Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Mona Keijzer leeft in de heftigste fase van haar politieke loopbaan toe naar de verkiezingen

‘Wat hoop ik dat we straks weer kermis kunnen vieren’

Mona Keijzer bevindt zich al meer dan een jaar in de heftigste fase van haar politieke loopbaan. Als demissionair staatssecretaris van economische zaken komt de 52-jarige Volendamse voor bizarre uitdagingen te staan die gepaard gaan met de vermaledijde coronapandemie. Verder staan volgende week woensdag natuurlijk de Tweede Kamer-verkiezingen op het programma, met Keijzer op plek 7 van de CDA-lijst. Wat zijn haar plannen voor de komende jaren en hoe houdt ze haar rug recht in deze slopende tijd?
Door Nick Tol

[ads id=66]

Het is woensdagavond half 7 als Mona Keijzer na enig oponthoud haar telefoon opneemt voor een videogesprek. Eigenlijk zouden we – bij hoge uitzondering – afspreken in restaurant Smit-Bokkum in Volendam. Maar daar kwam op het laatste moment verandering in. ,,Ik rijd nu pas terug uit Den Haag”, vertelt ze vanaf de achterbank van haar dienstauto. ,,Er komt nog een overleg tussendoor dat echt niet kon wachten. Ik probeer er zo snel mogelijk te zijn.”
In de tussentijd praten we verder via WhatsApp-video.

Hoe zou je jouw afgelopen maanden – op het gebied van werk – omschrijven?
,,Drama. Echt verschrikkelijk. Hoe een virus een complete maatschappij op z’n kop kan zetten. Alles wat ooit vanzelfsprekend en heilig was, is 180 graden gedraaid. En de effecten daarvan op alle geledingen binnen de maatschappij, zijn bizar. Natuurlijk moet je alles doen wat binnen je macht ligt om te voorkomen dat mensen op de intensive care terechtkomen, maar het is minstens net zo belangrijk om oog te blijven houden voor de economische en maatschappelijke gevolgen van deze crisis. Dat zeg ik ook steeds tijdens de discussies die we voeren met het kabinet. Gelukkig is dat besef inmiddels bij iedereen doorgedrongen.”

Waarom heeft dat zo lang geduurd?
,,Je moet je voorstellen: in maart vorig jaar wist niemand wat er op ons af kwam. Iedereen was bang. Zelfs de meest nuchtere mensen onder ons hadden iets van: wat gebeurt hier en hoe ziek worden we van dit virus? Na de eerste lockdown volgde de zomer en zijn we weer een béétje normaal gaan leven. We waren het eigenlijk een beetje kwijt. En toen kwam die volgende golf met daarachteraan de Britse variant, waarvan we niet wisten of die dodelijker zou zijn. Het gevolg: weer een lockdown en een avondklok erbij. Ik zal je eerlijk zeggen: ik heb nog nooit zo slecht geslapen als nu. Ik kom vreselijke verhalen tegen en vind het écht erg wat er allemaal gebeurt. Al staat dat niet in verhouding tot de ellende bij ondernemers, mensen die eenzaam zijn, jongeren met psychische problemen en ga zo maar door.”

Dat slechte slapen, komt dat met name door de werkdruk of door de zorgen?
,,Zorgen. Ja. Midden in de nacht wakker worden en dan beginnen met malen. De computer in mijn hoofd gaat dan aan, zeg maar. Dan ga je bedenken wat er allemaal staat te gebeuren die dag; de vergaderingen die eraan komen en de besluiten waarvan je bijna zeker weet dat ze genomen gaan worden. En de gevolgen die deze besluiten hebben voor de maatschappij. Dat gaat eigenlijk constant door.”

‘Ik kom vreselijke
verhalen tegen en
vind het écht erg
wat er allemaal
gebeurt’

Waarin vind je dan nu je rust?
,,Ehm. Tienduizend stappen zetten! Fit blijven!”

Veel wandelen dus, is dat het enige?
,,Vooral ja. Zo veel mogelijk buiten lopen en thuis heb ik een loopband. Daarboven hangt een televisie, waarop ik dan tijdens het wandelen een filmpje kijk. Dan gaat mijn blik even op oneindig en verstand op nul. Zo’n film of serie moet dan ook echt niet al te ingewikkeld zijn. Een andere vereiste is dat er mooie mensen in voorkomen. Haha.”

Hoe zorg je ervoor dat je jezelf en je sociale leven niet uit het oog verliest?
,,Gewoon, door te doen wat alle Volendammers doen. Af en toe even de tijd nemen voor een koppie of wijntje, bijvoorbeeld op zaterdag- of zondagmiddag. En ik heb natuurlijk een groot gezin, met een man en vijf kinderen. Een van mijn jongens, die in Amstelveen woont, is sinds kort ook weer thuis, omdat er nu natuurlijk geen zak aan is in zo’n studentenhuis. Als ik op tijd thuis ben voor het avondeten, zitten we met z’n zevenen aan tafel. Dat is supergezellig.”

Zijn er momenten waarop je jezelf analyseert en in de spiegel kijkt?
,,Nou, dat is het mooie van mijn werk: dat staat bij wijze van spreken elke dag in de krant. Wat dat betreft gaat het vanzelf. Los daarvan houden mijn gezin en andere familieleden me ook met beide benen op de grond. Een Volendammer is nergens van onder de indruk, dus als mijn zus vindt dat ik iets doms heb gezegd, dan wordt dat vrij direct aan mij duidelijk gemaakt. En anders zorgt mijn vader daar wel voor. Nu moet ik trouwens ook gelijk denken aan mijn oom Jaap Buijs (Cas), die helaas is overleden. Als er weleens iets speelde in de politiek, dan belde hij me en zei hij in plat Volendams: ‘Zijn jullie nou allemaal dom daarzo?’ Dan liet hij even fijntjes weten wat er volgens hem niet goed ging in Den Haag. En dan zei hij erachteraan: ‘Dan heb ik het natuurlijk niet over jou, hè?’ Het mooie aan Volendam is dat we heel veel tegen elkaar kunnen én durven te zeggen. Althans, zo voel ik dat.”

Wat vind je vanuit je huidige rol het moeilijkst van deze coronatijd?
,,Het maatwerk dat je zó graag wilt leveren, maar wat door de vele complexheden en de hoeveelheid aanvragen niet altijd mogelijk blijkt te zijn. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de horeca, dan heb je het over een bruin cafeetje aan een Amsterdamse gracht tot en met een Van der Valk in Katwoude. Bij de evenementenbranche gaat het van een geluidstechnicus tot een artiest uit de theaterwereld. We willen heel graag perfect maatwerk leveren, maar door de hoeveelheid verschillende bedrijven is dat gewoon niet te doen. En dat is zo frustrerend.”

In hoeverre vind je dat daar te makkelijk over wordt gedacht? Als ik op social media kijk, wordt er veel kritiek geleverd en passeren de meest verschrikkelijke uitspraken de revue.
,,Dat zijn wat mij betreft twee verschillende dingen. Kritiek leveren mag iedereen, maar ik heb geen begrip voor de onbeschoftheid waarmee sommige dingen worden gezegd. Voor mij ligt een grens bij schelden, vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog en aanverwant vuil. Je kunt het ook netjes zeggen. Ik snap de kritiek echt wel, van beide kanten. Neem de feesten in het Vondelpark, met al die lachende twintigers. Natuurlijk denk ik dan: doe het niet, want ook buiten kun je anderen besmetten en dit komt verschrikkelijk over voor ondernemers die hun deuren gesloten moeten houden. Aan de andere kant denk ik ook: je zal maar zo’n twintiger zijn die al sinds oktober ergens in een kamer in Amsterdam woont en weinig omhanden heeft. Op een gegeven moment word je gek, dat begrijp ik óók.”

‘Oma worden,
dat is mijn grootste ambitie.
Dat is toch het mooiste
wat er is?’

Wat ik in deze tijd merk is: als je A zegt, dan valt groep Z over je heen en als je Z zegt, dan valt groep A over je heen. Kortom, je kunt het bijna nooit goed doen. Verneem je alles van wat er over je wordt gezegd en geschreven, al dan niet via je persvoorlichters?
,,Niet alles, want dan zie je door de bomen het bos niet meer. Maar ik hoor en lees natuurlijk wel veel. Ook via mijn eigen Instagram- en Twitterpagina zie ik een hoop voorbijkomen. Laatst ging er nog iemand op een heel nare manier tekeer. Diegene heb ik toen ook een berichtje gestuurd: ik snap dat je boos bent, maar kun je je een béétje gedragen? Het bleek een ondernemer te zijn die flink in de problemen zat. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft contact met hem opgenomen en uitgelegd waarom er gebeurt wat er gebeurt. Later stuurde hij me een persoonlijk bericht waarin hij vertelde dat hij zijn lelijke opmerkingen had verwijderd. In zo’n geval is het ook wanhoop. Je zal maar een ondernemer zijn die een hoge schuld heeft en geen idee hebt wanneer je weer open mag. Een deel van de maatschappij is inderdaad sterk verdeeld en vaak helpt het dan juist om de dialoog aan te gaan. Dat probeer ik dus zo veel mogelijk te doen. Vaak is het niet zo zwartwit als het lijkt.”

Over zwartwit gesproken: waarom zijn de maatregelen niet meer eenduidig? Een kapsalon mag wel open, maar een zonnestudio niet. En zo zijn er veel meer voorbeelden.
,,Ik snap die vraag helemaal. En het is aan zonnestudio’s ook gewoon niet uit te leggen waarom kappers wel open mogen en zij niet. Maar dat was hiervoor ook al. Waarom de slijterij van Johan Pelk wel en Primera ernaast alleen voor postpakketjes? Waarom de supermarkt wel en de kledingwinkel ertegenover niet? Dat blijven lastige kwesties, maar we kunnen nog niet anders dan stapje voor stapje werken. Het compleet opengooien van de economie kan niet, omdat de ziekenhuizen dan overspoeld worden. Elke 1000 besmettingen van nu betekent 20 ziekenhuisopnames over twee weken. Op een gegeven moment kan de zorg het dan niet meer aan, zo simpel is het. Daarom moet het aantal ontmoetingen voorlopig laag blijven en dan moet het kabinet kiezen wat er al wel en nog niet open mag. Geloof me, ook wij breken ons het hoofd hierover. En ook wij hopen dat zo snel mogelijk weer alles open kan. Ondertussen proberen we steun te bieden waar we kunnen.”

Maar hoe komen we dan uiteindelijk wel weer uit dit nieuwe normaal? Denk je dat we op termijn terug kunnen naar hoe het anderhalf jaar geleden was?
,,Ik hoop het wel. Oh boy, wat hoop ik dat we in september weer te kermis kunnen in Volendam. De voortekenen zijn wat dat betreft positief, al weet je nooit wat die mutaties gaan doen. Als de vaccins volgens plan geproduceerd en gedistribueerd blijven worden en mensen zich laten inenten, dan zijn we ergens in het voorjaar klaar met het vaccineren van de mensen die een verhoogd risico lopen om op de IC te belanden. Daardoor wordt de druk op de zorg verlaagd en kan er steeds meer. Ik ben van economische zaken, dus probeer wat dat betreft voortdurend de grenzen op te zoeken. Ook omdat deze crisis ons eens te meer leert dat de economie van grote waarde is voor ons welzijn. Van de delen van de economie die zo bepalend zijn voor je gemoedstoestand, kunnen we nu geen gebruik maken. En dat willen we allemáál weer. Even uiteten, een biertje halen, naar de film, lekker op vakantie…”

Vandaar ook dat jullie nu testevenementen organiseren, om te kijken hoe dat veilig kan. Afgelopen weekeinde waren er nog twee concerten in de Ziggodome.
,,Ja, dat is natuurlijk geweldig. André Hazes trad op en er was een dance-event. Binnen twintig minuten waren alle kaartjes uitverkocht; om maar aan te geven hoe graag mensen weer eens met elkaar een leuke avond willen beleven. Een ander voordeel is dat we nu weten wat zo’n virus is en hoe we ermee om dienen te gaan. Een virus muteert en deskundigen voorspellen dat Covid-19 waarschijnlijk bij ons zal blijven, maar de ontwikkelde vaccins zijn snel aan te passen aan nieuwe mutaties. Dat is een geruststelling.”

Als advocaat van de duivel zou ik dan zeggen: dat is een prachtig verdienmodel voor die vaccin-ontwikkelaars…
,,Ja, dan kom je uit bij de afdeling complottheorieën.”

Zeker, maar er zijn aardig wat mensen die er op deze manier naar kijken.
,,Laten we weer teruggaan naar de cijfers: twee procent van de mensen die corona krijgt, belandt in het ziekenhuis. En we willen allemaal dat er een ziekenhuisbed beschikbaar is als jouw situatie daarom vraagt. Er is niemand die zal accepteren dat er op de stoep van het ziekenhuis wordt gezegd: sorry, voor u is geen plek. Of je nu een heftige vorm van corona hebt of een andere ziekte. Dus we moeten voorkomen dat dat gebeurt. En hoe voorkom je dat? Vaccineren. Dus als dat virus muteert, moeten we ervoor zorgen dat de farmaceuten in staat zijn om een vaccin aan te passen. En daarmee zeg ik niks geks, hè? Bij influenza doen we dit al jaren. Daarvan is nog nooit iemand geweest die dat vreemd heeft gevonden.”

Wat zou je kunnen meegeven aan mensen die huiverig zijn voor een vaccin?
,,In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk hebben wij in Europa de zorgvuldige procedures gevolgd die daarvoor vastgesteld zijn. Dat is waarom wij later een goedkeuring hadden dan een land als Engeland. Zeker als je boven de 65 jaar bent en dus tot de groep behoort die een grotere kans heeft om in het ziekenhuis te belanden, wil ik zeggen: neem het vaccin. Daarmee voorkom je dat je zo ziek van corona wordt dat je in het ziekenhuis terechtkomt. Bovendien kunnen je familieleden dan ook weer bij je langskomen zonder dat ze bang zijn om je te besmetten. Ik kom iedere week bij mijn moeder en elke keer als ik wegga, denk ik: als ze nou maar niet corona krijgt en naar het ziekenhuis moet. En volgens mij hebben veel mensen daar last van. Hoe lekker is het als we daar van af zijn?”

Dus jij laat jezelf ook inenten?
,,Ik ben nog lang niet aan de beurt en gezond. Laat eerst maar iemand voorgaan die een verhoogd risico loopt. Maar als de tijd rijp is, neem ik het vaccin zeker.”

Er komen belangrijke dagen voor je aan, de verkiezingen naderen. Je staat zelf op plek 7 van de CDA-lijst. Waarom zo relatief laag ten opzichte van de voorgaande verkiezingen?
,,Het is het geluksgetal, om te beginnen. Maar inderdaad: ik heb twee keer op plek 2 van de lijst gestaan. Een paar maanden geleden hadden we de CDA-lijsttrekkersverkiezingen en ik vond het belachelijk dat iedereen ervan uitging dat er een man op plek 1 moest komen. Vandaar dat ik ook ben gaan meedoen aan die verkiezingen. We weten hoe dat is afgelopen: ik eindigde op plek 3, achter Pieter Omtzigt en Hugo de Jonge. Toen schakelde ik door en dacht ik: hoe krijg ik het voor elkaar dat er straks vijf vrouwen in de top-10 van onze lijst staan? Ik belde de partijvoorzitter en zei: ik hoef niet op plek 3, maar dan moet je me wel beloven dat er vijf vrouwen in de top-10 komen te staan. Dat is gelukt en vind ik prachtig.”

‘Burgemeester
van de gemeente Edam-Volendam?
Ik sluit het niet uit’

Gaat dat dan niet ten koste van je eigen ambities?
,,Weet je wat het is? Ik heb twee keer op plek 2 gestaan. Tijdens de vorige verkiezingen kreeg ik historisch veel voorkeursstemmen voor een nummer 2, daar ben ik trots op. Ik ben nu staatssecretaris, heb laten zien wat ik waard ben en blijf beschikbaar voor mijn partij. Ik hoop natuurlijk dat alle Volendammers straks gewoon op nummer 7 stemmen, dat spreekt voor zich. In 2017 kreeg ik heel veel stemmen uit ons dorp. Toen voelde ik me echt gedragen door de gemeenschap waar ik uit voortkom. Dat heeft me ongelooflijk goed gedaan. Er stond nadien een tekening in het Noordhollands Dagblad waarin ik symbolisch hooggehouden werd door allerlei handen van mensen in Volendammer klederdracht. Ik bewaar niets, maar die heb ik uitgeknipt en bewaard. Dat voelde zo goed. Het raakt me nog steeds.”

Je zegt altijd dat je geen planner bent, maar zijn er nog dingen die je echt graag wilt doen in je leven, privé of zakelijk?
,,Oma worden. Dat is mijn grootste ambitie. Dat is toch het mooiste wat er is? Vind ik wel. Alleen… daar ga ik natuurlijk niet over, hahaha.”

En burgemeester van de gemeente Edam-Volendam?
,,Jan Dulles vroeg dit laatst ook. Ik zei tegen hem: mag ik dan nog wel met m’n armen in de lucht meezingen tijdens kermis? Toen zei Jan: dat moet zelfs. Dus ik sluit het niet uit. Haha.”

Zou je dat wel leuk vinden?
,,Ja, zeker. Dat wel. Maar Lieke Sievers doet het goed en ik ga voorlopig weer vier jaar naar Den Haag. Misschien daarna. Wie weet.”

Vijf redenen om op Mona te stemmen, volgens vader Jan
Volgende week woensdag, bij de Tweede Kamer-verkiezingen, staat Mona Keijzer op plek 7 van de CDA-lijst. Wat zijn, volgens haar vader Jan Keijzer (Tok Jammessebaaie), de vijf belangrijkste redenen om op de 52-jarige Volendamse te stemmen?
1. ,,Mona is een nuchtere Volendamse, die weet wat hard werken is;
2. Ze helpt ondernemers met ondernemen en knokt elke dag voor wat wél kan, ook in tijden van corona;
3. Ze zegt wat ze doet en doet wat ze zegt;
4. Ze heeft onder meer gezorgd voor een wet die met ingang van 1 juli aanstaande resulteert in een einde aan ongewenste verkooptelefoontjes;
5. Tot slot bouwt ze al jaren – samen met lijsttrekker Wopke Hoekstra – aan een eerlijke economie en daarmee aan de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.”

‘Ik zou niet weten hoe mijn kinderen aan een betaalbaar huis komen’
Welk onderwerp vindt Mona Keijzer belangrijk voor als de coronacrisis eenmaal voorbij is? ,,De economische ontwikkeling van de toekomst en de uitdagingen die daarmee samenhangen”, zegt de demissionair staatssecretaris van economische zaken.
,,Het nieuwe kabinet moet onder meer nadenken over hoe je ervoor zorgt dat onze kinderen over tien jaar nog steeds een goede boterham kunnen verdienen. Als ik kijk naar mijn oudste drie jongens, die studeren alle drie iets op het vlak van technologie; van computer science tot scheikunde. Dat soort sectoren is van groot belang. Daar moet je als kabinet in gaan investeren, om te zorgen dat we de concurrentie internationaal aan kunnen. Doe je dat niet, dan gebeurt het in de landen om ons heen en hobbelen wij er achteraan.”
Een ander belangrijk agendapunt volgens Keijzer: woningbouw. ,,Mijn oudste zoon is 26 jaar en mijn jongste is 17 jaar”, vertelt de nummer 7 op de CDA-lijst. ,,Ik zou niet weten hoe zij aan een betaalbaar huis komen. Woningbouw is te lang gezien als woningmarkt, waar marktwerking ook te ver is doorgeschoten. We moeten het weer over volkshuisvesting hebben. Anders komen onze kinderen niet meer aan een betaalbaar huis.”
De 52-jarige Volendamse is een van de politici die ervoor pleiten om de komende jaren – tot 2030 – één miljoen woningen te bouwen, waarvan een groot gedeelte voor koopstarters. ,,De verhuurdersheffing moet afgeschaft worden, zodat woningbouwverenigingen meer kunnen gaan bouwen”, stelt Keijzer voor. ,,Toch is ‘t belangrijk dat de basisbeurs terugkomt, zodat jongeren niet al beginnen met een hoge studieschuld.”

Fotogalerij

Herbestraten van het Dril

Maandag zijn de stratenmakers van KWS gestart met het herbestraten van het Dril en een stuk van de Havenstraat (vóór en onder het viaduct). Vanaf het viaduct tot aan de Drilbrug zijn de straatklinkers uit het wegdek verwijderd en daarna kan het ophogen en uitvlakken van zand beginnen.

 

Doorgang voor het verkeer is dus niet mogelijk op het Dril. Voor de winkels op het Dril is het extra zuur, want door de versoepeling van de Coronamaatregelen konden deze weer deels opengesteld worden. Nu kan men er door het bestraten niet komen. Vermoedelijk volgende week komt het herbestraten hier gereed.

Fotogalerij

Mollen actief in het Siem Lutpark

Het grasveld in het Siem Lutpark (tussen de Damcoogh en het Donata Steurhof) ligt bezaaid met molshopen. Ook elders in dit park en op andere groenstroken in de gemeente kan men vele molshopen aantreffen. De mol eet insecten op die wortels van planten aanvreten.

 

Ook houdt het diertje de grond mooi open, zodat er meer regenwater opgenomen kan worden. Mollen jagen ondergronds op regenwormen en andere bodemdiertjes. Wanneer het weer warmer wordt, kruipen de regenwormen weer richting aardoppervlak.

De mol gaat er ook dan weer achteraan, graaft nieuwe gangen en werpt dus extra hopen op. Daar is niet iedereen blij om, maar de mollen zijn heel moeilijk te vangen.

Fotogalerij

Wat Stond Er In Je Rapport:

Voor Gré Hoogland was school vooral gezellig

,,Waar het allemaal begonnen is?”, herhaalt Gré Hoogland de vraag. ,,Op de St. Nicolaasschool waar nu de praktijk van dokter Agatha is. Dat was in de jaren ’70, want ik ben inmiddels al een ‘ouwe doos’ van 55.”
Door Jan Koning

[ads id=66]

,,Ik heb mezelf op de lagere school ernstig verveeld. Ik kon namelijk vrij goed meekomen en het kostte me weinig moeite. Ik weet nog dat ik vrij snel leerde lezen en er een wereld voor me open ging. Dat vond ik helemaal geweldig, want mijn fantasie werd er enorm door geprikkeld. In de vierde klas kreeg ik meester Vincent Tol. Dat is er eentje van de ‘Schoenenlappertje’. Die heeft het nog ver geschopt. Hij stond op dat moment voor het eerst voor de klas. Zo van de PABO af. Volgens mij was hij 21 of zo. Als we het over favoriete leraren van de basisschool hebben, steekt hij er met kop en schouders bovenuit. Hij was een verademing. Een nieuwe generatie leraren tegenover dat ‘ouwebakken’ zooitje dat er lesgaf. Hij nam dieren mee in de klas, was ontzettend creatief en kon prachtig tekenen. We vonden het geweldig.”

‘In mijn rapporten
stond altijd:
‘Mooie lijst,
ga zo door,
prima’ en dat
soort dooddoeners’

,,Het was sowieso een oudbakken zooitje bij ons op school. We hadden nog boeken uit 1948. Aardrijkskundeboeken waar geen zak meer van klopte. Het mocht blijkbaar niets kosten. Dat was in de zesde klas, bij ‘meester Flip’. Een verloren jaar, want die man was enkel bezig met het roken van sigaren en voorlezen uit de bijbel. Dat was in die tijd nog heel gewoon. Wij moesten ook nog bidden op school als we binnen kwamen en voor we weer weg gingen. Nederlands was wel mijn favoriete vak. Als ik bijvoorbeeld een opstel of spreekbeurt schreef, las de leraar deze altijd voor in de klas, omdat het de beste was.”
,,Op de lagere school verzon ik al toneelstukjes. Dat zat er al heel jong in. Mijn vader en moeder speelden ook toneel, dus dat is natuurlijk niet zo gek. Ik weet niet meer precies waar ze over gingen, deed meester Plat na of zo, haha. Ik wilde in die tijd nog actrice worden, maar vond dat te hoog gegrepen voor mezelf. Ben niet zo opgegroeid om – behalve op het podium dan – op de voorgrond te treden. Een ander kan het beter, dacht ik altijd. Spijt van? Nee, ben niet zo erg van de spijt. Ik heb heel veel voldoening gehaald uit het toneelschrijven en -spelen, wat ik bij Ons Pogen doe.”
,,Na de lagere school ging ik naar de Don Bosco aan de Julianaweg. Samen met mijn vriendinnen, Gina Schokker, Carla Veerman, Marian ‘Bol’. Die zie ik inmiddels niet meer. Ik zat verder in de klas bij José Pelk, en Martin Kok niet te vergeten. Die is zoals bekend inmiddels overleden. In die tijd gingen we nog naar de kroeg toen we veertien waren. Dat was heel normaal. Omdat dé uitgaansdag altijd zondag was, gebeurde het regelmatig dat de halve klas op maandag met een kater in de banken zat. Of na een optreden van Jen Rog in De Jozef. Dat de volgende morgen in de klas iemand zijn vinger opstak. ‘Meester, mag ik naar huis?’ Maar voor hij de deur uit was, lag de ‘spijg’ al op de vloer.”

‘Het actrice had
ik inmiddels uit
mijn hoofd gezet,
maar ik heb geen spijt’

,,Het actrice worden, had ik inmiddels dus uit mijn hoofd gezet en ik ging na de Mavo naar een soort schakelopleiding voor verzorgende beroepen. Ik wilde in de verzorging. Het duurde twee jaar en tijdens mijn stages kwam eruit dat ik heel goed met demente bejaarden kon werken. De opleiding, daar fietste ik al snel doorheen, maar het was toch niet wat ik wilde. Daarna heb ik nog allerlei verschillende baantjes gehad, waaronder in de horeca. Uiteindelijk ben ik een man met een kind tegengekomen en we kregen later samen nog een kind. Zo ben ik het moederschap ingerold en huisvrouw geworden. Dat kwam gewoon op mijn pad. Natuurlijk heb ik wel eens gedacht ‘er zat meer in het vat’, maar zo is het nou eenmaal gelopen. Spijt? Nee, want ik heb een prachtig leven gehad.”
,,En het is niet helemaal bij huisvrouw gebleven, want uiteindelijk ben ik nog Ambtenaar van de Burgerlijke Stand geworden. Dat heb ik nog tien jaar gedaan en ik heb in die hoedanigheid echt ontzettend leuke mensen getrouwd. Sowieso de helft van Ons Pogen. Jenny Smit, Vincent ‘Petje’ en nog veel meer. Heb er ontzettend veel voldoening uitgehaald en vond het prachtig om deel uit te maken van – en zelfs een grote bijdrage te leveren aan – een heel belangrijke dag voor die mensen. Na tien jaar vond ik het welletjes en ben ik er mee gestopt. Ik werk inmiddels ook al twintig jaar bij Pneuman en ben een erg tevreden mens. Heb geen wilde dromen meer of zo. Ja, misschien nog een film schrijven. Dat is nog wel iets dat ik zou willen, maar of het er nog van zal komen, het zal wel niet, haha. Terugdenkend aan mijn schooltijd is mij vooral de gezelligheid bijgebleven. Ik was altijd heel braaf en ik denk dat de leraren dat ook wel zullen beamen.”
Vincent Tol: ,,Gré zat inderdaad in de klas bij me. Dat was mijn eerste jaar. Ik weet nog dat het een klein klasje was. Zo’n 20 of 22 kinderen. Gré was een ontzettend prettige leerling. Enorm belangstellend en enthousiast. Ik weet nog dat ze op een gegeven ogenblik wat problemen kreeg met haar zicht en dat ik haar ouders moest attenderen dat het misschien tijd was om langs de oogarts te gaan. Ze moest uiteindelijk ook aan een bril. Dat was wel apart. Net als dat ik tegen haar heb gezegd; ‘jij raakt bij Ons Pogen.’ Dit is echt serieus. Tijdens de ouderavond heb ik dat ook nog met haar moeder besproken en die kon dat wel waarderen dat ik dat opperde. Dat het uiteindelijk ook zover is gekomen, is natuurlijk extra leuk.”

 

Fotogalerij

VD80: Lange Weeren: Je kunt het maar één keer goed doen: deel 2 n n

Broeckgouw en Lange Weeren enorm vertraagd

De bebouwing van De Broeckgouw is in 2009 gestart en had in 2019 klaar moeten zijn. Door de enorme vertragingen in de afgelopen vier jaar is de Broeckgouw helaas nog altijd niet klaar. Zo is het al jaren geleden beloofde landschapspark waar de raad in 2018 al goedkeuring voor verleende nog steeds niet in aanleg. Ook diverse woningen moeten nog gebouwd worden, gaten moeten worden gedicht en de wegen en paden zijn verre van gereed.

Een nog veel grotere vertraging is ontstaan voor de laatste grote uitleglocatie, de Lange Weeren. Dat heel Nederland in rep en roer is vanwege grote woningnood is voor het huidige college, onder leiding van bouwwethouder Albert Koning (Lijst Kras), tot onze grote verbazing geen aanleiding geweest om de ontwikkeling van de Lange Weeren met voortvarendheid voort te zetten. Nu blijkt daarnaast ook nog eens dat het plan van onze bouwwethouder Koning en inmiddels nu ook van wethouder Schutt (Zeevangs Belang) op veel verzet stuit, zowel onder de bevolking als onder de raadsleden.

Eigendom Lange Weeren
Het gebied Lange Weeren is agrarisch gebied, maar de Provincie Noord-Holland heeft met de zogenaamde Pilot Waterlands Wonen ingestemd met de bouw van 740 woningen in het gebied. De grond was aanvankelijk eigendom van een agrariër en is uiteindelijk voor een deel (28 hectare) verkregen door Scholtens uit Wognum. Het andere gedeelte van circa 60 hectare was tot twee jaar geleden nog eigendom van de agrariër. In 2012 is door de gemeente (coalitie VD|80, CDA, PvdA) een voorkeursrecht gevestigd op die resterende 60 hectare. Het vestigen van dat voorkeursrecht (op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten) had tot gevolg dat als de agrariër de grond wilde verkopen, deze eerst aan de gemeente Edam-Volendam moest aanbieden. Het idee was toen om, net als de grond in de Broeckgouw, de grond aan te kopen als de bouw van de Broeckgouw het einde naderde. Het voorstel van de toenmalig wethouder werd door de gemeenteraad op 8 november 2012 goedgekeurd. Het voordeel is dat als de gemeente eigenaar is van de grond zij de volledige regie in handen heeft. Hoewel er dan natuurlijk ook samengewerkt had moeten worden met Scholtens, had het de positie een stuk sterker gemaakt dan de huidige situatie.

Wat is er gebeurd met het voorkeursrecht?
Het huidige college (Lijst Kras, CDA, Zeevangs Belang en VVD) vonden het, onder leiding van wethouder Albert Koning, in 2016 niet langer nodig om gebruik te maken van het voorkeursrecht op de grond in de Lange Weeren. Zij kozen ervoor om niet meer zelf als ontwikkelaar op te treden, maar om een passieve rol in te nemen (afwachten waar de ontwikkelaar mee komt). Lijst Kras vond dat ontwikkelaars het maar moesten oplossen. Wethouder Albert Koning (Lijst Kras) was van het begin af aan ook een tegenstander van het zelf ontwikkelen van de Broeckgouw, want hij was ervan overtuigd de projectontwikkelaars beter een gebied kunnen ontwikkelen dan de gemeente. Toen het nieuwe college (Lijst Kras, CDA, Zeevangs Belang en VVD) in 2016 het gevestigde voorkeursrecht uit 2012 introk, was de agrariër niet langer verplicht om de grond bij verkoop eerst aan de gemeente aan te bieden. Het gevolg is dat deze grond (circa 60 hectare) grotendeels in handen is gekomen van BPD.

Regie uit handen
Op zich is het niet noodzakelijk dat de gemeente eigenaar is van de grond om een mooie woningbouwlocatie te ontwikkelen. Natuurlijk maakt eigendom het makkelijker omdat je als gemeente dan zelf volledige regie hebt en bepaalt wat er gebouwd wordt en wanneer. Nu het echter eigendom is van twee projectontwikkelaars (Scholtens en BPD), is de gemeente de regie kwijt en is het dus essentieel om gebruik te maken van de instrumenten die de gemeente heeft bij deze gekozen passieve rol. Belangrijkste is dat de gemeenteraad een integrale visie voor het gebied vast stelt waar zowel Scholtens als BPD zich aan moeten houden indien deze visie wordt vastgelegd in een bestemmingsplan. Dit is het belangrijkste instrument van de gemeenteraad. In een bestemmingsplan kan de Raad bepalen wat er gebouwd mag worden (waaronder ook sociale huurwoningen), hoeveel en waar en wanneer, maar ook kunnen eisen worden gesteld over de parkeernorm (in de Broeckgouw 2 parkeerplaatsen per woning), over het wateroppervlak, over de hoeveelheid groen, over voorzieningen als scholen, winkels etc. Daarnaast kan de gemeente een exploitatieplan vaststellen of een anterieure overeenkomst sluiten waarin afspraken worden neergelegd over de kosten. Wat wij al eerder schreven kan ook gekozen worden voor een Publiek Private Samenwerking (een PPS). Dit is een samenwerking tussen de ontwikkelaars en de gemeente waarin allerlei afspraken worden vastgelegd en waarin de aansturing wordt bepaald. Dan moet het college echter wel zelf aan de slag!!

Maar wat doet ons college?
Volendam|80 ging er al die tijd vanuit dat het huidige college de intentie had om tot een integraal plan te komen voor de eigendommen van beide projectontwikkelaars. Maar dit blijkt niet het geval te zijn. Zowel het college als Scholtens hebben laten weten hier niets voor te voelen. Kennelijk hebben de gemeente en Scholtens al afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de direct aan De Blokgouw grenzende 28 hectare van Scholtens. Het college lijkt het daarop aansluitende gedeelte van BPD volledig buiten beschouwing te willen laten. Als het college echter mee gaat werken aan 740 woningen op 28 hectare dan houden wij ons hart vast. Dat wordt een wijk waar onze jeugd, maar ook de huidige bewoners van de Blokgouw niet vrolijk van zullen worden.
De Broeckgouw is ongeveer 55 hectare en daar worden circa 1050 woningen gerealiseerd. Als we dat vergelijken met de bebouwingsdichtheid die het college nu voor ogen heeft in de Lange Weeren, dan zouden er in de Broeckgouw circa 1500 woningen gebouwd moeten zijn. Dat zou een onvoorstelbaar negatieve invloed op de Broeckgouw hebben gehad. Wat zijn wij blij dat er in de Broeckgouw maar 1050 woningen zijn gebouwd, dat 14% van de oppervlakte bestaat uit water (wat konden de kinderen fijn schaatsen in het natuurpark en aan het Amsteldiep…), de 2 parkeerplaatsen per woning, het prachtige fietspad, het natuurpark en het nog aan te leggen landschapspark. Dat had er allemaal niet gekomen met een bebouwingsdichtheid als nu door het college voorgesteld in de Lange Weeren. Volendam|80 houdt zijn hart vast voor de desastreuze gevolgen voor de Lange Weeren.

Jongeren met een woonwens: word wakker!
Onze jeugd wil over het algemeen nog altijd graag ‘op het dorp’ blijven wonen, en terecht. De vraag naar woningen is groot. In Volendam staan het laatste jaar gemiddeld nog maar zo’n 50 woningen te koop (excl. verkocht onder voorbehoud), terwijl de vraagprijzen exorbitant zijn gestegen. Het enige wat helpt om de koopprijzen te verlagen is door het aanbod te vergroten en dus om te gaan bouwen. Ditzelfde gebeurde in de periode 2002-2009 toen ook een tijdlang niets kon worden gebouwd. Nu kan de gemeente woningen laten bouwen, maar laat het college geen enkele regie zien in dit zo belangrijke dossier. Het is al vele jaren bekend dat gezien de demografische groei deze wijk keihard nodig is en nog niet zo heel lang geleden is er nog een nut en noodzaak onderzoek gedaan die de vraag heeft aangetoond. De lakse houding van dit college heeft negatieve gevolgen voor onze jongeren die graag een eigen woning willen kopen. Volendam|80 had daarom verwacht dat het college zorgvuldig zou omgaan met het laatste stuk te bebouwen grond in de Lange Weeren. Er dreigt het tegenovergestelde te gebeuren en als men niet oppast stevent de Lange Weeren af op een rampscenario. In zee gaan met 1 ontwikkelaar (deze partij adverteert al lange tijd in de media waaronder deze krant) betekent zoveel mogelijk huizen op slechts 28 hectare van de ruim 80 hectare die het totale gebied omvat. Onwenselijk voor de bewoners die er tegenaan kijken en niet fijn om straks dicht op elkaar te wonen voor de hoofdprijs.

Hoe nu verder?
Volendam|80 heeft op 5 februari jl. voor de zoveelste keer een reeks kritische vragen ingediend over de Lange Weeren, maar het college heeft tot op heden geen duidelijkheid gegeven in de beantwoording. Het mag duidelijk zijn dat de ontbrekende informatie van cruciaal belang is voor de toekomst van de Lange Weere en voor onze gemeenschap. Bijzonder is dat ondertussen een coalitiepartij (Lijst Kras) begint terug te krabbelen en vreest dat de ingeslagen weg van het college nadelige gevolgen heeft. Zoals wij al eerder schreven in de NIVO blijft het aller belangrijkste voor Volendam|80 een totale gebiedsvisie! Hierbij dienen de belangen van ALLE betrokkenen (Gemeente, projectontwikkelaars, kopers en omwonenden) bij elkaar te worden gebracht. Als het college dit niet zelf kan, vinden wij dat ze juist hiervoor de juiste mensen moeten inschakelen. Het college geeft al jaren bakken met geld uit aan externen, maar juist in dit belangrijke dossier blijven ze al jarenlang aanrommelen. Waarom het huidige college voor deze weg kiest is ons niet duidelijk. Bovendien dient de gemeenteraad zich hierover uit te spreken en dat is tot op heden niet gebeurd. Dat kan natuurlijk niet!

Wat vindt Volendam|80?
Volendam|80 heeft aan de noodrem getrokken. Wij proberen, naast de oppositiepartijen PvdA en Groen Links ook de coalitiepartijen (Lijst Kras, CDA, VVD en Zeevangs Belang) alsnog te overtuigen om te gaan voor dat wat het beste is voor de toekomstige bewoners en onze gemeenschap, namelijk een totaalvisie voor de Lange Weeren met een integrale aansturing en samenwerking. Trek daarin op met beide ontwikkelaars. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd in de gemeenteraad en het wordt dan ook hoog tijd voordat het te laat is.
Je kunt het maar één keer goed doen!
Volendam|80 heeft een extra raadsvergadering aangevraagd om opheldering te krijgen en om in de gemeenteraad het debat met elkaar te voeren.
Wij houden u op de hoogte!
Heeft u nog vragen of suggesties? Mail het ons: info@volendam80.nl
Fractie Volendam|80

Plaatje: Een te klein gebied voor 740 woningen, bron: website Scholtens

Fotogalerij

Wilde haren, gouden jaren: n n

Jan Keizer: kerkorganist, dirigent, kermiszanger, Cats-toetsenist en wiskundedocent

Jan Keizer is op z’n zachtst gezegd buitengewoon veelzijdig. Achter zijn vertrouwde synthesizer is hij een muzikale duizendpoot gebleken. Op zijn overvolle curriculum vitae zijn titels te lezen als kerkorganist, dirigent, pianist van the Cats, alleskunner bij Fiësta, accordeonist voor Piet Veerman, toetsenist bij de Notenkrakers en zanger en schrijver van kermisklassiekers als ‘Te Laat’ en ‘Goeie Koeju’. Onder de lokale jeugd staat Jan bekend als voormalig wiskundedocent van het Don Bosco College, maar de oudere generaties kennen hem beslist vanwege zijn kunsten op de piano. De strenge doch rechtvaardige bandleider is onlangs 69 geworden, maar stoppen met muziek is voor hem ondenkbaar. ,,Het houdt me jong en wie ben ik bovendien om nee te zeggen? Zolang mensen mij blijven vragen, blijf ik op komen draven.”
Door Kevin Mooijer

[ads id=66]

Jan groeide op in een streng, zwaar gelovig huishouden. ,,Mijn vader was organist en dirigent van het Mariakerk-koor”, begint zijn verhaal. ,,Hij speelde op zo’n oud traporgel. Dat was zo zwaar, dat hij vaak thuiskwam met opgezwollen enkels. Beneden bij ons thuis stond een piano in de voorkamer en in het achterkamertje was de slaapkamer van mijn ouders. De kamers waren gescheiden door middel van een glazen wandje. Mijn vader wilde dat ik piano leerde spelen en zette me op les toen ik zeven jaar jong was. Ik wilde zelf liever voetballen, maar vanaf dat moment moest ik verplicht drie kwartier per dag oefenen. Bij ieder foutje – hoe minimaal ook – schreeuwde hij dat het niet goed was. Dan zorg je op een gegeven moment wel dat je goed voorbereid bent.”
Jans pianoles ging door tot zijn veertiende en werd opgevolgd door nog twee jaar orgelles. ,,Rond mijn zestiende begon de popmuziek mijn aandacht te trekken. Ik begon met liedjes, die je op de radio hoorde, na te spelen en dat resulteerde een jaar later in mijn eerste bandje, Sunny Exploo. Ik kocht een soort orgeltje voor on the road. Eenzelfde type als dat the Doors gebruikten. Je had in die tijd natuurlijk nog geen synthesizers met daarin complete orkesten, zoals we die nu kennen. We speelden door heel Noord-Holland en onze optredens werden goed bezocht.”
Jan lacht: ,,We waren niet per se goed, maar dat maakte niet zoveel uit. Waar we speelden stond het namelijk stijf van de stuffrook. Er kwam een bepaald slag volk op onze band af, zullen we maar zeggen. We deden een hoop moeite om een show van onze optredens te maken. Als we bijvoorbeeld een nummer van Pink Floyd speelden, dan wisselden Frans Rikkers en ik van instrument bij de solo. Dat soort gektes viel hartstikke goed bij ons publiek.”

‘Mijn vader was op
een haar na priester
geworden en ik had
haar tot mijn ellebogen
en speelde in een
rockband voor hippies’

Ondanks de eerste successen die Jan boekte als muzikant, kon zijn werk thuis niet op goedkeuring rekening. ,,Vader vond het verschrikkelijk dat dit hem overkwam. Hij was op een haar na priester geworden – hij voltooide elf jaar van de twaalfjarige studie tot hij toch besloot te stoppen – en ik had haar tot mijn ellebogen en speelde in een rockband voor hippies. De visie die hij erop nahield, zorgde dat ik het zwarte schaap van de familie werd. Mijn broers en zus hebben nadien nog vaak gezegd dat ik de kolen voor hen uit het vuur heb gehaald. Aangezien ik de oudste was, heb ik het meeste meegekregen van die strikte opvoeding. Nadat ik op mijn twintigste in mijn hemd het huis uit vluchtte – om ongetrouwd samen te gaan wonen – heeft hij de teugels wat laten vieren.”
Jan speelde nog geen twee jaar in zijn eerste band, toen hij besloot de handdoek in de ring te gooien. ,,Ik had mijn vrouw Gaar ontmoet en ben wiskunde gaan studeren. Om toch wat bij te verdienen ben ik pianoles aan huis gaan geven. Op de fiets reed ik door Volendam om mijn vijftien leerlingen iedere week een half uur pianoles te geven. Daarnaast werd ik gevraagd om tennisleraar te worden. De officiële tennisleraar van het dorp had te veel leerlingen en ik was destijds één van de betere tennissers in Volendam. Hij vroeg of ik een aantal van zijn beginners wilde overnemen om hem te ontlasten. Zo had ik evengoed een paar centen te makken als student. En wat schetst mijn verbazing? Piet Veerman en zijn vrouw Neel stonden opeens in een korte broek tegenover me op de tennisbaan. Ze bleken mijn nieuwste leerlingen te zijn.”
,,Piet was goed op de hoogte van mijn kunnen op de toetsen en vroeg mij op een zeker ogenblik om even bij hem te komen zitten na een tennisles. ‘Wij willen met the Cats weer gaan beginnen met liveoptredens’, begon hij. ‘Daarbij willen we wat extra versterkingen in de band. Een gitarist en een toetsenman om precies te zijn. Voor de toetsen dachten we aan jou. Heb je daar zin…’. ‘Ja!’, zei ik, voordat hij zijn zin af kon maken.”
Jan kwam direct in een lange repetitieperiode terecht. ,,Voor Evert Jash en mij kwam er een droom uit. We kwamen in the Cats te spelen, de beste band van Nederland. We keken onze ogen uit in die tijd. Hordes met fans die de band door het hele land volgden. Maakt niet uit waar we speelden, zij waren er. Ook als het sneeuwde en ook op autoloze dagen. Hoe ze het deden weet ik niet, maar ze waren er. Wat ik vooral nooit zal vergeten is de kwaliteit van the Cats. Ze zongen áltijd zuiver. Ieder koortje dat ze zongen klonk als een klok. Ook live waren ze op geen valse noot te betrappen.”

Diezelfde eer
,,Enerzijds heb ik voornamelijk mooie herinneringen aan mijn jaren bij the Cats, maar anderzijds heb ik me nooit echt lid van de band gevoeld”, zucht Jan. ,,Het werd Evert en mij wel duidelijk gemaakt dat we geen echt lid waren, maar dat we ter ondersteuning aanwezig waren. Een extra bevestiging hiervan ondervonden we nadat Arnold Mühren tijdens een radio-interview had gezegd dat wij slechts gastarbeiders waren. Ik vond dat best vervelend als jonge muzikant. Ik wilde natuurlijk diezelfde eer als de oude garde, maar achteraf gezien begrijp ik het wel. Het was lullig voor ons, maar zij hadden de Cats-naam al opgebouwd voordat wij aansloten. Ik bewaar dus vooral goede herinneringen aan het avontuur. De humor in de kleedkamer, de grote zalen, de goede muzikanten, de enthousiaste fans, de professionaliteit waarmee we te maken hadden. Het is de grootste eer uit mijn carrière geweest om daar deel van te hebben uitgemaakt. Ik ben er altijd wel een beetje trots op geweest dat ik dat heb mogen doen.”
In 1979 besloten the Cats er mee te stoppen. ,,Ik heb nooit op één paard gewed, dus was ik in de tussentijd al werkzaam als wiskundedocent op het Waterlant College in Amsterdam. Na mijn periode bij the Cats kon ik een vaste aanstelling krijgen op het College.” Maar al gauw kwam er weer een bandje om de hoek kijken. ,,Begin jaren 80 kwam ik bij Next One terecht. Samen met Piet Vik, Cees Sjor, Jan Cas Sombroek en Dirk van der Horst speelde ik vier jaar lang overal door het land. Kermissen, zomertenten en grote zalen waren onze meest gangbare klussen. Regelmatig speelden we in gigantische kermistenten die voor de gelegenheid net buiten de gemeentegrens waren opgezet. De plaatselijke jeugd en die van het naburige dorp kwamen daar dan bij elkaar voor een feestje. Dat begon altijd gezellig, maar je kon er vergif op innemen dat de avond zou eindigen in een massale knokpartij. Vanaf het podium zag je de klapstoeltjes door de tent vliegen.”
Jan lacht: ,,Wat dat betreft heb ik toch wel veel plezier gehad tijdens mijn muzikale carrière. Ik ben zelf niet zo’n lachebekje, maar wanneer ik – als tamelijke droogkloot – tussen mensen als Piet Vik en Dirk van der Horst kwam te zitten, dan kon je erop wachten dat op een gegeven moment de tranen over m’n wangen liepen van het lachen. Zowel in the Cats als in Next One heb ik me verscheidene keren bijna doodgelachen. Ik wist niet wat me overkwam. Wat een tijd…”
,,Nadat ik op een gegeven moment merkte dat ik het te druk kreeg, besloot ik te stoppen met Next One. Ik was niet volledig overspannen, maar ik zat er wel tegenaan. Ik was fulltime docent, ik speelde nog altijd orgel tijdens kerkmissen, ik had m’n gezin en er ging veel tijd in Next One zitten. Ik moest dus iets af laten vallen. Terugkijkend, denk ik dat ik onbewust altijd door ben gegaan als organist in de kerk omdat mijn vader dat waardeerde. Het betaalde namelijk een rol drop, maar het werk kon op goedkeuring van mijn immer kritische ouweheer rekenen.”

‘Soms speelden we
tijdens een Volendammer
bruiloft 130 liedjes
op één avond. Dat kun
je je nu niet
meer voorstellen’

Pas begin jaren 90 werd Jan weer lid van een drukke band. ,,In de tussentijd heb ik nog in de Ceesie Cas Band gespeeld, maar dat was meer voor de gezelligheid in de oefenruimte dan dat we er iets serieus mee deden.”
,,Samen met Jan Mühren en Dirk Sier stapte ik in Fiësta. We waren een allround bruiloftsband. Jan Mühren zong en speelde gitaar, Dirk nam de drums voor zijn rekening en ik was toetsenist. Ik was verantwoordelijk voor alle melodieën, de strings, blazers, piano, alle solo’s, de bas en mijn deel van de zang. Om dit allemaal te kunnen bewerkstelligen had ik twee keyboards op elkaar staan, met nog een stringensemble naast me, met daarop het bier van Jan en mijzelf. In de punt van die keyboardhoek stond mijn boek. Tijdens het spelen keek en zong ik dus altijd naar rechts, terwijl ik met mijn voeten aan het bassen was.”
,,In die business gaat het zo snel. Er is niet eens tijd voor applaus omdat de liedjes aan elkaar vast zitten. Als we het laatste refrein van een nummer speelden, schreeuwde Jan Mühren al naar ons: ‘Slingers aan de wand!’, om maar wat te noemen. Onderwijl ik het laatste refrein speelde, was ik al in mijn boek aan het bladeren om de juiste keyboard-instellingen van ‘Slingers aan de wand’ te vinden. We hadden nooit een setlist. Jan las de zaal. Hij voelde precies aan welk nummer een goede opvolger zou zijn.”
De toetsenist neemt een korte pauze en lacht: ,,Het kwam wel eens voor dat ik een intro vergeten was. Dan riep ik heel hard ‘intro!’ naar Jan. En op de plaatsen waar hij normaal gesproken adempauze had tussen het zingen door, zong hij nu richting mij de melodie van het intro dat eraan zat te komen. ‘Ohja!’, riep ik, en de show ging verder. Dat was zo ongelofelijk intensief. Het zweet gutste tijdens de optredens van me af. Ik dronk best wel een biertje tijdens zo’n optreden, maar ik durf te wedden dat ik gewoon groen zou blazen bij een blaastest. Zoveel zweette ik.”
Ondanks dat Jan kerkorganist, Cats-lid, Next One-lid en dirigent is geweest, heeft hij bij Fiësta het meeste geleerd. ,,We waren met zo’n klein groepje, dat ik alles van mezelf moest vragen om allerlei dingen op te vangen. Soms speelden we 130 liedjes op één avond. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Een Volendammer bruiloft duurt van zes uur tot half twee ‘s nachts en het feest begint met brood eten. Terwijl de gasten zaten te knabbelen, speelden wij instrumentaaltjes van the Doors en dat soort dingen. Daarna kreeg je een borrelperiode waarin men gezellig werd, dan speelden wij lichte popmuziek. John Denver, Julio Iglesias, liedjes die Volendammers mooi vinden. Om een uur of negen zetten we voorzichtig een foxtrotje in. Een uurtje dansen en dan om tien uur ging de vlam in de pan. Doorhakken met feestmuziek tot half twee. Het was zwaar, maar ik had het voor geen goud willen missen.”
,,De band kwam ten einde omdat Dirk het wel vond geweest toen hij vijftig werd. Jan en ik wilden niet verder met een andere drummer, dus hakten we de knoop door: we gingen het laatste hoofdstuk van Fiësta tegemoet. Ons afscheidsoptreden – op maandag van kermis – was verschrikkelijk emotioneel. Fiësta was echt ons kindje. We waren heel close met z’n drieën – en dat zijn we eigenlijk nog steeds. Steevast doen we nog altijd ieder jaar op onze verjaardagen een biertje met z’n drieën. Herinneringen ophalen, mallepraat verkopen en vooral heel veel lachen. We zijn echt vrienden voor het leven geworden dankzij Fiësta.”

Parallel
Wat veertig jaar lang parallel liep aan zijn fulltimebaan en bandjesleven, was Jans taak als organist in de kerk. ,,Toen Kees de Bok stopte als dirigent werd er massaal naar mij gekeken als opvolger. Ik had geen ervaring als dirigent, maar dat trucje had ik natuurlijk wel veertig jaar kunnen afkijken bij Kees en zijn voorganger Theo Mühren. Ik besloot de uitdaging aan te gaan. De theoretische kennis had ik al wel, maar via online-filmpjes en cursussen maakte ik een aantal kneepjes van het vak eigen.”
Het ging Jan goed af, maar voor zijn gevoel ontbrak er iets aan. ,,Ik wilde gediplomeerd dirigent worden. Eenmaal ingeschreven bij de dirigentenopleiding in Utrecht mocht ik na het afleggen van een toelatingsexamen instromen in het vierde jaar van de in totaal zes jaar durende opleiding.” Als 56-jarige leerling kwam de wiskundeleraar iedere vrijdag weer zelf in de schoolbanken te zitten. ,,Het was flink slikken om aan te haken bij dat niveau. Ik was natuurlijk al redelijk op de hoogte, maar vakken als muziekgeschiedenis, solfège en harmonieleer bleken toch dieper te gaan dan mijn kennis in eerste instantie reikte.” Jan studeerde uiteindelijk zoals gepland af in een kerk, door een gelegenheidskoor te begeleiden.
Van het dirigentschap maken we een grote sprong naar de kermismuziek. Want ook in die merkwaardige wereld heeft Jan Keizer zich gemengd. ,,Ja, kermiszanger! Dat ben ik ook nog geweest!”, roept hij enthousiast. ,,‘Goeie Koeju’, ‘Te Laat’ en ‘Te Vroeg’ waren mijn hits.” Vooral ‘Goeie Koeju’ zou uitgroeien tot een september-hit in Volendam. Het liedje behoort steevast tot iedere kermisplaylist van een zichzelf respecterende liefhebber. ,,Ik werd eind jaren 90 gevraagd om een liedje te maken voor de eerste kermis-cd. Ik kwam met het liedje ‘Te Laat’, het jaar erop had ik ‘Te Vroeg’, maar dat werd niet uitgebracht vanwege de brand. Een paar jaar later kwam ik eigenlijk als een soort protestsong met ‘Goeie Koeju’. Ik vond het niveau van de kermisliedjes lineair omlaaggaan. Men pakte een bestaande melodie, schreef daar een paar Volendammer zinnen overheen en dat was het dan weer. Dus uit protest pakte ik ook een cover, maar de tekst ging dan over het feit dat ze dit allemaal deden. Later ontstond er een situatie waarin je iedere kermis overal op moest komen draven om je liedje te zingen. Dat was bij mij tegen het verkeerde been”, lacht Jan. ,,Zo kwam mijn carrière als kermiszanger ten einde.”
De combinatie van zijn kunsten op de toetsen en het moeite hebben met nee zeggen, heeft Jan van een rijk muzikaal leven voorzien. ,,In mijn jonge jaren ben ik nog repetitor als pianist geweest bij het Volendams Operakoor. Ik heb het land doorgereisd met Klaas Mooijer en Tiny Sier – beter bekend als Trijn Schimmel – als de Notenkrakers, waarmee we bekende operettemelodieën in bejaardenhuizen ten gehore brachten. Ik ben lid geweest van de Twaalf Rovers en later – in het verlengde daarvan – het Wijngenootschap. Dan kwamen we in Tiroler lederhosen van die Duitse wijnliederen spelen. Ik heb in de studio nog één en ander gedaan, waaronder als accordeonist een aantal nummers voor Piet Veerman en voor George Baker. Het schijnt dat Piet ooit gezegd heeft – nadat ik een accordeonpartij waar Flaco Jiménez aan was begonnen moest afmaken voor Piets album – dat het verschil tussen mij Flaco niet te horen was. Dat is denk ik wel het grootste compliment dat ik tijdens mijn carrière heb mogen ontvangen. Enfin, ik heb een duo gevormd met Jaap de Koster, ik heb in de Evening With Band gespeeld, ik ben dirigent geweest van the Pink Floyd Experience en ik ben vaste gast geweest bij the Living Room Band.”

‘Iedere keer als
ik die accordeon
moest uittrekken
langs mijn buik,
moest ik met al mijn
kracht die hele zaal
naar achteren duwen’

Over the Living Room Band schudt Jan op de valreep nog een leuke anekdote uit zijn mouw. ,,Vroeger speelden we iedere maandag van kermis in ’t Winckeltje met die band. Stonden we net als haringen in een tonnetje achterin bij de meiden-wc te spelen. Frans Pelk was gitarist in die tijd en hij stond het meest aan de zijkant van het podium. Iedere keer als er iemand naar de wc moest, liep diegene langs Frans, waardoor hij iedere keer – niet één keer uitgezonderd – de microfoon tegen zijn tanden kreeg. Ik stond aan de veilige kant, dus ik lachte me dood. Het jaar erop was natuurlijk te verwachten dat Frans weigerde in ’t Winckeltje te spelen op maandag van kermis. Zo kwam ik aan de gevaarlijke kant van het podium terecht met mijn accordeon. Ik wist van tevoren natuurlijk wat me te wachten stond, dus ik kwam bij het optreden aan met een plastic tasje met daarin vijf handdoeken en vijf schone shirts. Het zat namelijk zo: iedere keer als ik die accordeon moest uittrekken langs mijn buik, moest ik met al mijn kracht die hele zaal naar achteren duwen. Ik was de hele middag aan het krachttrainen in ’t Winckeltje. En terwijl ik die onmogelijke bewegingen maakte, moest ik ook nog eens zingen. Bedakken met hoofdletters…”
Als zevenjarig jongetje werd Jan met tegenzin op klassieke pianoles gezet, maar nu hij de zeventig aantikt kan hij met een trots gevoel terugkijken op zijn carrière. Zijn muzikale pad leidde langs verschillende routes, waarvan niet alle ingeslagen wegen op goedkeuring van zijn gelovige vader konden rekenen, maar één ding is zeker: Jan kan zonder enige twijfel op het respect rekenen van zijn medemuzikanten. In rockbands horen we Jan achter de piano, in countrybands speelt Jan accordeon, in de kerk zit hij achter het orgel, in feestbands speelt Jan alles behalve de drums en gitaar en bij het koor is hij de dirigent. Van het feestcircuit tot de klassieke muziek, in de muziekwereld wordt Jan Keizer op waarde geschat. ,,Ik vind het een eer dat ik nog steeds gevraagd word. Op mijn leeftijd actief blijven in de muziek is een ongelofelijk goed middel gebleken om geen oude zak te worden. Dat keyboard is gigantisch zwaar, dus telkens sjouwen met dat ding helpt me jong te blijven. Bovendien moet ik er niet aan denken om het musiceren en de kleedkamerlol te moeten missen. Volendam is dus nog lang niet van me af.”

Fotogalerij

Snoeibeurt voor de knotwilgen

Vorige week woensdag mochten de kapsalons, na de gedwongen sluiting vanwege Corona, weer hun deuren openen. Het was na ruim 2 maanden een drukte van belang bij de kappers om zo de ‘Coronakapsels’ weer in model te knippen.

 

Gelijktijdig met de kappers waren ook de snoeiers van de gemeente druk in de weer. De knotwilgen in het Boelenspark ondergingen een grondige knipbeurt. De uit de knot gegroeide takken, worden om de twee jaar gesnoeid. Met de kettingzaag worden de takken van de karakteristieke bomen gezaagd en afgevoerd.

De knotten worden met de jaren steeds dikker. Het is een prachtige gewaarwording dat een knotwilg zo’n ingrijpende snoeibeurt iedere keer weer overleefd. En dat na het herstellen van de snoeiwonden weer nieuwe scheuten worden aangemaakt.

Fotogalerij

In de Nivo van vandaag, 10 maart 2021

Wij wensen iedereen veel leesplezier met onder andere de volgende onderwerpen:

• Atlete Jessica Schilder schittert en stoot zich naar Tokio
• Wat Stond Er In Je Rapport: Voor Gré Hoogland was school vooral gezellig
• CBW doet ‘van alles’ voor jongeren
• Amerikaanse coach debuteert met winst met Volendamse handballers
• VD80: Lange Weeren: Je kunt het maar één keer goed doen: deel 2
• SGLLW: Waarom is er nog geen bebouwing in de Lange Weeren?
• Afgestudeerd: ‘Ik wil graag met mensen werken’
• E-Cosmetics heeft naast permanente make-up de oplossing voor kaalheid en littekens
• ‘Mochten ze eindelijk weer naar school, gebeurt dit’
• Ringen om Volendam: Jessica Schilder doorbreekt olympische impasse
• Mona Keijzer leeft in de heftigste fase van haar politieke loopbaan toe naar de verkiezingen
• Omwonenden De Botter in spanning na aankondiging bijeenkomst

Fotogalerij

E-Cosmetics heeft naast permanente make-up de oplossing voor kaalheid en littekens n

Nooit meer kaal

Heeft u last van kaalheid veroorzaakt door overmatig haarverlies of Alopecia? Draagt u ook altijd een pet, hoed of andere bedekking op het hoofd omdat u een probleem hebt met uw kaalheid? Of heeft u littekens op het hoofd die veroorzaakt zijn door een haartransplantatie of ongeluk? Voor al deze problemen heeft E-Cosmetics een oplossing.
Bedrijf in Beeld

[ads id=66]

Micro Haarpigmentatie (MHP) is wereldwijd nog een onbekende techniek, maar bij E-Cosmetics in Volendam kunt u al een afspraak maken voor een vrijblijvend intake gesprek.
Internationaal Specialist & Trainer Micro Haarpigmentatie Albert Jelsma van New Contour werkt samen met E-Cosmetics, dat tevens bekend is van permanente make-up. Wij kunnen mensen helpen met een haarprobleem op het hoofd of in het baardgebied bij mannen.
Deze cosmetische pigmentatie techniek kan een oplossing bieden aan mannen en vrouwen met kaalheid, overmatig haarverlies, haaruitval, Alopecia en de camouflage van littekens die veroorzaakt zijn door een haartransplantatie of ongeluk, of door de gevolgen van corona of stress.
Albert Jelsma: ,,Het resultaat van deze techniek is een optische haarstoppel die er zeer realistisch uitziet en een oplossing kan zijn voor verschillende soorten haarproblemen”
Met een verwijzing van de huisarts op zak, zijn er verzekeraars die de behandeling vergoeden.
Voor de groep mensen die ten gevolge van de Nieuwjaarsbrand littekens hebben opgelopen, is een speciale regeling getroffen. Esther: ,,Het biedt mogelijkheden voor mannen én vrouwen.” Omdat MHP zo onbekend is, is er natuurlijk behoefte aan meer informatie.
Neem daarvoor contact op met: E-Cosmectics BY ESTHER.
U kunt dan ook een vrijblijvend intake gesprek inplannen met Albert Jelsma.
E-Cosmetics www.e-cosmeticsbyesther.nl

Fotogalerij

Jessica Schilder doorbreekt olympische impasse

De kwalificatie van atlete Jessica Schilder voor de komende Olympische Spelen in Tokio is ook voor stichting Ringen om Volendam een enorme stimulans om op de ingeslagen weg door te gaan. Bestuurslid Dirk Tuip (ex-handbalinternational): “De progressie van Jessica heeft duidelijk gemaakt hoe op het oog simpele maatregelen een enorm effect kunnen sorteren. Vooral dat is met haar succes weer eens duidelijk geworden.”
Door Ringen om Volendam

[ads id=66]

De ondersteuning van de 21-jarige atlete bestond ondermeer uit het regelen van een auto, waardoor ze vaker met haar eigen coach kon trainen, extra begeleiding qua voeding en op mentaal gebied en het regelen van speciale trainingsfaciliteiten toen tijdens de lockdown veel accommodaties op slot gingen. Penningmeester Tom Koning: “Relatief waren de kosten niet eens zo hoog, maar er werd vooral efficiënt gebruik gemaakt van ons netwerk. Daarbij speelt de gunfactor bij sponsors en specialisten natuurlijk een belangrijke rol.”
Maar hoe goed alles ook geregeld is, het is uiteindelijk de sporter zelf die de beslissende factor is. Bestuurslid Johan de Wit (schaatsbondscoach Japan): “De wijze waarop Jessica gefocust is om de wereldtop te halen is een voorbeeld voor ieder sporttalent. Haar succes is daarom vooral haar eigen verdienste.”
Na handbalster Debbie Bont, ambassadrice van Ringen om Volendam, is Volendam met de kwalificatie van Jessica Schilder nu verzekerd van twee deelnemers aan de in juli te houden Olympische Spelen in Tokio. En dan te bedenken dat de stichting in 2019 werd opgericht, vanwege het curieuze feit dat in de 125-jarige geschiedenis van de Spelen Carla Braan als enige Volendamse in 1976 als turnster deelnam aan de Spelen van Montreal.

‘Volgende stap is
de voorbeeldfunctie
van iemand als
Jessica te activeren’

Bestuurslid Eddy Bank (tenniscoach): “De olympische kwalificatie van Jessica maakt duidelijk hoeveel verborgen talent onze gemeente heeft. Want het houdt niet op bij Debbie en Jessica.” Naast Bont en Schilder zijn momenteel ook turnster Sanna Veerman en zwemmer Luc Kroon druk doende om een ticket voor Tokio te bemachtigen. Schaatsster Merel Conijn is bezig met de kwalificatie voor de Winterspelen van 2022 en gaat skateboarder Bart Buikman voor de Zomerspelen van 2024. Intussen houdt Ringen om Volendam nauwlettend de ontwikkeling van andere locale talenten in de gaten.
Het initiatief van Dirk Tuip en de in 2019 overleden Jack Schilder (de Beer) om, naast het in Volendam populaire voetbal en handbal, ook jonge atleten uit andere sporten de hand te reiken werpt dus binnen twee jaar zijn vruchten af. Bestuurslid Jaap de Groot (sportjournalist): “De volgende stap is de voorbeeldfunctie van iemand als Jessica Schilder te activeren. Recentelijk gaf Bart Buikman al een clinic aan scholieren, waar heel positief op gereageerd is. Die lijn moet doorgetrokken worden.”
Jarenlang was Jessica Schilder anoniem bezig haar sportieve droom te verwezenlijken, maar afgelopen vrijdag gingen beelden van haar de wereld over. Of zoals de verslaggever van de Belgische tv-zender BRT haar introduceerde: “Nu de finale kogelstoten voor vrouwen. Er is ook een Nederlandse bij. Deze jonge Volendamse Jessica Schilder.”

 

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?