Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

‘Als dierenarts ben je een soort huisarts, chirurg en tandarts in één’

AFGESTUDEERD | Annick Smit, Bachelor Diergeneeskunde

Veel jonge meisjes dromen ervan om later dierenarts te worden, maar bij de meesten van hen verdwijnt die droom langzamerhand naarmate zij iets ouder worden. Zo niet bij de 23-jarige Annick Smit. Al op jonge leeftijd wist zij zeker dat ze later dierenarts wilde worden, en eigenlijk is dat verlangen sindsdien alleen maar sterker geworden. De Volendamse wist van tevoren dat het een lang en zwaar traject zou worden, met zowel het nodige stampwerk als het soms smerige fysieke werk, maar juist dat uitdagende en afwisselende aspect spreekt haar zo aan in dit bijzondere vak. Vorige week rondde ze haar Bachelor Diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht met succes af en sindsdien wil ze niets liever dan zo snel mogelijk doorstromen naar de aansluitende driejarige Master Diergeneeskunde.
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Als meisje was Annick al een echte dierenvriend. Haar moeder herinnert zich dat ze dol op haar konijn was, altijd alle honden in de buurt uitliet en vaak uren bij de paarden aan de rand van het weiland te vinden was. ,,Ik heb altijd geweten dat ik dierenarts wilde worden, en ik liet mij door niets en niemand van dat idee afbrengen”, zegt Annick.
Op de middelbare school (tweetalig VWO op het Tabor College Werenfridus in Hoorn) kwam Annick echter al snel haar eerste struikelblok tegen. ,,Ik bleek goed in talen, maar de bèta vakken zoals natuurkunde en scheikunde gingen mij iets minder goed af. Meerdere docenten en zelfs de decaan probeerden mij ervan te overtuigen om voor de richting Cultuur en Maatschappij te kiezen, maar ik hield voet bij stuk en koos evengoed voor Natuur en Gezondheid, omdat je die richting nu eenmaal nodig hebt voor de Bachelor Diergeneeskunde.”
Hierbij had Annick al wel bedacht dat een pakket met alleen exacte vakken dan misschien niet helemaal ideaal zou zijn. Het werd dus Natuur en Gezondheid met kunst en filosofie en zonder natuurkunde. ,,Zo was het leuk, maar ook haalbaar.”

Dierenasiel
Het plan was om het vak natuurkunde dan apart in één jaar te volgen op de VAVO. Het jaar na de middelbare school heeft Annick dan ook het vak natuurkunde afgerond aan het Joke Smit College in Amsterdam en is daarnaast aan de slag gegaan als vrijwilliger bij het dierenasiel in Purmerend. ,,Omdat het nogal een onconventionele route leek werd ook nog in het laatste jaar van de middelbare school gezegd dat ik misschien beter gewoon een HBO-opleiding kon kiezen, omdat ik nogal praktisch ingesteld ben. Of dan Diergeneeskunde,als ik dat echt heel graag wilde.”
Na dit alles was het dus de bedoeling dat Annick aan haar Bachelor Diergeneeskunde zou kunnen beginnen, maar al snel volgde opnieuw tegenslag. ,,Er is maar één opleiding Diergeneeskunde in Nederland, en deze is enorm populair”, vertelt Annick. ,,Van de gemiddeld duizend aanmeldingen per jaar worden maar tweehonderdvijfentwintig studenten aangenomen. Na mijn eerste aanmelding werd ik uitgeloot, en dat voelde extra zuur omdat ik natuurlijk al een jaar vertraging had opgelopen. Omdat ik toch graag wilde gaan studeren begon ik aan de Bachelor Biologie aan de UvA, maar al in het begin realiseerde ik me dat de beroepsmogelijkheden van deze studie me echt niet lagen. Ik zag mezelf niet de rest van m’n leven in een lab staan en al helemaal niet voor de klas.”
,,Ik had al mijn zinnen gezet op de Bachelor Diergeneeskunde, en keek in die tijd ook naar mogelijkheden in het buitenland. Omdat de toelatingstoetsen van Diergeneeskunde het jaar daarop tegelijk vielen met meerdere tentamens bij Biologie heb ik me ook uitgeschreven bij de UvA zodat ik me compleet kon focussen op de selectie van Diergeneeskunde. Het was toen een kwestie van de dood of de gladiolen”, lacht Annick. Maar het heeft goed uitgepakt, want bij deze tweede poging kon Annick dan toch eindelijk beginnen aan de Bachelor Diergeneeskunde. ,,Toen ik het mailtje kreeg dat ik was ingeloot werd kon ik mijn geluk niet op. Ik zal nooit meer vergeten hoe blij ik op dat moment was.”

‘In de tweede week
kregen we allemaal
de opdracht een
doodgeboren biggetje
te ontleden’

Annick herinnert zich de eerste week van de opleiding nog als de dag van gisteren. ,,In de tweede week, toevallig ook de maandag van kermis, kregen we allemaal de opdracht een doodgeboren biggetje te ontleden. Dat was gelijk heel heftig, maar ik geloof dat de opleiding ons met zo’n ontnuchterende opdracht bewust in het diepe gooide. Er zijn tenslotte ontzettend veel mensen die een erg romantisch idee van dit beroep hebben. Dat zijn studenten die graag dierenarts willen worden omdat ze zoveel van dieren houden, maar als dierenarts ben je natuurlijk niet alleen aan het knuffelen met de beestjes die je behandelt. Ook bloederige en smerige klusjes zijn alledaagse kost.”
Volgens Annick moet je echt nuchter zijn en stevig in je schoenen staan om dierenarts te kunnen worden. ,,Als dierenarts hoop je natuurlijk zoveel mogelijk dieren te kunnen helpen, maar helaas zul je ook regelmatig dieren moeten laten inslapen. Dit blijft natuurlijk altijd moeilijk, maar je moet je realiseren dat dit wel een onderdeel is van het vak.”
,,Omdat het aantal plaatsen voor de opleiding al zo beperkt is, is het mooi dat studenten direct geconfronteerd worden met de realiteit van het vak zodat er geen plekken verloren gaan door studenten die in de loop van de opleiding toch stoppen. Iedereen moet natuurlijk even slikken als je zo een dood biggetje en een scalpel in je handen gedrukt krijgt, maar het is daarnaast ook zo interessant en leerzaam. En dat zelfs op de maandagochtend van kermis.”
De Bachelor Diergeneeskunde beschikt over veel moderne faciliteiten en een groot aantal dieren. ,,Dat zijn in feite gewoon proefdieren”, vertelt Annick. Uiteraard wordt alle wet- en regelgeving zorgvuldig nageleefd tijdens de opleiding en de dieren hebben een prima leven op de faculteit, maar het blijven proefdieren zonder naam en met een nummer. ,,De meeste mensen die beginnen aan deze opleiding zijn natuurlijk echte dierenliefhebbers en dan zijn proefdieren in je hoofd een echte no-go. Totdat je je realiseert dat deze proefdieren essentieel zijn voor de opleiding. Het is dan even schakelen om dit in te zien en te accepteren. Doordat de studenten alle handelingen en onderzoeken kunnen leren op deze kleine groep proefdieren kan het leed van een enorm aantal dieren in de toekomst worden voorkomen of verzacht. Al worden de dieren tijdens de practica vooral gewoon urenlang geknuffeld door alle studenten tussen het onderwijs door.”

‘Je moet op een
professionele manier
empathisch kunnen
zijn als mensen
verdriet hebben’

Een ander misverstand dat Annick graag de wereld uit wil helpen is dat iemand alleen maar dierenarts wordt omdat hij of zij veel van dieren houdt. ,,Tuurlijk moet je met dieren willen werken, maar mensen zien vaak over het hoofd dat een dierenarts in feite net zoveel met mensen werkt. Elk dier heeft namelijk ook een eigenaar. Het is geen vak voor een timide en mensenschuw type, want goede communicatie met de baasjes is cruciaal, zowel in het algemeen, als specifiek bij het stellen van een diagnose. Dieren kunnen zelf tenslotte niet praten, en je bent vaak afhankelijk van de observaties en de toelichting van het baasje om vast te stellen waar het dier precies aan lijdt.”
,,En vergeet niet”, vervolgt Annick, ,,Mensen zijn vaak stapelgek op hun huisdier, dus in het contact met de dierenarts kunnen de emoties soms hoog oplopen. Je moet op een professionele manier empathisch kunnen zijn als mensen verdriet hebben, maar bijvoorbeeld ook echt je mannetje kunnen staan als iemand ontevreden is of zelfs boos wordt.”
Diergeneeskunde staat algemeen bekend als een van de meest veeleisende universitaire opleidingen. ,,Naast alle praktijklessen bestaat de opleiding natuurlijk ook uit heel veel theorie. Hierbij behandel je net als bij Geneeskunde ook alle orgaansystemen en ziektes, maar dan ook bij verschillende diersoorten. Zo zijn de organen van een hond weer net even anders dan die van een paard of een koe en het is wel belangrijk dat je al deze diersoortverschillen weet. Ook verschillen alle referentiewaarden tussen de dieren. Het is dan wel handig als je weet hoe vaak een paard hoort te ademen per minuut en hoe snel de hartslag hoort te zijn bij een kat. Dit maakt het allemaal net iets uitdagender.”
En je als je bent afgestudeerd ben je natuurlijk eigenlijk heel veel beroepen in één. Waar er voor de mens verschillende instanties zijn waar je terecht kunt met medische problemen ga je met je dier altijd naar de dierenarts. Die is namelijk een soort huisarts, tandarts, chirurg, diëtist, etc. in één! En dan bovendien ook nog voor vele verschillende diersoorten. Van hamsters en parkieten tot paarden en koeien, maar ook minder bekende dieren zoals fretten, schildpadden, alpaca’s en slangen. Dat is heel veel stampwerk.”

‘Het ene moment
bracht ik midden
in de nacht lammetjes ter wereld
in een koude schuur,
het andere moment
sta je in een pathologiezaal
te snijden in een
kamelenpoot of een
presentatie te geven
over een insectenhouderij’

Annick geeft toe dat het zo nu en dan echt afzien was de afgelopen drie jaar. ,,Het was zwaar, maar ik heb geen moment aan stoppen gedacht. Misschien heb ik achteraf ook mazzel gehad dat ik zo sterk in talen was, want bijna al het studiemateriaal was in het Engels. Ook bij het schrijven van mijn scriptie kwam dat goed van pas.” Annick kreeg voor haar scriptie een verschrikkelijk saai onderwerp toegewezen: de eliminatie van paternale mitochondriën. Omdat studenten Diergeneeskunde slechts vijf weken de tijd hebben voor het schrijven van hun scriptie, en de professor die Annick begeleidde het ontzettend druk had, heeft ze in die periode slechts een keer contact met hem gehad. Achteraf gaf hij echter aan dat hij nog nooit zo’n goede Bachelor scriptie had gelezen. ,,Ik denk dat dit komt omdat er maar weinig studenten rondlopen met een sterk taalgevoel”, lacht Annick.
,,Als ik terugkijk ben ik ontzettend dankbaar dat ik de opleiding heb kunnen volgen. Het was wat ik ervan had verwacht en meer. Het is uitdagend, maar ook erg afwisselend. Het ene moment bracht ik midden in de nacht lammetjes ter wereld in een koude schuur, het andere moment sta je in een pathologiezaal te snijden in een kamelenpoot of een presentatie te geven over een insectenhouderij. Het is zo interessant en hoewel het een gerichte opleiding is zo’n breed vakgebied. Ik weet inmiddels zeker dat ik dit voor de rest van mijn leven wil blijven doen.”
Omdat ook de aansluitende Master Diergeneeskunde slechts een klein aantal plaatsen biedt, vindt er elk jaar ook hiervoor toelating plaats op basis van loting. En helaas is Annick dit jaar weer uitgeloot, maar niets weerhoudt de vastberaden Volendamse ervan om het komend jaar opnieuw te proberen. ,,Het was natuurlijk wel even balen, maar ik wil dit komende jaar gebruiken om alvast zoveel mogelijk praktijkervaring op te doen. Inmiddels woon ik in IJsselstein boven een dierenasiel en -pension, omdat het continue reizen tussen Volendam en Utrecht toch niet altijd even handig was en zo kan ik meteen weer ervaring opdoen door te werken met de dieren daar. Ook ben ik al druk aan het zoeken naar een baantje als dierenartsassistente hier ergens in de buurt en dan hoop ik volgend jaar de studie weer te kunnen vervolgen.
,,En mochten er nog meer jonge Dr. Polletjes in Volendam rondlopen, hoop ik niet dat dit verhaal ze van de wijs brengt. Naast alle viezigheid en lange dagen – want ja ook ’s nachts tijdens spoed ben je later dierenarts – blijft dit toch voor mij in ieder geval het mooiste beroep dat er is. Je moet er even wat voor over hebben, maar dan heb je ook wel wat.” Uiteindelijk hoopt Annick zo snel mogelijk met de Master Diergeneeskunde te kunnen beginnen en echt als dierenarts aan de slag te gaan. Ze lacht: ,,Ik heb alleen een plan A, er is voor mij geen plan B.”

 

Fotogalerij

‘Ons uitgangspunt is dat je er altijd naartoe kunt komen om je te verrijken'

Bibliotheek wil ‘plek van ontmoeting’ zijn

In deze serie laat de Nivo deelnemers van het Cultuurplatform Edam-Volendam aan het woord. Toen Femke Frantzen na een jarenlang dienstverband bij de lokale bibliotheek een beroepskeuzetest deed, kwam daar uit dat ze daar het beste kon blijven werken. Als leesliefhebber zat ze al op de plek waar ze het best gedijde. Een organisatie die ook nog eens voortdurend in verandering is, waardoor het werken ervoor boeiend blijft. Femke neemt namens Bibliotheek Waterland tevens deel aan Cultuurplatform Edam-Volendam. De ‘bieb’ speelt namelijk een belangrijke rol in de lokale culturele gemeenschap. In de toekomst zou ze graag zien dat verschillende kunstdisciplines nog meer gaan samenwerken.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Aan de wand van het Volendamse bibliotheekgebouw aan de Foksiastraat hangt moderne kunst. Al sinds enige tijd exposeren lokale schilders er afwisselend. De bibliotheek is al lang niet meer een plek waar je uitsluitend boeken kunt lenen. Als teamleider ‘Collectie en Programmering’ is Femke voortdurend bezig om ervoor te zorgen dat ‘de loop in het gebouw blijft’. ,,De bibliotheek is een plek van ontmoeting. Het is super als je mensen ontmoet die dezelfde passie hebben. Voor deze week organiseerden we bijvoorbeeld een avond waar je met elkaar kunt kennismaken. Bijvoorbeeld aan de hand van een gedicht dat je gemaakt hebt. We gaan dan ook inventariseren waar behoefte aan is. Op basis daarvan gaan we verdere activiteiten organiseren. Ik denk dat het een belangrijke rol is van de bibliotheek om aan te sluiten op wat er leeft in de gemeenschap”, vertelt Femke.
Ze benadrukt dat de bibliotheek zowel voor de hoogleraar geschikt moet zijn, als voor de persoon die het Nederlands nog niet zo goed beheerst. Het gebouw is een plek waar je eensgezinden kunt ontmoeten, zoals bij de poëzie-avond. Maar ook een locatie waar je met elkaar in debat kunt gaan. Wat de dichtkunst betreft: de bibliotheek helpt de verkiezing ‘Dichter des Waterlands’ te organiseren. Deze titel kreeg Volendammer Evert Smit dit jaar voor het eerst toebedeeld. Femke hoopt dat er op den duur meer kruisbestuiving gaat plaatsvinden tussen kunstbeoefenaars in de gemeente.

‘Ik denk dat het
een belangrijke
rol is van de
bibliotheek om aan
te sluiten op wat
er leeft in
de gemeenschap’

,,Binnenkort wordt ook de eerste ‘Fotograaf des Waterlands’ gekozen. Ik denk dan gelijk: wat zou het mooi zijn als de Dichter des Waterlands zo geïnspireerd raakt door een bepaalde foto dat hij er een gedicht van maakt. Andersom zou natuurlijk ook kunnen. Ik zou graag willen dat zoveel mogelijk kunstenaars in de gemeente met elkaar in contact komen. Dat zou in de bibliotheek kunnen, maar ook ergens anders. Dat er in ieder geval een begin mee wordt gemaakt en dat er inzicht komt in wat er allemaal is op kunstgebied, dat vind ik al een enorme meerwaarde van het Cultuurplatform.”
Al in de jaren ’80 van de vorige eeuw kwam Femke werken in de lokale bibliotheek. Ze begon met het organiseren van activiteiten voor kinderen en schoolklassen. Na een onderbreking werd ze hoofd van Bibliotheek Edam. Die fuseerde vervolgens met de Volendamse organisatie. Femke bleef toen directeur en begon daarnaast ook met het organiseren van activiteiten voor volwassenen. Zo startte ze bijvoorbeeld literatuurcursussen en muziekavonden. Enige tijd daarna fuseerden de bibliotheken met drie andere uit de regio, waardoor de organisatie Bibliotheek Waterland ontstond. Deze kreeg afgelopen voorjaar een nieuwe directeur die een duidelijke missie heeft.
,,Hij wil heel graag dat er meer gaat gebeuren in de bibliotheken. Met zijn komst is ook de organisatiestructuur wat veranderd. We werken nu in verschillende teams. Zo hebben we bijvoorbeeld de afdeling ‘NL-Plein’ voor taallessen en de afdeling ‘Educatie’, die alles doet wat onderwijs betreft. De afdeling ‘Programmering’ zorgt voor activiteiten die ook nog aansluiten op datgene dat de andere afdelingen doen. Plus dat we nog ‘vrije’ activiteiten organiseren. Doordat de organisatiestructuur nu duidelijker is, zijn we ook wat beter op de hoogte van wat er allemaal speelt in de bibliotheken en dat is veel.”
Eind september komt het internationale gezelschap van EuroArt naar onze gemeente. Dat is dan gelijk de aftrap van ‘Kunst en Koffie’ in de bibliotheek. Er worden terugkerende avonden met dit thema georganiseerd. ,,We hebben in de gemeente een fantastische kunstcollectie en prachtige boeken. Er zijn heel veel mensen in Edam-Volendam die interesse hebben in kunst. Ook zijn er een hoop die er wel belangstelling voor hebben, maar nog niet weten waar ze informatie vandaan moeten halen. Het idee is om bij Kunst en Koffie iedere maand een ander onderwerp op dit gebied te behandelen. Daar wordt dan over gesproken en telkens zijn er twee sprekers. We willen heel graag dat er een gesprek gaat plaatsvinden. Een gesprek bijvoorbeeld over wat je ziet in de kunstwerken. Ik verheug mij hier nu al op.”

‘Ik vind het
wonderlijk dat
boeken zoveel met
mensen kunnen doen.
Je kunt je kennis
vergroten en
binnentreden in een
andere wereld die
je nog niet kent’

Onze gemeente kent twee grote bibliotheekvestigingen: één in Volendam en één in Edam. Deze locaties zijn binnen Edam-Volendam twee van de grootste ontvangers van subsidie. Femke is zich er bewust van dat dit verantwoordelijkheid met zich meebrengt. ,,Mede daarom is het heel belangrijk dat je als bibliotheek laat zien dat je wat doet voor het budget dat je krijgt. Wat dat betreft is onze rol in de afgelopen jaren wel veranderd. Op cultuur- en maatschappelijk gebied zijn we steeds meer gaan betekenen. Ons uitgangspunt is dat je altijd naar de bibliotheek kunt komen om je te verrijken. Iedereen doet dat op zijn of haar eigen manier.”
Afgelopen april trad Femke namens de bibliotheek toe tot het Cultuurplatform. Zij ziet daarvoor op meerdere punten een rol van betekenis weggelegd. ,,Je ziet nog steeds veel scheidingen tussen organisaties in Edam-Volendam. Ik denk dat er veel vanuit de verschillende kernen wordt gecommuniceerd en gedaan. Bijvoorbeeld bij het project ‘Oude Meesters’ – dat in onze bibliotheek plaatsvindt – hoop ik toch ook dat hier mensen uit de voormalige Zeevang aan zullen deelnemen. Dat het niet alleen Volendammers zijn die komen. Juist deze verbinding vind ik goed en ik denk dat daar nog veel aan mag gebeuren.”
Het is bekend dat er steeds minder wordt gelezen in Nederland. Er is veel onderzoek gedaan naar de oorzaak hiervan, met verschillende uitkomsten als gevolg. Femke weet ook niet zeker hoe het komt, maar vindt deze ontwikkeling wel betreurenswaardig.
,,Het is fantastisch dat als je een boek leest, de geluiden om je heen ineens wegvallen. Dat je het niet hoort als je geroepen wordt bijvoorbeeld. Daarbij worden er door het lezen allerlei beelden opgeroepen. Dat is een persoonlijke ervaring. Want als wij hetzelfde boek lezen, zien we allebei een andere hoofdpersoon voor ons. Je kunt ook worden verrast door de woorden die er gebruikt worden. Voor kinderen en volwassenen is daarnaast de combinatie van illustraties en taal interessant. Ik vind het wonderlijk dat boeken zoveel met mensen kunnen doen. Je kunt je kennis vergroten en binnentreden in een andere wereld die je nog niet kent. Wij doen er alles aan om het belang van lezen onder de aandacht te krijgen en te houden.”

 

Fotogalerij

Bedrijf in Beeld

Familiebedrijf KIVO blijft innoveren om weer generaties vooruit te kunnen

KIVO Plastic Verpakkingen bestaat volgende maand (17 oktober) 55 jaar. Dat zijn momenten om stil bij te staan en dankbaar te zijn. Maar het bedrijf richt zich, met het oog op de toekomst, ook naar binnen. ,,Waar eerst vooral letterlijk gebouwd werd aan machines en gebouwen, staat momenteel de organisatie zelf behoorlijk in de steigers”, zegt algemeen directeur Robert Kwakman.

[ads id=66]

,,Je kunt wel stellen dat het bedrijf altijd al sterk in beweging is”, vervolgt hij. Op dit moment bestaat KIVO – in 1966 opgestart door vader Dick Kwakman (Bol) met zes medewerkers en zes machines – uit twee productielocaties in Nederland (Volendam en Zwolle) en twee productielocaties in Kosovo (waarvan eentje een Joint Venture is samen met KRAS Recycling). De fabriek en het hoofdkantoor aan de Julianaweg in Volendam is van 600 m2 gegroeid tot een oppervlakte van 26.000 m2. In Volendam houden de 190 medewerkers de ruim 44 machines 24 uur per dag, zeven dagen per week draaiende.
,,KIVO had nooit de ambitie om per se de grootste te zijn, maar we hebben wel altijd een voortrekkersrol willen spelen binnen onze branche. Als familiebedrijf willen we ons ook over de volgende generaties duurzaam en succesvol voortzetten. Dat heeft er bijvoorbeeld mede voor gezorgd dat we in 2015 een locatie in Kosovo openden, om zo ook in een aantal sterk concurrentiegevoelige markten onze positie te behouden. En vooral de afgelopen jaren hebben we met heel veel energie gewerkt aan het verduurzamen van ons productportfolio. Door ons bijvoorbeeld ook te gaan richten op recycling, zijn wij erin geslaagd een heleboel verpakkingstoepassingen meer circulair te maken, waardoor je minder afhankelijk bent van fossiele grondstoffen en er voor zorgt dat waardevolle afvalstromen weer opgewerkt worden tot goed bruikbaar gerecycled plastic. Tegelijkertijd lieten ook de verkoopvolumes elk jaar een mooie groei zien. Om deze groei en verduurzaming mogelijk te maken zijn er enorme bedragen geïnvesteerd in nieuwe machines, installaties, nieuwe fabriekshallen, onderzoek en ontwikkeling (R&D), systemen en personeel. Tegelijkertijd liepen er binnen de productielocatie enkele trajecten om productieafval te reduceren en output te verhogen.”

‘We moeten
investeren
in het vergroten
van kennis, maar
ook kijken naar de
enorme werkdruk
die wordt ervaren’

,,Als we het er nu ook zo over hebben, moeten we wel in alle eerlijkheid bekennen dat het bij elkaar wel heel erg veel tegelijk was. Dit bleek ook wel uit signalen die we steeds meer uit de organisatie kregen en die verder werden verduidelijkt door onafhankelijke onderzoeken op het gebied van bijvoorbeeld duurzame inzetbaarheid. Een pandemie zet een organisatie waar al veel van wordt geëist dan nog eens verder onder druk. Zo’n lockdown dwingt je als directie en MT dan ook om echt veel dieper naar die interne organisatie te luisteren en veel meer aandacht te geven aan je mensen, de processen, de systemen en daarmee de algehele gezondheid, kwaliteit en professionaliteit van je onderneming.”
,,Wat denk ik kenmerkend is voor een familiebedrijf binnen een hechte gemeenschap is dat we altijd een enorm betrokken en loyaal personeelsbestand hebben gekend. Veel collega’s blijven ons al 30 tot 40 jaar trouw. Dat brengt met zich mee dat ze een schat aan kennis en ervaring in het hoofd hebben en daarmee bestaat er ook een groot oplossingsvermogen, waardoor alles continu doordraait. Daar zijn we ze natuurlijk enorm dankbaar voor, maar daar liggen ook risico’s in verscholen. Zodoende zijn we nu bijvoorbeeld verder aan het doorpakken met het beter in kaart brengen van – en het sturen op – doelstellingen en verantwoordelijkheden. We zien daarmee dat we ook verder moeten investeren in het vergroten en borgen van kennis, competenties en opleiding binnen alle lagen van de organisatie.”
,,Ruim de helft van het productiepersoneel gaf aan dat ze sterke twijfels hadden of ze hun huidige werkzaamheden tot hun pensioengerechtigde leeftijd zouden kunnen volhouden. Dat is een sterk signaal om echt naar de werkzaamheden en de fysieke belasting te kijken. Zaken als het regelmatig tillen van zware zakken, rollen, walsen en assen en de vele logistieke bewegingen binnen onze fabriek worden daarom nu opgepakt. Een ander voorbeeld is de enorme werkdruk die ervaren wordt op kantoor en binnen de productieleiding. Klanten zijn veeleisender geworden en klantpakketten complexer. ‘We worden geleefd’, is iets dat we helaas vaak horen. Dat geeft wel aan dat we niet alleen véél moeten verkopen om de capaciteit te vullen, maar dat we juist ook slim met klanten afspraken moeten maken en meer zullen moeten sturen op basis van data. Dat heeft veel invloed op de werkzaamheden van Verkoop en Planning.”
,,Waar dus eerst vooral letterlijk gebouwd werd aan machines en gebouwen, staat momenteel de organisatie zelf behoorlijk in de steigers. Binnen diverse afdelingen hebben we vacatures uitstaan en reeds ingevuld voor verdere versterking en met externe ondersteuning proberen we structuren en processen verder te verbeteren. Toegegeven; dergelijke veranderingen zijn best spannend en af en toe zal het niet gelijk het gewenste effect geven. Wel zijn we er van overtuigd dat we juist door deze ontwikkelingen weer samen generaties vooruit kunnen.”

 

Fotogalerij

Uitbreiding leidt tot ruimte voor extra badkameradviseur

Sani-Dump Purmerend: 1300 m2 aan A-merken sanitair & tegels tegen bodemprijzen

Het is alweer een jaar geleden dat Sani-Dump van Volendam naar Purmerend is verhuisd. Terugkijkend op het afgelopen jaar concluderen eigenaar Neal ‘Dekker’ Veerman en bedrijfsleider Mark Weber dat het een jaar met pieken en dalen is geweest. ,,De keuze voor de overstap naar dit grotere pand werd mede gemaakt omdat we wilden uitbreiden, maar net nadat we de deuren openden moesten we ze vanwege de coronamaatregelen ook gelijk weer sluiten”, aldus Neal. Inmiddels hebben de heren achter de indrukwekkende sanitairzaak hun draai gevonden in Purmerend. ,,Het gaat zelfs weer zo goed dat we op zoek zijn naar nieuwe medewerkers.”
Door Kevin Mooijer

[ads id=66]

Tot de zomer van 2020 was Sani-Dump te vinden langs de Julianaweg in Volendam. Wegens een samenloop van omstandigheden werd destijds gekozen om naar een groter pand in Purmerend te verhuizen. ,,Het pand aan de Julianaweg werd verkocht en wij dachten al na over een uitbreiding”, herinnert Neal Dekker. ,,Onze nieuwe winkel in de Voltastraat in Purmerend bevindt zich op slechts tien minuten rijden van de oude winkel. We beschikken nu over een winkel van ruim 1300 m2 die van alle gemakken is voorzien. Klanten hebben zelfs de mogelijkheid om hun gloednieuwe badkamer al kunnen aanschouwen vóórdat hij daadwerkelijk gebouwd is”, doelt Neal op het Virtual Reality-systeem dat onlangs aangeschaft is.

‘Je kunt gewoon
letterlijk je badkamer
binnenlopen als je
onze VR-bril opzet’

,,Je kunt gewoon letterlijk je badkamer binnenlopen als je onze VR-bril opzet”, vervolgt bedrijfsleider Mark Weber. ,,Alle meubels, kleuren, merken, tegels en soorten ruimtes kunnen ingeladen worden in het systeem, waardoor de klant exact kan zien hoe zijn nieuwe badkamer eruit komt te zien. Stel dat de klant twijfelt over een kleur tegel, dan passen we dat met een druk op de knop aan. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld de locatie van het bad of toilet. De complete badkamer wordt virtueel weergegeven bij ons in de winkel. En omdat wij uitsluitend A-merken leveren zijn alle producten ingevoerd in de VR-database. Je ziet dus daadwerkelijk het product dat je bedoelt en niet iets dat er enigszins op lijkt. Uiteraard maken we zowel het 3D- als het VR-ontwerp volledig kosteloos. De klanten reageren er super enthousiast op, en dat is natuurlijk logisch.”
Sani-Dump telt inmiddels 41 filialen in Nederland en België. De succesvolle keten betiteld haar filialen zelf liever als ‘megastores’ en na een bezoekje aan Sani-Dump Purmerend wordt duidelijk waarom. 1300 m2 Vol van luxe sanitair en tegels. Complete assortimenten van A-merken als Grohe, Sphinx, Villeroy en Boch, Geberit, Wisa, Damixa en Hotbath staan uitgestald bij Sani-Dump. Losstaande baden, stoomcabines, douchewanden, design-
sanitair, regendouches, badmeubels in alle soorten en maten, het complete Sunshower arsenaal en zelfs een uitgebreide tegelafdeling. ,,Dat alles bieden we volgens de Sani-Dump formule aan: ‘A-merken sanitair & tegels tegen bodemprijzen.’ Dat kunnen we doen omdat we onderdeel van de Sani-Dump keten zijn. Alles wordt voor 41 filialen ingekocht, waardoor we de beste prijzen van Nederland kunnen garanderen.”

‘We willen een
badkamer pas
aan ze verkopen
als ze hem hier
ook echt wíllen kopen’

Op dagelijkse basis wordt de winkel bediend door twee medewerkers. ,,Daar moet zeker iemand bijkomen”, aldus Neal, die een bijzondere filosofie nahoudt op het verkopen van badkamers: ,,Wij duiken mensen niet gelijk op de nek als ze hier binnenstappen. We willen een badkamer pas aan ze verkopen als ze hem hier ook echt wíllen kopen.” Ondanks die laagdrempeligheid wil de Volendammer de capaciteit in zijn zaak opschroeven door een extra adviseur aan te nemen. ,,Het is een hartstikke veelzijdig beroep. Als badkameradviseur sta je klanten te woord, ontwerp je badkamers, stel je offertes op, maar help je bijvoorbeeld ook een handje in het magazijn als er goederen geleverd worden. We doen alles hier samen, waardoor je een lekker afwisselend takenpakket hebt. En daarbij bieden we een uitermate goede werksfeer. Dus, ben je niet op zoek naar een prachtige, nieuwe badkamer, maar wel naar een nieuwe baan? Ook dan ben je van harte welkom bij Sani-Dump Purmerend. Kom langs en maak kennis met je nieuwe collega’s. De koffie staat klaar.”

Sani-Dump Purmerend
Voltastraat 1
1446 VA Purmerend
Tel.: 0299 351 771
E: purmerend@sanidump.nl

OPENINGSTIJDEN:
Maandag: Gesloten
Dinsdag: 09:00 – 17:30
Woensdag: 09:00 – 17:30
Donderdag: 09:00 – 17:30
Vrijdag: 09:00 – 20:00
Zaterdag: 09:30 – 17:00
Zondag: Gesloten

Fotogalerij

Luuk en Gaar zijn weer opnieuw verliefd geworden

,,Het waren zijn losse heupen die het ‘m deden”, vertelt Gaar Leeflang met een lach op het gezicht. Dat die twistende heupen zouden leiden tot 45 jaar huwelijk had ze toen nog niet kunnen vermoeden. ,,Toch zitten we hier nu en ben ik nog steeds stapelgek op hem.”
Door Jan Koning

[ads id=66]

De ‘hem’ in dit verhaal is Luuk Ubels. De Amsterdammer die jarenlang als voetbaltrainer actief is geweest bij eerst RKAV Volendam en later nog twee jaar bij EVC in Edam. ,,’De’ voetbal was zijn eerste liefde”, bekent Gaar eerlijk. ,,Hij was er altijd. Doordeweeks trainen geven en in het weekend stond-ie twee dagen langs de kant. Of ik er moeite mee had? Nee, het tekent juist zijn trouw en loyaliteit. Twee van de eigenschappen in hem die ik zo waardeer.”

‘Het waren die
losse heupjes
die het ‘m deden’

Het is de eerste keer dat Luuk vanuit Amsterdam naar de Volendammer kermis komt als hij Gaar ziet zitten. ,,Ik ben geboren in de Jordaan en later verhuisden we naar West. Het was altijd godgezellig daar. Je had ook iedere zaterdagavond ‘Twistwedstrijden’. Als je die won, kreeg je een prijs. Ja, dan gingen de heupjes wel los”, lacht Luuk.
,,Om naar Volendam te komen, hadden met een aantal vrienden een oude ziekenwagen opgekocht. Daar sliepen we in. We wasten ons in een groot krat met water erin. Ik weet nog dat ik Gaar voor het eerst zag in de tent op de plek van de oude Jozefschool op de Edammerweg.” Gaar: ,,Daar had je op vrijdag in die tijd nog een grote kermistent. Oergezellig. Ik denk dat het van de gemeente uit was. Je had er altijd live muziek. Ik geloof dat Conny en de Rekels er nog eens hebben opgetreden. Kleintjes Pils ook en de Rijvo’s. Die hebben later op onze bruiloft gespeeld. Luuk nam uiteindelijk het voortouw. Hij vroeg of ik een biertje wilde drinken. Dat wilde ik wel. Het zag er namelijk goed uit vroeger.” Luuk (lachend): ,,Vroeger? Pardon?” Gaar: ,,Ach, nu zijn we oud. We zien er niet meer uit, haha.”
Gaar is op dat moment vijftien en Luuk negentien. Traditionele liefde op het eerste gezicht, maar dat ging niet zomaar in huize Leeflang. ,,Het was de eerste keer dat ik de kermis op mocht van mijn ouders”, vertelt Gaar. ,,En ik mocht nog geen verkering van ze, dus kon ik hem niet meenemen naar huis. Sterker nog, het eerste half jaar ontmoetten we elkaar iedere zaterdag stiekem bij de patatwinkel van Jaap Stiek. Dan zei ik tegen mijn moeder dat ik moest oppassen bij een vriendin en dan ging ik naar Luuk en daarna samen naar de Passage Bar.” Luuk: ,,Een verboden liefde, dat is toch het mooiste wat er is? Als alles nog stiekem moet. Spannend.”
Alleen Trijn (Tiny), de zus van Gaar is op dat moment op de hoogte van de opbloeiende romance van de twee jonggeliefden. ,,En die heeft netjes haar mond gehouden”, aldus Gaar. ,,Een half jaar lang, tot de Kerstdagen. Toen zei ze tegen mijn moeder. ‘Nou mag-ie er toch wel een keer in, hè? Ze hebben nu al een half jaar verkering.’ Mijn moeder wist niet wat ze hoorde, haha.”
En dus is de liefde openbaar. De spanning is eraf, maar toch blijven Luuk & Gaar elkaar trouw. ,,Elk weekend kwam hij met de bus naar Volendam toe en doordeweeks belde hij altijd. Het feit dat hij zo de moeite voor me nam, kon ik echt enorm waarderen. Ik zat ook echt te wachten tot-ie weer kwam.” Luuk: ,,Het was ook ontzettend leuk om naar Volendam te komen. We hadden het zo leuk samen. Zaten altijd in de Passage Bar. Dé gezelligste kroeg van Volendam in die tijd.”

‘De eigenaar van
de camping heeft
zelfs een boom
naar me vernoemd’

Na drie jaar verkering trouwen ze en het huwelijk brengt uiteindelijk drie kinderen en zeven kleinkinderen voort. Luuk: ,,Wat ook wel grappig was, is dat toen we trouwden voor de wet we op vakantie gingen naar Valkenburg. We zijn sinds ons trouwen 45 jaar lang in Valkenburg op vakantie geweest. De eigenaar van de camping heeft zelfs een boom naar me vernoemd. Afijn, die eerst keer waren mijn schoonouders mee. Mocht ik niet eens bij haar slapen. Dat mocht pas als we voor de kerk getrouwd waren. Gelukkig wisten ze niet wat er zich voor die tijd in de steegjes had afgespeeld, haha. ”
Na het trouwen woont Luuk nog anderhalf jaar bij zijn schoonouders in voor ze een huurhuis kunnen betrekken. ,,De regel was dat je eerst een bepaalde tijd in Volendam moest wonen voor je een huis mocht huren. Het was een huisje op de Lambertschaag, waar nu het graf is. Daar hebben we drie jaar gewoond voor we ons huis in de Pegasusstraat kochten. Het huis waar we nu nog steeds wonen.”
De twee hebben lief en leed gedeeld en stonden onlangs voor het grootste gevecht van hun leven toen Luuk plotseling heel erg ziek werd en zelfs vijftien dagen in coma werd gehouden. ,,En al die tijd is ze bij me gebleven”, laat de altijd nuchtere Amsterdammer zichtbaar geëmotioneerd weten. ,,In dit soort moeilijke tijden kom je absoluut dichter tot elkaar. Sterker nog, ik durf wel te zeggen dat ik sinds ik uit het ziekenhuis ben gekomen, weer net zo verliefd ben als vroeger.” Gaar: ,,We beseffen ook wel dat het uniek is dat je na 45 jaar nog steeds zo gelukkig bent, samen. Dat is lang niet voor iedereen weggelegd en daarom genieten we er extra van. Genieten we extra van elkaar en ik hoop nog heel wat jaartjes. Want ik wil hem nog lang niet kwijt.”

Fotogalerij

Carola Smit: het meisje op de achtergrond werd Neerlands grootste ster

Van de Chardo naar Carré

,,Op een vrijdagavond was ik aan het werk in de Chardo toen Erik van Rees binnenstapte”, herinnert Carola Smit zich. ,,Een bandje waar hij mee samenwerkte was op zoek naar een zangeres en ze hadden gehoord dat ik kon zingen. Kort daarna werd ik met dezelfde vraag weer benaderd, ditmaal door een vriend van een bandlid.” Zonder dat ze het wist had Carola na het zingen van wat liedjes op twee familiefeestjes naam gemaakt in het lokale muziekcircuit. Thuis aan de ontbijttafel vertelde de Volendamse dat ze twee keer benaderd was om in een bandje te komen zingen, maar dat ze niet zeker wist of ze het wel zou durven. ‘Als je denkt dat je het niet kan, dan moet je het niet doen’, reageerde haar vader strategisch. ,,Dat was mijn trigger. Ik moest en zou bewijzen dat ik het wél kon.”
Door Kevin Mooijer • Foto’s privé archief Carola

[ads id=66]

,,Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik wilde zingen en dansen”, begint Carola (57). Op school was ze heel timide. Als gevolg van haar verlegenheid bevond de zangeres zich altijd op de achtergrond. Nooit had ze de behoefte om in het centrum van de aandacht te staan. Wat ze wél had, was een enorme bewijsdrang. En Carola’s vader wist precies wat hij moest zeggen om haar aangeboren zang- en turntalent naar de voorgrond te toveren.
,,Omdat ik me op school zo inhield, kwam ik iedere middag barstend van de energie thuis”, herinnert de vriendelijke zangeres zich. ,,Mijn ouders, broers en zussen kregen thuis dus dagelijks complete zang- en danssessies voor hun kiezen. Of ze nu wilden of niet. Dat ze dat allemaal tolereerden ben ik ze nog altijd enorm dankbaar voor.”
Als jongste telg van de familie Smit maakte Carola in haar kindertijd kennis met verschillende muziekstijlen. ,,Mijn vader hield van opera – zolang het maar zang bevatte was het goed – en van zangers als Frank Sinatra en Bing Crosby. Mijn broers en zussen kochten geregeld platen van muziek uit de jaren 60 en 70. Die indrukken neem je allemaal mee. Zelf was ik helemaal weg van Barbra Streisand. Daar komt denk ik ook dat schone zingen vandaan”, doelt Carola kritisch op haar eigen zangstijl, waar ze als BZN-lid zoveel hits mee scoorde. ,,Ik houd van puur zingen, van heldere, zuivere stemmen. Maar toch, als ik liedjes van mezelf terug hoor, vind ik het té schoon.”

Turnster
Op jonge leeftijd was Carola fanatiek turnster. Haar aangeboren talent en het vele trainen resulteerden in een plaats in de selectie. Als pupil werd Carola samen met haar lotgenootjes wekelijks door Wies Zwarthoed naar Sportcentrum Papendal in Arnhem gereden. ,,In de auto werd altijd gezongen. Op een gegeven moment vroeg Wies of we om de beurt een liedje wilden zingen. Het zweet brak me uit. Ik durfde het natuurlijk niet, maar er was geen ontkomen aan. Dat was de eerste keer dat ik voor mensen buiten mijn familie zong.”
De volgende dag trainde Carola weer in Volendam, waar ze door coach Nel Bond bij zich werd geroepen. ,,Nel had gehoord dat ik mooi kon zingen. Ze vroeg of ik voor haar ook een liedje wilde zingen. Ik wist niet wat ik meemaakte. Wéér zingen voor iemand. Ik was wel blij dat ze me blijkbaar goed vonden zingen, maar ik durfde niet nu weer voor iemand te zingen. Toch werd er ondanks dat gevoel, van binnen iets aangewakkerd dat zorgde dat ik mijn stem wilde laten horen. Omdat ik te verlegen was besloot ik mijn rug toe te keren. Om de een of andere reden durfde ik het zo beter. Voorzichtig begon ik te zingen. En vanaf dat moment werd het zingen van een liedje een standaard onderdeel van mijn training. Dankzij Wies en Nel kwam ik van mijn angst af.”
,,In het jaar dat mijn vader en moeder hun 25-jarig huwelijksjubileum vierden, trouwde ook mijn oudste zus met haar man. Kort achter elkaar vierde onze familie twee feestjes in Spaander. En op beide feestjes zong ik drie liedjes.” De daaropvolgende maanden bleef het stil. Carola richtte zich op school, op turnen en op haar bijbaantje in snackbar Chardo, waar ze op vrijdagavond samen met haar zus achter de balie stond. ,,Op een vrijdagavond kwam geluidstechnicus Erik van Rees de tent binnenstappen. Destijds had ik geen idee wie hij was, maar hij vroeg of ik interesse had om in het bandje Double Trouble te gaan zingen. Hij stelde de vraag namens bassist Jan Jonk, die op zijn beurt van Kees Dikkerd uit Spaander gehoord had dat ik kon zingen. Ik werd er een beetje mee overvallen en wimpelde hem af.” Niet veel later werd de bedeesde Carola weer aangedaan, ditmaal in een café op de dijk. ,,Een vriend van de bandleden zei: ‘die jongens rekenen erop dat je een keer langskomt. Ze repeteren op dinsdagavond in de Jozefschool.’”
,,Ik vond het doodeng. Ik deed niets liever dan zingen, maar om even in mijn eentje bij een repetitie binnen te stappen en mee te zingen met een band, dat was toch niks voor mij.”
De dinsdagavond brak aan en met lood in haar schoenen fietste Carola richting de Jozefschool. ,,In de hoek zat Henk Mooijer achter zijn drumstel. Aan zijn kritische blik kon ik aflezen dat hij het een eigenwijze actie van me vond om zo even tijdens een repetitie binnen te stappen alsof er niets aan de hand was. Hij moest eens weten wat er aan dit bezoekje vooraf is gegaan, dacht ik.”
Afgezien van de eerste visuele indruk werd Carola heel enthousiast ontvangen door de leden van Double Trouble. ,,Samen zochten we naar een liedje voor mij om te zingen. Een soort auditie als het ware. We eindigden op een liedje van Spargo, dat was nou niet bepaald op mijn lijf geschreven”, lacht de Volendamse. ,,Toch deed ik mijn best en blijkbaar voldeed ik aan de verwachtingen. Ik werd namelijk gelijk uitgenodigd om dat weekend mee te doen aan een optreden.”
Carola maakte van 1980 tot 1984 deel uit van Double Trouble, dat tijdens die periode de bandnaam zou wijzigen in Friends. ,,Bijna ieder weekend speelden we overal door het land. Doordeweeks werkten we er allemaal bij, ikzelf werkte als administratief medewerkster bij Bart Smit. Dat was voor mij een ‘topbaas’, ik mocht op maandag altijd later beginnen als ik zondag gespeeld had. Ik was dus in de gelegenheid om me volledig op de muziek te richten. Die jaren zal ik nooit vergeten. Vanaf die eerste repetitie had ik een enorme klik met alle bandleden. Voor het eerst verdween mijn verlegenheid naar de achtergrond, dat was voor mij echt een openbaring.”

Kennismaking
Begin jaren 80 verzorgde Carola met haar band Friends het voorprogramma van BZN. ,,Een aantal maanden na dat optreden bezochten BZN-leden Cees Tol en Jack ‘Dekker’ Veerman met hun vrouwen een optreden van ons in Wognum. Wij hoorden in de wandelgangen al ver van tevoren dat we hoog bezoek zouden krijgen dat optreden en eerlijk gezegd werd ik daar een beetje nerveus van. Ik had namelijk gelijk het idee dat er meer speelde.”
Nerveus of niet, Carola zette de knop om en deed waar ze goed in was. ,,Na dat optreden bleef het een tijdje oorverdovend stil vanuit de BZN. Tot ik op een zekere dag in 1983 vanuit mijn werk naar huis fietste en onderweg klemgereden werd door Jack Dekker. Hij gooide de deur van zijn auto open en zei: ‘ik haal je vanavond om 19.00 uur op bij het voetbalveld. We willen je even spreken.’ Ik wist niet wat me overkwam. Jack drukte me op het hart om thuis nog niks te zeggen.”
Eenmaal thuisgekomen speelde de spanning haar parten. ,,Ik kreeg geen hap door mijn keel en kon een lach niet onderdrukken. Mijn familie merkte natuurlijk dat er wat speelde. Ze voerden de druk op en ik bekende. Uiteraard hielden ze het geheim tot ik meer kon zeggen.”
Zoals Jack vanuit zijn auto naar haar geroepen had, maakte Carola dat ze om 19.00 uur bij het bewuste voetbalveld stond. ,,Klokslag 19.00 uur kwam hij aanrijden. Ik stapte in en samen reden we naar de repetitieruimte van BZN in Monnickendam. Eenmaal in die ruimte bleek dat ik niet de enige was die last had van zenuwen. Ik werd aangekeken door de gespannen gezichten van alle mannelijke BZN-leden.”
De geheime afspraak zou in het teken staan van een officiële kennismaken én het achterhalen van Carola’s ambities. ,,Mijn aanwezigheid bij de band mocht niet uitlekken voordat het definitief was. De vraag of ik bij de BZN wilde is waarschijnlijk de grootste vraag die ik ooit heb moeten beantwoorden. In één klap zou mijn leven op de kop staan. Ik zou mijn baan moeten opzeggen, zou moeten stoppen met mijn eigen band, iedere dag zou ik met BZN bezig zijn én bovendien was ik er niet zeker van dat het een succes zou worden. Ik dacht altijd: ‘stel nou eens dat die blonde van ABBA ermee stopt, dan wordt het nooit meer wat.’ Dat zou bij BZN zomaar hetzelfde kunnen zijn.”

‘Ik heb vooral
moeite gehad om
mijn bandleden
van Friends om
de tuin te leiden’

,,Het was in die tijd niet zoals het nu is. De zangeressen lagen niet voor het oprapen”, vervolgt Carola bescheiden. De volgende dag vond in het repetitielokaal de officiële auditie plaats. De uitkomst van die auditie spreekt voor zich. Carola zou vanaf dat moment een twee-eenheid met zanger Jan Keizer vormen. ,,Eenmaal thuisgekomen maakte de blijdschap al gauw plaats voor een naar gevoel. Ik moest niet alleen ontslag nemen, maar ook moest ik afscheid nemen van Friends en ik mocht nog niet zeggen waarom. Het BZN-management wilde het nieuws gelijktijdig met de release van het album naar buiten brengen. Dat was hartstikke moeilijk. Ik heb vooral moeite gehad om mijn bandleden van Friends om de tuin te leiden. Wel mocht ik gelukkig de optredens afmaken die op dat moment in de agenda stonden.” Om de reden van haar afscheid vorm te geven bedacht Carola een excuus. ,,Mijn bandgenoten wisten dat ik graag danste, dus vertelde ik ze maar dat ik naar de balletacademie ging. Na dat verhaal werd het onverwachts nóg moeilijker. Ze waren allemaal namelijk nog blij voor me ook. Ik voelde me heel schuldig.”
In november 1983 werd achter gesloten deuren het BZN-album ‘Reflections’ met Carola opgenomen. ,,Drie maanden later lekte in Volendam uit dat ik Anny’s opvolgster was. Het was een kwestie van tijd voordat het ook buiten het derde klaphek bekend zou worden. Een nationale krant belde ons management, ze hadden het gerucht gehoord. Als wij niet met een verklaring kwamen zouden ze zelf een verhaal publiceren.”
Het management en de leden van BZN werden in het nauw gedreven en besloten overstag te gaan. ,,Samen met Anny, Jan Keizer en Jan ‘Pet’ Tuijp heb ik toen ’s middags een interview gegeven, terwijl ik ’s avonds met Friends een optreden had staan. Het interview liep uit en buiten ijzelde het. Tijd om voor het optreden nog even langs huis te gaan was er niet meer.”

Nietsvermoedend
Terwijl één van de BZN-managers, Jacques Hetsen, Carola naar de locatie van haar optreden bracht, stonden de Friends-bandleden nietsvermoedend bij haar moeder aan de deur. ,,Zoals gebruikelijk kwamen ze me thuis ophalen. Mijn moeder heeft toen maar verteld wat er aan de hand was. De dag erna zouden ze het toch wel in de krant lezen.” In de kleedkamer barstte voor het optreden de bom. ,,Vooral Tom Keizer ontplofte van woede. En de woede was niet alleen aan mij gericht, maar ook Jacques kreeg de volle laag. Ik begreep die boosheid natuurlijk wel. Zij waren mij als zangeres kwijt omdat ik voor een andere band koos. Het was een heel vervelende situatie.”
Na de hele nacht geen oog dicht te hebben gedaan, stond Carola de volgende morgen een positieve verrassing te wachten. ,,Kees ‘Schien’ Plat, mijn bandgenoot uit Friends, stond voor de deur om zijn excuses aan te bieden voor de reactie van de avond ervoor. Namens de band bood hij zijn verontschuldigingen aan en hij gaf aan volkomen te begrijpen dat ik deze stap nam. Het sportieve gebaar van Kees heeft me heel goed gedaan.”
In maart 1984 betrad Carola voor het eerst de bühne als zangeres van de BZN. ,,Maandenlang werkten we naar die avond toe en al die tijd was ik buitengewoon gespannen. Niet alleen omdat ik mijn debuut bij een nationale bekende band zou gaan maken, maar ook omdat ik al een lange tijd met een geheim had gelopen.”
De jonge Volendamse werd geweldig ontvangen door de BZN-aanhang. ,,Al na het eerste nummer gleed de spanning zo van me af. Het voelde echt als een warm bad.” In één klap groeide de timide Carola uit tot een nationale ster. ,,Dat is de mindere kant van een carrière in de muziek. Overal waar je komt, kijkt iedereen je opeens aan. Ik heb daar wel moeite mee gehad. In het begin dacht ik dat het wel over zou gaan als ik oogcontact vermeed, maar het maakte geen verschil. Vooral als ik op een onder Nederlanders populaire vakantiebestemming was had ik er veel last van. Tijdens mijn eerste jaren bij BZN zat ik in de zomer bijvoorbeeld met vrienden op een camping. Daar voelde ik echt dat ik in de gaten werd gehouden en dat is geen prettig gevoel. Het gekke was dat het wat minder werd toen ik verkering kreeg. Met mijn man bezocht ik andere, verdere bestemmingen, waardoor we wel meer met rust werden gelaten.”

‘Van weer leren
lopen tot in een
aangepaste automaat
met alleen mijn
linkerbeen weer
leren rijden,
je begint weer op nul’

Na drie succesvolle jaren met haar nieuwe band zou Carola de landelijke krantenkoppen weer halen, maar ditmaal met minder goed nieuws. ,,Op mijn 23e kreeg ik een herseninfarct en kwam ik in het ziekenhuis terecht. Om op zo’n jonge leeftijd zoiets op te lopen is heel dramatisch. Ik kon werkelijk niets meer zelf, mijn hele rechterkant was verlamd. Als gevolg zou ik alles opnieuw moeten leren. Van weer leren lopen tot in een aangepaste automaat met alleen mijn linkerbeen weer leren rijden, je begint weer op nul.” Carola ervaarde niet alleen de druk van er zelf lichamelijk weer bovenop komen, maar had tevens te maken met een volgeboekte BZN-agenda. ,,Die vraag kwam al vrij gauw”, lacht ze. ,,Ze wilden natuurlijk weten wanneer ik weer zou kunnen zingen, maar ik kon op dat moment nog niet eens zelfstandig eten. In april 1987 maakten we de afspraak dat ik in oktober dat jaar weer mee zou kunnen doen. Het was een ambitieuze deadline, maar naast de stress die ik ervan kreeg gaf het me ook kracht.”
Na drie en een halve week in het ziekenhuis te hebben gelegen mocht Carola eindelijk naar huis. ,,Ik ben gelijk keihard aan het werk gegaan om mijn lichaam weer fit te krijgen. Zwemmen, lopen, traplopen, massages, alles om mijn spieren weer te trainen.” Na een intensieve periode sloot de vastberaden zangeres in september weer aan bij de repetities van haar band. ,,Mijn lichaam was nog lang niet op het niveau waar het moest zijn, maar ik was er weer bij. Ik leefde weer. Ik was zó gelukkig dat ik weer gewoon kon zingen.”
Hoewel Carola zielsgelukkig was weer deel uit te maken van haar geliefde band, bleek een ander bandlid minder te genieten van zijn werk. ,,Gitarist Cees Tol kondigde aan ermee te stoppen. Hij kon niet tegen die gekte, om het zo maar even te noemen. Die bekendheid en het sociale verwachtingspatroon waar de band mee gepaard ging, dat vrat aan hem. Kort na het afscheid van Cees gaf ook zijn broer Thoom aan dat hij het niet meer zag zitten. De aankondiging van Cees en Thoom maakte wel dat ik lichtelijk in paniek raakte. Ik had zoveel geluk gehad dat ik in deze band terecht was gekomen en nu liep het voortbestaan ervan risico.” Cees en Thomas Tol werden vervangen door respectievelijk Dirk van der Horst en Dick Plat.

Dirk
,,De aanwezigheid van Dirk van der Horst zorgde dat onze optredens leuker werden. Hij kwam uit de Dizzy Man’s Band. Dat waren showmensen die bekend stonden om hun humor en gekkigheid tijdens liveshows. En dat nam Dirk, naast zijn gitaarspel, ook mee naar de BZN. Jan Keizer staat er natuurlijk ook om bekend dat hij van een geintje houdt op het podium, en Dirk reageerde daar heel goed op. Die sfeer gaf onze optredens een extra dimensie. Daarbij hadden we met Dick Plat niet alleen een extreem goede muzikant binnengehaald, maar bovendien ook een zeer prettig mens.”
De nieuwe, uiterst gemotiveerde bandleden bleken een schot in de roos voor BZN. ,,We bevonden ons inmiddels in een dusdanige luxepositie dat we niet meer álle aanvragen in de agenda hoefden te zetten. De opname- en schrijfsessies doordeweeks gingen gewoon door, dus gaf het een hoop rust dat we af en toe een vrije zondag in konden plannen. Zelf schreef ik niet mee aan nieuwe liedjes, maar ik ging wel af en toe even langs omdat ik het gezellig vond.” Carola lacht: ,,Ik vond eigenlijk alles een feestje.”
De daaropvolgende jaren leek de Band Zonder Naam alleen maar in populariteit te groeien. Van verschillende gouden platen tot jaarlijkse avonturen over de hele wereld, en van samenwerkingen met heuse orkesten tot een eigen televisieprogramma, bedenk het en Carola en co deden het. ,,We werden door de TROS gevraagd om een programma genaamd ‘BZN Ontmoet’ te presenteren. Jan Keizer en ik zouden verschillende bekende Nederlanders interviewen. Het idee stond ons wel aan, maar we hadden totaal geen ervaring met interviewen en het presenteren van een televisieprogramma. De organisatie beloofde ons een soort mediatraining, maar dat werd natuurlijk niks. We werden zo voor de leeuwen gegooid. Opeens zat mijn jeugdidool Rob de Nijs tegenover me. Ik werd er helemaal ongemakkelijk van, maar ik moest hem wel even interviewen terwijl de camera’s op ons gericht stonden. Toch was de meest memorabele uitzending die met André van Duin. Vooraf werden we al gewaarschuwd dat je je eigenlijk niet kunt voorbereiden op een interview met hem. Het advies bleek te kloppen. Binnen de kortste keren nam André het interview over. Hij is ongelooflijk onvoorspelbaar en hilarisch. Het zou onze beste uitzending worden.”

‘Hij heeft ons
aangestoken
met zijn mooie
kijk op het leven’

Helaas beleefden de BZN-leden samen niet uitsluitend positieve hoogtepunten. ,,Ik herinner me nog heel goed dat Dirk achter de schermen even vluchtig een andere broek aantrok. We schrokken allemaal van hoe mager hij was geworden. Dirk bleek een ernstige ziekte onder de leden te hebben.” Carola zucht: ,,Niet lang na dat schrikmoment belde Jan Pet me om te vertellen dat Dirk uitgezaaide prostaatkanker had en dat hij niet lang meer te leven had. Dat hakte er verschrikkelijk in. Dirk was altijd mijn maatje geweest bij de BZN. Als we in een theater aankwamen liep hij altijd direct op de bar af om twee kopjes koffie te halen, één voor hem en één voor mij. We trokken altijd samen op. Als je dan hoort dat één van je beste vrienden ongeneselijk ziek is… Dat valt echt heel zwaar.”
Na de diagnose zou Dirk nog anderhalf jaar leven. ,,Je zag hem echt aftakelen. Hij had zóveel pijn, maar hij wilde écht niet dood.” In 2004 kwam de gitarist te overlijden. Carola heeft het zichtbaar nog moeilijk als ze het einde van haar maatje aanhaalt. ,,Dirk was écht een levensgenieter. Hij liet ons dingen zien, maakte ons bewust van onze omgeving. Hij heeft ons aangestoken met zijn mooie kijk op het leven.”
Na Dirks overlijden maakte BZN een doorstart met gitarist John Meijer. ,,We kozen er destijds voor om door te gaan met de band omdat we nog relatief jong waren en nog niet aan toe waren om niets meer te doen.” Drie jaar later was het onvermijdelijke moment dan toch daar. ,,Jan Keizer kondigde aan wat we al aan hadden zien komen, hij ging als soloartiest verder. Dat werd het einde van de BZN. Ik vond het best vreemd dat Jan die keuze maakte, maar ik vond het niet heel erg dat we stopten. Het was wel mooi geweest.”
Zelf heeft Carola nooit een solocarrière geambieerd. ,,Ik geloof wel in het instituut, maar niet per se in solocarrières. Het lijkt me helemaal niks om zonder bandleden op het podium te staan.” In de jaren na BZN zou Carola nog verscheidene muzikale uitstapjes maken. Zo zou ze onder meer met Jack Stroek en mede BZN-lid Dick Plat gedurende een aantal maanden door het land optreden, werd ze benaderd om jaarlijks als gastzangeres bij de kerstconcerten van Danny Malando’s orkest mee te doen, vormde ze samen met Aletta Tol en Jack Huigsloot een zangblok in de band Get Back Live en werd haar loopbaan in 2016 gevierd tijdens ‘an evening with Carola Smit’. ,,Dick Plat heeft me nog wel eens proberen over te halen een solocarrière te beginnen, maar ik zie mezelf niet als fuifnummer. In mijn hart wist ik dat ik geen soloartiest was. Gedurende mijn carrière heb ik het juist altijd zo naar mijn zin gehad vanwege het gezellige samenzijn. Dat sfeertje als je met zijn allen op pad bent, dat is voor mij altijd het belangrijkste geweest.”

Aletta
,,Daarom vond ik het ook zo leuk om met Get Back Live weer in een band terecht te komen. Aletta vroeg of ik een keer samen wat wilde zingen met haar. Uiteindelijk stonden we naast elkaar op de bühne. We hadden een gezellig repertoire vol met avondjes-nummers. De optredens sloegen goed aan, we speelden voor volle zalen en het publiek zong ieder nummer uit volle borst mee. Kortom, de toekomst voor Get Back Live zag er rooskleurig uit.” Langzaam maar zeker begon Carola te merken dat haar bandgenoten meer wilden. ,,Zij hadden het gevoel dat we een kans zouden laten schieten als we op dat moment niet het land in zouden gaan met de band, maar ik had mijn portie al wel gehad. Het moest geen werk meer worden voor mij. En dat wilde ik natuurlijk niet echt laten merken. Ik vond het ook vervelend om mijn bandleden teleur te moeten stellen.”
Na vier jaar deel uit te hebben gemaakt van Get Back Live kreeg Carola wéér van dichtbij te maken met een ongeneselijke ziekte. ,,Aletta vertelde ons dat ze kanker had. De volgende mokerslag van die vreselijke ziekte. Dat was een erg heftige periode voor ons. Ik was bang dat ze in zou storten, maar niks van dat. Ze had een drive, dat houd je niet voor mogelijk. Tot vier weken voor haar dood stond ze nog op het podium. Zo’n jonge vrouw met zoveel power, op een oneerlijke manier komt daar dan opeens een einde aan. Ik ben haar enorm dankbaar dat ze me de kans heeft geboden om weer muziek te mogen maken. Vier jaar lang heb ik met Aletta in Get Back Live gezongen en daarna nog drie jaar met Marije van der Zee. Dankzij Aletta heb ik nog zeven jaar mijn passie kunnen uitoefenen.”

‘Alleen thuis
geef ik af en toe
nog een galmpie’

Ambities heeft Carola wat muziek betreft niet meer. En voor iemand die alles al bereikt heeft is dat natuurlijk wel te begrijpen. ,,Ik heb dit hele jaar nog niet gezongen. Alleen thuis geef ik af en toe nog een galmpie, het liefst met mijn dochter Marleen samen. Wat ik wel nog vol overgave doe, is de zangcoaching bij PX. Daar ben ik als coach al zeven jaar bij betrokken.”
Carola lacht: ,,Ik moet eerlijk zeggen dat ik maar wat doe. Ik ben helemaal niet opgeleid om mensen les te geven. Wat ik dus probeer, is mijn eigen ervaring, zangtechniek en mijn zanglessen van vroeger over te brengen op de meiden. En dat gaat hartstikke goed. Je ziet ze echt groeien en dat is zó leuk om te zien.”
,,Hoewel ik een huismus ben en erg op mijn rust gesteld ben, moet ik toegeven dat ik het gezelschap en het plekje in een band nog altijd mis. In een band kan je compleet jezelf zijn. Dat gevoel heb ik nu alleen nog thuis en bij Dick Plat.” Vanaf het moment dat ze haar eerste noten zong lijken de carrières van Carola en Dick met elkaar verweven. ,,We komen elkaar telkens weer tegen. Of beter gezegd: we zoeken elkaar telkens weer op.” Samen met de virtuoze toetsenist bereikte Carola heel wat mijlpalen. ,,Samen met Dick maakte ik mijn allereerste single met Double Trouble, we maakten samen mijn enige soloalbum, ik heb de eer gehad 21 jaar met hem in bands te spelen, en sindsdien, als de kans zich voordoet om samen muziek te maken dan pakken we die met beide handen aan.”
Menig muzikant zou zijn handen stevig dichtknijpen met de bovenstaande mijlpalen, maar Carola deed er in dienst van BZN nog een flinke schep bovenop. Samen met haar bandleden reisde ze de hele wereld rond voor optredens en het filmen van clips, speelde ze maar liefst achttien keer in een uitverkocht Ahoy, maakte ze tientallen succesvolle albums – waaronder de Symphonic Nights die ruim 400.000 keer over de toonbank gingen – en gaf ze een immens geslaagd jubileumconcert op het Volendamse Europaplein. Het timide meisje dat zich altijd op de achtergrond bevond, groeide uit tot Nederlands bekendste zangeres. Eén ding is in ieder geval zeker: toen Carola als jonge turnster doodzenuwachtig, met haar rug voor stond te zingen, had ze nooit verwacht dat ze jaren later dagelijks voor duizenden mensen tegelijk zou optreden.

 

Fotogalerij

Winnaars loterij Basseleur Optiek bekendgemaakt

Al vele jaren worden na de zomer drie klanten van Basseleur Optiek blij verrast met teruggaaf van het bestede bedrag van een zonnebril. Alle klanten die het afgelopen jaar een zonnebril hebben gekocht dongen. Dit jaar waren het Alice Visser, Pauline Steur en Jan Zwarthoed die hun aankoopbedrag teruggestort kregen.

 

Nieuw dit jaar was de verloting van twee Serengeti fietsen. Door snel te reageren kon Johan Basseleur twee fietsen verloten onder alle klanten, die sinds afgelopen voorjaar een Serengeti bril hadden gekocht.

Uit de grote stapel ingezonden kaartjes werden de gelukkige winnaars getrokken. De twee mooie en unieke fietsen werden gewonnen door Marcel Tol en Martin Jonk.

 

Fotogalerij

In de Nivo van vandaag, 8 september 2021

Wij wensen iedereen veel leesplezier met onder andere de volgende onderwerpen:

• FC Volendam onderzoekt mogelijkheden nieuw stadion
• AFGESTUDEERD | Annick Smit, Bachelor Diergeneeskunde
• Garage Kil: “U vraagt, wij zoeken”
• Dave de Boer (13) overwint angsten door te helpen bij kermisattractie
• Liefde is… Luuk en Gaar zijn weer opnieuw verliefd geworden
• Bedrijf in Beeld: Familiebedrijf KIVO blijft innoveren om weer generaties vooruit te kunnen
• Sani-Dump Purmerend: 1300 m2 aan A-merken sanitair & tegels tegen bodemprijzen
• Bibliotheek wil ‘plek van ontmoeting’ zijn
• Volendams padelsucces in Hoorn
• Starters Broeckgouw gedupeerd door fout gemeente
• Open dag Glasaal Volendam, 19 september 2021
• Moedige Moeders: Groeten uit De Stam in Den Haag
• Hans Bakker 25 jaar in dienst MZA

Fotogalerij

OBSTAKELS WEGNEMEN • KANSEN BENUTTEN • AMBITIE ACHTERNA

FC Volendam onderzoekt mogelijkheden nieuw stadion

Betere trainingsfaciliteiten. Meer commerciële mogelijkheden. Meer evenementen. Betere infrastructuur in en rondom het stadion. Betere bereikbaarheid. Mooiere stadionbeleving voor supporters. Betere samenwerking met andere sportverenigingen en het onderwijs. Het zijn allemaal wensen van FC Volendam, een club met grote ambities. We willen namelijk uitgroeien tot een stabiele eredivisionist met magnetische kracht op de regio. Mede daarom onderzoeken we de mogelijkheid om een nieuw stadion te ontwikkelen, op een alternatieve locatie zoals bijvoorbeeld de Purmer. Achter de schermen leeft dit idee al een tijdje en we achten de tijd nu rijp om dat met onze dorpsgenoten en de regio te delen.

[ads id=66]

Multifunctionele ruimte om te groeien
Wij zijn ervan overtuigd dat een verplaatsing van het stadion vanuit het centrum van Volendam naar de rand van het dorp op alle fronten een enorm positieve impact zal hebben, op zowel de nieuwe maar natuurlijk ook de ‘oude’ locatie. Met een nieuw stadion creëren we letterlijk en figuurlijk véél ruimte. Extra ruimte om te ondernemen en om samen te werken. Lopende samenwerkingen met bijvoorbeeld RKAV Volendam, SG De Triade en het Don Bosco College verdienen deze ruimte. Maar ook met andere partijen in en rond de regio willen we de verbinding zoeken. Tevens kunnen we het stadion ontwikkelen als de perfecte locatie voor concerten en evenementen met tien tot twaalf duizend bezoekers. Kijk eens naar de capaciteit van andere grote ‘venues’ en waar zich die bevinden. We kunnen een gat in de markt vullen.
Er is al interesse van verschillende bedrijven die willen investeren in (de realisatie van) het nieuwe stadion. Niet alleen binnen de gemeentegrenzen, maar vanuit het hele land en daarbuiten. Met de komst van “’t Skip” – onze voorlopige werknaam voor het nieuwe stadion – zal ondernemers kansen en ruimte worden geboden. Dat is uiteraard goed voor de club maar ook voor het dorp én de regio. Het is win-win-win. En dat is ook nodig, want aan de Sportlaan zijn we op dat vlak echt allang uit ons jasje gegroeid.

Gezelligste stadion van Nederland
We willen van onze nieuwe thuishaven het gezelligste stadion van Nederland maken, zeg maar het laagdrempelige alternatief voor AZ en Ajax. Dat kun je bijvoorbeeld bereiken door de supporters weer dichter bij het veld te brengen, oftewel minder ruimte tussen spelers en tribune. Mensen moeten de sport weer gaan voelen in hun hart en huid als ze op de tribune zitten… of staan! Maar ook als je een biertje of broodje paling haalt, moet je door het open karakter van het stadion de wedstrijd nog kunnen volgen en voelen. Dat zouden belangrijke uitgangspunten voor het ontwerp moeten zijn. Vooralsnog denken we aan minimaal 10.000 zit- en staanplekken.

Gewoon op de fiets naar de club
De Purmer klinkt ver maar is dichterbij dan je denkt. Het is letterlijk aan de rand van het dorp. Er wordt al ver in de toekomst gedacht. Goede verbindingen voor auto, fiets, ov en voetgangers moeten er voor zorgen dat de bereikbaarheid van de club juist verbetert. Onze kinderen kunnen gewoon op de fiets naar het stadion. En vergeet niet: groeiende (parkeer)problemen op wedstrijddagen in het centrum van Volendam kunnen we zo juist wegnemen.
De ruimte die FC Volendam en eventueel de RKAV zouden achterlaten in het centrum van het dorp, biedt sowieso bijzondere mogelijkheden. Het zou een unieke situatie zijn, dat zo’n groot oppervlak in het dorpshart opnieuw kan worden ontwikkeld. Maar daarom ook complex en uiterst delicaat. Bovendien gaan wij daar niet over. Daarom laten we ons daar verder niet over uit.

Dromen
Het linker rijtje van de eredivisie, dat klinkt als een droom… Maar waarom niet?! Onze club voldoet aan een heleboel voorwaarden om die droom uit te laten komen. Een nieuw stadion is min of meer noodzakelijk voor die ambitie. Natuurlijk is dat spannend. Maar kijk naar Heracles en AZ. Die kwamen ook van héél ver.
We benadrukken met klem dat nog niets in beton is gegoten; de plannen bevinden zich nog volop in de onderzoeksfase. De schets die in deze editie van de Nivo is gepubliceerd, is vooral een visualisatie van ideeën. Er kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Maar het moge duidelijk zijn dat het een stadion moet worden waarover elke jeugdspeler zal dromen om er te mogen voetballen. We zijn tenslotte een opleidingsclub!

Bestuur FC Volendam

Fotogalerij

Bedrijf in Beeld

“U vraagt, wij zoeken”

“De vraag naar auto’s gaat door het dak. Als Garage Kil moeten we daar op inspelen”, vertelt Matthijs de Hoop van Garage Kil. Doordat wereldwijd een groot tekort aan chips heerst nemen de levertijden van nieuwe auto’s in veel gevallen flink toe. “Auto’s zijn de laatste jaren steeds meer afhankelijk van deze chips geworden. Ze verzorgen de moderne gemakken waar autorijders op zijn gaan vertrouwen en zorgen voor de veiligheid. Doordat de levertijden van nieuwe auto’s oplopen, is de vraag naar occasions gigantisch toegenomen. Zelfs zo veel dat de vraag het aanbod overstijgt.” Om de klanten van Kil toch te kunnen helpen worden inmiddels flink wat auto’s uit het buitenland geïmporteerd.

[ads id=66]

Importauto’s steeds populairder
“De markt voor importauto’s is de laatste jaren al flink gestegen, dus wij waren al wat langer bezig om de perfecte auto voor onze klanten te zoeken in andere landen in Europa. Waar het in eerste instantie ging om specifieke auto’s met bepaalde extra opties tegen een scherpe prijs, neemt nu de vraag zo’n vlucht dat het om vrijwel alle merken en soorten auto’s gaat. Daarom is het prettig dat we de afgelopen jaren al flink wat contacten in met name Duitsland hebben opgebouwd, daar plukken wij en onze klanten nu de vruchten van” vervolgt Matthijs.

De kunst van het vinden van de perfecte auto
“Klanten komen hier binnen met een wensenlijstje”, vertelt Tristan Kwakman die inmiddels een jaar als verkoper bij Garage Kil werkt. “Onze taak is dan om te zoeken naar de perfecte auto. Die vinden wij bij onze contacten door heel Europa. Omdat er in Duitsland een groot aanbod is van jong occasions (auto’s van nog geen jaar oud, red) kunnen we daar vaak super mooie aanbiedingen voor onze klanten vinden. De auto’s zijn maar korte tijd in gebruik geweest, zijn vaak completer dan in Nederland en verkeren in geweldige staat. Garage Kil verzorgt het hele importproces, dus eigenlijk hoeft de klant alleen maar zijn wensen kenbaar te maken. Het is met recht: u vraagt, wij zoeken!”

Aan alle eisen voldoen
Inmiddels zijn alleen dit jaar al tientallen auto’s geïmporteerd uit het buitenland. “Uiteraard voldoen alle auto’s aan alle eisen en krijgen zij allen een RDW-keuring zodra ze in de werkplaats arriveren. We importeren alleen auto’s waarvan de volledige onderhoudshistorie bekend is met een gecontroleerde kilometerstand. Bovendien is bijna altijd de Europees geldende fabrieksgarantie nog van kracht, dus kopen de klanten zonder risico. En tegen concurrerende tarieven nemen wij alle rompslomp uit handen”, valt Matthijs Tristan bij.

Al tien jaar aan de Julianaweg
Inmiddels is Matthijs al bijna tien jaar eigenaar van Garage Kil aan de Julianaweg. Sinds vorig jaar runt hij het bedrijf samen met Jona Pasdeloup.
Het huidige pand aan de Julianaweg, waar ook Autoschade de Hoop gevestigd is, kreeg afgelopen zomer een mooie restyling. De showroom en garage heeft hierdoor een luxe uitstraling gekregen. “De perfecte plek om onze aanwinsten te tonen en onze klanten te helpen in het aankoopproces van een nieuwe auto of bedrijfswagen.”
Want Garage Kil biedt ook veel ondernemers een totaaloplossing. “Naast de aankoop van nieuwe bedrijfswagens wordt ook het complete onderhoud uit handen genomen, bedrijven groot en klein kunnen zo met een gerust hart hun hele wagenpark bij Kil onderbrengen. Dat we gewoon in Volendam aanwezig zijn, wordt ontzettend gewaardeerd.”

Ook op zoek naar uw droomauto?
Bent u al een tijdje op zoek naar een bepaalde auto, maar is deze lastig te vinden of lopen de wachttijden op?
De verkopers van Garage Kil helpen u graag uw droomauto vinden. U hoeft alleen het merk, type en verdere wensen kenbaar te maken en Garage Kil gaat voor u op zoek.
Neem vandaag nog contact op via www.garagekil.nl of 0299-363416 voor een vrijblijvende afspraak.

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?