
Eindelijk verhuisd. Bijna dan…
Twee weken geleden ben ik dan eindelijk verhuisd, of nog belangrijker: klaar met verbouwen. Natuurlijk nog niet helemaal, want de buurman kan nog meekijken door de voordeur hoe ik op de wc zit, en afwassen gaat nog romantisch met de hand. Toch is alle stof verdwenen en de grootste ellende voorbij. Of dat dacht ik tenminste. Met goede moed en maar liefst vijf verhuisdozen dacht ik wel een eind te komen. Ik begon met het inpakken van mijn hobby’s. En nee, het zijn helaas geen compacte hobby’s zoals Zweedse puzzels of papieren kraanvogeltjes vouwen. Van Japanse stripboeken tot een 3D printer, met alle accessoires van dien. Bij mij moet er meteen een kastenstellage aan te pas komen en eigenlijk ook een aanbouw. Sinds ik mijn huis kocht twee jaar geleden dacht ik de bui op voor te zijn en ben ik minder hobbymateriaal gaan bestellen – ik heb zelfs wat items verkocht via Marktplaats. Het gevoel was er. Alles onder controle, dit ging lukken. De eindstand: ik ben een georganiseerde hoarder. Nadat zo’n 40% van mijn hobbyspul een plek heeft gevonden in een doos op de vliering, kwam de volgende categorie: kleding. Mijn vriend had een dag vrij en bood heel lief aan me te helpen met het verhuizen van mijn garderobe. Deze afdeling is door de jaren heen flink gegroeid – dankzij de extra kamer die vrijkwam toen zuslief een paar jaar geleden vertrok, én de aanwezigheid van tantes met een eigen kledingzaak waar altijd wel wat moois hangt. Het eerste berichtje kwam binnen na een uur stilte: ,,Die kleren hè…” Geen smileys, geen ‘haha’ erachteraan. Niks. Twintig minuten later krijg ik de mededeling: ,,We moeten nog maar ff uit dozen leven, denk ik…”