Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by De redactie

Bestraten van de rozetten afgerond

Het vernieuwen van het riool op de twee rozetten tussen de Torenvalk- en Schoklandstraat is nog voor het einde van het jaar gereed gekomen. Deze omvangrijke klus werd uitgevoerd door infra-aannemer Sturm uit Zaandam. Om het straatwerk te herstellen werd door hen stratenmakerbedrijf Van der Gracht ingehuurd.

 

De mannen van Marco van der Gracht zijn enkele maanden in de weer geweest op alle straten, hofjes en stegen op te hogen en herbestraten. Het laatste stuk dat bestraat moest worden was de Scholeksterstraat.

Hier waren drie generaties Van der Gracht aan het werk, namelijk Cor, Marco en Jeffrey. Vrijdag werd deze straat en drukke doorgaande route weer vrijgegeven voor het verkeer. Er is opnieuw vakwerk afgeleverd door de mannen.

Fotogalerij

‘Etersheim blijft de rustige plek die het nu is en dat stemt ons positief’

Grote toeristische plannen van de baan

De opluchting is groot in Etersheim. Plannen voor een grootschalige toeristische ontwikkeling van het dorp zijn van de baan. Wethouder Schütt wist de bewoners in een gesprek gerust te stellen. De toekomstige aanlegsteiger zal slechts beperkt worden gebruikt en touringcar-verkeer komt er zeker niet. Daarbij is het contact tussen de bewoners en Stichting Etersheimerbraak sterk verbeterd. In de toekomst zal er goed overleg blijven, zo verzekert men. De onrust van afgelopen maanden brengt waarschijnlijk ook nog iets goeds teweeg. Etersheimers zullen zich naar aanleiding van de gebeurtenissen mogelijk blijvend gaan organiseren in een dorpsraad.
Door Laurens Tol

[ads id=66]

Het is een frisse decembermiddag als een waterig zonnetje het gezicht van Etersheimer Ron Terpstra belicht, terwijl hij het tuinhek van zijn huis opent. In een kamer aan de zijkant van zijn woning spreekt hij samen met zijn medebewoner Peter Schurink, over het gesprek dat ze voerden met de wethouder en Dorus Luyckx van Etersheimerbraak.
Een plan waar Etersheimers veel bezwaar tegen hadden, was dat de komende aanlegsteiger in het dorp aanzienlijk meer gebruikt zou gaan worden dan aanvankelijk bekendgemaakt. In een intentieverklaring staat een lijst met bedrijven die er schepen willen laten aanmeren. Tijdens de ontmoeting in het gemeentegebouw aan de Edamse Schepenmakersdijk werd duidelijk dat dit nooit de bedoeling was van de gemeente. Hetgeen goed nieuws betekende voor de omwonenden.
Ron doet verslag: ,,Er is al jaren een plan voor een aanlegsteiger en dat wisten we ook wel. Toen wij nog onderdeel waren van gemeente Zeevang, was dit al door de toenmalige raad aangenomen. Wij waren er bang voor dat de steiger op de plek zou komen waar nu de loswal is van Alliantie Markermeerdijken. Want naar die locatie loopt een vaargeul. Dit scenario zou voor ons nadelig zijn. Wethouder Schütt verzekerde ons dat de steiger niet op die plek komt, maar een stuk noordelijker. Een vaargeul komt er ook niet en daarmee is de aanlegplaats alleen geschikt voor kleinere schepen met een vaardiepte van zo’n 80 centimeter. Daarna houdt het op. Dit is een hele geruststelling voor ons.”

‘Bij de gemeente
heeft het idee
van parkeergelegenheid
nooit serieus gespeeld’

Ron en Peter maakten na afloop van de bijeenkomst een samenvatting van wat er werd besproken. Deze deelt men met de bewoners en de wethouder, zoals afgesproken. De verantwoordelijke bestuurder Schütt maakte al vroeg in het gesprek duidelijk dat hij het betreurde eerder over de situatie te lezen in de pers dan had hij er zelf van afwist. ,,Er had al eerder iets in het Noordhollands Dagblad gestaan, voordat ze er bij de gemeente van op de hoogte waren. Ik kan mij voorstellen dat dit vervelend is, maar wij konden het niet bevestigen. Je bent met zoveel dingen tegelijk bezig en dan weet je dat niet. Maar dit deed niks af aan het verdere positieve verloop van het gesprek.”
Naast de veelgebruikte steiger, was de mogelijke aanleg van een nieuw parkeerterrein de Etersheimers een doorn in het oog. Ook wat dit voorstel betreft, wist de wethouder de omwonenden gerust te stellen. ,,’Zo’n parkeergelegenheid is technisch onmogelijk’, zei hij. Ik antwoordde dat technisch alles mogelijk is natuurlijk. Toen vulde hij aan: ‘vergúnning-technisch is het onmogelijk’. Daarmee houdt dat idee dus ook op. Dus vandaar dat de bewoner op wiens terrein Etersheimerbraak het gemunt had van niks wist. Bij de gemeente heeft het idee nooit serieus gespeeld.”
Daardoor rees bij de Etersheimers het idee dat Stichting Etersheimerbraak haar plannen lanceerde zonder goed overleg met de gemeente en bewoners. Zeker weten doet men dit echter niet. Nog steeds vraagt men zich af waar het grote aantal van 15.000 toekomstige toeristen op jaarbasis vandaan kwam. In ieder geval zijn de betrekkingen tussen de bewoners en de stichting na de ontmoeting een stuk verbeterd. ,,Op zich vond ik het een heel constructief gesprek. Dorus Luyckx was er als bestuurslid van Etersheimerbraak ook aanwezig. Hij was vroeger politicus in Edam-Volendam en is nu waarnemend burgemeester van Enkhuizen. Met hem maakten we de afspraak dat hij ons uitnodigt voor een kop koffie en zei erbij ‘we komen er wel uit’. Dat denk ik nu ook. Want ik bedoel: zo gek veel is er nu niet meer om tegen te zijn. Daarmee is de grootste druk eraf.”

‘Zo kregen we bij
drie belangrijke bezwaren
de toezegging dat
de plannen niet doorgaan’

Verder is het beoogde ‘Toeristisch Overstappunt’ (TOP) in Etersheim van de baan, maakte wethouder Schütt kenbaar. Deze parkeerplaats-achtige plek krijgt een andere locatie. ,,Voor de wethouder had het absoluut niet de voorkeur om deze TOP-locatie in Etersheim te maken. Hij wil hier geen drukte. De overstappunten komen langs de provinciale weg N247. Daar kunnen de mensen dan hun auto’s neerzetten, vanwaar ze de fiets kunnen pakken of gaan wandelen. Zo kregen we bij drie belangrijke bezwaren de toezegging dat de plannen niet doorgaan.”
Er blijven nog een aantal plannen over die mogelijk wel tot ontwikkeling zullen komen. Het treintje om toeristen mee te vervoeren en een windmolen zijn hier voorbeelden van. Hierover zullen de bewoners verder in gesprek gaan met Stichting Etersheimerbraak. Het gesprek van onlangs had tevens nog een eventueel positief gevolg. De nu nog onofficiële bewonerscommissie krijgt mogelijk een meer serieus karakter.
,,De wethouder stelde aan ons voor om een dorpsraad op te richten. Daar zijn subsidies voor en je hebt dan een juridische status. Daarbij kun je gevraagd en ongevraagd advies indienen bij de gemeente, spreektijd aanvragen bij raadsvergaderingen enzovoorts. Wij legden het voorstel voor een nieuwe dorpsraad al voor aan mensen uit het dorp en drie daarvan reageerden al. Omdat we met corona te maken hebben, zal de officiële oprichting nog even op zich laten wachten. Zodra dit zover is, zullen wij het nieuws naar buiten brengen. Voor nu hebben we goed nieuws gekregen. Etersheim blijft de rustige plek die het nu is en dat stemt ons positief.”

Fotogalerij

Drogisterij De Boer wint verkiezing

Drogisterij De Boer in de Zeilstraat is al vele jaren verkooppunt van The Health Factory Nanomineralen. Door dit bedrijf van natuurlijke mineralen en supplementen, werd een landelijke actie gehouden onder de winkels.

 

Meer dan 400 verkooppunten deden aan de verkiezing ‘Favoriete Winkel’ mee en de klanten kon online stemmen. Drogisterij De Boer behaalde de meeste stemmen. Dinsdag bracht Steven Koeningswater, directeur van The Health Factory, een bezoek aan de winkel in de Zeestraat.

In samenwerking met Buddha to Buddha kreeg het hele team van Drogisterij De Boer armbanden aangeboden na het winnen van de verkiezing. De dames van “Jo de Boer” waren heel blij en met recht trots op deze mooie erkenning.

Fotogalerij

Turntalenten hopen dat gemeenschap doneert voor nieuwe toestellen n

‘Help ons dromen van Olympische Spelen’

Enkele funderingen zijn inmiddels geplaatst, voor wat het toekomstig onderkomen van veel sporters uit onze gemeente gaat worden. Sommige van hen, zoals Ilva Burghouts en Alex van Rijn, durven hardop te dromen in de voetsporen te treden van turnster Carla Braan – de enige Volendamse sporter ooit naar de Olympische Spelen uitgezonden – en dorpsgenote Sanna Veerman, die dicht tegen verwezenlijking aan zit. Alleen hebben de Mauritianen nog wat (financiële) steun van de gemeenschap nodig, om te helpen de nieuwe inrichting te kunnen realiseren.
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

St. Mauritius wordt de bewoner van het grootste gedeelte van het gymsportcentrum. Alex, 11 jaar (Kennedyschool), turnend in eerste divisie, niveau 13 en Ilva, 10 jaar (Trimaran), Pupil 1 en 2, zijn allebei begonnen bij Alex’ moeder, Thea van Rijn-Tol, leidster bij het ouder en kind-gym. Ze zien nog vooral zand liggen, maar schatten de afbeelding van de buitenkant nu al op waarde. Ilva: ,,Dit gaat mooi worden. Het wordt vier keer zo groot als wat we hebben. En het is mooi dat wij daar als eerst in mogen turnen. Maar je hebt niets aan een modern gebouw zonder moderne turntoestellen. Dus we hopen dat mensen willen doneren om te zorgen dat die ook echt aangeschaft kunnen worden.”
In de huidige situatie van De Gymstuif is het al jaren een krappe situatie. ,,Nu moeten we bijvoorbeeld om de beurt met rek en brug.” Alex: ,,En als er een groep op sprong bezig is, moeten we ook op elkaar wachten, anders krijg je gevaarlijke situaties.”
Een nieuw onderkomen biedt kans op vernieuwde onderdelen. ,,Zoals een meerdere balken, een trampolinebaan en een nieuwe speciale vloer. Nu moeten bepaalde spullen dagelijks worden opgeruimd en opnieuw worden opgesteld.”
Ze hebben allebei hun favoriete onderdelen: Alex: ,,Vloer. Dat vind ik niet zo moeilijk en ik vind het leuk.” Ilva: ,,Mijn favoriete onderdelen zijn balk en brug. Op balk mag je sierlijke oefeningen doen – tussen de elementen door – net als op vloer. En je bouwt steeds verder, qua moeilijkheid.”
Ze zouden ooit net als Epke Zonderland hun naam aan een element willen verbinden. Alex: ,Ja, slingeren met één hand.” Ilva: ,,Dat heb ik vorige week nog gedaan, maar toen ging het even mis en maakte ik een val. Ik was wel geschrokken, maar daarna ben ik meteen weer op het toestel gegaan.”
Ze volgen de Nederlandse toppers. Ilva: ,,Ik kijk graag naar Eythora Thorsdottir. Zij beweegt heel sierlijk. Sanna Veerman maakt soms zelfs een driedubbele pirouette op de balk, dat vind ik al moeilijk op de grond. Ik kijk turnen op tv en filmpjes op Youtube.” Alex: ,,Als het op tv is, kijk ik ook. Maar ik zie niet alles, want ik train zelf veel. Zeventien en half uur per week.”
Zijn klasgenoten weten dat ook. En Alex toont trots zijn medailles. ,,Maar ze mogen er niet aan komen”, zegt hij droogjes.
Ilva traint negentien en half uur per week. ,,Op vrijdag twee keer. Dan mag ik ’s morgens van de school ook trainen. Zaterdag en woensdag zijn onze rustdagen.”
Ze weten dat het nog een lange weg is. Alex: ,,Ik train om later heel goed te worden.” Dromen ze van de Olympische Spelen? ,,Ik wel”, zegt Ilva. Aan de wand van de huiskamer hangt een spreuk: ‘Leef je dromen’. ,,Dat is wat ik wil”, is Ilva vastberaden. Alex: ,,Maar voordat je kunt wat die grote turnsters al kunnen, dat duurt wel even.” Ilva knikt en heeft dat besef. Maar ze is stellig. ,,Ik wil het echt.”

Wilt u ook een mooi turntoestel sponsoren?
Neem dan contact op met
Nico Sier De Waffel
Mobiel 06515 154 40

Foto: Ilva Burghouts en Alex van Rijn op het bouwterrein waar het nieuwe onderkomen gaat verrijzen.

Fotogalerij

Leerlingen van het DBC op bedrijfsbezoek Tol Plaatwerk

Deze week bracht een groep leerlingen van de 3de klas van de afdeling VMBO van het Don Bosco College een bezoek aan Tol Plaatwerk. Deze groep leerlingen volgt op het DBC een nieuw geïntroduceerd vak binnen de afdeling technologie.

 

Deze afdeling is sterk in ontwikkeling en zal ook de komende tijd steeds meer aandacht krijgen en behouden en in steeds meer profielen een duidelijker gezicht krijgen. Dit bezoek stond in het kader van een opdracht die deze groep heeft aangenomen van het Wereld Natuur Fonds: het ontwerpen en realiseren van een wildcamera die willekeurig op een plek kan worden ingezet en zelfstandig opnames maakt, ongeacht de omstandigheden.

Het werd een zeer geslaagd bedrijfsbezoek voor de leerlingen.

Fotogalerij

Volendam heeft weer een ambulancepost

Een verheugende ontwikkeling is er te melden, want Volendam heeft na zo’n 35 jaar weer een eigen ambulancepost. Deze is nu gevestigd in het Dijklander Ziekenhuis aan de Heideweg. Door Danny Steur, een van de eigenaren van het ziekenhuis, is de Ambulancepost gefaciliteerd in het schitterend verbouwde gebouw.

 

Maandagmiddag werden de sleutels van de Ambulancepost overhandigd aan Frans Sier, voorzitter van de Veiligheidsregio. De ambulancepost heeft aan de achterkant een eigen entree, parkeerplaats en laadpunt.

Dat is nodig omdat veel medische apparatuur in de ambulances steeds opgeladen moet worden. De nieuwe eigenaars van het Dijklander Ziekenhuis hebben zich er sterk voor gemaakt dat de ambulance weer een post heeft gekregen in Volendam.

Fotogalerij

Maggy en Irene geven Burgerschapslessen vorm op Triade

Binnen dialoog jezelf verplaatsen in de ander

Het heet een samenleving, maar dit jaar zijn er genoeg voorbeelden van hoe die samenleving, lokaal, nationaal en mondiaal, verdeeld kan raken. De urgentie om voor een betere en meer veilige basis te zorgen, thuis, op school, op de vereniging, is hoog. Om zo, in plaats van verdere ontwrichting en groeiende polarisatie, een betere SAMENleving te creëren. Wat is daarvoor nodig, als het gaat om kinderen? Want zij zijn immers de ouders van de toekomst. Meer aandacht besteden aan sociaal emotionele vaardigheden, thuis en op school, lijkt raadzaam. Dat moet leiden tot betere omgangsvormen en groeiend empathisch vermogen. Daarnaast meer bewustwording creëren, van culturen en elkaars achtergrond, zodat minder vooroordelen kunnen ontstaan. Op de Triade, de Technische School in Edam, is in dat opzicht een maatschappelijke beweging in gang gezet: Maggy van Pooij (24) en Irene Prins (25) hebben de Burgerschapslessen uitgediept en intensiever vorm gegeven. Er wordt schoolbreed aandacht besteed. ,,Wij zijn trots ons steentje bij te dragen. Beginnen is één, volhouden is twee: wij zijn vastberaden om dit vol te houden.”
Door Eddy Veerman

[ads id=66]

De Triade, de vroegere LTS, heeft in vergelijking met het verleden sowieso een ware metamorfose ondergaan. Leerlingen, jongens en meiden, vanuit verschillende achtergronden en culturen, vormen de populatie van de school, waarin op allerlei manieren zichtbaar wordt gemaakt voor welke omgangsvormen die school staat. De afbeelding op de foto achter Maggy, met de tekst ‘Wij gaan respectvol met elkaar om, dat is hier normaal’, is één van de manieren van uiting waarmee de Triade haar norm en wens van omgangsvorm aangeeft. Binnen de klasmuren, maar óók op de gangen.
De Volendamse Maggy van Pooij kwam al in het tweede jaar van haar opleiding Leraar Geschiedenis binnen op de Triade en is niet meer weggegaan. Maggy en Irene Prins, die de leraaropleiding Maatschappijleer afrondde en het vak Nederlands doceert, zijn de vakdidactici en hebben de vormgeving van de Burgerschapslessen op zich genomen.

Wapenen
,,Sinds 2006 zegt de wetgeving dat alle scholen iets moeten doen met burgerschap, schoolbreed en vakoverstijgend”, begint Irene. ,,Wij deden al best veel, zo bleek, als je kijkt naar het bezoeken van bedrijven, maatschappelijke stages, dat is burgerschap. Maar dat was zo niet gekaderd. In de laatste jaren zijn er nieuwe activiteiten toegevoegd. Dat zijn drie mentorlessen, lessen over onderdelen van het burgerschap. Omgangsvormen en discriminatie zijn inmiddels uitgebreid aan bod gekomen, binnenkort volgt het digitaal burgerschap. Dan praten we over algoritmes, online-privacy, social media, de koppeling naar verslaving en hoe kun je jezelf daar tegen wapenen.”

Waar halen jullie de input vandaan?
Irene: ,,Dat is wisselend. We vinden veel bij de Anne Frank Stichting en dan voegen wij zelf aspecten uit de actualiteit toe en zo bouwen we er een les omheen. Als het straks gaat om digitaal burgerschap, komt bijvoorbeeld de Netflix-docu ‘The Social Dilemma’ aan bod.”
Maggy: ,,Het wordt heel goed gedragen binnen de school, docenten denken ook mee. We spelen inderdaad op de actualiteit in, zoals we ‘Black Lives Matter’ inzetten voor het onderwerp discriminatie. We sluiten aan bij de belevingswereld van de jongeren, dan pas kunnen we het écht betekenis geven. Het is voor zowel de docent als de leerlingen een intensieve les. Er worden uiteraard meningen gegeven, maar er wordt ook groepsdruk gevoeld.”
Irene: ,,Qua klassenmanagement is het inderdaad pittig, want sommige leerlingen geven bijvoorbeeld constant hun mening, waardoor er minder ruimte zou kunnen ontstaan voor andere leerlingen, dus dat vraagt om veel bijsturing.” Het is het tweede schooljaar dat er een uitvoerbaar burgerschapsplan ligt – geschreven door Maggy en Irene – en wordt uitgevoerd. Maggy: ,,We verschaffen de theorie over ‘hoe er mee om te gaan’, zoals onze leerkrachten ook een workshop hebben gevolgd over ‘hoe ga je de dialoog aan’. Het draagvlak onder de leerkrachten is vergroot. Het wordt serieus genomen. De bewustwording wordt nu veel groter binnen de school, waardoor het veel meer aanwezig is. De leerlingen weten wat het is en weten waarom we het doen.”

‘Leerkrachten,
waar dan ook,
zullen soms denken
‘maar dit gaat mij
toch niet aan’.
Maar het gaat
ons allemaal aan’

Irene: ,,We hebben onze collega’s voorafgaand een presentatie gegeven van wat burgerschap is. Het is namelijk een abstract begrip. Sommige dingen behoorden al tot burgerschap, maar daar was men niet zich van bewust. En we hebben de doelen van het burgerschap benoemd. De drie domeinen zijn identiteit, participatie en democratie. Met behulp van voorbeelden hebben we het tastbaarder gemaakt voor onze collega’s.”
Maggy: ,,Leerkrachten, waar dan ook, zullen soms denken ‘maar dit gaat mij toch niet aan’. Maar het gaat ons allemaal aan. De insteek is om zowel leerkrachten als leerlingen eigenaar te maken van hun eigen proces.” Irene: ,,Soms kun je er te weinig bij stil staan wat in de klas gebeurt. Je zit als leerkracht gewoon vast aan bepaalde dingen, omdat je de leerlingen klaar moet stomen voor het examen.” Maggy: ,,Als leerkrachten worden we ook geprogrammeerd. Je wordt opgeleid om leerlingen volgens het curriculum, de programmatoetsing en afsluiting richting het volgende schooljaar te begeleiden. Burgerschap is meer ervaringskunst, dan dat je het leert.” Irene: ,,Het is goed dat er eisen worden gesteld vanuit het Ministerie van Onderwijs en de overheid, zoals het instellen van Burgerschapslessen, maar het zou niet zo moeten zijn dat scholen dingen gaan afvinken. Het is belangrijk om je eigen vrijheid daar in te houden.”
De twee dames hebben die vrijheid tot (door)ontwikkelen gekregen op de Triade, waar overigens ook ‘Gelukskunde’ wordt gegeven. Maggy: ,,Wij hebben handvatten gekregen waarop je voort kan borduren. Toen we de documenten voor de herziening en actualisatie van het curriculum in handen kregen, voelden we dat we met diverse domeinen aan de slag konden. In de afgelopen jaren zijn er vragen uit het veld gekomen om het vak Burgerschap te specificeren. Tot op heden is er maar één opleiding in Nederland, die je tot expert Docent Burgerschap kan opleiden. Dat is nieuw en zit in Zwolle. Het inzicht is gekomen dat men het belangrijk vindt dat men er vakmensen worden opgeleid. Wie weet kunnen wij onszelf daar in de toekomst aan wagen.”

Is het voor jullie zelf ook meer gaan leven, gezien alle maatschappelijk-sociaal problematiek lokaal, nationaal en mondiaal?
Maggy: ,,Zeker. We maken het bespreekbaar en bieden het ook aan bij de docenten. Onze school is een afspiegeling van deze omgeving en wat er speelt. Dat brengt ook de nodige uitdagingen met zich mee. We laten bijvoorbeeld de Volendamse leerlingen zien hoe een ander het ziet, die hier niet vandaan komt. Dat is ongekend belangrijk. Daar staan we voor. We zijn ons er bewust van en we doen er iets mee. Het zou mooi zijn als we gemeentebreed de krachten kunnen bundelen en er een doorlopende leerlijn komt, daar is behoefte aan. Er zijn inmiddels gesprekken op gang gekomen, met een Volendamse en Edamse basisschool.”
,,Je merkt dat er verandering optreedt. Dat komt misschien door de urgentie van maatschappelijke discussies, maar bij sommige docenten zat wellicht ook een diep verlangen. Die combinatie zorgt er voor wat er nu gebeurt.”

Welke dynamiek komt op gang in een klas?
Irene: ,,Wat je vooral merkt, is dat jongeren die hun mening durven te geven, niet altijd nadenken over wat het gevolg voor een ander kan zijn. Ze roepen dingen door de klas en zeggen daarna ‘dat bedoelde ik niet echt’, of ‘ik bedoelde jou niet’. Ondertussen voelen anderen zich aangesproken.” Maggy: ,,Dat hebben we inmiddels bereikt: het laten ontwaken van het bewustzijn, door met de leerlingen daarover in gesprek te gaan.”
Irene: ,,Als leerkracht heb je soms de neiging om te denken ‘ik laat het maar even voorbij gaan’, anders creëer je chaos. Ondertussen is er dan wel iets – wellicht heftigs – gebeurt voor een leerling. Rosanna Zwarthoed, onze collega die de workshop ‘Hoe de dialoog aan te gaan’ heeft gegeven, gaf aan juist wel er op in te gaan en vragen te stellen, zodat leerlingen zelf gaan nadenken over wat ze hebben gezegd. Wat bedoelen ze daar mee en hoe komen ze aan. Het verschaft inzichten.”

‘Jongeren denken
niet altijd na
over wat het gevolg
voor een ander kan zijn’

Maggy: ,,Dan kom je bij sociale media als informatievoorziening, want dat is vaak de enige bron.” Irene: ,,Ook als het bijvoorbeeld om het stemmen gaat. Roepen ze de naam van een politieke partij, maar als je vraagt om drie inhoudelijke punten van het partijprogramma waarmee ze het eens zijn, dan weten ze dat niet. Het gaat ons niet om iemand te kakken te zetten, maar het beargumenteren van een mening. En het jezelf verplaatsen in een ander.”

De groepsdruk is hoog?
Irene: ,,Zeker, dat is van alle tijden.” Maggy: ,,Je beloont iemand die wel zijn of haar mening durft te geven en hoopt dat anderen zich daarmee ook veiliger voelen om te doen, ook al wijkt het af.” Irene: ,,Het blijven immers kinderen, die graag willen horen dat ze iets goed doen. Zelfs de stoere jongens, die er soms moeilijk mee om kunnen gaan, als je een compliment geeft.”
Irene: ,,Bij de eerste werkvorm rondom racisme was het meteen heftig. Eén leerling werd verdrietig en toen hebben we er ook meer tijd voor genomen. Het ging om jongeren die in een stoere bui iets hadden geroepen en onbewust iemand verdriet hadden gedaan. Daardoor besteden we ook veel aandacht aan die bewustwording.”
Maggy: ,,Dat is niet alleen een leerproces voor leerlingen maar ook voor de docenten.” Irene: ,,Zeker, want dan denk je ’s avonds ‘had ik dit maar gedaan of dat gezegd’. Het prettige aan de mentorlessen is dat je er naderhand bij andere situaties op terug kunt vallen en het weer even onder de aandacht kunt brengen bij leerlingen: weet je nog dat we die discussie hadden of dat filmpje keken.” Maggy: ,,Het ideaalplaatje is dat jongeren zich gaan verplaatsen in elkaar, maar dat is een langer proces, daar gaat wat tijd overheen.”
Irene: ,,Ik geloof er in dat wanneer je je als leerkracht kwetsbaar opstelt en het soms persoonlijk maakt, dan gebeurt er meer in de klas. We hebben al een paar mooie momenten beleefd sinds de invoering van het plan.” Maggy: ,,Tijdens klasgesprekken maken we inzichtelijk hoe het voor de ander voelt.” Irene: ,,Er wordt ook veel gelachen in de klas. Soms is het nodig om stevige structuur aan te brengen, omdat dat voor een beter leerklimaat zorgt. Maar het samen iets bereiken en ook het samen kunnen lachen, dat is het leukste aan het docent zijn.”
Ze voelen ook waardering van leerlingen. Maggy: ,,Maar het kan ook zijn dat een leerling zegt: ‘allemaal leuk en aardig, juf, maar ik word gewoon timmerman. Maar ook in dat vak heb je bijvoorbeeld communicatieve vaardigheden nodig. Bovendien: na je werk wil je ook iemand zijn en een gefundeerde mening kunnen vormen. Sociale media speelt momenteel zo’n grote rol in het leven van de jongeren, het is eigenlijk bizar dat daar geen onderwijs over verschaft wordt. Kennelijk moet ook daaromtrent eerst een gevoel van urgentie ontstaan.”

Fotogalerij

Kille en lege dijk

Net als in maart, toen de eerste lockdown ingesteld werd vanwege de Coronapandemie, is het nu ook angstvallig stil op de dijk. De winkels, terrassen en restaurants zijn gesloten.

Donderdagmorgen bood de Haven deze kille en lege aanblik. Fietsers en wandelaars waren er niet te zien. Ook in de Zeestraat en op het Europaplein was het leeg en sfeerloos. Het is te hopen dat er snel een einde komt aan de Coronaperikelen, want hier word je niet vrolijk van.

Fotogalerij

Afval gedeponeerd bij het Koorhuis

De Zangertjes mogen zich verheugen in een positief beeld bij onze inwoners. Daar zijn we heel blij mee, want de opbrengst van het karton en papier is de financiële basis van ons koor. Op zondag lukt het onze vrijwilligers meestal net om de voorstraat van het Koorhuis opgeruimd te houden.

 

In het weekeind na Sinterklaas lag er zondagavond een berg die tot aan de straat reikte. Rond 12 uur maandagmorgen was de voorstraat weer ruim, maar we hadden een BUS VOL vuilnisafval, etensresten, tempex, plastic en andere soorten afval verzameld. En daar waren we niet blij mee! We zijn blij met karton en papier.

Al het andere afval is voor de gemeente! Nog een verzoek: het kerstweekeinde beslaat 3,5 dag. Breng nou niet allemaal tijdens de kerstdagen je papier en karton naar het Koorhuis, want we kunnen het niet kwijt en moeten het dan laten liggen.

Fotogalerij

Studenten blikken terug op door corona uitzonderlijk eerste semester

‘Niet fijn zo weinig op school te zijn’

Geen introductieweek, geen volle collegezalen en al helemaal geen wilde avonden in de kroeg of discotheek. Het studentenleven ziet er voor veel oud-Don Bosco leerlingen heel anders uit dan waar zij op gerekend hadden. Sinds opleidingen het aantal fysieke contactmomenten zo veel mogelijk beperken, spenderen studenten het overgrote deel van hun tijd thuis achter hun laptop of computer. In hun uppie brengen zij hun dagen door met zelfstudie, af en toe een online college en via WhatsApp houden zij contact met hun medestudenten.
Door Leonie Veerman

[ads id=66]

Verschillende experts wezen de afgelopen maanden op de toename van eenzaamheid en psychische problemen onder studenten en uitten hun zorgen over de grote uitstroom van (eerstejaars) studenten. Nu het eerste semester bijna ten einde is, vraagt de Nivo enkele studenten hoe zij deze tijd ervaren hebben en wat zij doen om gemotiveerd te blijven.

‘Keek er eigenlijk erg
naar uit om
nieuwe mensen te ontmoeten’

Eerstejaarsstudent Bas Schermer
Integrale Veiligheidskunde aan de Hogeschool van Utrecht
Voor de 19-jarige Bas Schermer was het als eerstejaarsstudent Integrale Veiligheidskunde aan de Hogeschool van Utrecht echt even wennen. ,,Ik ben het gewend om fysiek les te krijgen. Op het Don Bosco college hebben we natuurlijk al een rare afsluiting gehad, maar dat maakte de stap naar het HBO niet minder groot”, zegt Bas. ,,Er wordt sowieso al op een heel andere manier les gegeven, en nu de lessen ook grotendeels online plaatsvinden vergt dat veel aanpassingsvermogen van alle studenten.”
Bas benadrukt dat het tijdens een lange dag vol online colleges en chatsessies erg lastig is om gefocust te blijven. ,,In een fysieke les is het ook veel gemakkelijker om vragen te stellen. Je kunt een docent na een online college natuurlijk per mail een vraag sturen, maar daarvoor ligt de drempel toch flink wat hoger dan wanneer je dit face to face kunt doen”, aldus Bas. ,,Mijn medestudenten en ik sparen onze vragen daarom elke week op.”
Om het gebouw zo leeg mogelijk te houden, maar toch te voorzien in voldoende contactmomenten, krijgen alle studenten in de opleiding van Bas slechts een dag in de week fysiek les. ,,De rest van de week hebben we online colleges, digitale werkgroepen en dienen we zelfstandig te studeren”, zegt Bas. ,,Omdat ik van nature erg sociaal ben, keek ik er eigenlijk juist enorm naar uit om nieuwe mensen te ontmoeten op mijn nieuwe opleiding. Ik hou ervan om samen te werken, met elkaar te praten over de lesstof en baalde flink dat ik dat nu misliep. Ik heb daarom het initiatief genomen om een Whatsappgroep aan te maken voor alle eerstejaarsstudenten van mijn opleiding. Binnen een week ontving ik 150 aanmeldingen en sindsdien houden we dagelijks contact met elkaar, zowel over praktische zaken als voor een gezellig praatje hier en daar.”
Bas begrijpt dat veel studenten hun huidige situatie als eenzaam en zwaar kunnen ervaren, maar heeft hier zelf gelukkig geen last van ,,Zelf ben ik nooit een kroegtype geweest, dus het uitgaan mis ik niet echt. Ik spreek nog regelmatig af met een klein aantal vrienden en heb een lieve vriendin die ik veel zie, dus eenzaam ben ik absoluut niet. Toch hoop ik dat alles snel weer terugkeert naar het oude. Ik heb een motorrijbewijs en reis met de motor heen en weer naar school in Utrecht, dus als het straks weer wat warmer wordt, lijkt het me heerlijk om er wat vaker op uit te kunnen.”

‘Merk dat ik me
elke week erg verheug
op die ene fysieke lesdag’

Eerstejaarsstudent Allard de Lange
Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken aan Hogeschool InHolland in Haarlem

Ook studenten van praktijkgerichte opleidingen waren het afgelopen semester grotendeels aangewezen op digitaal onderwijs. De 19-jarige Allard de Lange geeft aan dat dit het studeren erg lastig maakt. Hij koos voor de opleiding ‘Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken’ aan Hogeschool InHolland in Haarlem, omdat hij het menselijk lichaam erg interessant vind, maar ook van techniek houdt en graag actief bezig is. ,,In deze opleiding word je opgeleid om röntgen- en bestralingsapparatuur te bedienen”, vertelt Allard. ,,Je kunt je voorstellen dat het bijna onmogelijk is om dit thuis van achter je laptop aan te leren.”
Net als veel andere opleidingen krijgen alle studenten aan de Hogeschool van Inholland maar een dag in de week fysiek les op locatie. ,,En dat terwijl onze opleiding normaliter uit dagelijkse praktijklessen bestaat”, zegt Allard. ,,De docenten doen er alles aan om ons toch zoveel mogelijk beeldende instructies te geven. We ontvangen nu bijvoorbeeld verschillende echofoto’s die we vervolgens zelf in een werkdossier moeten zetten, maar het is toch anders dan wanneer je de echo zelf maakt.”
Met het vele thuiswerken is het volgens Allard ook lastig om gemotiveerd te blijven: ,,In vergelijking met voorgaande jaren zijn er inmiddels al best veel eerstejaarsstudenten in mijn opleiding gestopt. Ik merk dat ik zelf nog wel erg gemotiveerd ben, maar kan me voorstellen dat veel klasgenootjes het niet meer zagen zitten om de hele dag achter de computer te zitten. Ik merk dat ik me zelf elke week enorm verheug op donderdag, de enige echte lesdag op locatie. Niet alleen omdat de praktijklessen veel boeiender zijn dan de online colleges, maar ook simpelweg vanwege het contact met mijn medestudenten.”
Het wegvallen van het sociale aspect van de studie weegt volgens Allard vooral zwaar voor de studenten met een beperkte sociale kring. ,,Je merkt dat zij het nu echt moeilijk hebben en geregeld proberen om online contact te zoeken en proberen af te spreken met klasgenoten om iets leuks te doen samen. Gelukkig heb ik zelf thuis nog een grote vriendenkring waar ik veel contact mee heb, al gaat dat met de huidige coronamaatregelen natuurlijk niet meer zo makkelijk als vroeger.”

‘Ik stel veel vragen,
maar krijg geen
duidelijke antwoorden’

Tweedejaarsstudent Hevi Mahmoud
Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken aan Hogeschool InHolland in Haarlem

Hevi Mahmoud studeert net als Allard ‘Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken’ aan Hogeschool InHolland in Haarlem, en zit inmiddels in het tweede jaar. Voor de achttienjarige Hevi was de overgang naar het tweede jaar niet eenvoudig. ,,Aan het einde van het eerste jaar kwam de opleiding volledig stil te liggen”, vertelt Hevi. ,,Alle verplichte eindtoetsen en examens werden tot nader order uitgesteld. Dat was een hele gekke tijd, waarin ik me erg onzeker voelde. In die eerste paar weken van de eerste lockdown wist de opleiding nog helemaal niet hoe zij alle zaken zouden regelen, dus heerste er veel onduidelijkheid.”
Uiteindelijk zijn alle toetsen en praktijkexamens voor Hevi en haar klasgenoten tijdens de zomervakantie ingepland. ,,Dat was natuurlijk erg frustrerend”, zegt Hevi. ,,Ik heb daardoor namelijk afgelopen zomer helemaal geen vakantieperiode gehad, ik was alleen maar aan het leren. Dat de opleidingen van mijn vriendinnen het beter geregeld hadden, maakte het extra zuur.”
Omdat ook alle fysieke lessen waren weggevallen, was het voor Hevi bovendien extra moeilijk om zich goed op alle toetsen voor te bereiden. ,,Opeens was je volledig op jezelf aangewezen, ook voor de praktijkexamens. In plaats van dagelijkse praktijklessen en oefenmomenten, kregen we uiteindelijk slechts twee fysieke oefenmomenten”, vertelt Hevi. ,,Ook met het studeren voor de theoretische toetsen had ik moeite, want ik had geen mogelijkheid meer om vragen te stellen aan de docent. En dan was het ook nog eens slecht geregeld allemaal. We werden niet of nauwelijks geïnformeerd en soms stonden de toetsen niet op de afgesproken tijd online. Uiteindelijk heb ik een deel van de toetsen moeten herkansen tijdens het eerste semester. Dat maakte het er allemaal niet minder chaotisch op, maar inmiddels heb ik gelukkig de meeste herkansingen met succes kunnen afronden.”
Bij een van de belangrijkste praktijktoetsen in het eerste jaar van Hevi’s opleiding wordt een acteur ingezet om de sociale vaardigheden van de studenten te beoordelen. ,,Die toets werd uiteraard uitgesteld”, zegt Hevi, maar er is nog altijd geen nieuwe datum voor ingepland. Dit betekent dat nog niemand in mijn jaar zijn of haar propedeuse heeft kunnen halen. Omdat het nog altijd moeilijk is om hier op school voor te oefenen, hopen we dat de opleiding deze toets minder streng zal beoordelen, want het zou zonde zijn wanneer we door één toets onze propedeuse niet halen en alsnog moeten stoppen met de opleiding.”
Wat betreft de theoretische toetsen die nu allemaal online plaatsvinden, baalt Hevi er ook van dat er geen mogelijkheid meer is om de toetsen achteraf door te lopen met de docent. ,,Er is geen mogelijkheid om je antwoorden na afloop samen te bespreken, zodat je van je fouten kunt leren”, zegt Hevi. ,,Ik hoop dat ze daar binnenkort wat op verzinnen.”
Toch is Hevi blij dat alle studenten dit schooljaar in ieder geval weer fysieke lessen kunnen volgen, al blijven deze beperkt tot een dag per week. ,,Dit biedt toch enige structuur, al blijft het niet fijn om zo weinig op school te zijn”, zegt Hevi. ,,Bij het volgen van onlinelessen is interactie vaak erg moeizaam. En juist nu zit ik met erg veel vragen. Zowel inhoudelijke vragen over de lesstof als praktische vragen, bijvoorbeeld over hoe het nu zit met mijn propedeuse. Ik stel dan ook veel vragen via mail en in de online meetings, maar ik krijg geen duidelijke antwoorden. Die onzekerheid is erg zwaar.”

‘Aangewezen op je
eigen verantwoordelijkheidsgevoel’

Tweedejaarsstudente Alice Visser
Facility Management aan Hogeschool InHolland in Diemen

Als tweedejaarsstudente weet de 19-jarige Alice Visser nog goed hoe het er normaal gesproken aan toe ging in haar opleiding Facility Management aan Hogeschool Inholland Diemen. ,,In mijn eerste jaar ging ik drie of vier dagen per week naar school en had ik veel contact met mijn klasgenootjes en docenten”, vertelt Alice. ,,Na de persconferentie van afgelopen maart, waarin aangekondigd werd dat alle scholen in Nederland moesten sluiten, kwam daar abrupt een einde aan.” Van het ene op het andere moment vonden alle lessen en toetsen van Alice uitsluitend nog online plaats. ,,Het voelde alsof ik er plots helemaal alleen voor stond. Ik miste alle mensen om me heen.”
Omdat in die periode ook het voorjaar en de zomer aanbraken, merkte Alice dat het in haar eentje thuis achter haar laptop steeds lastiger werd om gefocust te blijven. ,,Daarnaast werd het steeds moeilijker om zaken af te stemmen met klasgenootjes. Via WhatsApp bleven we met elkaar in contact, maar omdat velen, waaronder ikzelf, ook meer gingen werken of juist van het mooie weer wilden genieten, werd het steeds lastiger om samen aan een groepsopdracht te werken.”
Alice zat echter niet bij de pakken neer. ,,Voor mij is Facility Management al mijn tweede opleiding. Ik heb namelijk eerst versneld de opleiding ‘Management Assistent’ afgerond aan het Horizon College in Hoorn. Een ontzettend leuke opleiding, maar tijdens mijn eindstage merkte ik dat ik toch graag wat meer verantwoordelijkheid wilde in mijn werk.” Hoewel haar werkgever erg tevreden over Allice was en ze na haar stage zelfs bij de organisatie kon blijven werken, koos Alice ervoor om verder te studeren. ,,Zo kwam ik bij de opleiding Facility Management terecht”, zegt Alice. ,,En juist in dit afgelopen jaar, waarin we allemaal volledig op onszelf aangewezen waren om gemotiveerd te blijven, alle lesstof eigen te maken en opdrachten uit te voeren, heb ik enorm veel geleerd op het gebied van verantwoordelijkheid. Ik vind daarom dat het afgelopen jaar geen verloren jaar was. Al moet ik zeggen dat ik er erg naar uitkijk om weer meer naar school te gaan. Inmiddels heb ik wekelijks weer een lesdag, en ik vind het heerlijk om dan mijn klasgenootjes en docenten weer even te zien.”

‘Ik heb niet het idee
dat ik nog op school zit’

Eerstejaarsstudente Sabine Veerman
Fiscale Economie aan de Universiteit van Amsterdam

In het laatste jaar van het VWO wist Sabine Veerman (19) nog niet precies wat ze wilde gaan studeren. Ze bezocht de open dagen van talloze opleidingen en twijfelde uiteindelijk nog tussen ‘Duits’ en ‘Fiscale Economie’. ,,Het werd Duits”, zegt Sabine. ,,Met name omdat je daarbij ook de mogelijkheid kreeg om veel te reizen en een deel van de opleiding in Berlijn te volgen.” Vol goede moed begon Sabine aan haar studie aan de Universiteit van Amsterdam en in eerste instantie had ze het er enorm naar haar zin. Maar toen de opleiding afgelopen maart opeens volledig online verder ging, vervloog haar enthousiasme echter snel.
,,Thuis achter je laptop een nieuwe taal leren, is bijna niet te doen”, zegt Sabine. ,,Ik miste de colleges, de werkgroepen en het contact met medestudenten enorm.” Sabine geeft aan dat het volgen van online colleges bovendien lang niet zo inspirerend is als de fysieke colleges en werkgroepen die ze aan de UvA gewend was. ,,En de online tentamens sloegen eigenlijk nergens op. Met je boeken en aantekeningen bij de hand was alle uitdaging weg. Toen tot slot van rekening ook bekend werd gemaakt dat alle reizen naar het buitenland voor het volgende jaar geannuleerd werden, was de motivatie bij mij echt weg.” Het was voor Sabine vervolgens geen makkelijke keuze, maar na lang twijfelen besloot ze afgelopen zomer last-minute om van opleiding te wisselen.
Dit schooljaar begon Sabine aan de opleiding Fiscale Economie aan de UvA. ,,Dit was sowieso al mijn tweede keuze en ik geloofde dat het vanuit huis eenvoudiger was om een theoretisch vak als economie te studeren”, vertelt Sabine. ,,Als ik nu terugblik op mijn eerste semester moet ik echter erkennen dat het nog steeds knap lastig is. Ik ben dit afgelopen half jaar nog niet één keer op school geweest en heb mijn docenten en klasgenootjes nog steeds niet ontmoet. Eigenlijk heb ik niet het idee dat ik nog op school zit. Ik volg elke week wel zo’n acht tot tien uur online colleges. Maar omdat die uitsluitend bestaan uit powerpoint-presentaties waarin linksonder in het hoekje een docent is ingeplakt om de stof toe te lichten, is het moeilijk om gefocust te blijven. Al helemaal omdat het bijna niet mogelijk is om vragen te stellen.”
Ondanks – en misschien wel vanwege – het gebrek aan interactie met de docenten vinden Sabine en haar klasgenootjes vooral veel steun bij elkaar. ,,We hebben een gezamenlijke WhatsApp-groep waarin we elkaar helpen met onze vragen.”, vertelt Sabine. ,,Soms krijg ik wel vijfhonderd berichtjes per dag, allemaal over de lesstof. Maar dit is niet te vergelijken met de hulp die je krijgt van een docent. Soms heb je even iemand nodig die je een steuntje in de rug geeft en je aanmoedigt. Nu ben je daarvoor helemaal op jezelf aangewezen en dat is zwaar. Het wordt echt tijd dat alles weer terug gaat naar normaal.”

 

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?