. Daar ben ik haar echt ontzettend dankbaar voor.”
De opkomst van het coronavirus maakte het er voor Jeroen nóg hectischer op: ,,Zowel op mijn werk als mijn opleiding heerste er in het begin erg veel onzekerheid. Opeens moest alles digitaal, en dat bracht een hoop extra uitdagingen met zich mee. Het was echter ook zeer leerzaam en het bracht het me persoonlijk ook positieve dingen, zoals het contact met ouders, dat opeens veel intensiever werd. Ik merkte ook dat ouders na een periode van thuisonderwijs opeens veel meer respect voor mij als leraar hadden, en oprecht nieuwsgierig waren naar de tips en adviezen die ik ze kon geven.”

Scriptie
Jeroen schrok wel van het effect dat het coronavirus heeft gehad op de schoolprestaties van schoolkinderen. ,,In Amsterdam-Noord zie je de kansenongelijkheid onder kinderen echt heel scherp, en toen de kinderen na de lockdown weer terug de klas inkwamen merkte ik dat een deel van de kinderen enorm grote stappen had gezet, terwijl een ander deel, het deel dat het voorheen vaak ook al lastiger had, flinke leerachterstanden had opgelopen. Dat deed me echt wat, want als leerkracht wil je je kinderen juist vooruit zien gaan. Het onderwijs stond al voor flinke uitdagingen, maar die zijn nu als gevolg van corona nog veel groter geworden.”
Toen Jeroen twee weken geleden na zijn laatste presentatie en zijn scriptie-verdediging hoorde dat hij geslaagd was is hij eerst rechtstreeks zijn bed ingedoken. ,,Er viel op dat moment echt een enor-me last van mijn schouders, en na alle spanning en stress van de afgelopen maanden moest ik echt mijn rust weer even vinden. Pas later die avond heb ik het gevierd.”
Zelfs nu hij zijn masterdiploma op zak heeft blijft Jeroen gemotiveerd om zich verder te ontwikkelen in het onderwijs. ,,Toen ik aan de iPABO begon, had ik mezelf als doelstelling gesteld dat ik voor mijn 35e directeur wilde worden. Op dit moment zie ik dat nog niet echt voor me, maar ik ben wel voornemens om me in de toekomst ook meer met beleid bezig te houden. Ik weet nu nog niet precies welk pad ik kan bewandelen om daar uiteindelijk het snelste te komen. Ik overweeg om binnenkort misschien als parttime als zzp’er aan de slag kan gaan om zij-instromers te begeleiden of lastige casussen te managen. Maar ik kijk er in ieder geval naar uit om me de komende jaren als leraar nog verder te ontwikkelen en om het leven van de kinderen in mijn klassen op een positieve manier te beïnvloeden.”

Fotogalerij

Wat stond er in je rapport

Nora Tuyp is haar moedertje dankbaar

,,We woonden in de Kerkstraat”, begint Nora Tuyp. ,,Dus werd het De Jozefschool. Mijn buurmeisje ging naar de school in het park, maar voor de rest ging de hele buurt dus naar de Jozefschool. Een leuke, gemoedelijke school. Heel gezellig ook.”
Door Jan Koning

[ads id=66]

,,Wat voor leerling ik was? Een sociaal goed aanwezige, zeg maar, haha. Omdat ik dat sociale toch wel heel belangrijk vond, lette ik niet altijd even goed op. Toch probeerde ik wel altijd goed mijn best te doen. Zo is ook te lezen in mijn rapport. Bij het eerste staat nog dat ik beter mijn best moet doen, maar bij de tweede staat dat ik dat ook daadwerkelijk doe. Ik luisterde dus wel goed naar de juffen.”
,,Vooral met lezen had ik nog wat moeite en dat hebben we tot Sint Juttemus geoefend in de keuken bij mijn moeder met zo’n bandje. Een drama, maar ik deed het wel allemaal braaf. Mijn moeder vindt het nu nog vreselijk als ze me hoort voorlezen. Die kan het niet meer aanhoren. Wat ook is blijven hangen, is dat ik in Groep 5 bij meester Frans Pelk altijd met m’n tafeltje op de gang moest zitten. Ik luisterde gewoon nooit naar hem. Vraag me niet waarom, maar we hadden blijkbaar geen klik of zo.”

Lol maken
,,Ik zat in een klas met onder anderen René Kras, Janine Bond, Eline Smit en Nelleke Kwakman. Die meiden waren ook mijn vriendinnen in die tijd. Met Eline spreek ik zelfs nog geregeld af. We koesterden ook dezelfde jeugddroom., namelijk politie te paard worden. Van die droom is niets terechtgekomen, maar het staat nog wel in alle vriendinnenboekjes uit die tijd. Een periode waarvan qua leraren Juf Gré wel is blijven hangen. Die zong altijd liedjes met ons en dat vonden we super leuk. Ik bak er niets van, maar zeg altijd dat als ik toch een goede stem had gehad, ik de hele dag zou zingen. Overal. Ik moet echter altijd stilhouden, ik mag niet zingen. Alleen mijn kinderen vinden het nóg leuk.”

‘We wilden politie
te paard worden’

,,Op het Don Bosco College startte ik op VMBO/HAVO en dat werd uiteindelijk VMBO-kader. Als ik beter mijn best had gedaan, had er zeker meer ingezeten. Toch heb ik er geen spijt van, want ik heb de mooiste tijd uit mijn leven gehad. Als ik het over mocht doen, deed ik het exact hetzelfde. We waren in die tijd niet echt bezig met ‘wat gaan we hierna doen’ of ‘we moeten wel een diploma hebben, want dat is belangrijk.’ Waren vooral bezig met de hele dag lol maken. Een klas met alleen meiden waarvan niemand te beroerd was om zijn beste – of slechtste – beentje voor te zetten. Ik ging bijvoorbeeld dronken naar de sportdag met Shanna Kras. Toen ze het in de gaten kregen, zijn we weggerend. Ook reden we geregeld met rolstoelen door de aula. Hebben zelfs een kinderopvangmiddag georganiseerd waarbij alle neefjes en nichtjes naar school mochten komen. Het was altijd lachen, al hebben we ook wel dingen gedaan waarvan ik achteraf spijt heb. Bij mevrouw Tas bijvoorbeeld. Dat waren dingen die gewoon te ver gingen. Last but not least mochten we met de hele klas niet mee op kamp naar Londen. Dat was nog nooit voorgekomen, maar wij hadden de primeur. Niet denken dat onze ouders de school belden, hoor. Mijn moeder zei gewoon: ‘Dat is je eigen schuld. Moeten jullie maar normaal doen.’ En daar had ze eigenlijk ook wel gelijk in.”

Dankbaar
,,Ik haalde wel voldoendes – het ging me makkelijk af – dus het grappen en grollen had geen consequenties. Alleen Engels had ik moeite mee, maar daar heeft mevrouw De Groot ontzettend mee geholpen. Zodoende is het me gelukt om daar een voldoende voor te scoren en direct te slagen, zonder herkansingen. Na de Don Bosco had ik – samen met Eline – besloten tandartsassistente te worden. De opleiding was in Haarlem, een flink eind uit de richting en de school vonden we helemaal niks. Dus gingen we iedere keer naar Amsterdam om een ijsje te halen. Of een broodje eten in Haarlem en dan gingen we weer. Ik ben uiteindelijk gestopt, maar dat durfde ik absoluut niet te zeggen tegen mijn pa en ma. Die hadden net het school- en boekengeld betaald. Gelukkig pakten ze het goed op.”
,,Vervolgens heb ik een jaartje bij Piet Vik in de viswinkel gewerkt. Wilde wel blijven, want het was natuurlijk lekker geld verdienen en je hoefde niet meer te leren. Maar dat zag mijn moeder niet zitten, dus heeft ze me ingeschreven voor de opleiding verpleegkundige. Iets wat ikzelf helemaal niet zag zitten, maar waar ik haar nu dankbaar voor ben. Ik werk nu namelijk als longverpleegkundige bij het OLVG-Oost en heb het er enorm naar mijn zin. Dus met terugwerkende kracht nogmaals: ‘Bedankt, ma!”

Gezag
Jan Keizer had Nora in het schooljaar 2003/2004 een jaartje onder zijn hoede. ,,Ik stond erom bekend dat ik zo goed als nooit iemand de klas uitstuurde. In de 41 jaar dat ik les heb gegeven, kun je de keren op een hand tellen. Ook gaf ik sporadisch gaf strafwerk op en dat was dan meestal iets ludieks. Een kleurplaat inkleuren, opstel schrijven over het liefdesleven van een vloermatje. Of als ze samen aan het klieren waren, liet ik ze een opstel schrijven en dan om de beurt een woord. Dat soort dingen. Nora viel de eer te beurt om drie keer strafwerk te pakken. Dat is toch wel uniek. Ik herinner me haar als een brugpiepertje met heel veel praatjes. Ze had lak aan gezag en had eigenlijk een hekel aan het instituut school en alles wat daar bij hoorde. Voerde continu strijd tegen autoriteit. Ze was overigens veel intelligenter dan ze op dat moment liet blijken. Jaren later sprak ik haar nog wel eens in de sportschool en merkte ik dat ze veel meer in haar mars had dan ze al die tijd had laten zien. Getuige ook haar vervolgopleiding en waar ze uiteindelijk terecht is gekomen.”

Fotogalerij

Juf Margo van der Biezen gaat met pensioen

Juf Margo van der Biezen staat startklaar om met haar leerlingen de laatste bruggentocht te maken door oud Edam (foto). Deze speurtocht heeft Margo in haar lange carrière zelf bedacht om de kinderen toch even kennis te laten maken met de mooie binnenstad.

 

Margo heeft 20 jaar op de Agnesschool in Edam gewerkt, na de fusie werd ze “het gezicht” van groep 3 van de Trimaran. Kinderen leren lezen, schrijven en rekenen is Margo op het lijf geschreven! Noem een naam en Margo kent het kind en zijn of haar ouders nog. Inmiddels komen er oud-leerlingen als ouder haar klas binnen.

Nu, na 46 jaar is het tijd voor Margo om te genieten van haar welverdiende pensioen.

Fotogalerij

Bedrijf in Beeld

Firma Runderkamp is dé specialist op gebied van huishoudelijke kwaliteitsartikelen

,,Van huissleutels, fietssleutels en scootersleutels tot goeie bezems, schoonmaakvaaltjes, álle toebehoren van een droogpaal, de welbekende Volendammer-roop en alles daartussenin”, luidt de assortiment beschrijving van Firma Runderkamp. Na jarenlang in de winkel van Ceesie Cas te hebben gestaan, maakt Wendy Runderkamp (47) een doorstart na het pensioen van haar voormalig compagnon Piet Sombroek. ,,Sinds vorige week staat de webshop online”, vertelt de Volendamse trots. ,,Op dinsdag, woensdag en vrijdag ben ik in de showroom op Julianaweg 200G en de overige dagen breng ik artikelen die online besteld zijn rond.”
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

Tegen alle verwachtingen in merkte Wendy vorig jaar dat de omzet van de zaak steeg, terwijl de fysieke winkel vanwege de coronamaatregelen gesloten was. ,,De overheid kwam met het nieuws dat de winkels dicht moesten”, herinnert Wendy zich. ,,Voor onze zaak was dat een hard gelag. Wij moesten het altijd natuurlijk hebben van publiek dat de winkel bezocht. Online hadden we tot die tijd nooit aan gedaan.” Nadat ze na het slechte nieuws de deur van de winkel achter zich dichttrok, liet Wendy thuis eens bezinken hoe ze de zaak draaiende kon houden.

‘Alles kwam tegelijk
binnen. De één had
tien meter roop nodig,
de ander wilde een bezem
en ga zo maar door’

,,Veel tijd had ik daarvoor niet nodig”, lacht ze. ,,Ik had de iPad vanuit de winkel mee naar huis genomen. De berichtjes bleven achter elkaar binnenstromen. Ik kreeg mailtjes, Facebookverzoeken, alles kwam tegelijk binnen. De één had tien meter roop nodig, de ander wilde een bezem en ga zo maar door. Onverwachts ontstond het idee om online verder te gaan als ik een doorstart met de winkel zou maken. En ik moet zeggen dat het perfect werkt. ’s Ochtends pak ik alles in en ’s middags breng ik de pakketjes langs bij de klanten. Het is ook nog even hartstikke gezellig. Sommige bestellingen eindigen zelfs met een koppie.”
Sinds kort bevindt Firma Runderkamp zich aan de Julianaweg 200G. ,,Ik moet nu natuurlijk alles alleen doen. Daarom heb ik ervoor gekozen om niet verder te gaan in het pand aan de Ventersgracht. Daar hadden we een winkel waarvan men verwacht dat je gewoon zes dagen per week geopend bent. Voor mij is dat niet haalbaar nu ik in mijn eentje verder ga. Daarom ben ik vanaf heden op dinsdag, woensdag en vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur aanwezig in het nieuwe pand aan de Julianaweg. De koffie staat op die dagen klaar voor de klanten. En de overige dagen verwerk ik de bestellingen die op www.firmarunderkamp.nl zijn binnengekomen. De bezorging in Edam-Volendam is gratis.”

Bij de verhuizing naar het nieuwe pand aan de Julianaweg heeft Wendy de nodige hulp gehad. ,,Mijn dank gaat uit naar mijn zus Angelique, Michelle en Thea en de rest van mijn lieve familie en vrienden die mij geholpen hebben dit mogelijk te maken. Het is ongelooflijk hoeveel spullen we hebben moeten overbrengen, en dat terwijl ik de ijzerwaren en het gereedschap heb afgestoten”, klinkt Wendy terwijl ze tussen een oase aan huishoudartikelen staat. ,,Firma Runderkamp is puur gericht op huishoudelijke kwaliteitsartikelen.” Wendy is ervaringsdeskundige als het gaat om duurzame, robuuste, huishoudelijke artikelen. ,,Wat dat betreft heb ik een hoop van Piet geleerd. Ik weet nog goed dat er een aantal jaar terug twee bouwvakkers binnenkwamen met een bezem en een losse steel. Ze vroegen of Piet er niet was. Piet was er inderdaad niet, dus ik vroeg of ik ze niet kon helpen. ‘Nee, Piet moet hier even een spijker inslaan’, reageerde één van de mannen. Ik zei dat ik ook wel een spijkertje in die bezem kon slaan – Piet had me natuurlijk wel geleerd hoe ik een hamer vast moest houden – waarop die twee kerels elkaar lachend aan kijken. Ze geven me vol verwachting die twee delen bezem. Ik ram die spijker erin en geef de bezem terug. Een week of zes later staat de eigenaar van de bezem weer voor me en ik vroeg natuurlijk: ‘nou, doet je bezem het nog?’ Hij reageerde heel sportief: ‘ik had natuurlijk gehoopt dat ik nu nee kon zeggen, maar hij veegt als een zonnetje.”

De webshop van Firma Runderkamp is vanaf heden online: www.firmarunderkamp.nl
Op dinsdag, woensdag en vrijdag is Wendy in de winkel aan de Julianaweg 200G aanwezig tussen 10.00 en 17.00 uur. Daarnaast is ze bereikbaar via mail: info@firmarunderkamp.nl en telefonisch op 06 20 20 28 71.

Fotogalerij

In de Nivo van vandaag, 14 juli 2021

Wij wensen iedereen veel leesplezier met onder andere de volgende onderwerpen:

• Continurooster Vincentiusschool oogst louter lof
• Streven De Vooruitgang is om appartementen ‘Oude Seinpaal’ in mei 2023 op te leveren
• AFGESTUDEERD | Jeroen Springer Master of Education
• Slechtzienden hopen op spoedige komst meer ‘geleidelijnen en tikkers’
• Wat stond er in je rapport: Nora Tuyp is haar moedertje dankbaar
• Nicodemus Uitvaartverzorging bestaat 25 jaar en breidt haar dienstverlening verder uit
• ‘Coronaproof’ diploma-uitreiking op het Don Bosco college
• Bedrijf in Beeld: Firma Runderkamp is dé specialist op gebied van huishoudelijke kwaliteitsartikelen
• Basketbal seizoensafsluiting voor de jeugd tijdens het Molenaar & Zwarthoed Adviseurs Jeugmixtoernooi 2021

Fotogalerij

Start B-Active Zomerspelen

De Kids Zomerspelen van B-Active zijn weer van start gegaan. De eerste editie bleek vorig jaar een dusdanig succes, dat organisator Brian van der Leest de Zomerspelen dit jaar opnieuw organiseert.

 

De Spelen worden op drie verschillende locaties gehouden: Sporthal Opperdam, RKAV/Marinastrandje en H20 in Purmerend. Er zijn maar liefst tweehonderd deelnemers in de leeftijdscategorie van zes tot en met elf jaar. Voor hen staan drie dagen vol van sport en heel veel lol op het programma.

Zowel het sporten als het eten zal in groepsverband plaatsvinden. De jongelingen zullen tijdens de Zomerspelen kennis maken met veel nieuwe sportieve activiteiten als verspringen, hoogspringen, kogelstoten en als het weer het toelaat staat ook suppen op het programma. Het beloven drie mooie dagen te worden!

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?