Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Beleggingscolumn

Waarom stijgen de beurzen tijdens deze recessie?

De laatste maanden zien we een ontwikkeling die door velen als onlogisch wordt gezien. De economie belandt zeer waarschijnlijk in een diepe recessie. Toch zijn aandelen wereldwijd sterk opgeveerd vanaf het dieptepunt in de maand maart. Hoe is dit te verklaren?

De beurs is niet de economie
Een veel voorkomend misverstand is dat de beurs wordt gezien als een weerspiegeling van de economie. Daarom eerst een korte toelichting over het belangrijkste verschil tussen de economie en de beurs.

De economie en de beurs
Een belangrijk verschil is dat cijfers over de economie in de regel ‘terugkijkend’ zijn en de aandelenbeurs juist vooruit kijkt. Aandelenbeleggers zijn vooral geïnteresseerd in de toekomstige winstgevendheid van een onderneming; een hogere winst lijdt tot een hogere aandelenkoers. Economische groeicijfers gaan vaak over het afgelopen jaar of kwartaal. Hoewel deze data inzichten kunnen geven, is het in principe oud nieuws.

Beurkoersen tijdens recessies
Dat beleggers op de beurs vooruit kijken, blijkt ook uit hoe aandelenkoersen hebben gerendeerd vóór, tijdens en ná recessies. Sinds de 2e Wereldoorlog telde de Amerikaanse beurs 11 recessies. In de 6 maanden voorafgaand aan een recessie was het gemiddelde rendement -3,2%. Tijdens een recessie was het gemiddelde rendement 0,0%. In de 12 maanden na een recessie was het gemiddelde rendement +15,3%.

Beleggers anticiperen dus op toekomstige recessies. Daarom zien we gemiddeld genomen dat beursdalingen vaak plaatsvinden voorafgaand aan de recessie, en in mindere mate tijdens de recessie. Tijdens de laatste 11 recessies was het aandelenrendement in zes gevallen zelfs positief!

De coronarecessie
Toen eind februari bleek dat het coronavirus zich internationaal verspreidde, drukten beleggers uit paniek massaal op de verkoopknop. Eind maart herwonnen beleggers het vertrouwen in de toekomst met behulp van enorme overheidssteunpakketten. Beleggers zagen in dat aandelenkoersen wel erg sterk waren gedaald door de paniekreactie. De sterke koersdaling weerspiegelde in hun ogen een te pessimistisch toekomstscenario.

Wereldwijd worden economieën langzaam maar zeker geopend. Hoewel bepaalde sectoren nu gebukt gaan onder de coronamaatregelen, zijn de vooruitzichten voor het volgend jaar een stuk rooskleuriger.

Door een toenemend vertrouwen in de toekomst besloten veel beleggers om te profiteren van de koersdaling door aandelen te kopen tegen een lage waardering. Dit resulteerde in een stevig herstel van de aandelenkoersen, terwijl de recessie nog officieel moet worden aangekondigd.

Samengevat
Aandelenbeleggers beseffen heus wel dat de gevolgen van het coronavirus een deuk zal achterlaten in de winstgevendheid van bedrijven. Dit blijkt ook uit de koersontwikkeling die, ondanks het sterke herstel, nog steeds negatief is voor het kalenderjaar 2020.

De sterke koersstijging van de afgelopen maanden is deels een reactie op de doorgeschoten paniekreactie die daar aan vooraf ging. Beleggers beseffen dat de impact op de korte termijn groot is, maar zien in dat het toekomstperspectief gunstiger is.

Hierdoor daalden de beurkoersen voorafgaand aan de recessie en liepen de koersen op tijdens de recessieperiode. Dit is een patroon dat we in het verleden vaker hebben gezien. Al geeft dit natuurlijk nooit garanties voor de toekomst.

Jaap Steur
Portfoliomanager bij Care IS en Axento vermogensbeheer

Care IS Vermogensbeheer
Mgr. C. Veermanlaan 1G
1131 KB Volendam
Contact
0299-720961
info@care-is.nl
www.care-is.nl

 

Fotogalerij

Eerste drie winnaars van het boek “Goud”

Vijf weken lang zijn wekelijks drie boeken “Goud, Een Schat Aan Uitblinkers” te winnen met een prijsvraag in de Nivo: “Maak kans op Goud”. Dit boek van fotograaf Marco Bakker en auteur Michel Veerman is op 31 oktober 2019 uitgegeven.

 

Drie vragen dienen beantwoord te worden over welke sport beoefend wordt. De juiste oplossing van prijsvraag 1 was: Judoka, Handbalster en Atletiek (discuswerpen). De eerste boeken “Goud” zijn gewonnen door:

Maart Aupers, J. Zwarthoedstraat 9
Yvonne Veerman, Begerslant 18
Miriam Oosthoek, H. Tuypstraat 8

Fotogalerij

Buitenruimte voor Centrum Job bij voetbalstadion

Om toch trainingen en lessen te kunnen geven zijn er bij de meeste sportscholen buitenruimtes ingericht. Door de coronamaatregelen mag er niet binnen getraind worden. Naast Centrum Job, gevestigd onder de voetbaltribune aan de Schoolstraat, werd zaterdag een buitenruimte ingericht.

 

De stalen omheining van de entree voor voetbalsupporters van bezoekende clubs, kon hier mooi voor gebruikt worden. Hier kunnen de lessen en trainingen voor chiropractie, revalidatie en bewegingsontwikkeling nu buiten gegeven worden.

Er is ruimte genoeg om voldoende afstand te bewaren tijdens de revalidatielessen. Om de buitenruimte windvrij te maken, werd op de stalen hekken zeil en plastic bevestigd.

Fotogalerij

In de Nivo van vandaag, 27 mei 2020, o.a.:

Wij wensen iedereen veel leesplezier met onder andere de volgende onderwerpen:

• Toename aantal corona-besmettingen leidt tot nieuwe aanpak
• Klaas Mol, ‘Klaas van de Kompik’, werd als gemobiliseerd soldaat gestationeerd aan de Noordzeekust
• Raadslidschap was ‘ontzettend groot leerproces’ voor Gudy van den Hogen
• Teams van Slobbeland- en Waterdamkamp bundelen krachten
• VD|80: Twee keer per maand vergaderen voor 1 miljoen euro?
• Instituut Jozef start vele (verenigings)activiteiten weer op
• Horecazaken Edam-Volendam heropenen met tijdelijk uitgebreide terrassen
• Liefde Is… : Jan & Annie: ‘Het is geen sprookjesverhaal zoals bij Sijmen & Annie’
• Door Karel Lautenschütz: MADONNA – Een memorabel concertuitje
• ‘Natuurlijk is het niet de bedoeling dat de tekorten hierdoor verder oplopen’
• VVD: Update bereikbaarheid Edam-Volendam: 3de Ontsluitingsweg en renovatie Julianaweg
• 25 jaar na de bekerfinale tegen Feyenoord in De Kuip
• Eerste profcontract voor Dean James bij FC Volendam

Fotogalerij

Toename aantal corona-besmettingen leidt tot nieuwe aanpak

Gemeente wil voorbeeld Italiaans dorpje Vo’ volgen

Officieel gaan de aangekondigde nieuwe versoepelingen pas maandag 1 juni in, maar in plaats van de door premier Rutte gevraagde zelfbeheersing wordt op veel plaatsen al eerder aan zelfversoepeling gedaan. Schrijnend en riskant, want recente cijfers wijzen uit dat het aantal besmettingen in Edam-Volendam fors toeneemt. Burgemeester Lieke Sievers doet daarom niet alleen een nóg dringender beroep op de eigen verantwoordelijkheid, maar initieert als lokale overheid ook een nieuw plan van aanpak: de tactiek van de pandemische weerbaarheid: testen, opsporen en isoleren. Daarmee heeft Edam-Volendam de bedoeling het voorbeeld te volgen van Vo’, een dorpje in Italië dat, in het epicentrum van corona, als eerste meteen volledig in quarantaine ging en met de eerder genoemde aanpak succes boekt.
Door Eddy Veerman

‘Als blijkt dat
het aan ons eigen
gedrag ligt,
moeten we goed
in de spiegel kijken’

[ads id=66]

Het is zichtbaar zorgwekkend en menens. ,,Corona gaat z’n tweede fase in. Maatregelen zijn versoepeld en we zien nu twee extremen: aan de ene kant mensen die heel angstig zijn en nog niet de deur uit durven, omdat veel andere mensen naar buiten gaan. En mensen die de maatregelen niet serieus nemen en vinden dat ze een gezellig samenzijn verdienen, in de trant van ‘het kan wel weer’.”
,,Ik ben geschrokken van wat ik hoor en zie: huizen vol met mensen. Mensen die verzwijgen dat ze besmet zijn, ondernemers die stil houden dat ze een besmettingsgeval hebben. Maar wat in Groenlo gebeurt, kan hier ook bij grote bedrijven gebeuren…”
,,Het aantal sterfgevallen is hier weliswaar laag gebleven tot dusver, maar het aantal besmettingen is, sinds de eerste versoepeling van de regels, toegenomen. We hebben de GGD gevraagd de oorzaak te onderzoeken en voor welke kern de toename geldt. Laten we onszelf meer testen? Verwijzen de huisartsen meer door, of is het omdat we ons minder van de regels aantrekken, tijdens verjaardagen een huis vol mensen ontvangen, zitjes organiseren? Dat wordt onderzocht. Als blijkt dat het aan ons eigen gedrag ligt, moeten we goed in de spiegel kijken. Want dan veroorzaken wij zelf willens wetens dat de horeca mogelijk weer dicht moet, of dat we langer op afstand van elkaar moeten blijven.”
,,We moeten daarom als samenleving snappen dat we eerlijk moeten zijn als er sprake is van besmetting. Dan kan iedereen nagaan met wie hij of zij in contact is geweest en die mensen waarschuwen. Voorlopig kan de GGD landelijk een capaciteit van 30.000 testen garanderen, daarom kijken we met de GGD of de huisartsen pilotmatig kunnen testen en een aan zekerheid grenzende diagnose kunnen stellen.”
,,De sociale cohesie hier maakt dat we behoefte hebben aan het weer bij elkaar zijn, maar dat kan pas veilig als we dít ook doen: de verantwoordelijkheid nemen, bekend maken dat we het hebben en zelf in quarantaine gaan. Anders weet je zeker dat het einde er nog lang niet is. Wat er nu her en der gebeurt, heeft niets te maken met gezond verstand, maar met ongezonde emotie. Met mogelijk verstrekkende gevolgen.”

‘Ik ben geschrokken
van wat ik hoor
en zie: huizen vol
met mensen. Mensen
die verzwijgen dat
ze besmet zijn,
ondernemers die
stil houden dat ze een
besmettingsgeval hebben’

Ze haalt het verhaal van een collega aan. ,,Hij was op bezoek bij zijn zieke moeder, kreeg klachten, bleef met zijn gezin thuis en testte positief op corona. Heel verantwoord. Anderzijds hoor ik ook het verhaal van een ouder echtpaar, waarvan beide lieden corona hebben en tóch gaan ze naar buiten, naar de supermarkt, omdat ze het niet willen laten weten dat ze het hebben. Waarmee zij voor zichzelf en vooral voor anderen een groot risico laten ontstaan.”
,,Dan is er het verhaal dat er ondernemers zijn die hun mond houden dat ze het in het bedrijf corona-gevallen hebben, anders kan het ten koste gaan van onderneming, Maar het is veel erger dat je het niet meldt, dan wel. Als je het wel doet, is dat een teken van kracht en verantwoordelijkheid nemen. Dat moeten we juist stimuleren, want daarmee kunnen we het beheersbaar houden.”
,,We zijn daarom bezig met een plan van aanpak, om als samenleving – misschien via onderwijs, huisartsen, buurtapps – en sociale netwerken te proberen dit mechanisme van pandemische weerbaarheid op gang te brengen.”
Het dorpje Vo’, met ruim drieduizend inwoners, ging, op initiatief van wetenschappers voor twee maanden in isolatie en alle bewoners zijn drie keer getest. Van 88 besmettingen en twee sterfgevallen is het naar bijna nul gedaald en mogen de mensen zich weer – hetzij volgens richtlijnen – vrij bewegen.
De burgemeester hoopt met Edam-Volendam deze nieuwe aanpak te kunnen ontwikkelen. ,,De cijfers laten zien dat wij nu aan de beurt zijn. Omdat de tendens de verkeerde kant op gaat, moeten we nú ingrijpen. We moeten laten zien wat we waard zijn.”

Werkgroep
,,Er komt een gezamenlijke werkgroep, die in kaart brengt hoe we dit vorm kunnen geven. Na de test ga je na waar het vandaan komt en twee weken in isolatie, zodat je geen nieuwe besmetting veroorzaakt. Het betreffende dorpje in Italië deed het anders dan de landelijke overheid. Bij het eerste signaal van uitbraak hebben ze als gemeente quarantaine toegepast. Iedereen met verschijnselen werd getest, de omgeving werd nagetrokken en die ging in isolatie. De mensen hebben niet de overheid verantwoordelijk gemaakt voor het isoleren en opsporen, maar hebben het zelf en samen gedaan. Omdat het een dorp betrof, waarbij iedereen wel iemand van een ander gezin kent. Zo elkaar hielpen ze in kaart te brengen wie met wie in contact was geweest en hebben ze het aantal besmettingen beperkt kunnen houden. Dát is wat je wilt. Dat mensen het zien als dat je elkaar helpt. Daarmee kun je voorkomen dat – zo lang er geen vaccin is – een anderhalve meter-samenleving moet blijven bestaan.”
,,En ja, quarantaine voor twee weken is afzien, maar wat is twee weken ten opzichte van een samenleving die misschien wel twee jaar moet afzien? Want anders gaan we het proces in wat we nu doen. En krijgen we straks misschien zelfs een strengere lockdown.”
De coronasituatie werkt polarisatie in de hand. Op sociale kanalen wordt soms keihard stelling genomen. ,,De meeste mensen willen echt deugen. Willen de goede dingen doen, maar worden teveel in verleiding gebracht door dat kleine groepje, dat misschien niet deugt of het vermogen niet heeft om te deugen. Maar hoe krijgen we de mensen die wél willen deugen meer voor het voetlicht? Als gezond tegenwicht van de schreeuwende mensen op Facebook en de negatievelingen op andere sociale kanalen. We moeten de kracht van het vertrouwen in de mensheid blijven behouden.”
,,Deze tijd heeft bij veel mensen voor bezinning gezorgd. Je ziet mensen thuis genieten van een bordspel, er is meer aandacht voor elkaar. Er waren de verhalen van de waarde van het onderwijs, de mensen die in de zorg werken, schoonmakers en vuilophalers, die gewoon door moesten werken: superbelangrijk om de samenleving door te laten gaan.”

‘We hebben overal
ter wereld mensen
nodig die durven
te breken met het
oude en dat
vraagt moed’

,,Ik snap de behoefte aan sociaal contact, ik wil zelf ook weer handen schudden of mensen een knuffel geven. Maar sommige mensen hebben de ontstane situatie niet benut, terwijl er gelegenheid was om de dingen te overdenken.”
,,Het gaat er om dat we die sociale vaardigheid met elkaar vorm geven. Waar ik bijvoorbeeld op hoop, is dat we met een nieuwe generatie moeders gesprekken op gang kunnen brengen. Over wat corona voor hen en hun gezin betekent. Zoals wetenschapper Ina Koning enige tijd geleden rondom de LEF-introductie al zei: ‘We zijn er niet als we de ouders niet mee krijgen’. Zij moeten dus ook in beweging komen.”
,,Het minder over je gevoel durven praten, is hier uit generaties ontstaan, maar je merkt wel steeds vaker dat het bespreekbaarder wordt. Steeds meer mensen zijn er naar op zoek: een goed gesprek hoe het echt met iemand gaat. Ik blijf vol goede moed. We zijn er nog lang niet, maar er gaan dingen gebeuren die de wereld ten goede keren. Daar geloof ik in. We hebben overal ter wereld mensen nodig die durven te breken met het oude, ook al was ons dat vertrouwd. Dat vraagt moed, die politiek overstijgt.”
,,Als ik kijk naar de huidige situatie: ja, buiten mag er weer meer, maar meer ruimte is meer verantwoordelijkheid. En dan moet je die ook nemen. Dat is in jouw belang, in het belang van de gemeenschap én van de economie. Ik hoor ook vanuit de horeca signalen dat ze twijfelen of ze op 1 juni wel open moeten gaan, omdat ze vrezen dat ze het niet in de hand kunnen houden. En als dat niet lukt, wordt de uitbater er op aangesproken en riskeert een boete. Veroorzaakt doordat burgers zich niet verantwoordelijk gedragen.”

Forget it
Mensen hebben soms een eigen interpretatie van de regels. ,,We horen soms wat we willen horen. Maar het mantra moet zijn: naarmate we meer ruimte krijgen, neemt onze verantwoordelijkheid toe. En we moeten ook een ander durven aanspreken. Het kan niet zo zijn dat de regering ruimte geeft en dat we vervolgens zelf niet met die ruimte om kunnen gaan. En nee, het antwoord is niet handhaving. Met zes boa’s op onze gemeenschap, forget it. Dat moet je ook niet willen. Dat kun je niet van ze vragen. Daar hebben we de samenleving zelf voor nodig.”
,,En het is niet altijd inhoudelijk te verklaren, waarom het een opengaat en het ander niet. Dan worden er soms arbitraire keuzes gemaakt en snap ik dat je voor eigen branche opkomt. Maar het kan nou eenmaal niet allemaal tegelijk.”
,,Als we onze verantwoordelijkheid als burgers en ondernemers niet nemen, nemen we het risico dat de economie nog verder onderuit gaat. En het Rijk gaat het niet volhouden, om die steun te blijven geven, Want waar moet dat geld vandaan komen? Het is dus niet alleen corona zelf wat het risico geeft, maar ook de diepte van de gevolgen daarvan, naar aanleiding van de maatregelen. Als we op vakantie willen, moeten we eerst zorgen dat we het hier voor elkaar krijgen. Als we straks weer gezellig bij elkaar willen zitten, moeten we eerst een andere fase doorstaan.”

Overlijden vader door corona: ‘Pijnlijk maar ook indrukwekkend’
De altijd betrokken en zich inlevende burgermoeder verloor op 31 maart haar vader, ten gevolge van corona.
Haar vader leed aan dementie en verbleef sinds drie jaar in een verzorgingstehuis. ,,Hij heeft zijn hele werkzame leven bij de brandweer, rampenbestrijding en crisisbeheersing gewerkt. En overleed als gevolg van een crisis. Heel symbolisch.”
,,Wat ook bijzonder was: hij was leidinggevende van de oude stempel. Toen hij aan voelde komen dat zijn hoofd minder helder werd, schreef hij zijn gedachten op met betrekking tot zijn overlijden. Toen ik dat laatst teruglas, dat was bizar: ‘op grond van de omstandigheden op het tijdstip van mijn overlijden zal een keuze gemaakt moeten worden tussen het verzenden van een overlijdensbericht en mogelijk een afscheid met vele, dan wel het telefonisch inlichten van goede vrienden, dus een afscheid met weinigen, en een overlijdensbericht na de crematie. Alsof hij voorvoelde dat er de mogelijkheid was dat er omstandigheid als de huidige zou kunnen zijn.”
,,Mijn vader was bijna 87, door de dementie zat hij in een situatie waarin hij nooit zou willen zitten en die alleen maar kon verergeren. Twee weken voordat hij overleed, mocht niemand meer bij hem komen. Mijn moeder, die hij gelukkig altijd nog herkende, bezocht hem dagelijks, maar mocht pas bij hem toen hij terminaal werd gesteld. Dus we weten niet hoe hij zich in de tussenliggende periode heeft gevoeld. Dat is naar.”
,,Ook voor de verzorgers. Zij waren enorm begaan met hun patiënten en ook zij leden ontzettend onder het gegeven dat er geen bezoek van dierbaren mocht komen. Wat juist extra belangrijk is in zo’n situatie. Dat is traumatisch, dat vonden ze heel zwaar.”
,,Mijn vader was een heer, altijd verzorgd en hij koos zijn woorden weloverwogen. Ergens hebben wij als nabestaanden berusting, als dementie in volgende stadia was gekomen, was hij nog minder geworden wie hij was. Nu was hij nog herkenbaar als mijn vader en mijn moeders man. Verdere aftakeling is hem bespaard gebleven.”
,,Hij heeft ook niet extreem hoeven lijden onder de corona. Opeens ging het snel en zaten we te waken. Ik was zelf bij hem tijdens zijn laatste uren. Het was indrukwekkend. Ik was helemaal ingepakt, alleen mijn ogen waren zichtbaar. Hij lag in het bed, ik onderuit gezakt in de stoel en liet de stilte toe. Ik hoorde zijn ademhaling veranderen en wist hoe ver het was. Het klinkt misschien vreemd, maar dat was zó mooi. Zó dichtbij.”
,,Het gemis van zijn nabijheid zal nog komen, wanneer er meer rust is. Ik ben, omdat de huidige crisissituatie dat vraagt, blijven werken en sta altijd aan.”
,,In de afgelopen weken las en hoorde ik verhalen van mensen die alleen zijn gestorven, mensen die niet of nauwelijks afscheid hebben kunnen nemen. Dat was bij ons in sommige gevallen ook zo. Vanwege de afstand. Zijn kamer konden we niet zelf leegruimen, alles werd buiten voor de ingang van het verzorgingstehuis gezet. We hebben het personeel bedankt met een kaartje en bloemen maar konden ook van hen geen afscheid nemen. Ik weet dat er op dit moment jonge mensen uit onze gemeente op de ic liggen, dat moet verschrikkelijk zijn voor de betrokkenen.”
,,Mijn vader was op leeftijd. Ik had een heel goed contact met hem en we hebben een mooie verdieping van onze vader-dochter relatie gekregen in de laatste jaren vóórdat hij minder helder van geest werd. Twee keer per jaar gingen we samen een dag op pad en dat leverde eindeloze gesprekken en mooie momenten op.”
,,Toen hij enige tijd geleden in een delier en met flinke longontsteking in het ziekenhuis belandde, heb ik zeven nachten op zijn kamer doorgebracht en kon ik – omdat wij die gesprekken hadden gehad – heel goed bij hem aansluiten. Dat alles bij elkaar, maakte dat ik rust had toen dementie intrad. Het was sindsdien altijd heel erg warm tussen ons en de dementie bracht een hele mooie dierbare warme en complimenteuze kant in hem naar boven, die hij daarvoor maar weinig had laten zien.”
,,En je weet dat het verliezen van een ouder bij het leven hoort, maar het blijft altijd pijnlijk. Als ik er aan denk dat ik een kind zou verliezen, ik weet dat je door moet gaan met ademhalen, maar als ik daar aan denk, kan ik heel beroerd worden.”

‘Zitje in bedrijfspand’
Rob Zandbergen, beleidsmedewerker Veiligheid, heeft de afgelopen week veel vragen gekregen. ,,Vooral met de strekking ‘wat mag ik? Mag ik mijn verjaardag vieren?’ Je kunt je leven leiden, maar de basisregels blijven van kracht Als je klachten hebt, moet je binnen blijven en houd de anderhalve meter afstand. Is je kind ziek, blijft het hele gezin thuis.”
,,Mensen hadden aan het stalen kader van wat niet mag, bepaalde houvast. Nu moeten ze wennen aan nieuwe vrijheden. Het is goed dat mensen een weg er in vinden en er over praten als ze iets niet zeker weten. Een verjaardag binnen kan vanaf 1 juni, maar op anderhalve meter van elkaar.”
,,Ik merk dat mensen elkaar niet gemakkelijk aanspreken, maar dat zou wel moeten. Handhavers hebben een zitje in een bedrijfspand aangetroffen. Het kan niet anders dan dat ouders dat weten. Ik snap dat jongeren van zeventien of achttien zichzelf sterk voelen op die leeftijd, maar ze nemen ook een risico voor de mensen in hun gezinnen en verdere omgeving. Want in zo’n afgesloten ruimte is het besmettingsgevaar honderd procent.”
,,Het gaat om elkaars gezondheid en niet om jouw persoonlijke feestje. We moeten de ontbering nog even doorstaan, omdat we het anders veel langer niet kunnen. De overheid kan adviseren, maar niet oplossen. Het gaat nu om burgerschap.”

 

Fotogalerij

UPDATE

‘Geen algehele lockdown in Edam-Volendam’

In een reactie op ontstane commotie weerleggen burgemeester Lieke Sievers en wethouder Samenleving Vincent Tuijp dat Edam-Volendam in algehele lockdown gaat. Naar aanleiding van een interview met de burgemeester in de Nivo (Nieuw-Volendam) is door andere media de suggestie gewekt dat Sievers ‘een gemeentelijke quarantaine toepast indien nodig’. ,,Dat is een misvatting”, zeggen de burgermoeder en Tuijp, die Volksgezondheid in zijn portefeuille heeft.

,,Ik heb willen aangeven dat we in onze gemeente (en ook regionaal) een plan aan het voorbereiden zijn – samen met de GGD – waarbij met name wordt ingezet op testen-opsporen-isoleren, dit bespreekbaar te maken en de gemeenschappelijke kracht van onze sterke sociale cohesie te gebruiken”, geeft burgemeester Sievers aan. Dat laatste is ook in het Italiaanse dorpje Vo’ onderdeel van de aanpak geweest. ,,En daardoor zouden we hier juist mogelijk sneller naar een normale samenleving kunnen.”
Wethouder Tuijp: ,,De cijfers in Edam-Volendam zijn tussen 20 mei (95 gevallen) en nu (111 gevallen) aan het oplopen qua besmettingen. Zorgelijk maar nog niet alarmerend. Negen van deze gevallen zijn terug te leiden naar een verjaardagsfeest. Ook in dit opzicht heeft burgemeester Sievers willen benadrukken dat vanaf 1 juni meer ruimte krijgen tevens betekent dat je met elkaar ook meer verantwoordelijkheid moet nemen.”

Fotogalerij

Oudste man van Volendam haalt herinneringen op uit de oorlog n

Ondergedoken, verraden en bevrijd

Vorige week was in de Nivo het indrukwekkende verhaal van Jan Kemper te lezen. Jan noemde Hein ‘Schemeravond’ Kwakman als bron van één van zijn oorlogsverhalen. Hein Schemeravond is met zijn 96 jaar onderhand de oudste man in Volendam en was bijna zestien toen de nazi’s Nederland binnenvielen. De Nivo is van harte welkom, maar Hein spreekt bij voorbaat zijn twijfels uit over zijn geheugen, wat betreft details van ruim 80 jaar geleden. Wel is direct duidelijk dat de oude Volendammer een hoop heeft meegemaakt tijdens de bezetting. ,,Ik heb ondergedoken gezeten, ben verraden en stond in nauw contact met mensen van het verzet.” Tijdens Heins verhalen wordt al gauw duidelijk dat het met zijn geheugen wel goed zit.
Door Kevin Mooijer

Het is vrijdagmorgen in Volendam. Aan de achtertafel in de bovenwoning van het Kloosterhof zit Hein ‘Schemeravond’ Kwakman. In zijn schoot staat een grote pan en voor hem, op tafel, ligt een berg sperziebonen. Hein was alvast begonnen met de voorbereidingen op zijn avondeten. ,,Ik ben de oudste man van Volendam”, begint hij.

[ads id=66]

,,Dus niet de oudste Volendammer, want er woont een Volendammer die ouder is dan ik in Edam. Maar in Volendam ben ik de oudste.” Hein is naar zijn bap vernoemd, die de bijnaam Schemeravond destijds heeft verdiend. Maar waarom kreeg hij deze merkwaardige bijnaam precies? Hein kijkt bedenkelijk: ,,Dat weet geen mens. Ik weet alleen dat ik naar hem vernoemd ben.” Een bron dichter bij het vuur dan de kleinzoon van de eerste Hein Schemeravond bestaat niet. De reden achter de bijnaam is door Heins bap waarschijnlijk mee het graf ingenomen.
Onderwijl hij vakkundig zijn sperziebonen snijdt, vertelt Hein wat hem nog bijstaat van de Tweede Wereldoorlog. ,,Nadat ik van de ambachtsschool kwam ging ik als timmerman aan het werk in een werkplaats aan de Kathammerstraat. Tijdens de oorlog ging dat werk gewoon door.”
Als kind met negen broers en zussen woonde Hein tijdens de eerste jaren van de bezetting in de Kloosterbuurt, waar zich nu het Kloosterhof bevindt. ,,Nu is alles dicht gebouwd. In die tijd keek je uit ons raam tegen Edam op.” Hun vader, Kees Schemeravond Kwakman, zagen ze niet vaak. ,,Hij was pulenboer en had weinig tijd voor andere zaken dan zijn werk. Alles dat met die eenden te maken had, was zijn taak. Hij timmerde de pulenhokken, haalde met een loopwagen het voer van de dijk, vervolgens voerde hij de pulen en zijn dag begon steevast met eierenrapen. Vanwege zijn extreme werktijden was hij niet vaak thuis.”

Ondergedoken
Tijdens de eerste jaren van de oorlog heeft Hein weinig last ervaren van de oorlog. ,,Voor ons werd het eigenlijk pas link in 1943, toen de razzia’s begonnen.” De Volendammer was toen negentien en liep door zijn leeftijd risico gearresteerd te worden. ,,Ze zochten naar jonge mannen om naar de Duitse werkkampen te sturen. Veel jongens die daarnaartoe werden gestuurd, zag je nooit meer terug. En als ze wel terugkwamen, hadden ze vaak geestelijke schade opgelopen. Dat zag ik niet zitten, dus heb ik jarenlang ondergedoken gezeten.”
Tijdens zijn jeugd was Hein misdienaar voor de Vincentiuskerk. ,,Zes dagen per week moest ik de kaarsjes aansteken in de kerk. Op zondag kon de pastoor het zelf, dan kreeg ik vrij”, lacht hij. ,,Ik weet nog dat ik op een zomerse dag in 1943 om 6 uur ’s ochtends richting de Oude Kerk liep. Ik was nog niet ver van huis en liep nog in de Kloosterbuurt, toen een twintigtal Duitse soldaten de hoek om kwam lopen. Ik keek om me heen en kon geen kant op. Als ik zou gaan rennen zouden ze achter me aankomen. Ik besloot door te lopen in hun richting.” Eenmaal dichtbij gekomen, hielden de soldaten Hein staande. ,,Ze vroegen waar ze het klooster konden vinden. Ik wees ze direct in de juiste richting en liep snel door voor ze om mijn papieren – die ik natuurlijk niet had – zouden vragen. Voor mijn gevoel had ik het van de dood gehaald. Als ze zouden ontdekken wat mijn leeftijd was én dat ik geen papieren had, zou ik naar een Duits werkkamp gestuurd worden.” Hein telde zijn zegeningen en vervolgde zijn tocht richting de kerk, waar hij als misdienaar werd verwacht.

[ads id=66]

,,Ik naderde de kerk en liep langs de toenmalige kerktuin richting de zijingang van de kerk. Toen ik de deur in beeld kreeg, kwam er weer een peloton Duitse soldaten de hoek omlopen. Weer kon ik geen kant op.” Deze Duitsers bleken een stuk agressiever dan die van even daarvoor. ,,Ze begonnen tegen me te schreeuwen, maar ik sprak geen woord Duits. De commandant van de soldaten sprak een paar woorden Nederlands. Hij schreeuwde dat ik mijn papieren moest laten zien, waarop ik aangaf deze niet te hebben. ‘Als je geen papieren hebt, arresteren we je’, zei hij.” Hein beeldde zich in wat de gevolgen daarvan zouden zijn. ,,Een werkkamp van de Duitsers, waarin je het risico loopt nooit meer terug te keren. Ik ben nooit meer zo bang geweest als op dat moment. Tussen de groep soldaten zag ik een aantal NSB’ers. Ik keek de commandant aan en zei dat ik geen tijd had voor arrestaties omdat de pastoor op me wachtte. De mis was ten slotte al begonnen.”

‘Ik moest door
het luik naar
beneden afdalen.
Wat ik daar aantrof,
zal ik nooit vergeten.
Ik werd aangekeken
door zo’n dertig
Volendammer jongens
van mijn leeftijd’

De commandant liep dichter naar de doodsbange, jonge Volendammer. ,,Ik stond letterlijk te trillen op mijn benen. Hij gaf me een harde schop en riep iets in het Duits dat neerkwam op dat ik op moest rotten. De NSB’ers in de groep waren het niet eens met de commandant, maar daar wachtte ik niet op. Ik vloog de kerk in en rende naar het altaar, waar ik de mis in mijn normale kleding heb afgemaakt.”
Van alle angst die Hein had doorstaan, moest hij heel nodig naar de wc. ,,Er woonde tijdelijk een pater in de pastorie die altijd op blote benen liep. Hij nam me mee naar de pastorie waar ik gebruik van het toilet kon maken. Er zou niemand in de pastorie zijn, maar toen ik in de gang liep, hoorde ik de wc doortrekken. Uit schrik verstopte ik me en zag dat er een Duitse soldaat van de wc kwam.” De Duitsers waren bezig met een razzia en de pastorie ging daar niet aan voorbij. ,,Als hij me zou zien, zou ik waarschijnlijk meegenomen worden, dus ik maakte dat ik wegkwam.” Opnieuw zocht Hein zijn toevlucht in de kerk, waar inmiddels de volgende mis al was begonnen.
,,Ik schoof weer aan op het altaar en hoopte dat de Duitsers de kerk niet zouden binnenkomen. Angstig hield ik alle deuren van de kerk in de gaten. Het voelde als de langste mis die ooit gegeven werd.” Na verloop van tijd had de mis zijn eindpunt bereikt, maar dat betekende niet dat het gevaar geweken was voor een jonge man als Hein. ,,Ik verstopte me op het altaar en was van plan te wachten tot het weer veiliger voelde om de straat op te gaan. Opeens kwam ‘de blote-benen-pater’ aanlopen. Hij zag me en kwam naar me toe. Ik moest met hem meekomen naar de pastorie.” De laatste keer dat Hein in de pastorie was geweest, werd het onderzocht door Duitse soldaten. Uit wanhoop en angst besloot hij de pater te vertrouwen. ,,Aangekomen bij de pastorie trok hij een geheim luik open. Ik moest door het luik naar beneden afdalen. Wat ik daar aantrof, zal ik nooit vergeten. Ik werd aangekeken door zo’n dertig Volendammer jongens van mijn leeftijd. In de zomer van 1943 zat bijna mijn hele schoolklas onder de vloer van de pastorie ondergedoken.” De blote-benen-pater bleek een held.
Na een paar uur ondergedoken te hebben gezeten kwam Willempie de Slager – voor de jongeren onder ons het beste bekend uit het Volendammer Volkslied van de Dekkerband – met een aangename verrassing. ,,Hij bracht een gigantische ketel met soep. De dochter van de slager werkte in de pastorie, zo wist hij dat wij daar onder de vloer verscholen zaten.” Toen de kust weer enigszins veilig was, besloot Hein het erop te wagen. ,,Ik vluchtte weer naar mijn ouderlijk huis. Wat moest ik anders?”

Verraden
De volgende morgen ging Hein, alsof er niks gebeurd was, weer naar zijn werk. ,,Ik werkte tot 1943 als timmerman. Mijn werkgever kwam die ochtend naar me toe en zei: ‘Kwakman, ik heb je aangegeven bij de Duitsers. Ik ga niet voor jou naar de gevangenis.’ Ik wist niet wat me overkwam. Mijn baas had me verraden. Ik bedankte hem voor zijn dapperheid en zei dat we elkaar daar op dat moment voor het laatst zouden zien.” Niet veel later vond Hein werk als timmerman bij de meubelmakerij van Arnold Mühren. ,,Arnolds vader was hoofdmeester van de Jozefschool en was lid van een onderduikersbeweging. De meubelmakerij bevond zich een stukje van die school af, in de Conijnstraat. Eén van de eerste dingen die we maakten, was een schuilplaats bovenin de school. Een geheime kamer boven het kantoortje van de hoofdmeester. Als de Duitsers onze kant op zouden komen zouden we daar zo naartoe kunnen vluchten.”

[ads id=66]

Hoe verder de oorlog vorderde, hoe groter het risico werd voor Hein om bij zijn ouders thuis te slapen. ,,Als de Duitsers me daar zouden oppakken, zou mijn hele familie gestraft worden, dus ik moest een ander onderkomen vinden. Arnolds vader bood me de zolder bij hem thuis aan als onderkomen. Ik maakte er natuurlijk graag gebruik van, maar ontdekte al gauw dat ik geen kant op zou kunnen als er weer razzia’s georganiseerd zouden worden. Uiteindelijk heb ik er dus maar een paar nachten geslapen.”
Hein stond ermee op en ging ermee naar bed. ,,Ik moest en zou een geschikte plek vinden waar ik de nacht door kon brengen. Ik besprak mijn situatie met goede vriend Cas van Piet Cas. Hij hoorde mijn verhaal aan en stelde voor dat ik mijn intrek boven zijn elektrawerkplaats zou nemen. Ik was verschrikkelijk dankbaar.” Het zoldertje bleek een zeer geschikte plek om voor een langere tijd onder te duiken. ,,Ik trof bij binnenkomst één klein probleempje: de hele kamer stond afgeladen vol met geweren. Cas was lid van het verzet en een knokploeg, maar daar kwam ik pas achter toen ik voor het eerst de zolder opliep.” Desondanks besloot Hein het risico voor lief te nemen en te blijven. ,,Daar ben ik iedere nacht, tot de bevrijding, gebleven.”

‘Ik trof bij
binnenkomst één
klein probleempje:
de hele kamer stond
afgeladen vol
met geweren. Cas was
lid van het verzet
en een knokploeg’

[ads id=66]

Toen de Duitsers de oorlog hadden verloren veranderde het leven voor jonge mannen in Volendam drastisch. ,,We konden weer vrij over straat. Ik was jarenlang bang geweest en moest altijd rekening houden met nazi’s en verraders, dus er viel een enorme last van mijn schouders. Het was een onbeschrijfelijk gevoel.”
De daaropvolgende 25 jaar spendeerde Hein als meubelmaker. ,,Alle meubels die je hier ziet staan heb ik zelf gemaakt”, zegt hij trots. ,,Na het werk maakte ik ’s avonds meubels voor ons eigen huisje. Ze gaan al een jaar of zeventig mee, dus aan de kwaliteit ligt het niet”, lacht Hein. Op den duur ontdekte de Volendammer een verborgen talent dat hij bezat. ,,Ik had een sieradenkistje voor mijn vrouw Antje gemaakt. Het was een mooi kistje, maar toen het klaar was vond ik het er zo saai uitzien. Op de bovenkant van het kistje begon ik wat te tekenen.”
,,Eenmaal tevreden met het resultaat, kerfde ik de tekening uit met een mesje.” Dit bleek de finishing touch. ,,Het werd een klein kunstwerkje waar Antje heel blij mee was en waar ik nog steeds trots op ben.” Hein en Antje waren tot voor kort het langst getrouwde echtpaar van Volendam. ,,We waren 70 jaar getrouwd en hebben vijf kinderen. Tijdens de oorlog hadden we al verkering, dus we waren zelfs meer dan 70 jaar samen.” Eind vorig jaar, op 31 december, kwam Antje te overlijden in hun woning in het Kloosterhof. Hein zucht: ,,Daar ben ik nog lang niet overheen en dat zal ook nooit gebeuren.”

 

Fotogalerij

Drie generaties stratenmakers

Een toch wel uniek plaatje kon woensdag genomen worden van de familie Van der Gracht. Nog steeds drie generaties stratenmakers waren bezig met een bestratingsklus in Volendam.

 

Cor, Marco en Jeffrey van der Gracht namen even plaats in de schepbak van de shovel tijdens de schaft. Cor van der Gracht is al ruim de 80 gepasseerd en helpt geregeld nog even mee met zoon Marco en kleinzoon Jeffrey.

Ze hopen nog vele jaren met z’n drietjes te kunnen werken.

Fotogalerij

Ongeval met letsel op de N247 bij Warder

Vanmiddag om 12.05 uur vond een zwaar ongeval met letsel plaats op de N247 ter hoogte van Warder. Een lesauto van Verkeersschool Spoorenberg reed over de N247 vanaf Hoorn richting Edam. Aan de andere kant van de weg kwam een busje de rijinstructeur en een leerling tegemoet rijden. De bestuurder van het busje remde voor enkele eenden.

 

Daarbij klapte een erachter rijdend busje op de bus die was geremd en deze wagen schoot door op de andere weghelft. Het was voor de rijinstructeur van de leswagen niet meer mogelijk om dit te beremmen en zo ontstond er een botsing tussen de drie auto’s, waarbij er tevens gewonden vielen. De hulpdiensten rukten met groot materieel uit.

Fotogalerij

Wielerfanaten fietsen geld bijeen namens ALS-patiënt Walter

,,Fantastisch”, zei Walter Reukers over de geste van zwager Ton Otten en zijn wielervrienden. Ze stapten zaterdagmorgen op de racefiets en reden 122 kilometer vanuit Epse (vlakbij Deventer), om ‘s middags in Edam een cheque van ruim 5300 euro te overhandigen aan de Edamse ALS-patiënt. Geld dat de ALS-stichting kan aanwenden voor onderzoek naar de dodelijke ziekte. Niet alleen Walter wachtte de wielerfanaten op, maar buren, familie en vrienden vormden – op gepaste afstand – een erehaag.
Door Eddy Veerman

Walters vrouw Ellen ontving haar broer met een emotionele knuffel. ,,De bedoeling was om met meer fietsers onderweg te gaan en er is geprobeerd de renners van Toerclub Volendam aan te laten haken, maar dan werd het gezelschap te groot, gezien de huidige situatie”, vertelt Ellen. ,,We zijn blij dat het in ieder geval door kon gaan en toch een verrassend hoog bedrag is ingezameld voor ALS-onderzoek.”

[ads id=66]

In januari 2018 werd ALS gediagnosticeerd bij Walter. ,,Dan word je kamertje ingeroepen en krijgt het slechte nieuws te horen.” Walter: ,,’Je hebt ALS. Toen dacht ik: dan ga ik dood’.” Ellen: ,,Hij ging eerst snel achteruit en sindsdien is hij al een tijdje zoals hij nu is.”
,,Er is nog altijd geen medicijn, dus dan ben je blij dat je kunt bijdragen aan onderzoek ernaar. Walter is nog wel in Tokio geweest, omdat er het vermoeden was dat een medicijn aldaar zou helpen. Dat heeft tot een mooie reis geleid.” Walter: ,,Mijn moeder heeft het vermoede dat het wel heeft geholpen.”
Het gezin maakte nog enkele reizen. Ellen: ,,We zijn nog in New York en Griekenland geweest, maar daarna was reizen niet meer mogelijk. Onze kinderen Sam en Julia hebben ene fotoboek gemaakt van de laatste twee jaar met mooie herinneringen.”

‘Je schuift toch
iedere keer
je grens op’

Walter: ,,Ik accepteer de ziekte, maar ik kan niet meer lopen, kan niets meer met mijn handen. Maar zoals dit, wat nu wordt georganiseerd, is fantastisch.” Ellen: ,,We leven met de dag. Walters moeder werd negentig jaar en toen hij dat mocht meemaken, hoopten we dat hij er bij zou zijn als Sam zou slagen voor zijn school. Dat is ook gelukt. Ik vraag hem wel af en toe: is dit nog wat je wil? Hij vindt het zwaarder dan zwaar. Vooral dat je zo afhankelijk bent. Maar je schuift toch iedere keer je grens op. Mensen hechten toch aan het leven. En aan de omgeving.”
,,Mensen kunnen het zich niet voorstellen, vragen aan mij ‘hoe kan het dat je nog vrolijk bent?’ Maar je kunt niet de hele tijd droevig zijn, althans ik niet. Natuurlijk baal ik af en toe. Soms ben ik razend op de ziekte en zelfs op Walter. Dat is menselijk. Hij kan niks bewegen, dus hij heeft altijd hulp nodig. Maar er zijn ook mooie momenten. Het is de balans in het leven die je steeds zoekt en weer vindt. We hebben onlangs een oude platenspeler gekocht. Mensen komen dan elpees brengen.” Walter: ,,En het is echt leuk om die te draaien.” Ellen: ,,Oude liedjes brengen mooie herinneringen boven.”

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?