Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Groep 8 Jozefschool zingt eindlied voor film in Gouwzee-tuin

Het einde van dit toch wel vreemde schooljaar komt eraan en ook de zomervakantie is in zicht. Voor groep 8 van de Jozefschool, met Juf Esther Kwakman, komt er eigenlijk geen mooi einde aan de basisschooltijd.

 

Er is voor de jongens en meiden géén kampweek, géén musical als afsluiting van de schooltijd. Vanwege het coronavirus moesten de leerlingen veel thuiswerken. Met een film wil groep 8 laten zien aan de juf wat ze zoal in deze coronatijd gedaan hebben.

De film wordt afgesloten met een lied en dit eindlied werd vrijdag opgenomen in de tuin van verpleeghuis Gouwzee.Zodoende konden de bewoners genieten van het enthousiaste zangwerk van de klas. Twee keer werd het lied “Alles gaat een keer voorbij” gezongen. Het nummer is geschreven door Dick Plat.

Fotogalerij

Edammer Frans Kuiper al 500.000 kilometer ‘Steady in zijn Caddy’

Een half miljoen privékilometers in een Volkswagen Caddy

Voor zakelijke rijders is 500.000 kilometer rijden in één auto bijzonder, maar niet uitzonderlijk. Anders ligt het bij particuliere rijders. Daar is vijf ton op de teller bij één en dezelfde eigenaar behoorlijk uniek. Frans Kuiper uit Edam draaide er zijn hand echter niet voor om. Met zijn Volkswagen Caddy doorkruiste hij de afgelopen 16 jaar Nederland en Europa en klokte daarmee een half miljoen kilometers. And counting…

Het merendeel van die 500.000 kilometers legde Frans Kuiper af om zijn zoon en dochter te faciliteren in hun wielrenhobby. De Caddy toonde zich voor dat doel uitstekend in zijn element, met een laadruim vol fietsen, wielen en gereedschappen. Voor het onderhoud stond Volkswagen-dealer Broekhuis in Purmerend garant, waar de Caddy 16 jaar geleden ook werd aangeschaft.

Ruimte voor sportiviteit
“We waren in 2004 op zoek naar een auto waarin we twee racefietsen – een wegfiets en een tijdritfiets – konden vervoeren, aangevuld met vier reservewielen, gereedschap, kleding en natuurlijk alles wat er noodzakelijk is voor de verzorging tijdens en na een koers”, aldus Frans Kuiper. “En het zou fijn zijn als het ook een auto was waarachter mijn zoon kon trainen in een flinke slipstream, goed voor de snelheid in de koers.”

Het werd een Volkswagen Caddy SDI 51 kW Bestel, met 4 september 2004 als eerste registratiedatum. Gedurende de gebruiksjaren zorgde Frans er voor dat het onderhoudsschema met Duitse precisie werd gevolgd, in goed overleg met Volkswagen-dealer Broekhuis in Purmerend. “Eigenlijk heb ik nooit problemen gehad, op één nieuwe accu na”, aldus Kuiper.

APK-goedgekeurd
Inmiddels is de Volkswagen Caddy 16 jaar en heeft hij ruim vijf ton op de teller. Hier en daar heeft de Caddy wat kleine roestplekjes, maar dat mag volgens Frans. “Het mooiste zijn de beschadigingen op de achterbumper: kleine groefjes van de banden van onze wielrennende zoon als hij achter de auto nog harder wilde! Onze dochter heeft ook op hoog niveau gekoerst en daarmee net zo goed genoten van de Caddy.”

Klant tevreden, dealer tevreden
Zoon en dochter zijn inmiddels gestopt met de topsport en zijn nu bezig met hun maatschappelijke carrière. Maar als ze de Caddy nog willen lenen voor vakantie met hun partners, dan stelt Frans hem graag beschikbaar. “Zelf ga ik onder het motto ‘Steady in mijn Caddy’ door totdat we afscheid móeten nemen, maar voorlopig is het nog niet zover. Want hij is weer APK goedgekeurd tot juni 2021!”, aldus een tevreden Frans Kuiper.
Ook Broekhuis, de Volkswagen-dealer uit Purmerend, is erg content met zijn tevreden klant, en onder de indruk van het probleemloze uithoudingsvermogen van de Caddy. Om die mijlpaal te vieren, bood de Volkswagen-dealer Frans en zijn vrouw Marjan recent een heerlijk etentje in Edam aan.

Fotogalerij

De oorlog met Jannetje Molenaar-Kwakman

Van butter & eek tot Zweeds brood

In een gezin met vijf broers en één zus groeide Jannetje – voor bekenden Jannig – Molenaar-Kwakman op in de Ansjovisstraat te Volendam. Ze was het buurmeisje van Jan Kemper (Buiten), die onlangs zijn oorlogsverhaal deed in de Nivo. ,,Ik weet nog goed dat buurman Kemper altijd een radio had”, klinkt ze. ,,Dat mocht absoluut niet van die Duitsers. Als ze daar achter kwamen, was je nog niet jarig.” Jannetje was zeven toen de nazi’s Nederland overnamen en kan zich de kleine details niet meer herinneren, maar bepaalde gebeurtenissen vergeet ze nooit meer.
Door Kevin Mooijer

Inmiddels is Jannetje 87 jaar en woont nog zelfstandig in het gezellige centrum van Volendam. ,,Mijn man, Jan Molenaar, is alweer bijna 22 jaar geleden overleden. Gelukkig heb ik mijn kinderen en kleinkinderen nog. Ik heb één dochter, twee zoons en tien kleinkinderen. Eén keer per week eet ik lekker vis bij mijn dochter. Dan haalt ze me op en zit ik gezellig bij ze aan tafel.” Ze lacht: ,,Nou ja, ik schuif aan nadat ik de butter en eek gemaakt heb natuurlijk. Dat moet je blijven roeren hè…”

[ads id=66]

Jannetje is opgegroeid als dochter van een botterman. ,,Vroeger aten we iedere dag vis. Dat is nu niet meer voor te stellen met de prijzen van nu. Het is een luxeproduct geworden terwijl het vroeger armoedevoer was. In de oorlog kwam het ons natuurlijk heel goed uit dat mijn vader botterman was. We hadden vaak eten, maar in de winter was het een ander verhaal.”

‘Het is een beangstigende
gedachte als je niet
weet of je vader
weer thuiskomt’

Samen met zijn compagnon trotseerde Jannetjes vader de Zuiderzee. ,,De botter was te klein om de Noordzee op te gaan, dus visten ze op de Zuiderzee. Vaak kwam hij thuis met vis en als we geluk hadden, had hij wat vis weten te ruilen voor aardappels of een enkele keer zelfs boter. Wat dat betreft hadden wij dus geluk ten opzichte van andere gezinnen.”
In de wintermaanden waren Jannetje en haar familie een stuk minder blij met haar vaders beroep. ,,Dat was altijd een angstige tijd. Je had in die tijd nog geen telefoons en stond dus niet in contact met elkaar. Doorgaans kwam m’n vader altijd tegen het eind van de week thuis om vervolgens de volgende week weer de haven uit te varen. Daar kon je de klok op gelijk zetten in de zomermaanden, maar als er ijs op zee lag was het maar afwachten of hij terug naar huis wist te komen. Het was dan een stuk gevaarlijker op zee en dat wisten we. Het is een beangstigende gedachte als je niet weet of je vader weer thuiskomt.”
Jannetjes vader voer niet alleen uit om te vissen, maar nam ook klussen aan van bijvoorbeeld de gemeente. ,,Hij moest dan aardappels naar Volendam importeren. Hij vertelde eens dat ze tijdens de oorlog de haven in kwamen varen met een botter vol aardappels. Langs de dijk stonden overal kinderen met prikstokken om wat aardappels van de berg af te prikken. Een afgezant van de gemeente zag het gebeuren en wilde dat mijn vader de kinderen zou stoppen, maar dat weigerde hij. Hij zei tegen die man ‘heb jij wel eens echt honger gehad?’.”
In 1941 werd Jannetje zuster van een tweeling. ,,Mijn twee broertjes werden geboren, maar we hadden – op af en toe wat vis na – veel te weinig voedsel. Dus mijn broer en ik werden richting de boeren gestuurd om melk te halen voor de baby’s. We hadden geluk dat de boeren sympathie hadden voor onze situatie. Ze gaven een grote kan met melk mee.”

‘Vooral aan mijn
moeder merkte ik
dat ze opknapte
na de bevrijding’

Vooral de armoede en angst die begin jaren 40 in Volendam heersten, staan Jannetje nog bij. ,,Er hing een gespannen sfeer. Ik merkte dat mijn moeder continu doodsbang was. Mijn vader was dat ook, maar hij wilde het niet laten merken. Vooral tijdens huiszoekingen van de Duitsers waren we bang. Ze zochten overal naar radio’s en andere dingen die burgers niet mochten hebben. Onze buurman – de vader van Jan Kemper – had altijd een radio waar we met veel buurtbewoners naar luisterden. Hij durfde dat risico wel te nemen. Je was altijd op je hoede en je was altijd angstig in die tijd. Nu ik erop terugkijk was dat het grootste verschil met na de oorlog. Je was vrijer en hoefde niet meer bang te zijn. Vooral aan mijn moeder merkte ik dat ze opknapte na de bevrijding.”
Nadat de Duitsers Nederland uitgejaagd werden, traden de Canadese soldaten Volendam binnen. ,,Ze deelden chocola uit aan kinderen en sigaretten aan ouderen. Zoiets lekkers als die chocoladereep heb ik nooit meer geproefd. Zó lekker. Er heerste gelijk een gezellige sfeer in het dorp. Overal hingen vlaggen, mensen waren blij, er klonk gezang en we hadden chocola.”
Jannetje zucht: ,,Eigenlijk hebben we ons hele jonge leven gemist. We hebben allemaal geen normale jeugd gehad vanwege die oorlog. En het was ook niet zo dat het direct na de oorlog beter werd wat de armoede betreft. Je was nog even arm, maar je kon wel weer wat krijgen om in leven te blijven. De Zweedse broden die na de oorlog richting Volendam kwamen bijvoorbeeld. Dat waren taartjes. Ik vertel dat nog wel eens tegen mijn kleinkinderen als ze hier komen. Ze beseffen vaak niet hoe het vroeger was. Nu beginnen ze gelijk te hamsteren in de supermarkt als je thuis moet werken. Ik doe daar niet aan mee, maar heb wel even gezorgd dat ik een paar pakken koffie op voorraad had staan. Daar kan je niet zonder komen te zitten, zie je.”

Fotogalerij

Botterscheepswerf tijdelijk verhuisd

Stichting Zuiderzee Cultuur Volendam is volop bezig met de aanleg van een nieuwe scheepswerf op het Slobbeland. De grote wens van de Vereniging Behoud de Volendamse Botters lijkt nu echt vervuld te gaan worden.

 

Met de gemeente is de intentieovereenkomst van het “Botter Plus-project” ondertekend om te komen tot nieuwbouw. De oude loods, werkbanken, gereedschap en Romley-loods zijn van de werf op het Slobbeland (naast Paviljoen Smit Bokkum) verwijderd, zodat gestart kan worden met het ophogen van het terrein.

Om toch reparaties aan de Volendammer kwakken uit te kunnen voeren, is contact opgenomen met het bestuur van Recreatiecentrum Slobbeland. Zij hebben toestemming gegeven dat de Romley-loods tijdelijk achter het diepe zwembad op het Slobbeland mag staan.

Fotogalerij

Volendammer mondkapje van bontjesstof in museum

Door de coronacrisis moest het Volendams Museum twee maanden gesloten blijven. Met de nodige aanpassingen en een beperkt aantal bezoekers is het museum twee weken geleden weer geopend.

 

Er zijn diverse maatregelen genomen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Een opvallende “move” is te zien bij de entree van het museum. Een pop, aangekleed in de Volendamse mannendracht, heeft een mondkapje op dat heel mooi past bij de Volendammer klederdracht.

Van bontjesstof is het mondkapje gemaakt. Indien er vraag naar is willen de vrijwilligsters van het museum eventueel meerdere van deze Volendamse mondkapjes maken. Het valt in ieder geval goed op.

Fotogalerij

Emoties en onbegrip bij bewoners Kathammerstraat na boomkap

‘Hoop dat de gemeente excuses aanbiedt’

Op woensdagochtend 27 mei werden bewoners van het Zuideinde en de Kathammerstraat opgeschrikt door het geluid van zaagmachines. Alle bomen in de buurt werden gekapt, waaronder enkele die men plantte in 1920. Dit ging gepaard met emotionele reacties van buurtbewoners. Bijna iedereen was onwetend over de plannen voor de herinrichting van het Zuideinde. Ook mensen die de door de gemeente georganiseerde inloopavonden bezochten. Verder weten bewoners vrijwel zeker dat er vogels in de bomen broedden. In dat geval heeft de gemeente met de boomkap de ‘Wet Natuurbescherming’ overtreden.
Door Laurens Tol

Wolly Hoogland was als inwoner van de Kathammerstraat letterlijk in tranen toen de fruitbomen voor haar deur werden gekapt. Ze woont sinds 1983 in deze wijk. Na verloop van tijd vergroeide ze met het straatbeeld waar de historische bomen bij hoorden. Nu kijkt ze uit op een vlakte van zand en aarde. Na de door de boomkap ontstane commotie werd Wolly samen met enkele buurtgenoten uitgenodigd voor een gesprek op het gemeentekantoor. Dit vond vorige week woensdagochtend plaats en enkele ambtenaren waren hierbij aanwezig.
Volgens Wolly was het een ‘zakelijk gesprek’, waarbij er weinig begrip was voor de verontwaardiging van de bewoners. Wolly spreekt namens een groot deel van de buurt. ,,’Het wordt weer mooi! Het wordt weer mooi!’, zeiden ze. En: ‘Dit ligt nu achter ons. Die fruitbomen moet je nu vergeten’. Ze praatten helemaal niet over hoe dit allemaal is gegaan. De buurvrouw op de hoek was samen met een andere buurman bij die inspraakavonden. Die vertelden dat er toen nog niks bekend was over de herinrichting, laat staan over het kappen van bomen. Het lijkt wel of dit nog steeds zo is. Want op de gemeentesite is hierover niks te vinden. Toen ik een ambtenaar hierop wees en vroeg naar de concrete plannen zei hij: ‘Het zit allemaal hiér’, wijzend op zijn voorhoofd”, vertelt Wolly.

[ads id=66]

‘Ik moest
huilen en mijn
buren ook’

Alle buurtbewoners kregen per post een uitnodiging voor de bewuste inloopavonden om mee te kunnen praten over de plannen. Ondanks dat Wolly slechthorend is en daardoor bij dit soort bijeenkomsten niet alle informatie meekrijgt, heeft ze achteraf spijt dat ze hier niet bij was. ,,Voor mij is een inloopavond niet ideaal, maar ik had natuurlijk beter moeten opletten. Maar los daarvan vind ik dat ze beter hadden mogen communiceren over wat ze nu gedaan hebben. En ze hadden er ook beter over na mogen denken. Ik moet nu minimaal een halfjaar, misschien wel een jaar tegen een maanlandschap aankijken. Het had ook anders gekund, maar dat kost misschien wel meer moeite en geld. Dit is toch verschrikkelijk, hoe het nu is?”
Verder stuit het Wolly tegen de borst dat de gemeente met de boomkap geen rekening heeft gehouden met de vogels. Zij weet zeker dat de fruitbomen een leefplaats voor deze dieren vormden. ,,Áls je de bomen er dan uithaalt, doe dat dan niet nu. Want nu zaten er vogeltjes in. Onbeperkt. Echt tientallen. De jonkies zaten in de bomen. En hun ouders zag je de hele dag komen aanvliegen met muggetjes, rupsen. Daarom kwam het bij mij zo hard binnen toen ik die zaaggeluiden hoorde. Ik vond het zó erg. Ik moest huilen en mijn buren ook.”
De gemeente beweert dat er een ‘quick scan’ op vogels heeft plaatsgevonden bij de bomen. Het bedrijf dat dit onderzoek verrichtte, vond er geen nesten. ,,Ik wil die quick scan dan wel eens zien. Ik weet namelijk dat er twee ransuilen in die bomen zaten. Maar daar heb ik geen foto’s van. Want nesten, die gá je ook niet vastleggen met je camera. Die laat je met rust. De struiken aan de Zuideinde-kant zijn zo oud, daar zitten nesten in. Met zoveel vogels is het aannemelijker dat ze er wél zitten in plaats van niet.”
Officieel mag een boom in elk seizoen worden gekapt. Wel op voorwaarde dat men met redelijke zekerheid kan vaststellen dat er geen broedende vogels of andere nestelende dieren worden verstoord. En er in de boom geen jaarrond beschermde nesten te vinden zijn. Deze regels zijn vastgelegd in de ‘Wet Natuurbescherming’ in artikel 3.2. lid 2. De tekst luidt: ‘Het is verboden opzettelijk nesten, rustplaatsen en eieren van vogels (…) te vernielen of te beschadigen, of nesten van vogels weg te nemen’.
Niet alle buurtgenoten waren gecharmeerd van de bomen die er stonden. Na een inloopavond stelden twee bewoners van het Zuideinde brieven op waarin zij verzochten om de bomen voor de voormalige bar ‘De Joppekop’ te laten kappen. ,,Dit hebben ze meegenomen tijdens de bespreking in de raad. En toen hebben ze gezegd: ‘We trekken alles eruit’. Dat is dus de aanleiding geweest. Het verzoek van twee mensen. Natuurlijk heeft de gemeente wel wat gecommuniceerd. Maar als je bijvoorbeeld naar de gemeentesite kijkt: dat is een onoverzichtelijk geheel. Ik vind hem zeer klantonvriendelijk. En ik durf wel te zeggen dat ik handig ben met computers. Écht handig. Maar mijn buurvrouw van dik in de zeventig, denk je dat die hier ooit achter zou komen?”

‘We leggen ons
nog niet bij
deze kwestie neer’

Naar aanleiding van de kapactie ontstonden er geruchten. Het Hoogheemraadschap zou de gemeente hiertoe hebben opgedragen. Tijdens het gesprek op het gemeentekantoor hoorde Wolly dat dit niet het geval was. Het is wel zo dat er nu geen bomen meer mogen worden herplant. Dit is officieel namelijk niet toegestaan is op een dijklichaam. ,,Ik weet niet in hoeverre dat waar is. De ambtenaar vertelt dat en dan geloof ik het. Maar ik denk dat ze heel vaak vertellen wat in hun straatje van pas komt.”
De fruitbomen in de buurt Zuideinde/Kathammerstraat zijn ooit geplant door Albert Kes, beter bekend als ‘Jachie’. Hij werd geboren in 1904 en tot op latere leeftijd plukte hij in oogsttijd appels uit de bomen. Een zoon van Alberts broer Klaas verklaart dat ze tussen de negentig en honderd jaar geleden geplant zijn.
Wolly is nog niet klaar met deze zaak. Via de ‘Wet openbaarheid van bestuur’ hoopt zij inzage te krijgen in de besluitvorming van de gemeente. Dan zal blijken in hoeverre er juist gehandeld is. Verder hoopt zij op meer fatsoen vanuit de hoek van de lokale overheid. ,,Ik hoop dat de gemeente excuses aanbiedt en toegeeft dat ze dit netter had kunnen oplossen. En wij zouden graag mee willen doen met de invulling van het groen dat er komt. Hopelijk wordt het vogelvriendelijke beplanting. Want ik vrees voor onderhoudsvriendelijk groen. We leggen ons nog niet bij deze kwestie neer.”
Naar aanleiding van de ontstane commotie door de boomkap, publiceerde de gemeente Edam-Volendam op haar site een bericht over de zaak. De tekst van dit op 6 juni 2020 verlopen artikel luidt: ‘Er is onrust ontstaan omdat de gemeente groen heeft verwijderd bij de Kathammerstraat/Zuideinde. Wij hebben dit met de bewoners tijdens de inloopavond van 14 november 2019 besproken. Het groen is mede op verzoek van bewoners onderdeel van de herinrichting. Een aantal inwoners heeft aangegeven ander groen te willen in plaats van de fruitbomen die daar stonden. Voor al het werk dat is verricht is een omgevingsvergunning verleend die ter inzage heeft gelegen voor bewoners. De gemeente gaat na de Pinksteren met een aantal inwoners in gesprek om dit uit te leggen en eventueel te zoeken naar een oplossing.’

 

Ecologisch onderzoek gemeente
Uit ecologisch onderzoek van de gemeente Edam-Volendam is het volgende gebleken:
Op 26 mei tussen 19:30u en 20:30u is de bosschage en zijn de bomen in deze bosschage gecontroleerd op nesten en/of mogelijke verblijfplaatsen van vleermuizen.

• In geen van de bomen zijn nesten geconstateerd.
• Aan één boom hangt een nestkastje. In dit nestkastje wordt momenteel niet genesteld.
• De bomen bevatten geen holen of kieren welke gebruikt kunnen worden als in- en uitvliegopening door vleermuizen en vogels.
• Er zijn visueel geen nesten gevonden in de bosschage.
• Langs de bosschage is op meerdere plekken voor enige tijd geobserveerd. Er is geen vogelgedrag waargenomen die doet vermoeden dat er genesteld wordt in de bosschage.
ADVIES – Uit ecologisch oogpunt is er geen bezwaar om de bosschage en bomen te rooien. – LET OP! Mocht er onverhoopt toch nog een nest en/of verblijfplaats aangetroffen worden, dan dient hier omheen gewerkt te worden en dient de ecoloog op de hoogte gesteld te worden. – De rooiwerkzaamheden dienen binnen 5 dagen na deze inspectie plaats te vinden. Er bestaat namelijk altijd een kans dat er alsnog genesteld gaat worden.

Fotogalerij

Veulenpenning van Volendams Museum voor Kees de Boer

Woensdagavond vond in het Volendams Museum een samenzijn plaats. Hier werd door het (tijdelijk) bestuur uitleg gegeven over het weer open gaan van het museum na tien weken gesloten te zijn geweest vanwege het coronavirus.

 

Voorzitter Jan Tol kon deze avond aan Kees de Boer de Veulenpenning van het Volendams Museum uitreiken. Dit vanwege het vele werk dat Kees al tientallen jaren verzet voor het museum.

Onder applaus van de aanwezige museum-vrijwilligers nam Kees de Boer trots de penning en bijbehorende oorkonde in ontvangst, waarbij lovende woorden gesproken werden tot Kees door voorzitter Jan Tol.

Fotogalerij

Floatfit-training in diepe bad Slobbeland

Zwemschool Marieke verzorgt al vele jaren zwemlessen in het bad van Hotel Spaander. Omdat het hotel nu tijdelijk gesloten is, moet voor de zwemlessen uitgeweken worden. Vanwege de coronacrisis konden de zwemlessen eerder al geen doorgang vinden.

 

Sinds twee weken zijn de zwemlessen weer mogelijk. Dat gebeurt nu deels tijdelijk in het bad van het Marinapark. Maar floatfit-lessen konden niet doorgaan. Marieke Duineveld heeft contact gezocht met het bestuur van het Slobbeland en zij mag nu tijdelijk in de avonduren gebruik maken van het buitenbad van Recreatiecentrum Slobbeland.

Zo kon de eerste floatfit-les van dit jaar woensdagavond met de dames in het Slobbeland-bad gegeven worden op de zachte sub-planken.

Fotogalerij

DBC en De Triade-leerlingen eensgezind na herstart

Oude vertrouwde schoolbanken gemist

Na een periode van drie maanden op afstand studeren waren leerlingen van het voortgezet onderwijs vorige week eindelijk weer welkom in de schoolgebouwen. Misschien is het ergens onverwacht, maar de meeste leerlingen lijken blij te zijn weer plaats te mogen nemen in de oude vertrouwde schoolbanken. ,,Ik heb vooral mijn klasgenoten en vrienden gemist”, merkt een leerling op. Ondanks dat de scholieren het thuis studeren als succesvol hebben ervaren, is de behoefte groot om een les weer fysiek bij te mogen wonen.
Door Kevin Mooijer

Zowel leerlingen van het Don Bosco College als van de Triade zijn het erover eens; noodgedwongen op afstand leren was een succes. Daan Jonker (14), Marin Kaars (15), Lotte de Boer (14), Janita Wagenaar (14) en Lilly Veerman (13) schuiven namens het Don Bosco College (DBC) aan bij het interview en Mike van Baarsen (14), Stef Winkelaar (14) en Nikki Doets (13) nemen de honneurs van de Triade waar.

‘Tijdens een schooldag
hebben we zes keer
veertig minuten les,
dus dat is best
intensief als je
alleen maar dat
soort vakken hebt’

[ads id=66]

Don Bosco College
De tweede- en derdejaarsleerlingen prijzen zich gelukkig dat ze sinds 2 juni weer welkom zijn op school. ,,We hebben maandenlang in de online omgeving van Teams gewerkt en dat wilde aan het begin nog wel eens wat rommelig verlopen, maar na verloop van tijd ging het perfect. We loggen in bij de les die de leraar aanmaakt en volgen de les – die we anders op school zouden krijgen – thuis.”
Sinds de leerlingen weer op school komen, zijn er drie grote aanpassingen ten opzichte van het pre-coronatijdperk: ten eerste zijn de klassen in drieën gesplitst zodat er maximaal tien leerlingen in een lokaal zitten, ten tweede zijn de leerlingen niet dagelijks op school en werken ze nog veel vanuit huis en ten derde ligt de focus het resterende schooljaar op de meest cruciale vakken. ,,We hebben op het moment geen praktijkvakken meer. Geen gym, geen handarbeid, maar juist wel vakken als Nederlands, Engels, wiskunde en geschiedenis. Tijdens een schooldag hebben we zes keer veertig minuten les, dus dat is best intensief als je alleen maar dat soort vakken hebt.”
Daan, Marin, Lotte, Janita en Lilly zijn gelijkgestemd wat betreft de grootste voor- en nadelen van het terugkeren naar school. ,,We hadden de afgelopen maanden meer vrije tijd, dat is natuurlijk heel lekker. Maar onze klasgenoten hebben we zeker gemist. Wij zijn heel blij dat we weer naar school mogen. Hopelijk mogen we het nieuwe schooljaar weer met de complete klas de lessen in. Dat is toch een stuk gezelliger.”
Afdelingsleider Bert van ’t Ende vult de leerlingen aan: ,,Tijdens het begin van het nieuwe schooljaar zullen bij bepaalde vakken kennistoetsen worden afgenomen waaruit het niveau van de leerlingen blijkt. Zo wordt gauw inzichtelijk waar extra aandacht of eventuele bijles nodig is bij de scholieren.”
De DBC-medewerker geeft aan dat ook de docenten weer blij zijn dat de scholen weer geopend zijn. ,,Het was een zeer intensief proces om in zo’n kort tijdsbestek een online leeromgeving op te zetten en naar behoren te laten functioneren. De docenten werden voor de leeuwen gegooid, maar hebben het uiteindelijk fantastisch gedaan. Ook zijn wij de ouders van onze leerlingen dankbaar voor hun inzichten en adviezen tijdens de inrichting van de online leeromgeving. Zij hebben ervoor gezorgd dat we in een stroomversnelling kwamen.”

‘Je mist de
gezelligheid van
een volle klas,
maar je let nu
wel beter op’

De Triade
Mike, Stef en Nikki zijn eerste- en tweedejaarsleerlingen van de Triade. De leerlingen van de school in Edam waren voor de ingrijpende maatregelen wat betreft thuis studeren al enigszins gewend om vanuit huis te werken. ,,Alle leerlingen hebben een laptop van school waardoor we al veel bezig waren met vanuit huis inloggen in online schoolomgevingen. Alleen de eerste week waarin we niet meer naar school mochten verliep een beetje rommelig, maar langer heeft het niet geduurd. We hadden de week erna al een overzichtelijk rooster waarin alleen de belangrijkste vakken voorkomen.” De Triade heeft ervoor gekozen om de klassen in tweeën op te delen. ,,We hebben om de dag school. Dus als de ene helft van de klas op maandag op school moet zijn, werkt de andere helft vanuit huis.”
Tijdens de fysieke les staat er een camera op de docent en het bord gericht waardoor de hele klas dezelfde les kan volgen en lessen dus niet twee keer hoeven worden gegeven. ,,Ondanks dat je maar met de halve klas in het lokaal zit, hoort de andere helft van je klasgenootjes dezelfde les dus wel.”
Een voordeel voor docenten – en op lange termijn ook voor de leerlingen – is dat met zulke kleine klassen beter opgelet wordt tijdens de les. ,,Omdat je met zo’n kleine klas bent. is een les een stuk rustiger. Je mist de gezelligheid van een volle klas, maar je let nu wel beter op.”
De Triade-leerlingen zijn positief als het gaat om op afstand studeren. ,,Als je thuis les hebt, sta je een uur later op dan wanneer je naar school moet. Je hebt thuis altijd al je spullen bij je en je maakt na de les je huiswerk en vervolgens ben je klaar. Daarnaast is het natuurlijk lekker als je tijdens een vrij uurtje een potje kan gamen in plaats van in de aula zitten wachten.”
Ondanks al deze voordelen lijken de scholieren een voorkeur te hebben voor het traditionele les op school met een volle klas. ,,Je bent hier met leeftijdsgenoten en vrienden. Je bent onder de mensen. Dat zijn we de afgelopen maanden in principe niet geweest, dus dat voelt wel weer goed. Wij denken en hopen dat we het nieuwe schooljaar weer als van ouds ingaan. Gewoon weer complete klassen en dagelijkse roosters.”
Adjunct-directrice Jeanine van Schendel geeft een ander inzicht: ,,Wij verwachten dat het nieuwe schooljaar opgestart wordt zoals we het huidige jaar af zullen sluiten. Halve klassen, geen dagelijkse roosters en de anderhalve-meter-regeling, maar wie zal het zeggen Het ligt uiteindelijk aan wat de overheid beslist.”

 

Fotogalerij

Onderzoekers richtten zich op gemeenschappelijke impact Nieuwjaarsbrand

‘Het is wetenschappelijke verwondering’

Al bijna twee jaar komt de werkgroep ‘Nieuwjaarsbrand, 20 jaar later’ bijeen en sinds enige tijd zijn twee onderzoekers, Vincent van der Vlies en Pauline Aarten, daar bij aangesloten. Samen met enkele studenten willen zij via de narratieve – oftewel verhalende – methode, twintig jaar na dato de impact die het heeft (gehad) op de gemeenschap vastleggen. Ten behoeve van de wetenschap. Iets wat niet eerder bij vaderlandse rampen is gebeurd.
Door Eddy Veerman

Juist dat laatste triggerde Vincent van der Vlies. Hij is geen onbekende in Edam-Volendam: vanuit Adviesbureau Berenschot werkte hij in opdracht van de gemeente enige tijd mee aan het Actieprogramma Integrale Veiligheid. ,,Eigenlijk is mijn algemene interesse gewekt door de Vuurwerkramp: die dag heeft zonder dat ik dat op dat moment wist mijn leven beïnvloed. Hierdoor kwam er geld voor onderzoek naar gevaarlijke stoffen en solliciteerde ik in Nijmegen op een promotieplek, binnen een plan om dat soort rampen tegen te gaan. Later vond ik het eigenlijk wel gek, dat ondanks dat je er niet bij betrokken bent geweest, zo’n gebeurtenis zo’n effect kan hebben op je leven. Hoe zou dat moeten zijn voor de degene die het wél zelf hebben meegemaakt, welke impact heeft dat op de lange termijn op hen? Dat vroeg ik me zelf destijds af.”

[ads id=66]

Monument
,,Naderhand heb ik nog rampplekken als Tsjernobyl bezocht, maar ook in Uithoorn, waar een grote explosie is geweest. Ik sprak met mensen die nauw betrokken waren geweest bij de Vuurwerkramp. Dat waren individuen, maar de vraag bleef steeds hangen: wat doet zo’n ramp met de gemeenschap? Welke negatieve en positieve effecten heeft dat? Drie jaar geleden kreeg ik namens Berenschot een opdracht hier. Aan het einde daarvan vroeg ik aan burgemeester Sievers hoe zij, zoveel jaar na de Nieuwjaarsbrand, de impact daarvan ervaarde sinds ze in de gemeente was gekomen. Ze vertelde talrijke anekdotes, uit de verhalen die mensen haar hadden verteld. Ze toonde me het boek van het monument op de dijk, met de verhalen achter de tegeltjes van broers, zussen, vrienden, familieleden. Dat maakte grote indruk op mij. Ik raakte geïntrigeerd, door alles wat er zich moet hebben afgespeeld, de mensen die er niet waren maar wél veel hebben meegekregen, tot aan de grote rampspoed van de mensen die het écht hebben meegemaakt. Dat leidde er toe dat ik haar vertelde dat het me zo interessant leek het verhaal van de gemeenschap op te tekenen.”
,,Ondertussen ontmoette ik Pauline, toen ik als gastmedewerker van de Universiteit Leiden een introductiedag had. We hadden een boeiend gesprek over de niet fraaie dingen des levens en haar onderzoeken in Cambodja, Congo en naar verkeersslachtoffers. Ik vertelde haar het idee en dat ik me afvroeg af wat er precies onderzocht is op dit gebied. Zij gaf aan dat het wetenschappelijk vernieuwend was, kijkend naar de Nederlandse situatie. Er is wel op individueel niveau onderzocht, maar niet op gemeenschapsniveau. Het werd voor beide een fascinatie, in de goede zin des woord. En is inmiddels iets dat we naast ons werk doen. Het is nieuwsgierigheid en wetenschappelijke verwondering.”

‘Als het gaat
om iets wat lang
geleden is gebeurd,
kan het zijn dat de
mensen uit je
omgeving immers niet meer zo
geïnteresseerd zijn;
ze kennen immers
het verhaal’

Pauline Aarten is victimoloog en criminoloog, ze is verbonden aan het Institute of Security and Global Affairs, aan de Leidense Universiteit. ,,Toen ik voor het victimologisch instituut in Tilburg werkte, keken we naar slachtofferschap, impact, ervaringen en de nasleep. Ik was begonnen met een project, waarbij de nieuwe methode werd gekozen om het op verhaalniveau te doen. Vaak worden er vragenlijsten voor gebruikt, maar daar kan geen verdieping in worden aangebracht, terwijl de persoon wel iets heel naars heeft meegemaakt. Iedereen heeft een verhaal en dat wil men vaak ook graag kwijt. Daarom hebben we die nieuwe uitgeprobeerd: de narratieve methode. Iets wat in andere landen al werd gebruikt. Om te kunnen begrijpen hoe iemand reageert en handelt, is het belangrijk het levensverhaal aan te horen. Want alle ervaringen die we hebben opgedaan, vormen wie we nu zijn.”
,,Destijds heb ik dat gedaan bij nabestaanden van moord en doodslag en slachtoffers van seksueel misbruik en zwaar geweld misdrijven. Soms zat ik hele dagen met mensen, soms twee of drie keer. Dan bouw je een band op en kun je beter begrijpen, bijvoorbeeld ook hoe zij op de nasleep van een rechtszaak reageren. Die methode had bijzondere opbrengsten. Mensen waren blij hun verhaal te kunnen vertellen. Als het gaat om iets wat lang geleden is gebeurd, kan het zijn dat de mensen uit je omgeving immers niet meer zo geïnteresseerd zijn. Ze kennen immers het verhaal. Maar voor de direct betrokkenen blijft het verhaal altijd een onderdeel van het leven en daarom is het fijn de ruimte te geven en te laten blijken dat dat verhaal er nog steeds toe doet.”
,,Die narratieve methode ben ik ook gaan gebruiken voor latere onderzoeken, omdat bleek dat het zoveel meerwaarde had. Niet alleen voor de persoon zelf, maar ook voor mij als onderzoeker. Op die manier achterhaal je de diepere laag. Het is een wetenschappelijke manier om meer inzicht te krijgen in de ervaringen van de betreffende mensen. Ervaringen die impact hebben gehad op het vervolg van hun leven. Toen Vincent mij vroeg met betrekking tot ‘Volendam’, werd ik meteen enthousiast. Je kunt op verschillende niveaus dingen bereiken. Je kunt laten zien dat je geïnteresseerd bent in het verhaal en je kunt op een wetenschappelijke manier analyses er op los laten.”
Vincent: ,,Als je kijkt naar de Nieuwjaarsbrand en Volendam: de gebeurtenis is uniek en de gemeenschap is uniek. Het is helaas niet de laatste ramp die we gaan meemaken in Nederland: daarom is het goed om alles wat we qua lessen kunnen leren voor andere rampen, voor de lange termijn, in kaart te brengen.” Pauline: ,,En deze ervaringen vormen niet alleen lessen voor wanneer er iets groots in een stad gebeurt, maar ook voor individuele gebeurtennissen en de kring daar omheen. Het heeft invloed op verschillende lagen. Het heeft impact op iedereen.”
Vijf studenten zijn inmiddels begonnen. Vincent: ,,Met het verkennen van allerlei facetten en er is ook literatuuronderzoek gedaan. We willen straks de verdiepingsslag gaan maken.” Pauline: ,,We nemen er de tijd voor, het hoeft beslist niet eind dit jaar klaar.”
Wil je je verhaal – als betrokkene bij de Nieuwjaarsbrand van 01-01-01, vertellen, meld je dan aan bij v.vandervlies@berenschot.nl of
p.g.m.aarten@fgga.leidenuniv.nl

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?